BE1019156A5 - Energiezuinig en veilig kookinstrument voor een inductievuur. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een kookinstrument voor een inductievuur (16), waarbij dit instrument een kookpot (11) bevat met een bodem die verwarmbaar is door elektromagnetische inductie en met een opstaande wand (13) die aansluit op genoemde bodem, waarbij dit instrument verder voorzien is van een thermisch isolerende mantel (12,14,41) die hoofdzakelijk is vervaardigd uit een materiaal dat transparant is voor een magnetisch veld (15), waarbij deze mantel (12,14,41) zich met minstens een steunelement uitstrekt tot voorbij deze bodem van de kookpot (11) teneinde een luchtspleet te vormen tussen de bodem en de onderste rand van genoemde mantel (12,14,41).

Description

ENERGIEZUINIG EN VEILIG KOOKINSTRUMENT VOOR EEN

INDUCTIE VUUR

Deze uitvinding beschrijft een kookinstrument voor inductiekoken waarbij zowel de wandtemperatuur van het instrument als de energiebehoefte tijdens en na het kookproces gering blijft ten opzichte van traditionele kookpotten.

Het inventieve ligt in het feit dat de kookpot, volgens de uitvinding, bij het bereiden van voedingsmiddelen boven een inductievuur hangt in een soort mantel, omhulsel, skelet of ‘schil’ zonder bodem. Deze mantel omringt aldus de zijwanden van de kookpot deels of helemaal. De afstand tussen de opgehangen kookpot en het inductievuur wordt zo gekozen dat er geen meetbaar verlies is en dat de magnetische veldlijnen maximaal worden gecapteerd in de bodem van de kookpot.

De mantel kan ofwel op maat gemaakt worden voor een specifieke kookpot, ofwel aanpasbaar geconcipieerd worden om te passen op verschillende bestaande kookpotten.

De kookpot zelf, of minstens de bodem ervan, is gefabriceerd uit een materiaal dat opwarmbaar is door magnetische inductie. Genoemde mantel bestaat uit een materiaal dat niet op directe wijze opgewarmd wordt door magnetische inductie (m.a.w. transparant voor magnetische inductie). Tussen de mantel en de kookpot wordt bijvoorkeur een luchtspleet voorzien die aldus een thermische barrière vormt. Deze opstelling is bedoeld om zoveel mogelijk convectieve verliezen rond de kookpot te beperken, waardoor het te bereiden voedsel een betere thermische isolatie krijgt naar de buitenwereld toe. Hierdoor blijft de warmte langer in de kookpot, of anders gezegd moet er minder energie aangevoerd worden om het te bereiden voedsel in de kookpot op een bepaalde temperatuur te brengen of te houden. Na het koken, of m.a.w. na het uitschakelen of verwijderen van de inductiebron, blijft het voedsel in de kookpot ook langer warm.

De thermische isolatie die gevormd wordt door genoemde mantel zorgt ervoor dat binnenwand van de kookpot thermisch geïsoleerd is van de buitenwand van de mantel wanneer de kookpot zich in de mantel bevindt. Aldus is er geen gevaar voor brandwonden bij aanraking van de mantel tijdens en na het koken, meer bepaald tijdens en na het verwarmen van de kookpot door inductie. Verder is er ook het feit dat de bodem van de warme kookpot niet in directe aanraking komt met het werk- en/of tafelblad wanneer deze met de mantel daarop geplaatst wordt. Daardoor wordt het kookinstrument in zijn geheel vrij verplaatsbaar zonder dat er een onderlegger of ander beschermend materiaal moet gebruikt worden.

De mantel kan gemaakt worden uit een verscheidenheid van materialen. De voornaamste vereiste is dat het materiaal niet opgewarmd wordt door de magnetische flux van het wisselend magnetisch veld dat gegenereerd wordt onder de kookplaat. Doordat de mantel enkel in contact komt met de kookpot op beperkte plaatsen (handvat of rand, uitsparingen of gleuven), en wanneer een luchtspleet wordt voorzien tussen de kookpot en de mantel, kan een materiaal of een combinatie van verschillende materialen gekozen worden zonder al te strenge voorwaarden rond bestendigheid tegen hoge temperaturen op te leggen. Deze ontwerpersvrijheid kan resulteren in een mooi en hedendaags design.

