BE1022793B1

BE1022793B1 - Method for covering and installing a rail in a railroad and rail with a rail mounting and cover

Info

Publication number: BE1022793B1
Application number: BE2015/5112A
Authority: BE
Inventors: Patrick Carels
Original assignee: Pandrol Cdm Track
Priority date: 2015-03-04
Filing date: 2015-03-04
Publication date: 2016-09-06
Also published as: BE1022793A1

Abstract

Werkwijze voor het bekleden en installeren van een spoorstaaf in een spoorweg en spoorstaaf met een spoorbevestiging en afdekkap Uittreksel Werkwijze voor het bekleden en installeren van een spoorstaaf in een spoorweg en spoorstaaf met een spoorbevestiging en een afdekkap (6), waarbij de spoorbevestiging aan de spoorstaaf is bevestigd en de afdekkap (6) zich minstens uitstrekt over de spoorbevestiging, waarbij een ondervulblok (18) zich uitstrekt volgens de lengterichting van de spoorstaaf en minstens een deel van de spoorvoet (1) van de spoorstaaf omhult, waarbij de afdekkap (6) een verticale lip (7) bevat en de spoorbevestiging een basisplaat (4) met een horizontale verlengingsflap (8) bevat, waarbij de verticale lip (7) en de horizontale verlengingsflap (8) een mof vormen waarin een uiteinde (19) van de ondervulblok (18) plaatsneemt tussen de horizontale verlengingsflap (8), de verticale lip (7) en de spoorstaaf.Method of coating and installing a rail in a railway and rail with a rail fastening and cover. is attached and the cover (6) extends at least over the track attachment, with a filler block (18) extending along the longitudinal direction of the rail and enclosing at least part of the rail foot (1) of the rail, the cover (6) includes a vertical lip (7) and the track mount includes a base plate (4) with a horizontal extension flap (8), the vertical lip (7) and the horizontal extension flap (8) forming a sleeve in which one end (19) of the underfill block (18) is placed between the horizontal extension flap (8), the vertical lip (7) and the rail.

Description

Werkwijze voor het bekleden en installeren van een spoorstaaf in een spoorweg en spoorstaaf met een spoorbevestiging en afdekkapMethod for covering and installing a rail in a railroad and rail with a rail mounting and cover

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bekleden en installeren van een spoorstaaf in een spoorweg, waarbij de spoorstaaf is opgebouwd uit een spoorvoet en een spoorkop die onderling verbonden zijn door een spoorlichaam. Volgens deze werkwijze bevestigt men discrete spoorbevestigingen met een basisplaat onder de spoorvoet aan deze spoorvoet op regelmatige afstanden van elkaar over de lengte van de spoorstaaf Verder plaatst men een afdekkap over minstens een deel van de spoorbevestiging en de spoorvoet, en bekleedt men de spoorvoet tussen twee opeenvolgende spoorbevestigingen met minstens een voorgevormde elastische ondervulblok, waarbij deze ondervulblok nauw aansluit op de spoorvoet en de afdekkap. Hierna giet men minstens deels de spoorbevestiging in in een uithardend bouwmateriaal, zoals beton, en laat men dit bouwmateriaal uitharden, waarna de spoorstaaf met de spoorbevestiging rust op het uitgeharde bouwmateriaal.The invention relates to a method for covering and installing a rail in a railroad, wherein the rail is made up of a rail foot and a rail head interconnected by a rail body. According to this method, discrete track fixings are attached to this track base with a base plate under the track base at regular distances from each other along the length of the rail. Furthermore, a cover cap is placed over at least a part of the track attachment and the track base, and the track base is coated between two consecutive track fixations with at least one preformed elastic filler block, whereby this filler block fits closely to the track foot and the cover cap. After this, at least partially the rail mounting is poured into a hardening building material, such as concrete, and this building material is hardened, after which the rail with the rail mounting rests on the hardened building material.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een spoorbevestiging en afdekkap en een spoorstaaf voorzien van een dergelijke spoorbevestiging en afdekkap die kan worden gebruikt in een werkwijze volgens de uitvinding.The invention also relates to a rail attachment and cover cap and a rail provided with such a rail attachment and cover cap that can be used in a method according to the invention.

Volgens de huidige stand van de techniek worden de spoorbevestigingen door een afdekkap beschermd tegen vuil en het uithardend bouwmateriaal dat naast de spoorstaven wordt gegoten bij het installeren van een dergelijke spoorweg. Ook worden de spoorstaven voorzien van elastische vulblokken, zoals de ondervulblokken, tussen de afdekkappen van de opeenvolgende spoorbevestigingen. De vulblokken worden over de spoorvoet aangebracht zodat de ruimte rond de spoorstaaf wordt opgevuld en de spoorstaaf via de vulblokken aansluit op de omgevende ondergrond en/of wegbedekking. Hierdoor worden de spoorstaven volledig afgeschermd en eveneens elektrisch geïsoleerd van de omgevende ondergrond en/of wegbedekking.According to the current state of the art, the rail attachments are protected by a cover cap against dirt and the hardening building material that is cast next to the rails when installing such a railroad. The rails are also provided with elastic fill blocks, such as the underfill blocks, between the cover caps of the successive track fixings. The filling blocks are fitted over the track foot so that the space around the rail is filled and the rail connects to the surrounding surface and / or road cover via the filling blocks. As a result, the rails are completely shielded and also electrically insulated from the surrounding substrate and / or road cover.

Om een volledige afscherming van de spoorstaven te bekomen, dienen de vulblokken goed aan te sluiten tegen de afdekkappen. Aangezien de afstand tussen twee opeenvolgende spoorbevestigingen en dus ook tussen twee opeenvolgende afdekkappen niet steeds exact hetzelfde bedraagt, dienen de vulblokken telkens op maat te worden gezaagd om deze zo nauw mogelijk te laten aansluiten. Thans wordt een uithardend schuim, zoals polyurethaanschuim, gebruikt om mogelijke openingen tussen de vulblokken en de afdekkappen op te vullen. Deze bijkomende maatregel verhindert onder andere dat het uithardend bouwmateriaal tussen de vulblok en de afdekkap loopt.In order to achieve complete shielding of the rails, the filling blocks must fit properly against the cover caps. Since the distance between two successive track fixings and therefore also between two successive cover caps is not always exactly the same, the fill blocks must always be sawn to size so that they fit as closely as possible. Currently, a curing foam, such as polyurethane foam, is used to fill in possible gaps between the filler blocks and the cover caps. This additional measure prevents, among other things, the hardening building material from running between the filling block and the cover cap.

