BE1018857A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel. Download PDF

Info

Publication number
BE1018857A3
BE1018857A3 BE2009/0490A BE200900490A BE1018857A3 BE 1018857 A3 BE1018857 A3 BE 1018857A3 BE 2009/0490 A BE2009/0490 A BE 2009/0490A BE 200900490 A BE200900490 A BE 200900490A BE 1018857 A3 BE1018857 A3 BE 1018857A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coconut
furniture
fibers
mats
coconut fibers
Prior art date
Application number
BE2009/0490A
Other languages
English (en)
Inventor
Stefaan Hendrik Desmet
Original Assignee
Stefaan Hendrik Desmet
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stefaan Hendrik Desmet filed Critical Stefaan Hendrik Desmet
Priority to BE2009/0490A priority Critical patent/BE1018857A3/nl
Priority to EP10447017A priority patent/EP2283747A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018857A3 publication Critical patent/BE1018857A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47CCHAIRS; SOFAS; BEDS
    • A47C5/00Chairs of special materials

Landscapes

  • Laminated Bodies (AREA)
  • Dry Formation Of Fiberboard And The Like (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel op basis van kokosvezels, daardoor gekenmerkt dat, uitgaande van het ontwerp van het meubel dat dient te worden vervaardigd, de werkwijze minstens de volgende stappen omvat: - het identificeren van zones in het meubelontwerp met bijhorende gewenste mechanische eigenschappen - het opbouwen van het meubel waarbij kokosvezels, in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.
De werkwijze volgens de huidige uitvinding is in het / bijzonder dienstig voor het vervaardigen van ziti- of ligmeubelen, doch is daartoe niet beperkt.
De benaming zit- of ligmeubelen dient in deze context evenwel in brede zin te worden verstaan, en omvat alle gestoffeerd meubelen waarop één of meerder personen kunnen zitten of liggen, en die in wezen ondermeer bestaan uit een zit- of liggedeelte, en in voorkomend geval voorzien zijn van een rugleuning, armsteunen en/of voetensteunen of dergelij ke.
Voorbeelden hiervan zijn onder andere een stoel of een zitbank, een sofa, een canapé, een fauteuil, een bankstel, een autostoel, een bureaustoel, een kuipstoel enz.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op onderdelen van dergelijk meubelen, zoals bijvoorbeeld een afzonderlijke hoofd- of voetensteun.
In dergelijke meubelen kunnen verschillende zones of onderdelen worden onderscheiden waaraan telkens sterk uiteenlopende eisen worden gesteld, ondermeer maar niet uitsluitend op mechanisch gebied.
Zo is er de vereiste van een stabiele structuur waaraan het j meubel in zijn geheel dient te voldoen, teneinde het gewicht en de dynamische belastingen van één of meerdere personen, zonder noemenswaardige blijvende vervormingen en zonder kans op omkantelen, gedurende de volledige nuttige levensduur van het meubel veilig en herhaaldelijk te kunnen opvangen.
Hierbij worden verschillende zones van het meubel zoals bijvoorbeeld de voet of sokkel, de rugleuning, de zit, en in voorkomend geval de hoofd-, voet- of zijsteunen, mechanisch op zeer uiteenlopende wijze zowel statisch als dynamisch belast, en dit al naar gelang het gewicht, de houding en/of de bewegingen van één of meerdere gebruikers en de richting waarin de belasting die erop aangrijpt plaatsvindt.
Anderzijds dient het meubel in bepaalde zones, zoals bijvoorbeeld bij het lig- qf zitgedeelte, eerder een zachte, meegevende, doch nog steeds ondersteunende structuur te bezitten, die de gebruiker of gebruikers het gewenste comfortgevoel kan geven en in vele gevallen bovendien een verfraaiende of beschermende functie kan uitoefenen.
Van zijsteunen, arm-, voet- of hoofdsteunen wordt daarentegen tegelijkertijd een zekere rigiditeit en onvervormbaarheid vereist zonder echter aan het comfortgevoel afbreuk te doen.