Samengevat biedt deze uitvinding vier voordelen:

Energiezuinig tijdens en na het koken door een goede thermische isolatie;

Veiligheid in gebruik door een lage wandtemperatuur;

Vrij verplaatsbaar van kookvuur naar werk- en/of tafelblad omdat er geen direct contact is tussen bodem van de kookpot en een onderliggend vlak (‘ophangende’ opstelling);

Mooi design is mogelijk omdat verschillende materialen bruikbaar zijn en deze niet bestand hoeven te zijn tegen een extreem hoge temperatuur.

Achtergrond

Deze uitvinding beoogt een veilig kookinstrument voor te stellen waar het gevaar voor brandwonden door aanraking met de wand geminimaliseerd wordt, en waarvan de energiebehoefte sterk gereduceerd wordt in vergelijking met de bestaande kookpotten voor inductie. Volgende patenten beschrijven de ‘prior art’.

In het patent met nummer US 3.209.746 (17 dec 1963) beschrijft Fronza Giuseppe een kookinstrument dat bestaat uit een omhulsel geplaatst rond een pot, opdat de warmte op die manier gevangen wordt en de zijwanden van de pot heel warm kunnen worden om een betere energieoverdracht naar het voedsel te verwezenlijken. Het verschil met onze uitvinding is dat de bodem van de pot nog steeds rust op de kookplaat, en dus het voordeel van het niet moeten gebruiken van een onderlegger wegvalt.

In het patent met nummer US 3.777.094 (9 sept 1971) beschrijft Peters, Jr. een kookinstrument dat bestaat uit een materiaal dat magnetisch induceerbaar is, omgeven langs de buitenzijde met een materiaal dat transparant is voor magnetische inductie. Het verschil met onze uitvinding is dat hier een thermisch isolerend materiaal onder de bodem van de pot moet bevestigd worden dat aan hoge temperaturen moet weerstaan. Productietechnisch is dit veel moeilijker te realiseren dan het kookinstrument beschreven deze uitvinding. Het feit dat bovenvermelde uitvinding reeds 35 jaar oud is en er geen commercialisering is naar ons weten, onderstreept dit.

In het patent met nummer US 3.745.290 (1 maart 1972) beschrijft John D. Hamden een kookinstrument voorzien van kookpot opgehangen in een dragende container. Op die manier blijft het voedsel langer warm en blijft de wand koel. In tegenstelling tot onze uitvinding blijft de bodem van de dragende container steeds rusten op het inductievuur.

In het patent met nummer US 5.643.485 (21 nov 1994) beschrijft Thomas F. Potter een kookinstrument dat bestaat uit een dubbele wand met daartussen een vacuum om warmtetransport te verhinderen. Het verschil met onze uitvinding is evident (zie vorige paragrafen) maar vooral productietechnisch is dit veel moeilijker te realiseren dan het kookinstrument door ons beschreven, want buiten het feit dat er een vacuum moet gerealiseerd worden, is een lokale differentiatie nodig omdat de bodem wel thermisch geleidbaar moet zijn.

In de patentaanvraag met nummer US 2009/0065500A1 (5 sept 2008) beschrijft Raymond O. England een kookinstrument dat bestaat uit een dubbele wand met daartussen een vacuum of argongas om warmtetransport te verhinderen. Hij laat ook suggereren dat er openingen in de buitenste container kunnen zijn. In hoeverre dit technisch mogelijk is, is niet duidelijk, en verder nog, de gaten dienen om convectieve koeling toe te laten tussen de binnenste en buitenste wand. Daarom beschrijft hij kleine verhevenheden in de buitenste wand om de lucht van buiten de kookzone naar deze gaten te leiden. Volgens de huidige uitvinding, is dit net uit den boze: we vermijden zoveel mogelijk convectie in de nabijheid van de binnenste wand van de kookpot. De bodem van de buitenste wand is niet aanwezig, dus ook geen gaten. De buitenste container rust met zijn verticale wanden rechtstreeks op het kookvuur, en deze opstelling heeft als doel de luchtspieet die ontstaat tussen enerzijds de binnenste container en anderzijds de verticale wand van de buitenste container en het kookvuur tot zo weinig mogelijk beweging aan te zetten. Dit om een zo minimaal mogelijk energieverlies te bereiken.