In dit verband beschrijft de internationale octrooiaanvraag WO 2010/000460 Al ook een systeem om variaties in lengte van de vulblokken door temperatuurschommelingen en de daardoor ontstane vrije ruimtes tussen deze vulblokken te beperken, door de vulblokken in eikaars verlengde aan elkaar te bevestigen en ook door de afdekkappen aan de vulblokken te bevestigen.In this connection, the international patent application WO 2010/000460 A1 also describes a system for limiting variations in the length of the fill blocks due to temperature fluctuations and the resulting free spaces between these fill blocks, by mutually fixing the fill blocks in line with each other and also by to attach cover caps to the filler blocks.

De Europese octrooiaanvraag EP 2 706 144 A2 beschrijft verder vulblokken die voorzien zijn van samendrukbare zachte uiteinden welke kunnen aansluiten tegen elkaar en waarmee verschillen in lengte kunnen worden opgevangen. Deze zachtere uiteinden aan de vulblokken zijn echter niet zo eenvoudig te vervaardigen. Bovendien is het niet mogelijk om bij, bijvoorbeeld, sterke variaties in lengte deze vulblokken in te korten zonder eveneens het zachtere uiteinde te verwijderen.The European patent application EP 2 706 144 A2 further describes filling blocks which are provided with compressible soft ends which can connect against each other and with which differences in length can be absorbed. However, these softer ends on the filling blocks are not that easy to manufacture. Moreover, it is not possible to shorten these filling blocks in the case of, for example, strong variations in length, without also removing the softer end.

De werkwijze volgens de huidige stand van de techniek is bijgevolg vrij omslachtig in uitvoering. Bovendien is het risico groot dat bij een onzorgvuldige uitvoering het omgevende bouwmateriaal zich uitstrekt tot tegen de spoorstaaf.The method according to the current state of the art is therefore fairly cumbersome in implementation. Moreover, there is a great risk that, in the event of improper execution, the surrounding building material will extend up to the rail.

De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen door een werkwijze voor te stellen voor het bekleden en installeren van een spoorstaaf en ook een afdekkap en een spoorstaaf voorzien van een dergelijke spoorbevestiging en afdekkap voor te stellen voor gebruik in de werkwijze.The invention seeks to overcome these disadvantages by proposing a method for covering and installing a rail and also proposing a cover cap and a rail provided with such a rail attachment and cover cap for use in the method.

Tot dit doel bevat de werkwijze de stappen van het plaatsen van een verticale lip van de afdekkap nauw aansluitend op een horizontale verlengingsflap van de basisplaat en het plaatsen van een uiteinde van de ondervulblok op de horizontale verlengingsflap van de basisplaat, tussen deze horizontale verlengingsflap, de verticale lip van de afdekkap en de spoorstaaf, zoals opgeëist in de hieraan toegevoegde conclusies.To this end, the method includes the steps of placing a vertical lip of the cover close to a horizontal extension flap of the base plate and placing one end of the filler block on the horizontal extension flap of the base plate, between this horizontal extension flap, the vertical lip of the cover cap and rail, as claimed in the appended claims.

Doelmatig bevat de werkwijze de stap van het afsluiten van een vrije ruimte tussen de spoorstaaf, de ondervulblok en de afdekkap van de spoorbevestiging met de verticale lip van de afdekkap en de horizontale flap van de basisplaat om infiltratie van het uithardend bouwmateriaal in deze vrije ruimte te verhinderen.Advantageously, the method includes the step of closing off a free space between the rail, the filler block and the cover of the rail mounting with the vertical lip of the cover and the horizontal flap of the base plate to infiltrate the curing building material into this free space obstruct.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een spoorbevestiging met afdekkap en een spoorstaaf voorzien van een dergelijke spoorbevestiging, waarbij een verticale lip voorzien is aan de afdekkap, een horizontale verlengingsflap voorzien is aan de basisplaat, waarbij de verticale lip bij voorkeur nauw aansluit op de horizontale verlengingsflap, waarbij de verticale lip en de horizontale verlengingsflap een mof vormen waarin een uiteinde van een ondervulblok kan plaatsnemen tussen de horizontale verlengingsflap, de verticale lip en de spoorstaaf, om de spoorstaaf te bekleden, zoals opgeëist in de hieraan toegevoegde conclusies.The invention also relates to a rail mounting with cover cap and a rail provided with such a rail mounting, wherein a vertical lip is provided on the cover cap, a horizontal extension flap is provided on the base plate, the vertical lip preferably closely connecting to the horizontal extension flap wherein the vertical lip and the horizontal extension flap form a sleeve in which an end of a trough block can take place between the horizontal extension flap, the vertical lip and the rail, to cover the rail, as claimed in the appended claims.

Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van concrete uitvoeringsvormen van de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.Other details and advantages of the invention will be apparent from the following description of concrete embodiments of the method and the device according to the invention; this description is only given as an example and does not limit the scope of the protection claimed; the reference numerals used hereinafter refer to the attached figures.

Figuur 1 is een schematische perspectiefvoorstelling van een spoorstaafbevestiging volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 1 is a schematic perspective representation of a rail attachment according to a first embodiment of the invention.

Figuur 2 is een schematische perspectiefvoorstelling van een spoorstaafbevestiging met afdekkap volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 2 is a schematic perspective representation of a rail mounting with cover cap according to the first embodiment of the invention.

Figuur 3 is een schematische perspectiefvoorstelling van een spoorstaaf met spoorstaafbevestiging en afdekkap volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 3 is a schematic perspective representation of a rail with rail attachment and cover according to the first embodiment of the invention.

Figuur 4 is een schematische perspectiefvoorstelling met gedeeltelijke doorsnede van een spoorstaaf met spoorbevestigingen, afdekkappen en vulblokken volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 4 is a schematic perspective view with partial section of a rail with rail attachments, cover caps and fill blocks according to the first embodiment of the invention.

Figuur 5 is een schematische perspectiefvoorstelling met gedeeltelijke doorsnede van een spoorstaaf met spoorbevestigingen, afdekkappen en vulblokken volgens een variante van de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 5 is a schematic perspective view with partial section of a rail with rail attachments, cover caps and filler blocks according to a variant of the first embodiment of the invention.

Figuur 6 is een detail van een zijaanzicht van een afdekkap en een vulblok uit de figuur 4.Figure 6 is a detail of a side view of a cover cap and a filler block of Figure 4.

Figuur 7 is een schematische dwarsdoorsnede van de spoorstaaf met vulblokken volgens lijn VII-VII in de figuur 4.Figure 7 is a schematic cross-section of the rail with filler blocks along line VII-VII in Figure 4.