Van de zones die langduriger met het lichaam van de gebruiker of gebruikers in contact kunnen komen wordt bovendien vereist dat zij warmte-, vocht- en luchtregulerende eigenschappen bezitten, geen aanleiding geven tot allergieën, bijvoorkeur geluiddempend zijn en de proliferatie . van micro-organismen, schimmels of bijvoorbeeld de huisstofmijt niet in de hand werken.
Aangezien volgens de stand der techniek geen enkelvoudig materiaal voor handen is dat tegelijkertijd aan al deze en nog andere vereisten voldoet, dienen deze meubelen uit verschillende materialen te worden samengesteld.
Dit laatste is niet alleen duur, maar ook energie verslindend en milieu onvriendelijk.
Traditioneel worden dergelijke meubelen vervaardigd vertrekkende van een draagraam of onderstel, dikwijls uitgevoerd in hardhout, zoals beuk bijvoorbeeld, of in metaal.
Zulk onderstel zorgt voor de stabiliteit en wordt gebruikelijk verder voorzien van zachtere materialen, meestal in de vorm van een kunststof schuim, zoals bijvoorbeeld polyether polyurethaan schuim.
Gekend zijn ook de meubelen die volledig in kunststof zijn uitgevoerd, waarbij een harde kunststof, bijvoorbeeld in de vorm van glasvezel versterkt composietmateriaal, voor het onderstel, sokkel, of raam wordt gebruikt, dat dan vervolgens op gelijkaardige wijze met een zachter materiaal, zoals kunststofschuim, overtrokken en/of opgevuld wordt.
Deze meubelen hebben het nadeel dat ze uit een veelvoud van componenten zijn samengesteld waardoor het vervaardigen van de verschillende samenstellende delen, het stockeren en assembleren, gecompliceerd, arbeidsintensief, tijdrovend en energieverslindend zijn, en bijgevolg duur en milieu onvriendelij k.
Een verder nadeel is dat, wanneer er een houten of metalen draagstructuur wordt gebruikt, deze op de ondergrond dient te rusten en bij verplaatsen op een harde vloer storend contactgeluid produceert en naast geluidsoverlast, gemakkelijk voor beschadigingen, bijvoorbeeld van parket of laminaat, kan zorgen.
Bovendien zijn de meeste onderdelen uit moeilijk te recycleren of uit niet hernieuwbare materialen vervaardigd, in het bijzonder uit kunststoffen op basis van . petroleumderivaten, of uit glasvezel of metaal, hetgeen milieu onvriendelijk is en bijdraagt tot de uitstoot van broeikasgassen.
Sommige van dergelijk kunststoffen zijn ervoor bekend dat ze bij oververhitting giftige gassen vrijgeven, zoals bijvoorbeeld blauwzuurderivaten, waardoor zelfs buiten de onmiddellijke brandhaard het gevaar voor mens of dier zeer ernstig kan worden genoemd.
Tenslotte is de levensduur van de gebruikte kunststoffen meestal eerder beperkt.
Zo wordt bijvoorbeeld polyurethaanschuim door de inwerking van zuurstof donkerder van kleur en brozer, waardoor het zijn elasticiteit verliest en gaat verkruimelen.
Ook kunnen bijvoorbeeld de composietmaterialen die als raam of onderstel worden gebruikt door kruip of delaminatie vervormen, waardoor de stabiliteit en het draagvermogen van het meubel op middellange termijn in het gedrang komt.
Gekend zijn ook flexibele zitmeubelen die zonder raam of onderstel worden uitgevoerd. Ze bestaan in wezen uit een kunststof omhulsel dat met kleinere eenheden kunststof wordt gevuld, bijvoorbeeld geëxpandeerd polystyreen of polyvinylchloride of zaagsel.
Ze worden ook zitzak of "bean bag chair" genoemd.