Figuren

Figuur 1 : principe tekening van de uitvinding Figuur 2: principe tekening van de uitvinding met gevulde binnenste container (kookpot)

Figuur 3a: een kookinstrument zoals beschreven met handvaten geïntegreerd in buitenste schil

Figuur 3b: principe tekening van de uitvinding met enkel schil op kookvuur

Figuur 3c: principe tekening van de uitvinding op kookvuur Figuur 3d: foto van prototype met handvaten geïntegreerd in buitenste schil

Figuur 4a: foto van prototype met gleuven in buitenste schil Figuur 4b: foto van prototype met gleuven in buitenste schil met bestaande kookpot in opgehangen, met aangebrachte probes om temperatuur op te meten

Figuur 4c: detailfoto van fig. 4b

Figuur 5 a: experimenteel temperatuursverloop aan de buitenwand opgemeten

Figuur 5b: dezelfde curve als bij figuur 5a nu opgenomen op de plaats van de handvaten

Figuur 5c: temperatuursverloop onder kookinstrument Figuur 6: opwarmingssnelheid van een hoeveelheid water in functie van de afstand tussen het kookvuur en de opgehangen kookpot

Figuur 7: opwarming en afkoelingssnelheid van een hoeveelheid water in een referentie pot (zonder schil) en in de opgehangen pot

Figuur 8: het effect van de kleur van de binnenkant van de schil: hoe donderder de kleur hoe beter isolerend het effect

Figuur 9: een mogelijks stapelbaar concept

Figuren 10-16 tonen andere mogelijkheden waar met hout, leder, plastics, textiel en gietbare materialen geexperimenteerd werd

Gedetailleerde beschrijving

Bij inductiekookplaten worden inductie-wervelstromen of Foucaultstromen opgewekt door middel van een wisselend elektromagnetisch veld onder de kookplaat. Deze wervelstromen worden opgewekt in een magnetiseerbaar deel van een kookpot, meer bepaald hoofdzakelijk in de bodem van de kookpot. Zodoende wordt de kookpot verwarmd en niet de kookplaten. De warmtebron hoeft net zo groot te zijn als de onderzijde van de kookpot, wat bijdraagt tot de veiligheid van het systeem en het minimale verbruik aan energie.

In een gemiddeld gezin, bedraagt de energiekost voor het koken 15 tot 25% van de energiefactuur. Dit bedrag zal in de toekomst nog stijgen omdat er tegenwoordig veel aandacht uitgaat naar energiezuinige woningen en dan in het bijzonder naar energievriendelijke verwarming. Het relatief belang van het energieverbruik voor het koken zal bijgevolg nog stijgen. Deze uitvinding wil de energiekost van het koken aanzienlijk verminderen.

Verder is het ook zo dat er relatief veel brandwonden opgelopen worden tijdens het koken, vooral bij kinderen en bejaarden. Met het oog op de vergrijzing van de bevolking is er wel degelijk nood aan veilig koken, en dit kan door de wandtemperatuur van het kookinstrument laag genoeg te houden om huidschade te voorkomen. Deze uitvinding laat toe dat de wandtemperatuur van de kookpot laag genoeg blijft om verbranding van de huid bij aanraking te vermijden.

Beide aspecten: energiezuinig koken en de lage temperatuur van de wand worden in volgende paragrafen besproken.

De uitvinding betreft in het algemeen een mantel voor een kookpot en een kookpot voorzien van een dergelijke mantel. Deze mantel, volgens de uitvinding, is vervaardigd uit een thermisch isolerend materiaal dat in grote mate transparant is voor een magnetisch veld, d.w.z. dat het niet verwarmbaar is door het magnetisch veld dat gegenereerd wordt onder de kookplaat en dat zich uitstrekt tot minstens in de bodem van de kookpot wanneer deze laatste op het oppervlak van de kookplaat is geplaatst. Meer bepaald zal in dit materiaal geen warmteontwikkeling optreden ingevolge de aanwezigheid van een wisselende magnetisch veld.