Figuur 8 is een schematische dwarsdoorsnede van een spoorstaaf met spoorbevestigingen, afdekkappen en vulblokken volgens de lijn VIII-VIII in de figuur 5.Figure 8 is a schematic cross-sectional view of a rail with rail attachments, cover caps and filler blocks along the line VIII-VIII in Figure 5.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.In the various figures, the same reference numerals refer to the same or analogous elements.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een discrete spoorbevestiging met afdekkap en een werkwijze voor het bekleden van een spoorstaaf en het installeren van deze spoorstaaf in een spoorweg waarbij gebruik wordt gemaakt van deze discrete spoorbevestigingen, afdekkappen en vulblokken welke toelaten om de spoorstaaf af te schermen van de ondergrond waarop deze rust.The invention generally relates to a discrete track fastening with cover cap and a method for coating a rail and installing this rail in a railroad using these discrete track fasteners, cover caps and filler blocks which allow the rail to be removed. screens of the substrate on which it rests.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de spoorbevestiging met afdekkap, weergegeven in de figuren 1 tot 8, bevat de spoorbevestiging een basisplaat 4 die zich uitstrekt onder de spoorvoet 1 en aan weerszijden van de spoorstaaf uitsteekt tot voorbij de spoorvoet 1. Aan weerszijden van de spoorstaaf is een bevestigingsbout 5 voorzien die zich, naast de spoorvoet 1, nagenoeg parallel aan het spoorlichaam 3, en dwars door de basisplaat 4 uitstrekt. De bovenzijde 11 van de spoorvoet 1 is aan weerszijden van de spoorstaaf voorzien van een klem 12, weergegeven in de figuren 1 en 8, die een plaat bevat die door middel van de bevestigingsbout 5 aan de basisplaat 4 en de ondergrond 13, weergegeven in de figuur 8, is bevestigd. Door het aanspannen van de bevestigingsbout 5 wordt de spoorvoet 1 tussen de klem 12 en de basisplaat 4 geklemd.According to a first embodiment of the rail mounting with cover cap, shown in figures 1 to 8, the rail mounting comprises a base plate 4 which extends below the rail foot 1 and protrudes on either side of the rail beyond the rail foot 1. On both sides of the rail a fastening bolt 5 is provided which, in addition to the track foot 1, extends substantially parallel to the track body 3 and transversely through the base plate 4. The upper side 11 of the track foot 1 is provided on either side of the rail with a clamp 12, shown in figures 1 and 8, which comprises a plate which, by means of the fixing bolt 5 on the base plate 4 and the base 13, shown in the Figure 8 is confirmed. The track foot 1 is clamped between the clamp 12 and the base plate 4 by tightening the fixing bolt 5.

De bevestigingsbout 5 strekt zich verder uit onder de basisplaat 4 en dient in een uithardend bouwmateriaal 13 te worden ingebed.The fixing bolt 5 extends further below the base plate 4 and must be embedded in a hardening building material 13.

De spoorstaaf rust hierbij met de onderzijde 10 van de spoorvoet 1 op de basisplaat 4. Bij voorkeur rust de spoorvoet 1 op de basisplaat 4 via een elastische mat 14 die zich uitstrekt tussen de basisplaat 4 en de onderzijde 10 van de spoorvoet 1, zoals weergegeven in de figuren 3 en 8. Deze mat 14 is bij voorkeur ook elektrisch isolerend. Tussen de klem 12 en de bovenzijde 11 van de spoorvoet 1 is, bij voorkeur, eveneens een elastisch, elektrisch isolerend element 15 voorzien, weergegeven in de figuren 1 en 8.The rail rests here with the underside 10 of the track foot 1 on the base plate 4. Preferably, the track foot 1 rests on the base plate 4 via an elastic mat 14 which extends between the base plate 4 and the underside 10 of the track foot 1, as shown in figures 3 and 8. This mat 14 is preferably also electrically insulating. An elastic, electrically insulating element 15 is also provided between the clamp 12 and the upper side 11 of the track base 1, shown in figures 1 and 8.

Aan weerszijden van de spoorstaaf is een afdekkap 6 geplaatst die de klem 12, de bevestigingsbout 5, een deel van de basisplaat 4 dat naast de spoorvoet 1 uitsteekt, en een deel van de spoorvoet 1 bedekt, zoals weergegeven in de figuur 8.A cover cap 6 is placed on either side of the rail, covering the clamp 12, the fixing bolt 5, a part of the base plate 4 that protrudes next to the rail foot 1, and a part of the rail foot 1, as shown in Fig. 8.

De afdekkap 6 is voorzien van een verticale lip 7 die aansluit op een horizontale flap 8 van een U-vormig verlengingselement 16 van de basisplaat 4, weergegeven in de figuren 2, 3, 4 en 6. Het U-vormig verlengingselement 16 strekt zich uit tot voorbij de spoorvoet 1, aan weerszijden van deze spoorvoet 1, dwars ten opzichte van de lengterichting van de spoorstaaf. Verder is een dergelijk verlengingselement 16 voorzien aan twee tegenover elkaar liggende zijden van de basisplaat 4, weergegeven in de figuur 1. Een dergelijke verticale lip 7 en horizontale flap 8 is ook aan weerszijden van de afdekkap 6 voorzien, weergegeven in de figuur 2. Voor een optimale afsluiting vertoont het U-vormig verlengingselement 16 een opstaande overlapping 17 die tegen de verticale lip 7 aansluit. De opstaande overlapping 17 is voorzien aan de twee uiteinden van de horizontale flap 8 en strekt zich uit aan weerszijden van de spoorstaaf. Deze opstaande overlappingen 17 sluiten bijgevolg aan tegen de verticale lippen 7 van twee afdekkappen 6 die aan weerszijden van de spoorstaaf op de spoorbevestiging zijn geplaatst.The cover cap 6 is provided with a vertical lip 7 which connects to a horizontal flap 8 of a U-shaped extension element 16 of the base plate 4, shown in figures 2, 3, 4 and 6. The U-shaped extension element 16 extends to beyond the rail foot 1, on either side of this rail foot 1, transversely to the longitudinal direction of the rail. Furthermore, such an extension element 16 is provided on two opposite sides of the base plate 4, shown in Figure 1. Such a vertical lip 7 and horizontal flap 8 are also provided on either side of the cover cap 6, shown in Figure 2. For In an optimum closure, the U-shaped extension element 16 has an upstanding overlap 17 which connects to the vertical lip 7. The upright overlap 17 is provided at the two ends of the horizontal flap 8 and extends on either side of the rail. These upright overlaps 17 therefore connect to the vertical lips 7 of two cover caps 6 which are placed on either side of the rail on the rail mounting.

Volgens een variante, niet weergegeven in de figuren, sluit de verticale lip 7 niet rechtstreeks aan op de horizontale flap 8, maar sluit de verticale lip 7 aan op de horizontale flap 8 via de opstaande overlapping 17. De opstaande overlapping 17 verbindt aldus de verticale lip 7 met de horizontale flap 8.According to a variant, not shown in the figures, the vertical lip 7 does not connect directly to the horizontal flap 8, but connects the vertical lip 7 to the horizontal flap 8 via the upstanding overlap 17. The upstanding overlap 17 thus connects the vertical lip 7 with the horizontal flap 8.