De zak voegt zich weliswaar naar het lichaam van de gebruiker, wat een comfortabel gevoel geeft, doch geeft door gebrek aan een vaste draagstructuur onvoldoende steun aan de rug hetgeen bij langdurig gebruik tot rugklachten kan leiden.
Ook kan de zitzak, afhankelijk van het materiaal dat als vulling is gebruikt, hinderlijke geluiden produceren als men van positie verandert.
Alhoewel hun constructie en samenstelling eenvoudiger is als de eerstgenoemde meubelen hebben ze, naast het gebrek aan een steunelement, toch daarmee heel wat nadelen gemeen, in het bijzonder een beperkte duurzaamheid, en het feit dat ze uit niet recycleerbare of hernieuwbare grondstoffen zijn samengesteld.
Eveneens kent men, bijvoorbeeld uit DE 1938007, halffabrikaten voor de meubelindustrie die uit vezelplaten van verrubberde kokosvezel zijn vervaardigd.
Deze platen worden gemaakt door een los gestrooide laag kokosvezels, ook coir of klappervezel genoemd, tot een mat te verdichten, deze dan met natuurlatex te besproeien waarin vernettingsmiddelen zijn gemengd, en ze vervolgens plaatselijk met naalden voorzien van weerhaken te doorprikken.
Deze behandeling heeft voor gevolg dat kokosvezels die met latex zijn doordrenkt op de doorsteekplaatsen dwars door het boven en ondervlak, vanuit het binnenste van de halfvaste plaat, naar en door het oppervlak worden gehaald, daar worden omgeplooid, en tenslotte in het oppervlak worden ingebed.
Een dergelijk behandeling is blijkbaar noodzakelijk om de vormvastheid van dergelijke platen te verhogen.
Na nog een verdere verdichting waarbij een gladder oppervlak en grotere dichtheid wordt verkregen wordt de latex dan in rubber omgezet door de platen op gekende wijze een gepaste temperatuurbehandeling te geven.
Een groot nadeel hiervan is dat de constructie van deze kokosvezel platen gecompliceerd is en energie en tijd verslindend, en dus ook belastend is voor het milieu.
Ook kan het materiaal slechts in plaatvorm en met een bepaalde dikte en hardheid worden aangeboden, en niet als vormstukken.
Ze vinden dan ook vooral hun toepassing als geluid- en warmte isolator, eveneens in de meubelindustrie.
Gekend zijn in dit verband ook vormstukken op basis van verrubberde kokosvezels die in een persvorm worden gemaakt, en die toepassing vinden in matrassen, gestoffeerde meubelen, of in de auto-industrie.
Een nadeel hiervan is dat het gebruik van een persvorm slechts toelaat om er tegen redelijke prijs enkel kleinere of volledig vlakke structuren mee te produceren.
Gekend is tenslotte ook uit CN 2922640 het gebruik van verrubberde kokosvezel voor het vervaardigen van matrassen die volgens een sandwich principe zijn opgebouwd door 1 a 30 lagen kokosmat met hoge densiteit en hardheid aan bovenen ondervlak af te sluiten met 1 a 10 lagen kokosmat van lagere densiteit en dus ook van grotere flexibiliteit en zachtheid.
Een nadeel hiervan is dat de matrassen voor hun dimensionale stabiliteit en ophanging nog steeds moeten beroep doen op een uitwendige draagstructuur, meestal uit hout of metaal vervaardigd.
De productie van een dergelijke structuur heeft bovendien het nadeel gecompliceerd en arbeidsintensief te zijn, en minder geschikt voor het vervaardigen van producten met een andere dan een vlakke basisvorm.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel op basis van kokosvezels, waarbij, uitgaande van het ontwerp van het meubel dat dient te worden vervaardigd, de werkwijze minstens de stappen omvat van het identificeren van zones in het meubelontwerp met bijhorende gewenste mechanische eigenschappen voor het beoogde meubel, zoals bijvoorbeeld hardheid en/of rigiditeit ten aanzien van verwachte belastingen op de betreffende zones; en van het opbouwen van het meubel of de draagstructuur van het meubel uit hoofdzakelijk vezels, zoals kokosvezels, en waarbij de vezels, in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen, volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.