De mantel strekt zich minstens gedeeltelijk uit langs de opstaande wanden van de kookpot, terwijl de bodem van de kookpot vrij toegankelijk blijft. Wanneer de kookpot zich in de mantel bevindt, strekt deze laatste zich met minstens een steunelement uit tot voorbij de bodem van de kookpot. Wanneer de kookpot tezamen met de mantel aldus op een vlak oppervlak wordt geplaatst, is een vrije ruimte, meer bepaald een luchtspleet aanwezig tussen de bodem van de kookpot en dit oppervlak.

Genoemd steunelement kan verschillende vormen aannemen. Dit steunelement kan bijvoorbeeld gevormd worden door twee, drie of meer discrete steunen of voeten of bestaan uit een continue ring. Bij voorkeur vormt het steunelement een geheel met de mantel en is dit op een voordelige manier uit hetzelfde materiaal vervaardigd.

De kookpot rust op of in de mantel zodanig dat er geen rechtstreeks contact mogelijk is tussen de bodem van de kookpot en een vlak oppervlak waarop de kookpot met de mantel wordt geplaatst. Wanneer de kookpot bijvoorbeeld een conische vorm vertoont, kan de inwendige wand van de mantel eveneens conisch uitgevoerd worden zodanig dat de kookpot nagenoeg passend in de mantel kan geplaatst worden. Hierbij is de kleinste uitwendige diameter van de kookpot bij voorkeur groter dan de kleinste inwendige diameter van de mantel zodat deze mantel zich minstens met genoemd steunelement uitstrekt tot voorbij de bodem van de kookpot.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de mantel, volgens de uitvinding, rust de kookpot met handvaten die deze vertoont in daarvoor voorziene uitsparingen in de bovenrand van de mantel, waarbij ervoor gezorgd wordt dat de bodem van de kookpot zich niet uitstrekt voorbij genoemd steunelement zodanig dat een kleine afstand aanwezig is tussen de onderrand van de mantel en de bodem van de kookpot.

Eventueel kan de kookpot een of meer uitwendige ribben of uitstulpingen vertonen waarmee deze op de mantel rust, waarbij de inwendige wand van de mantel de uitwendige wand van de kookpot minstens gedeeltelijk omgeeft.

Ook kan minstens een afstandhouder worden voorzien die zich uitstrekt tussen de inwendige wand van genoemde mantel en de opstaande wand van kookpot teneinde een luchtspleet te vormen tussen beiden ter verbetering van de thermische isolatie. Een dergelijke afstandhouder wordt bijvoorbeeld gevormd door een of meerdere ribben die voorzien is op de interne wand van de mantel of op de opstaande wand van de kookpot.

Figuur 1 beschrijft het principe van de uitvinding. De eigenlijke kookpot (11) rust op de mantel (12) en wordt zo in de mantel ‘ opgehangen ’ boven het inductiekookvuur (16). De lijnen (15) zijn de inductielijnen van het magnetische veld; de licht gearceerde wand (13) is het deel van het kookinstrument dat opwarmt door magnetische inductie; het donker gearceerde deel (14) is het deel van het kookinstrument, meer bepaald van genoemde mantel, dat gemaakt is uit materiaal dat transparant is voor magnetische inductie. Figuur 2 is een tekening van de uitvinding met een gevulde kookpot. In figuur 1 maakt het handvat (17) deel uit van de kookpot. In figuur 3a daarentegen maakt het deel uit van de mantel. Figuur 3b en figuur 3 c laten nogmaals zien hoe de kookpot en de mantel in elkaar passen. Figuur 3d is een foto van een prototype waar de handvaten geïntegreerd zijn in de mantel. Deze handvaten kunnen zowel als ondersteunend worden beschouwd voor de handvaten van de eigenlijke kookpot (zoals voorgesteld in figuur 2) of als handvat op zichzelf (zoals in figuur 3a).