Aan weerszijden van de spoorstaaf is tussen twee opeenvolgende spoorbevestigingen een ondervulblok 18 over de spoorvoet 1 geplaatst. De ondervulblok 18 strekt zich uit over de bovenzijde 11 en de onderzijde 10 van de spoorvoet 1, weergegeven in de figuren 4 en 7. De uiteinden 19 aan weerszijden van deze ondervulblok 18 sluiten elk aan tegen een verticale lip 7 van een afdekkap 6 en een horizontale flap 8 van een U-vormig verlengingselement 16 van twee opeenvolgende spoorbevestigingen.On both sides of the rail, between two successive rail attachments, an underfoot block 18 is placed over the rail foot 1. The underfill block 18 extends over the top side 11 and the bottom side 10 of the track foot 1, shown in figures 4 and 7. The ends 19 on either side of this underfoot block 18 each connect to a vertical lip 7 of a cover cap 6 and a horizontal flap 8 of a U-shaped extension element 16 of two consecutive track fixings.

Aan de onderzijde 10 van de spoorvoet 1 sluiten de ondervulblokken 18, die zich aan weerszijden van de spoorstaaf bevinden, op elkaar aan.On the underside 10 of the rail foot 1, the underfilling blocks 18, which are located on either side of the rail, connect to each other.

Over de volledige lengte van de spoorstaaf is de spoorvoet 1 voorzien van ondervulblokken 18 en spoorbevestigingen die op elkaar aansluiten zodat de spoorvoet volledig is omhuld en afgeschermd van de ondergrond 13.Over the entire length of the rail, the rail foot 1 is provided with filler blocks 18 and rail attachments that connect to each other so that the rail foot is completely enveloped and shielded from the substrate 13.

Mogelijk kunnen meerdere ondervulblokken 18 in het verlengde van elkaar en aansluitend op elkaar geplaatst worden tussen twee openvolgende spoorbevestigingen, zoals weergegeven in de figuur 5.It is possible that several trough blocks 18 can be placed in line with each other and subsequently to each other between two following track fixings, as shown in figure 5.

De verticale lip 7 en de horizontale flap 8 sluiten aan tegen de ondervulblok 18 zodat een eventuele vrije ruimte 9 tussen het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 en de afdekkap 6 is afgesloten, zoals bijvoorbeeld weergegeven in de figuur 6.The vertical lip 7 and the horizontal flap 8 connect to the filler block 18 so that any free space 9 between the end 19 of the filler block 18 and the cover cap 6 is closed off, as for example shown in figure 6.

Een eventuele opening van deze vrije ruimte 9 aan de bovenzijde wordt afgesloten door een elastische bovenvulblok 20 of 20' die op de ondervulblok 18 en de afdekkap 6 is geplaatst. De bovenvulblok 20 en 20' vult de ruimte tussen de spoorkop 2, de spoorvoet 1 en de ondervulblok 18 op en sluit, bij voorkeur, nauw aan tegen het spoorlichaam 3 en/of de onderzijde van de spoorkop 2. De afmetingen en de vorm van de bovenvulblok 20 en 20' is aangepast aan de afmetingen en de vorm van de spoorkop 1 aan de binnenzijde of de buitenzijde van de spoorstaaf, zodat deze nauw tegen elkaar aansluiten. De binnenzijde van de spoorstaaf is de zijde die naar de andere spoorstaaf toe is gekeerd in een spoorweg met twee evenwijdige spoorstaven. De buitenzijde is de zijde van de spoorstaaf die in een spoorweg weg van de andere spoorstaaf is gekeerd in een spoorweg.A possible opening of this free space 9 on the top side is closed off by an elastic top-fill block 20 or 20 'which is placed on the under-fill block 18 and the cover cap 6. The upper filling block 20 and 20 'fills the space between the track head 2, the track foot 1 and the underfilling block 18 and, preferably, fits tightly against the track body 3 and / or the underside of the track head 2. The dimensions and shape of the top-fill block 20 and 20 'is adapted to the dimensions and shape of the track head 1 on the inside or the outside of the rail, so that they fit closely together. The inside of the rail is the side that faces the other rail in a railroad with two parallel rails. The outside is the side of the rail that is turned in a railroad away from the other rail in a railroad.

De bovenvulblok 20 en 20' vertoont een tand 29 die ingrijpt achter de ondervulblok 18. De ondervulblok 18 heeft een inkeping 30 over de volledige lengte waardoor deze ondervulblok 18 eveneens een tand 31 vertoont waarachter de tand 29 van de bovenvulblok 20 en 20' ingrijpt. Deze tand 29 en/of 31 zal de plaatsing van de bovenvulblok 20 en 20' vergemakkelijken en tevens verhinderen dat deze terug los komt.The upper filling block 20 and 20 'has a tooth 29 which engages behind the filling block 18. The filling block 18 has a notch 30 along its entire length so that this filling block 18 also has a tooth 31 behind which the tooth 29 of the upper filling block 20 and 20' engages. This tooth 29 and / or 31 will facilitate the placement of the upper fill block 20 and 20 'and also prevent it from coming back.

De boven- en ondervulblokken 18 en 20 en 20' rondom de afdekkap 6 sluiten, bij voorkeur, deze afdekkap 6 minstens deels in, zodat deze niet meer kan worden verwijderd zonder eerst de vulblokken te verwijderen.The top and bottom blocks 18 and 20 and 20 'around the cover cap 6, preferably, enclose this cover cap 6 at least partially, so that it can no longer be removed without first removing the fill blocks.

De boven- en ondervulblokken 18 en 20 en 20' kunnen verder ook voorzien zijn van uitsparingen 26 om elastomeer materiaal uit te sparen en/of om de stijfheid van de vulblokken te beïnvloeden.The top and bottom blocks 18 and 20 and 20 'can further also be provided with recesses 26 to save elastomeric material and / or to influence the stiffness of the fill blocks.

De afdekkap 6 is optioneel eveneens voorzien van een opstaande lip 21 die zich parallel aan de spoorstaaf uitstrekt volgens de lengterichting van deze spoorstaaf. De opstaande lip 21 verbindt hierbij de twee verticale lippen 7 van de afdekkap 6. De bovenvulblok 20 en 20' is tussen de opstaande lip 21 en de spoorstaaf geplaatst.The cover cap 6 is optionally also provided with an upstanding lip 21 which extends parallel to the rail in the longitudinal direction of this rail. The upright lip 21 here connects the two vertical lips 7 of the cover cap 6. The upper filling block 20 and 20 'is placed between the upright lip 21 and the rail.

Volgens een mogelijke variante kan de opstaande lip 21 eveneens onderbroken zijn tussen de twee verticale lippen 7 van de afdekkap 6 en/of kan de bovenvulblok 20 en 20' op de vrije rand 25 van de opstaande lip 21 zijn geplaatst.According to a possible variant, the upright lip 21 can also be interrupted between the two vertical lips 7 of the cover cap 6 and / or the upper filling block 20 and 20 'can be placed on the free edge 25 of the upright lip 21.