Een groot voordeel hiervan is dat het meubel of de draagstructuur voor een meubel kan worden vervaardigd op basis van hoofdzakelijk één basismateriaal, bijvoorbeeld kokosvezels, en dit dankzij de gepaste dominerende oriëntatie van de vezels in de geïdentificeerde zones.
Zodoende kan het meubel of de draagstructuur inspelen op de te verwachten belasting en het comfortgevoel van de gebruiker.
Volgens de stand der techniek is dit slecht mogelijk door het gecombineerde gebruik van bijvoorbeeld metaal, hout of glasvezel composieten om er een sterke draagstructuur mee te creëren, enerzijds, en van bijvoorbeeld kunststofschuim, anderzijds, te voorzien ter plaatse van de gewenste comfortzones.
Een verder groot voordeel is dat de samenstelling van het meubel hierdoor sneller, eenvoudiger en goedkoper kan worden uitgevoerd, zonder op hoog gespecialiseerde werknemers en/of gecompliceerde productie inrichtingen beroep te moeten doen.
Bij voorkeur worden organische vezels aangewend, nog meer in het bijzonder cocosvezels, wat resulteert in het voordeel dat het meubel of de draagstructuur een beperkte impact op het milieu heeft.
In het geval cocosvezels worden aangewend, kan optimaal gebruik gemaakt worden van de eigenschappen die inherent met het gebruik van kokosvezels verbonden zijn, zoals ondermeer: goedkoop en overvloedig beschikbaar; hernieuwbaar natuurproduct; biodegradeerbaar; duurzaam, elastisch en veerkrachtig dankzij het zeer hoge lignine gehalte, sterker dan andere natuurlijke vezels; temperatuurbestendig tot ongeveer 70°C; zeer goede isolator voor geluid en trillingen; zeer goede thermische isolatie door zijn holle vezelstructuur; bezit een open vezelstructuur en is daardoor lucht en vocht doorlaatbaar, dus ademend; vrij van stof, schilfers, pluis en losse vezels; de verwerking ervan is zeer eenvoudig en goedkoop doordat versnijden bijvoorbeeld met behulp van een zaag of een mes kan gebeuren, en doordat verbindingen kunnen worden bewerkstelligd met behulp van lijm-, schroef- of spijkerverbindingen; de verwerking ervan veroorzaakt geen irritaties; geeft geen aanleiding tot allergieën; de opslag of verwerking is weinig kritisch; antistatisch; bestand tegen schimmels, bevat geen sporen en is niet aan ontaarding of verval onderhevig; gekenmerkt door een geringe eigen vochtopname;
Een bijzonder voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding bestaat erin dat ze een grote vrijheid biedt voor de vormgeving van het meubel.
Men is namelijk niet gehinderd door de vorm, plaats of constructieve beperkingen die met het gebruik van een afzonderlijke draagstructuur in metaal, composiet materiaal, hout en dergelijke gepaard gaan.
Een gewenste vormgeving kan optioneel op eenvoudige wijze worden bekomen door bijvoorbeeld gebruik te maken van klassieke houtbewerkingsmachines.
In een voorkeurdragende uitvoering wordt in zones waar één van de gewenste mechanische eigenschappen overeenstemt met hoge rigiditeit of stijfheid ten aanzien van een verwachte belasting, de gepaste dominerende vezelrichtingen van de kokosvezels zodanig gekozen dat de kokosvezels hoofdzakelijk in een vlak parallel aan de verwachte belastingsrichting zijn gelegen.