Figuur 4a toont een prototype van een mantel (41) met uitsnijdingen (42) voor de handvaten van een kookpot. Figuur 4b toont het kookinstrument in zijn geheel: de kookpot is opgehangen in de mantel waarbij de beide handvaten rusten op de manteluitsnijdingen (43). Het is duidelijk dat dit model in principe kan op maat gemaakt worden voor bestaande kookpotten. Door op de juiste hoogte in de mantel openingen te voorzien of gleuven of een combinatie van de twee, of een door de consument regelbaar mechanisme te voorzien, kan de kookpot op een welbepaalde afstand van het kookvuur worden gehangen in de mantel.

Een detail van figuur 4b toont meetprobes aangebracht op de mantel (44) en in de kookpot zelf (45). De data wordt gelogd met een MicroLog (Ü500, PT100), elke 5s. Bij het begin van elk experiment, wordt 1 minuut gewacht om de thermoprobes te equilibreren. Daarna wordt 1 liter kraantjes water in de kookpot gegoten, en opnieuw wordt lmin gewacht. Dan wordt de inductiekookplaat opgezet met een vermogen van 2000W gedurende 15 min. Figuur 5 toont de temperatuur van de wand van de kookpot in functie van tijd. Curve 51 toont de temperatuurevolutie van de wand van een referentie kookpot. Hij piekt tot 92°C. Curve 52 toont de temperatuursevolutie van de mantelwand van het kookinstrument beschreven in deze uitvinding. Hij bereikt amper 42°C, wat onder de pijngrens is van 45°C. De grafiek 5b toont dezelfde curven maar nu opgemeten aan handvaten (van het prototype zoals getoond in figuur 3d). Beide curven liggen onder de temperatuur waarbij huidbeschadiging optreedt.

De temperatuur onder het kookinstrument werd opgemeten in figuur 5 c, nadat de kookpot van het vuur werd getild (nog steeds hangende in de mantel). De maximale temperatuur die opgemeten werd is 45°C, duidelijk minder dan de maximale temperaturen waartegen de meest courante werkbladen bestendig zijn. Ter vergelijking: een gewone kookpotbodem bereikt gemakkelijk 200°C.

Figuur 6 beschrijft de snelheid van opwarming van de inhoud van de kookpot in functie van de hoogte boven het kookvuur. Hiertoe wordt een thermoprobe in het water in de kookpot geplaatst. De snelheid van opwarmen wordt uitgedrukt als de richtingscoëfficiënt op de grafiek. Het is duidelijk dat het kookinstrument zo ontworpen moet worden dat de kookpot minder dan 4 mm boven het kookvuur ‘hangt’. Vanaf dan is de richtingscoëfficiënt schijnbaar dezelfde als wanneer de kookpotbodem van de naakte pot rechtstreeks op het kookvuur rust, zijnde 20,5 +- 0,5°C/min. Deze afstand is wel degelijk afhankelijk van het soort inductievuur dat gebruikt wordt.

Figuur 7 beschrijft de snelheid van opwarming en afkoeling van de inhoud van de kookpot, zowel naakt als omgeven door de mantel. Zoals af te leiden valt is de opwarming minstens even snel als bij de naakte kookpot (de lichte verbetering is te danken aan de betere thermische isolatie: 21,81°C voor de kookpot in de mantel versus 20,81°C voor de naakte kookpot) maar de snelheid van afkoeling is duidelijk minder. In dit specifieke geval zelfs 30% (-l,37°C/min versus -l,95°C/min).

Figuur 8 laat het effect van kleur zien van de binnenwand van de mantel. De grafiek toont aan dat de inhoud van de kookpot duidelijk minder snel afkoelt bij een zwart gekleurde inwendige wand van de mantel, dan bij een witte inwendige wand. De handgrepen blijven ongeveer even warm.. De mantel van de zwarte pot wordt enkel graden warmer, wat ook te begrijpen is, omdat hij de warmte beter ‘vasthoudt’.