De bovenvulblokken 20 en 20' en de ondervulblokken 18 zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit hoge densiteit rubber dat op zich voor deze toepassing gekend is bij de vakman. Indien nodig zijn de vulblokken 18 en/of 20 en 20' aan de spoorstaaf en/of aan elkaar gelijmd. De basisplaat 4 is bij voorkeur vervaardigd uit, bijvoorbeeld, een elektrisch isolerend composietmateriaal dat op zich voor deze toepassing gekend is bij de vakman.The top fill blocks 20 and 20 'and the bottom fill blocks 18 are, for example, made from high-density rubber which is known per se to the person skilled in the art for this application. If necessary, the fill blocks 18 and / or 20 and 20 'are glued to the rail and / or to each other. The base plate 4 is preferably made from, for example, an electrically insulating composite material which is known per se to the person skilled in the art for this application.

De afdekkap 6 kan worden vervaardigd uit een kunststof met een hoge mechanische en thermische weerstand die eveneens op zich voor deze toepassing gekend is bij de vakman.The cover cap 6 can be manufactured from a plastic with a high mechanical and thermal resistance, which is also known per se for this application to the skilled person.

Optioneel is de horizontale flap 8 elastisch vervormbaar en, bij voorkeur, staat deze horizontale flap 8 schuin ten opzichte van de spoorvoet 1 zodat de vrije rand 22 van de flap 8 naar de spoorvoet 1 is toegekeerd, zoals bijvoorbeeld weergegeven in de figuur 6. Hierbij is dan de flap 8 elastisch vervormd wanneer een uiteinde 19 van een ondervulblok 18 tussen de flap 8 en de spoorstaaf is geplaatst. De vrije rand 22 van de flap 8 sluit hierbij nauw aan tegen het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 doordat dit tegen de ondervulblok 18 duwt. Bij voorkeur is de flap 8 nagenoeg parallel met de spoorvoet 1 wanneer een ondervulblok 18 op de spoorvoet 1 is geïnstalleerd met een uiteinde 19 tussen de flap 8 en de spoorstaaf.Optionally, the horizontal flap 8 is elastically deformable and, preferably, this horizontal flap 8 is inclined with respect to the track foot 1 so that the free edge 22 of the flap 8 faces the track foot 1, as shown for example in Figure 6. Hereby the flap 8 is then elastically deformed when an end 19 of a filling block 18 is placed between the flap 8 and the rail. The free edge 22 of the flap 8 here closely fits against the end 19 of the filler block 18 because it pushes against the filler block 18. Preferably, the flap 8 is substantially parallel to the track foot 1 when an underfoot block 18 is installed on the track foot 1 with an end 19 between the flap 8 and the rail.

Volgens een variante van deze eerste uitvoeringsvorm, niet weergegeven in de figuren, is de verticale lip 7 met vrije rand 27 en/of de opstaande lip 21 met vrije rand 25 op een analoge wijze elastisch vervormbaar.According to a variant of this first embodiment, not shown in the figures, the vertical lip 7 with free edge 27 and / or the upright lip 21 with free edge 25 can be elastically deformed in an analogous manner.

Verder kan in deze eerste uitvoeringsvorm in de afdekkap 6 een uitsparing 23 voorzien zijn die toelaat om de bevestigingsbout 5 aan te spannen nadat de afdekkap 6 is geplaatst over de klem 12, de bevestigingsbout 5, een deel van de spoorvoet 1 en een deel van de basisplaat 4 naast de spoorvoet 1. De spoorbevestigingsbout 5 blijft bijgevolg bedienbaar nadat de afdekkap 6 is geplaatst.Furthermore, in this first embodiment, a recess 23 can be provided in the cover cap 6 which allows to tighten the fixing bolt 5 after the cover cap 6 has been placed over the clamp 12, the fixing bolt 5, a part of the track foot 1 and a part of the base plate 4 next to the rail foot 1. The rail mounting bolt 5 therefore remains operable after the cover 6 has been placed.

Volgens een mogelijke variante kan ook de uitsparing 23 in de afdekkap 6 voorzien zijn van een afneembaar deksel 24, zoals weergeven in de figuur 2.According to a possible variant, the recess 23 in the cover cap 6 can also be provided with a removable cover 24, as shown in figure 2.

Een tweede uitvoeringsvorm van de spoorbevestiging en afdekkap volgens de uitvinding, niet weergegeven in de figuren, verschilt van de eerste uitvoeringsvorm doordat onder andere de bovenvulblok 20 en 20' geen tand 29 vertoont die ingrijpt achter de ondervulblok 18, maar in de plaats hiervan een afgeschuinde zijde vertoont die aansluit achter de ondervulblok 18 tegen een afgeschuinde zijde van deze ondervulblok 18 en eveneens tegen een afgeschuinde zijde van de afdekkap 6. De afdekkap 6 vertoont in deze uitvoeringsvorm ook geen uitsparing 23 of deksel 24. Zoals in de eerste uitvoeringsvorm kunnen de uitsparing 23 en het deksel 24 echter ook in deze tweede uitvoeringsvorm worden voorzien.A second embodiment of the rail mounting and cover cap according to the invention, not shown in the figures, differs from the first embodiment in that, among other things, the top fill block 20 and 20 'do not have a tooth 29 which engages behind the bottom fill block 18, but instead a chamfered has a side that connects behind the filler block 18 against a beveled side of this filler block 18 and also against a chamfered side of the cover cap 6. In this embodiment, the cover cap 6 also has no recess 23 or cover 24. As in the first embodiment, the recess can 23 and the cover 24 can also be provided in this second embodiment.

Een derde uitvoeringsvorm van de spoorbevestiging en afdekkap volgens de uitvinding, niet weergegeven in de figuren, verschilt van de eerste uitvoeringsvorm doordat de afdekkap niet voorzien is van een opstaande lip 21.A third embodiment of the rail mounting and cover cap according to the invention, not shown in the figures, differs from the first embodiment in that the cover cap is not provided with an upright lip 21.

Een vierde uitvoeringsvorm van de spoorbevestiging met afdekkap volgens de uitvinding, niet weergegeven in de figuren, verschilt van de eerste uitvoeringsvorm doordat het verlengingselement 16 geen opstaande overlapping 17 vertoont.A fourth embodiment of the rail mounting with cover cap according to the invention, not shown in the figures, differs from the first embodiment in that the extension element 16 does not have an upstanding overlap 17.