Hoofdzakelijk in een vlak gelegen vezels wil in de context van het huidige document zeggen dat de vezels, in vergelijking met vezels welke in de drie dimensionale ruimtelijk willekeurig georiënteerd zijn, in zekere mate eerder in parallelle vlakken zijn gelegen. Elke vezel kan dus nog wel verschillende kronkels in de drie dimensionale ruimte maken, en indien elke individuele vezel vervangen wordt door een rechte lijn welke de globale richting van deze vezel weergeeft, dan zullen vele lijnen niet parallel zijn aan het voornoemde vlak, doch de hoekafwijkingen van deze lijnen ten opzichte van zulk vlak zullen zich hoofdzakelijk uitmiddelen.
In vergelijking tot een volume vezels welke in de drie dimensionale ruimtelijk willekeurig georiënteerd zijn, zal een volume vezels welke in zekere mate eerder in parallelle vlakken zijn gelegen zich stijver gedragen ten aanzien van parallel aan deze vlakken gerichte krachten welke op zulk volume inwerken.
Inderdaad, van de vezels welke in zekere mate eerder in parallelle vlakken zijn gelegen, zelfs wanneer ze in die vlakken willekeurig georiënteerd zijn, zal een grotere fractie hoofdzakelijk parallel aan of binnen een beperkte hoekafwijking ten opzichte van de zulke belastingsrichting zijn gelegen. Aldus georiënteerde vezels, mede dankzij de onderlinge verbindingen van de vezels zoals verder besproken, bieden een hogere weerstand tegen indrukking ten aanzien van een aldus georiënteerde belasting.
Een en ander biedt het voordeel dat geen beroep dient te worden gedaan op een bijkomende draagstructuur. De betreffende zones bieden zonder meer en op eenvoudige wijze voldoende en aangepaste mechanische sterkte, zowel ten opzichte van statische als ten opzichte van dynamische belastingen.
Een verder voordeel is dat, wanneer om redenen van ontwerp de voorkeur wordt gegeven aan kantige, niet-afgeronde hoekvormen, deze zones beter weerstand bieden tegen afronding en plaatselijke slijtage.
In een verdere voorkeurdragende uitvoering wordt in zones waar één van de gewenste mechanische eigenschappen overeenstemt met lage rigiditeit of hoge flexibiliteit ten aanzien van een verwachte belasting, de gepaste dominerende vezelrichtingen van de kokosvezels hoofdzakelijk georiënteerd in een vlak dwars op de verwachte belastingsrichting.
Dit heeft het voordeel dat in deze zones zonder meer en op eenvoudige wijze een aangepaste flexibiliteit en/of zachtheid en bijhorend comfortgevoel kan worden verwezenlij kt.
Volgens een voorkeurdragende uitvoering gaat de werkwijze volgens de uitvinding uit van voorgevormde kokosmatten die van een bovenvlak en een ondervlak zijn voorzien en waarin de dominerende vezelrichtingen zodanig zijn dat de kokosvezels hoofdzakelijk parallel aan het boven en ondervlak zijn georiënteerd.
In plaats van kokosmatten kunnen ook vormstukken worden aangewend. Zulke vormstukken verschillen van matten door, enerzijds, hun uitwendige vormgeving en, anderzijds, door hun inwendige structuur.
De omtreksvlakken van vormstukken kunnen een willekeurige vorm vertonen. De dominerende vezelrichtingen in een vormstuk kunnen in hoofdzaak in driedimensionale vlakken zijn gelegen en de vezeldichtheid kan variëren in functie van de locatie binnen het vormstuk. De driedimensionale vlakken verlopen niet noodzakelijk parallel doorheen het vormstuk.
Zulke kokosmatten of vormstukken kunnen op gepaste wijze worden gecombineerd en samengebouwd, in het bijzonder door deze matten of vormstukken eventueel op maat te versnijden, samen te voegen en eventueel te verbinden, waarbij de matten of vormstukken en dus de vezels in functie van de verwachte belasting worden georiënteerd.
In het geval van de matten worden deze bij voorkeur met hun boven en ondervlak hoofdzakelijk parallel aan de verwachte belastingsrichting geplaatst in zones waar stijfheid gewenst is, en dwars op de belastingsrichting waar flexibiliteit gewenst is.