De schil kan gemaakt worden in tal van vormen. Het is mogelijk om stapelbare mantels te ontwerpen, zoals afgebeeld in figuur 9. Het is echter ook mogelijk om een plooibaar of opvouwbaar systeem te ontwikkelen met bv smalle latjes uit kunststof en/of natuurlijke materialen zoals hout, of andere magnetische inductie transparante materialen. Een voorbeeld is figuur 10, waar een prototype gemaakt uit smalle houten latjes bijeengehouden door een al dan niet rekbare band afgebeeld staat. Deze uitvoering heeft als extra voordeel dat deze mantel weinig ruimte inneemt bij het opbergen. In het algemeen kan gesteld worden dat er verschillende concepten mogelijk zijn: een stapelbaar concept, een plooibaar concept of een design concept waarbij wordt gestreefd naar een mooie vormgeving die de kookpot een elan geeft en aanzet tot designobject niet IN de keukenkast, maar uitgestald OP de kast.

De mantel kan gemaakt worden uit een verscheidenheid van materialen, zonder al te strenge voorwaarden rond bestendigheid tegen hoge temperaturen op te leggen. Deze ontwerpersvrijheid kan resulteren in mooi design. Figuren 10 tot en met 16 geven voorbeelden, gemaakt uit hout (figuur 10), uit (figuur 11,12 en 16), vilt (figuur 13), leer (figuur 14) of karton (figuur 15).

Het is duidelijk dat deze expliciete voorbeelden van functionele prototypes en concepten enkel dienen ter illustratie van de uitvinding, en dat deze geen beperkingen opleggen. Alle veranderingen en aanvullingen op deze uitvinding die van die aard zijn dat ze vanzelfsprekend zijn voor een persoon met verstand van zake in dit domein, behoren toe aan deze uitvinding.

Zo is de kookpot bijvoorbeeld niet noodzakelijk cilindrisch, maar kan deze eveneens een rechthoekige of vierkante doorsnede vertonen, en kan deze eveneens kegelvormig zijn of om het even welke prismatische vorm vertonen. Ook is de inwendige wand van de mantel niet noodzakelijk cilindrisch, maar kan deze eveneens conisch of prismatisch zijn.

Claims (22)

1. Kookinstrument voor een inductievuur (16), waarbij dit instrument een kookpot (11) bevat met een bodem die verwarmbaar is door elektromagnetische inductie en met een opstaande wand (13) die aansluit op genoemde bodem, waarbij dit instrument verder voorzien is van een thermisch isolerende mantel (12,14,41) die genoemde opstaande wand (13) minstens gedeeltelijk omgeeft, daardoor gekenmerkt dat genoemde mantel (12,14,41) hoofdzakelijk is vervaardigd uit een materiaal dat transparant is voor een magnetisch veld (15), waarbij deze mantel (12,14,41) genoemde bodem nagenoeg volledige vrij laat en zich met minstens een steunelement uitstrekt tot voorbij deze bodem van de kookpot (11) teneinde een luchtspleet te vormen tussen de bodem en de onderste rand van genoemde mantel (12,14,41), waarbij deze luchtspleet zich uitstrekt van aan de bodem van genoemde kookpot (11) tot aan de onderste rand van genoemde mantel (12.14.41) .

2. Kookinstrument volgens conclusie 1, waarbij genoemde mantel (12.14.41) aansluit op de opstaande wand (13) van de kookpot (11).

3. Kookinstrument volgens conclusie 1, waarbij minstens over een deel van het oppervlak van de opstaande wand (13) van de kookpot (11) een luchtspleet aanwezig is tussen de mantel (12,14,41) en de kookpot (11).

4. Kookinstrument volgens conclusie 3, waarbij minstens een afstandhouder is voorzien die zich uitstrekt tussen de inwendige wand van genoemde mantel (12,14,41) en de opstaande wand (13) van kookpot (11) teneinde genoemde luchtspleet te vormen.

5. Kookinstrument volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd steunelement gevormd wordt door een of meerdere steunen die een geheel vormen met genoemde mantel (12,14,41) en die eveneens uit een thermisch isolerend materiaal bestaan dat transparant is voor een magnetisch veld (15).

6. Kookinstrument volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kookpot (11) met een of meerdere handvaten (17), die deze vertoont, in daarvoor voorziene uitsparingen (42) in de bovenrand van de mantel (12,14,41) rust, waarbij genoemd steunelement van de mantel (12,14,41) zich uitstrekt voorbij de bodem van de kookpot (11) zodanig dat een luchtspleet aanwezig is tussen de onderrand van de mantel (12,14,41) en de bodem van de kookpot (11).