De spoorstaven met spoorbevestigingen, afdekkappen en vulblokken volgens de uitvinding laten zowel een zogenaamde "top-down" alsook een zogenaamde "bottom-up" installatie toe. Deze beide installatiemethoden zijn op zich gekend bij de vakman. Bij de "top-down" installatie worden de spoorstaven met de spoorbevestigingen en de afdekkappen eerst geplaatst en uitgelijnd, waarna een uithardend bouwmateriaal wordt gegoten rond de spoorbevestigingen zodat deze hierin worden ingebed. Bij de "bottom-up" installatie wordt eerst een vaste ondergrond 13 vervaardigd waaraan vervolgens de spoorbevestigingen worden bevestigd om hieraan tenslotte de spoorstaven te bevestigen. De vaste ondergrond 13 kan bestaan uit bijvoorbeeld een reeks dwarsliggers of een betonnen plaat.The rails with rail attachments, cover caps and filling blocks according to the invention allow both a so-called "top-down" and a so-called "bottom-up" installation. Both of these installation methods are known per se to the skilled person. In the "top-down" installation, the rails with the rail attachments and the cover caps are first placed and aligned, after which a hardening building material is cast around the rail attachments so that they are embedded therein. In the "bottom-up" installation, first a solid substrate 13 is manufactured to which the rail attachments are subsequently attached to finally attach the rails to this rail. The fixed base 13 may consist of, for example, a series of sleepers or a concrete plate.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze voor het installeren van een spoorstaaf in een spoorweg volgens de uitvinding bevat deze de volgende stappen.According to a preferred embodiment of the method for installing a rail in a railroad according to the invention, it comprises the following steps.

In een eerste stap bevestigt men discrete spoorbevestigingen aan de spoorvoet 1 op regelmatige afstanden van elkaar over de lengte van de spoorstaaf. Hierbij plaatst men een basisplaat 4 van de spoorbevestiging onder de spoorvoet 1 zodat minstens een spoorbevestigingsbout 5 zich uitstrekt naast de spoorvoet 1 door deze basisplaat 4.In a first step, discrete track attachments are attached to the track base 1 at regular distances from each other along the length of the rail. A base plate 4 of the rail mounting is placed below the rail foot 1 so that at least one rail mounting bolt 5 extends next to the rail foot 1 through this base plate 4.

In een tweede stap plaatst men een afdekkap 6 over minstens een deel van de basisplaat 4, de spoorbevestigingsbout 5 en de spoorvoet 1.In a second step, a cover cap 6 is placed over at least a part of the base plate 4, the rail mounting bolt 5 and the rail foot 1.

Hierbij plaatst men een verticale lip 7 van de afdekkap 6 nauw aansluitend op een horizontale verlengingsflap 8 van de basisplaat 4. Aldus wordt een mof gevormd door de spoorstaaf, de verticale lip 7 en de horizontale verlengingsflap 8.A vertical lip 7 of the cover cap 6 is then placed close to a horizontal extension flap 8 of the base plate 4. A sleeve is thus formed by the rail, the vertical lip 7 and the horizontal extension flap 8.

In een derde stap bekleedt men de spoorvoet 1 met voorgevormde elastische ondervulblokken 18 tussen twee opeenvolgende spoorbevestigingen, waarbij de ondervulblokken 18 nauw aansluiten op de spoorvoet 1 en de afdekkap 6. Hierbij plaatst men een uiteinde 19 van de ondervulblok 18 op de horizontale verlengingsflap 8 van de basisplaat 4, tussen deze horizontale verlengingsflap 8 van de basisplaat 4, de verticale lip 7 van de afdekkap 6 en de spoorstaaf. De spoorstaaf wordt aldus omhuld door een beschermmantel.In a third step, the track foot 1 is coated with preformed elastic fill-in blocks 18 between two successive track fixings, the fill-in blocks 18 closely connecting to the track-foot 1 and the cover 6. An end 19 of the fill-in block 18 is then placed on the horizontal extension flap 8 of the base plate 4, between this horizontal extension flap 8 of the base plate 4, the vertical lip 7 of the cover 6 and the rail. The rail is thus encased in a protective jacket.

De mof wordt gevormd door de spoorstaaf, de verticale lip 7 en de horizontale verlengingsflap 8. Deze mof verbindt de spoorbevestiging met de ondervulblok 18 en sluit een eventuele vrije ruimte 9 tussen de ondervulblok 18 en de afdekkap 6 rondom af.The sleeve is formed by the rail, the vertical lip 7 and the horizontal extension flap 8. This sleeve connects the rail attachment to the underfill block 18 and closes off any free space 9 between the underfill block 18 and the cover cap 6 all around.

Doordat, bij voorkeur, de afdekkap 6 wordt bevestigd op de spoorbevestigingen vormt deze afdekkap 6, samen met de verticale lip 6 en/of een opstaande lip 21, een steun voor de ondervulblok 18 en ook een eventuele bovenvulblok 20 of 20' om deze vulblokken 18, 20 of 20' vast te houden tegen de spoorstaaf. Verder wordt de afdekkap 6, bij voorkeur, ingesloten door het plaatsen van de vulblokken 18, 20 en/of 20' op de spoorstaaf zodat deze afdekkap 6 niet kan worden verwijderd voordat de vulblokken 18, 20 en/of 20' zijn verwijderd.Because, preferably, the cover cap 6 is attached to the rail mounts, this cover cap 6, together with the vertical lip 6 and / or an upstanding lip 21, forms a support for the underfilling block 18 and also an optional upper filling block 20 or 20 'around these filling blocks 18, 20 or 20 'against the rail. Furthermore, the cover cap 6 is preferably enclosed by placing the fill blocks 18, 20 and / or 20 'on the rail so that this cover cap 6 cannot be removed before the fill blocks 18, 20 and / or 20' have been removed.

Een klem 28, weergegeven in de figuren 4 en 7, kan worden voorzien rond twee ondervulblokken 18 die aan weerszijden van de spoorvoet 1 gelegen zijn om deze ondervulblokken 18 aan de spoorvoet 1 te bevestigen. Eventueel kunnen de ondervulblokken 18 worden gelijmd aan de spoorstaaf. Ook kan de ondervulblok 18 zodanig worden uitgevoerd dat deze spant rond de spoorvoet 1.A clamp 28, shown in Figs. 4 and 7, can be provided around two underfill blocks 18 which are located on either side of the track foot 1 to attach these underfoot blocks 18 to the track foot 1. Optionally, the underfill blocks 18 can be glued to the rail. The underfilling block 18 can also be embodied such that it straps around the track foot 1.

In een vierde stap giet men minstens deels de spoorbevestigingen en de ondervulblokken 18 in in een uithardend bouwmateriaal 13, zoals beton, en laat men dit bouwmateriaal 13 uitharden, zodat de spoorstaaf met de spoorbevestigingen rust op het uitgeharde bouwmateriaal 13.In a fourth step, at least partially the rail fixings and the filler blocks 18 are poured into a hardening building material 13, such as concrete, and this building material 13 is hardened, so that the rail with the rail mountings rests on the hardened building material 13.