Zulke matten kunnen worden vervaardigd door losse kokosvezels in een laag te voorzien, bijvoorbeeld op een transportband, waarna zij een eerste samendrukking ondergaan door ze doorheen een calibreerinrichting te voeren.
Bij de aanmaak van vormstukken wordt een gepaste hoeveelheid vezels in een eerste maldeel voorzien en eventueel enigszins aangedrukt.
Zowel bij de aanmaak van matten als bij de aanmaak van vormstukken worden de vezels bijvoorbeeld met natuurlatex geïmpregneerd of besprenkeld waarin vernettingsmiddelen zijn gemengd.
Daarbij dringt een eerste fractie van de natuurlatex tot de inwendig gelegen vezels door, terwijl een tweede fractie vooral de buitenlagen behandelt.
In een bijzondere uitvoeringsvorm worden aldus de buitenlagen in grotere mate voorzien van natuurlatex vermengd met vernettingsmiddelen, wat de buitenlagen extra stijfheid biedt.
Vooraleer de latex te laten opstijven worden de vezels tot op gepaste dikte en/of in de gepaste vorm gebracht door deze te calanderen of te persen.
Met het oog op een zeer harde of stijve mat wordt deze bewerking dusdanig uitgevoerd dat een hoge dichtheidsgraad voor de vezels wordt bekomen, en vice versa.
Deze bewerking kan in meerdere opeenvolgende stappen gebeuren.
Op die wijze kan men bijvoorbeeld matten of vormstukken bekomen met een densiteit gelegen tussen 70 en 280 kg/m3.
Het is duidelijk dat matten of vormstukken met lagere densiteit de voorkeur genieten, zeker indien ze door toepassing van de werkwijze volgens de huidige uitvinding volgens gepaste oriëntatie worden geschikt en aldus de gewenste mechanische eigenschappen opleveren dankzij de oriëntatie van de vezels. Op die wijze wordt inderdaad materiaal bespaard en worden lichtere meubels verwezenlijkt.
Bij de voornoemde werkwijze voor het aanmaken van vezelmatten of vormstukken is de persrichting van belang.
Inderdaad, de voornoemde verdichting resulteert erin dat de vezels die initieel willekeurig in alle richtingen voorzien waren, na de samendrukking eerder loodrecht op de verdichtingsrichting worden georiënteerd.
In het geval van de mat worden de vezels met andere woorden hoofdzakelijk parallel aan het boven- en ondervlak georiënteerd.
In het geval van een vormstuk worden de vezels hoofdzakelijk dwars op de door de vezels ervaren compressierichting georiënteerd.
De maldelen kunnen uiteenlopende driedimensionale vormen vertonen, een en ander zodanig dat in functie van de initiële vulling van het eerste maldeel, en in functie van de vormgeving van de maldelen en de compressierichting, de vezels lokaal een verschillende compressie kunnen ervaren.
Na de samendrukking zullen de vezels eerder loodrecht op de lokaal ervaren verdichtingsrichting worden georiënteerd, welke op vele plaatsen hoofdzakelijk in overeenstemming met de toenaderingsrichting van de maldelen kan overeenstemmen, doch niet noodzakelijk.
Aldus worden de vezels zodanig geschikt dat de dominerende vezelrichtingen na de compressie volgens driedimensionale oppervlakken verlopen. Deze driedimensionale oppervlakken zijn lokaal telkens hoofdzakelijk dwars gericht op de door de vezels ervaren compressierichting en verlopen niet noodzakelijk parallel.
Vervolgens, zowel bij de aanmaak van de matten als bij de aanmaak van de vormstukken, worden de geïmpregneerde of besprenkelde vezels in de gecomprimeerde vorm gefixeerd en gedroogd. De kokosvezels worden in elastisch verband ten opzichte van elkaar gefixeerd door de coagulerende latex.