7. Kookinstrument volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kookpot (11) een of meer uitwendige ribben of uitstulpingen vertoont waarmee deze op de mantel( 12,14,41) rust, waarbij de inwendige wand van de mantel (12,14,41) de uitwendige wand (13) van de kookpot (11) minstens gedeeltelijk omgeeft.

8. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies omvattende - een kookpot (11) gemaakt uit een materiaal dat opwarmbaar is door magnetische inductie; - een mantel (12,14,41) gemaakt uit een materiaal dat niet opgewarmd wordt door magnetische inductie en waarin de kookpot (11) is opgehangen op een afstand boven een inductiekookplaat (16), waarbij de kookpot (11) en de mantel (12,14,41) gescheiden worden door een luchtspleet, en waarbij de bodem van de kookpot (11) en de kookplaat (16) gescheiden worden door een luchtspleet.

9. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de kookpot (11) vervaardigd is uit inox, ijzer, gietijzer, titanium al dan niet met porselein bekleed.

10. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mantel (12,14,41) is vervaardigd uit plastiek, zoals polycarbonaat, polypropyleen, poly vinyl carbonaat, siliconen of dergelijke of keramische materialen, hout, kurk, glas, leder, textiel, vilt.

11. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies met een of meerdere handvaten (17) geïntegreerd met genoemde mantel (12,14,41).

12. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies met een of meerdere handvaten (17) geïntegreerd in de kookpot (11).

13. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies met een of meerdere handvaten (17) geïntegreerd in de kookpot (11) en in de mantel (12.14.41) .

14. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies met een dubbel deksel.

15. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de kookpot (11) gedragen wordt door de bovenste rand van de mantel (12.14.41) .

16. Een kookinstrument volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de kookpot (11) gedragen wordt door uitsparingen (42), gleuven of inkepingen in de rand of zijwand van de mantel (12,14,41).

17. Een mantel (12,14,41) voor een kookpot (11) voor een inductievuur (16), waarbij deze kookpot (11) een bodem die verwarmbaar is door elektromagnetische inductie (15) en een opstaande wand (13) die aansluit op genoemde bodem vertoont, waarbij genoemde mantel (12,14,41) is vervaardigd uit een thermisch isolerend materiaal en een conisch of cilindrisch inwendig oppervlak vertoont, daardoor gekenmerkt dat genoemde mantel (12,14,41) hoofdzakelijk is vervaardigd uit een materiaal dat transparant is voor een magnetisch veld (15), waarbij deze mantel (12,14,41) een bovenste deel vertoont waarin een kookpot (11) nagenoeg passend dient geplaatst te worden zodanig dat onderzijde van de bodem van deze kookpot (11) zich uitstrekt in een kookpotvlak van de mantel (12,14,41) en een op dit bovenste deel, vanaf genoemd kookpotvlak, aansluitend onderste deel dat een steunelement vormt voor het plaatsen van de mantel (12,14,41) op een vlak oppervlak, waarbij een vrije ruimte aanwezig is tussen genoemd kookpotvlak en de onderste rand van genoemd steunelement.

18. Mantel volgens conclusie 17, waarbij genoemde vrije ruimte zich over nagenoeg de volledige diameter van het onderste deel van genoemd inwendig oppervlak uitstrekt.

19. Mantel volgens conclusie 17 of 18, waarbij deze ringvormig is.

20. Mantel volgens een van de conclusies 17 tot 19, waarbij deze mantel (12,14,41) is vervaardigd uit een materiaal dat niet opgewarmd wordt door magnetische inductie (15) en waarin een kookpot (11) kan worden opgehangen op een afstand boven een inductiekookplaat (16).

21. Mantel volgens een van de conclusies 17 tot 20, waar de mantel (12,14,41) is vervaardigd uit plastiek, zoals polycarbonaat, polypropyleen, poly vinyl carbonaat, siliconen of dergelijke of keramische materialen, hout, kurk, glas, leder, textiel, vilt.

22. Mantel volgens een van de conclusies 17 tot 21, waarbij deze een of meerdere handvaten (17) vertoont.