Doordat in de derde stap een mogelijke vrije ruimte 9 tussen de spoorstaaf, de spoorbevestigingen, de afdekkap 6 en de ondervulblok 18 afgesloten wordt door middel van de verticale lip 7 van de afdekkap 6 en de horizontale flap 8 van de basisplaat 4, wordt infiltratie van het uithardend bouwmateriaal 13 in de beschermmantel rond de spoorstaaf verhinderd. Door de aanwezigheid van de mof kunnen verschillen in lengte van de ondervulblok 18 worden getolereerd zonder dat daardoor afsluiting tussen de ondervulblok 18 en de afdekkap 6 in het gedrang komt.Because in the third step a possible free space 9 between the rail, the rail attachments, the cover cap 6 and the underfilling block 18 is closed off by means of the vertical lip 7 of the cover cap 6 and the horizontal flap 8 of the base plate 4, infiltration of the curing building material 13 in the protective jacket around the rail is prevented. Due to the presence of the sleeve, differences in the length of the filler block 18 can be tolerated without compromising closure between the filler block 18 and the cover cap 6.

Optioneel kan men in een vijfde stap de spoorbevestigingsbout 5 verder aanspannen om de spoorstaaf te bevestigen.Optionally, in a fifth step, the rail fastening bolt 5 can be further tightened to fix the rail.

Vervolgens kan men in een zesde stap de spoorstaaf verder bekleden met een voorgevormde bovenvulblok 20 en 20' die men nauw laat aansluiten op het spoorlichaam 3 en/of de spoorkop 2, de afdekkap 6 en de ondervulblok 18.Subsequently, in a sixth step, the rail can be further coated with a preformed top fill block 20 and 20 'which is closely connected to the track body 3 and / or the track head 2, the cover cap 6 and the bottom block 18.

De bovenvulblok 20 en 20' wordt, bij voorkeur, tegen de spoorstaaf vast gehouden en/of gedrukt door, bijvoorbeeld, een tand 29 van de bovenvulblok 20 en 20' die ingrijpt op de ondervulblok 18 en/of door de afdekkap 6 die een steun vormt voor de bovenvulblok 20 en 20'. Aldus wordt, bij voorkeur, de ondervulblok 18 en de bovenvulblok 20 of 20' tegen de spoorstaaf gespannen en sluiten deze vulblokken de afdekkap 6 in. Hierbij vormt, bij voorkeur, de afdekkap 6 een steun voor de vulblokken. Mogelijk vormt eveneens een opstaande lip 21 een steun voor de bovenvulblok 20 en 20'.The top fill block 20 and 20 'is, preferably, held against the rail and / or pressed by, for example, a tooth 29 of the top fill block 20 and 20' which engages the bottom fill block 18 and / or by the cover 6 supporting a support forms for the top fill block 20 and 20 '. Thus, preferably, the underfilling block 18 and the upper filling block 20 or 20 'are tensioned against the rail and these filling blocks enclose the cover cap 6. Here, the cover cap 6 preferably forms a support for the filling blocks. Possibly, a raised lip 21 also forms a support for the upper fill block 20 and 20 '.

Bijgevolg, wordt, bij voorkeur, de bovenvulblok 20 of 20' geklemd tussen de spoorstaaf en de ondervulblok 18 en/of tussen de spoorstaaf en de afdekkap 6.Consequently, the top fill block 20 or 20 'is preferably clamped between the rail and the bottom block 18 and / or between the rail and the cover 6.

Tenslotte kan men een bestrating of afwerkingslaag 13' aanbrengen naast de bovenvulblokken 20 en 20, weergegeven in de figuur 8'. Deze laag 13' kan bestaan uit een uithardend bouwmateriaal, zoals beton, of een andere bekende bestrating.Finally, a paving or finishing layer 13 'can be applied next to the upper fill blocks 20 and 20, shown in Figure 8'. This layer 13 'can consist of a hardening building material, such as concrete, or another known paving.

Volgens een variante van deze werkwijze vervormt men de horizontale verlengingsflap 8 elastisch en laat men deze nauw aanspannen tegen de ondervulblok 18 bij het plaatsen van het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 op de horizontale verlengingsflap 8.According to a variant of this method, the horizontal extension flap 8 is elastically deformed and allowed to tightly tighten against the underfill block 18 when placing the end 19 of the underfill block 18 on the horizontal extension flap 8.

Volgens een verdere variante van deze werkwijze worden eerst de basisplaten 4 met de horizontale verlengingsflap 8 geplaatst onder de spoorvoet 1, en worden vervolgens de ondervulblokken 18 over de spoorvoet 1 geschoven met een uiteinde 19 aansluitend op de horizontale verlengingsflap 8, waarna de afdekkap 6 van de spoorbevestigingen wordt geplaatst met de verticale lip 7 aansluitend tegen het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 en aansluitend op de horizontale verlengingsflap 8.According to a further variant of this method, first the base plates 4 with the horizontal extension flap 8 are placed under the track foot 1, and then the trough blocks 18 are slid over the track foot 1 with an end 19 connecting to the horizontal extension flap 8, whereafter the cover cap 6 of the rail fixings are placed with the vertical lip 7 contiguous with the end 19 of the underfill block 18 and contiguous with the horizontal extension flap 8.

Volgens een andere variante van deze werkwijze worden eerst de ondervulblokken 18 over de spoorvoet 1 geschoven, en vervolgens wordt de basisplaat 4 onder de spoorvoet 1 geplaatst met de horizontale verlengingsflap 8 aansluitend tegen het uiteinde 19 van de ondervulblok 18, waarna de afdekkap 6 van de spoorbevestigingen wordt geplaatst met de verticale lip 7 aansluitend tegen het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 en aansluitend op de horizontale verlengingsflap 8. Mogelijk sluit de verticale lip 7 niet rechtstreeks aan op de horizontale verlengingsflap 8 maar door middel van een opstaande overlapping 17 die de verticale lip 7 verbindt met de horizontale flap 8.According to another variant of this method, first the underfill blocks 18 are slid over the track foot 1, and then the base plate 4 is placed under the track foot 1 with the horizontal extension flap 8 contiguous with the end 19 of the underfill block 18, whereafter the cover cap 6 of the track mounts are placed with the vertical lip 7 contiguous with the end 19 of the filler block 18 and contiguous with the horizontal extension flap 8. Possibly the vertical lip 7 does not connect directly to the horizontal extension flap 8 but by means of an upright overlap 17 which lip 7 connects with the horizontal flap 8.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven werkwijzen en de in bijgaande figuren voorgestelde uitvoeringsvormen. Zo kunnen de verschillende kenmerken van deze uitvoeringsvormen onderling worden gecombineerd. Zo kan het uiteinde 19 van de ondervulblok 18 zich uitstrekken tussen de basisplaat 4 en de spoorvoet 1. Zo kan de basisplaat 4 rechtstreeks tegen de onderzijde 10 van de spoorvoet 1 worden bevestigd zonder de tussenliggende elastische mat 14. Zo kunnen meerdere bevestigingsbouten 5 zich uitstrekken door de basisplaat 4 aan een zijde of aan beide zijden van de spoorstaaf.The invention is of course not limited to the methods described above and the embodiments represented in the accompanying figures. The various features of these embodiments can thus be combined with each other. For example, the end 19 of the underfilling block 18 can extend between the base plate 4 and the track base 1. Thus, the base plate 4 can be directly attached to the underside 10 of the track base 1 without the intermediate elastic mat 14. Thus, a plurality of fastening bolts 5 can extend. through the base plate 4 on one side or on both sides of the rail.

Claims

Conclusions

A method for installing a rail in a railroad, wherein the rail is composed of a rail foot (1) and a rail head (2) interconnected by a rail body (3), the method comprising the following steps - fixing from the track base (1) to discrete track attachments with a base plate (4) below this track base (1) at regular distances from each other along the length of the rail, - placing a cover cap (6) over at least a part of the base plate ( 4) and the track foot (1), - covering the track foot (1) with at least one preformed elastic filler block (18) between two successive track fixings, the filler block (18) connecting to the track foot (1) and the cover (6) ), characterized in that the method further comprises the steps of - placing a vertical lip (7) of the cover cap (6) adjacent to a horizontal extension flap (8) of the base plate (4), - placing an end ( 19) from n the trough block (18) between the vertical lip (7) and the rail and between the horizontal extension flap (8) and the rail, connecting against the vertical lip (7), the horizontal extension flap (8) and the rail.

Method according to claim 1, wherein it comprises the step of at least partially pouring the rail fasteners into a curing building material (13) and allowing this building material (13) to cure, wherein the rail rests on the cured building material via the rail fasteners (13).

A method according to claim 1 or 2, wherein it comprises the step of providing the track mountings with at least one track mount bolt (5) extending adjacent the track base (1) through the base plate (4) and at least partially casting the rail fixing bolt (5) in the hardening building material (13).

The method according to claim 3, wherein it includes the step of tightening the rail fastening bolt (5) after curing the curing building material (13).

Method according to one of claims 2 to 4, wherein it comprises the step of providing a lockable recess (23) in the cover cap (6) via which the rail fixing bolt (5) can be operated.

Method according to any of claims 1 to 5, wherein it comprises the step of elastically deforming the horizontal extension flap (8) and causing the horizontal extension flap (8) to tension against the underfill block (18) when placing the end (19) of the filler block (18) on the horizontal extension flap (8) between this horizontal extension flap (8) and the rail.

A method according to any one of claims 1 to 6, wherein it comprises the step of coating the rail with at least one preformed top fill block (20,20 ') adjacent to the rail and the bottom fill block (18).

The method of claim 7, wherein it includes the step of engaging at least one tooth (29) of the top fill block (20,20 ') on the bottom fill block (18), between this bottom fill block (18) and the rail.

The method according to claims 7 or 8, wherein it comprises the step of clamping an upper fill block (20, 20 ') between the rail and the underfill block (18) and / or between the rail and the cover (6).

The method according to any of claims 1 to 9, wherein it comprises the step of applying a finishing layer contiguous to the underfilling blocks (18) and / or the upper filling blocks (20, 20 '). A method according to any one of claims 1 to 10, wherein it comprises the step of closing off a free space (9) between the rail, the filler block (18) and the cover (6) of the rail mounting with a vertical lip (7). ) on the cover cap (6) and a horizontal flap (8) on the base plate (4) to prevent infiltration of the curing building material (13) and / or the finishing layer in this free space (9).

A rail with a rail mounting, a cover cap (6) and a filler block (18), the rail comprising a rail foot (1) connected by a raised rail body (3) to a rail head (2), the rail mounting on the rail is attached and contains a base plate (4) that extends below the rail foot (1), the cover cap (6) extending at least over a part of the base plate (4) and a part of the rail foot (1), the underfoot block (18) extends in the longitudinal direction of the rail and encloses at least a part of the rail foot (1), characterized in that the cover cap (6) contains a vertical lip (7) and the base plate (4) a horizontal extension flap (8 ), wherein the vertical lip (7) and the horizontal extension flap (8) form a sleeve in which an end (19) of the filler block (18) takes place between the horizontal extension flap (8), the vertical lip (7) and the rail .

A rail according to claim 12, wherein the vertical lip (7) fits closely to the horizontal extension flap (8).

A rail according to claim 12 or 13, wherein the horizontal extension flap (8) and / or the vertical lip (7) are elastically deformable.

The rail of any one of claims 12 to 14, wherein the rail attachment includes a rail attachment bolt (5) extending adjacent the rail foot (1) through the base plate (4), and wherein the cover cap (6) extends at least over a portion of the rail mounting bolt (5).

Rail according to Claim 15, in which the rail mounting comprises a clamp (12) which, by means of the rail mounting bolt (5), clampes the rail foot (1) between the base plate (4) and the clamp (12) and over which the cover cap (6) ) extends at least partially.

A rail according to any of claims 12 to 16, wherein an elastic mat (14) extends between the rail foot (1) and the base plate (4).

A rail according to any of claims 12 to 17, wherein the horizontal flap (8) extends below the rail parallel to the rail foot (1) and the vertical lip (7) extends next to the rail, parallel to the rail body (3) ).

Rail according to one of claims 12 to 18, wherein the horizontal flap (8) and / or the vertical lip (7) have a free edge (22,27) that faces the rail.

Rail according to one of claims 12 to 19, wherein the rail mounting (1) extends on either side of the rail foot (1) with on one side of this rail foot (1) provided with the cover (6) and on another side of this track foot (1) provided with an analog cover (6).

A rail according to claim 20, wherein a U-shaped extension element (16) comprises the horizontal extension flap (8) on the base plate (4) and furthermore also has an upstanding overlap (17) on either side of the extension flap (8) connect the vertical lip (7) of the cover caps (6) on either side of this rail.

A rail according to any one of claims 12 to 21, wherein the trough block (18) extends over both an underside (10) of the track foot (1) and an upper side (11) of the track foot (1).

A rail according to any one of claims 12 to 22, wherein it is provided with a plurality of rail attachments which are discretely attached to the rail at a distance from one another, wherein between two successive rail attachments the trough block (18) is placed over the rail foot (1) wherein the underfill block (18) connects to two successive cover caps (6) of the successive track fixings.

A rail according to any one of claims 12 to 23, wherein the rail foot (1) is encased by at least two underfill blocks (18) which connect to each other and each extend on one side of the rail.

A rail according to claim 24, wherein the two abutting block blocks (18) abut against each other under the rail foot (1).

A rail according to any of claims 12 to 25, wherein the trough block (18) extends over at least a part of the top side (10) and at least a part of the bottom side (11) of the track foot (1).

A railroad with a rail according to any one of the preceding claims.