Door een gepaste temperatuursbehandeling, bijvoorbeeld met behulp van stoom of micro-golven, tot op maximaal ongeveer 120°C wordt minstens een deel van de vezels onderling aan elkaar gehecht waarbij de gecoaguleerde latex in onoplosbare rubber wordt omgezet.
De vezels, althans minstens een deel ervan, zijn dan als het ware onderling door toedoen van rubberbandjes met elkaar verbonden.
Zoals eerder gesteld bestaat een voorkeurdragende uitvoeringsvariante van de werkwijze volgens de uitvinding erin zulke matten of vormstukken gepast samen te bouwen.
Desgevallend worden de matten of vormstukken vooraf en/of na de samenbouw versneden of gezaagd.
Vereist een bepaalde zone van het meubel ten aanzien van de te verwachten belastingen een hoge stijfheid, zoals bijvoorbeeld de sokkel ten aanzien van verticale belastingen, dan kan zulke zone worden opgebouwd uit delen van voornoemde kokosmatten welke dan hoofdzakelijk verticaal dienen te worden samengebouwd, i.e. met de bovenen ondervlakken verticaal gericht.
Verticaal en horizontaal dient te worden gerelateerd met de uiteindelijke oriëntatie van het meubel wanneer het in gebruik wordt genomen.
Vaak dient een zone verhoogde weerstand of rigiditeit te bieden aan twee eventueel dwars op elkaar gerichte belastingen, zoals bijvoorbeeld een rugleuning ten aanzien van verticale belastingen, enerzijds, en horizontale belastingen gelegen in het vlak dat van de voorzijde tot de achtzijde van een meubel reikt, anderzijds.
Met de voorzijde van een meubel wordt bedoeld de zijde gelegen tegenover de eventuele rugsteun. De richting van een vlak dat van de voorzijde tot de achterzijde van een meubel reikt wordt verder ook de zitrichting genoemd.
Armsteunen vereisen een verhoogde rigiditeit ten aanzien van verticale belastingen, enerzijds, en horizontale belastingen dwars op de voornoemde zitrichting, anderzijds.
Zulke rugsteun kan worden opgebouwd uit delen van voornoemde kokosmatten welke hoofdzakeiijk verticaal en met de boven- en ondervlakken parallel aan de zitrichting zijn georiënteerd.
Zulke armsteunen kunnen worden opgebouwd uit delen van voornoemde kokosmatten welke hoofdzakelijk verticaal en met de boven- en ondervlakken dwars op de zitrichting zijn georiënteerd.
Volgens een aspect van de uitvinding worden bijzondere vormstukken vervaardigd en aangewend als onderdeel van een meubel of van een draagstructuur voor een meubel.
Deze bijzondere vormstukken kunnen worden bekomen door compressie van de vezels volgens verschillende richtingen, één en ander zodanig dat de vezels een dominerende vezelrichting worden opgelegd, eventueel zelfs variabel en functie van de locatie in het vormstuk, zodanig dat de kokosvezels hoofdzakelijk in parallelle driedimensionale oppervlakken zijn gelegen, telkens hoofdzakelijk dwars op een eerste compressierichting aangewend tijdens de productie ervan, en waarbij de vezels ook binnen deze oppervlakken een voorkeursrichting vertonen, dwars op een tweede compressierichting aangewend tijdens de productie ervan.
Een eenvoudige variante van deze bijzondere vormstukken kan worden vervaardigd door in eerste instantie de stappen te doorlopen zoals deze voor het aanmaken van vezelmatten zoals besproken, waarbij echter na besprenkelen en uitvoeren van een eerste compressie, de vezels bijkomend gecomprimeerd worden volgens een tweede richting dwars op de eerste compressierichting.
In zones waar een flexibiliteit gewenst is, zoals bijvoorbeeld ter plaatse van de contactvlakken van de gebruiker met het meubel, zoals het eigenlijke zitoppervlak of het contactvlak aan de voorzijde van de rugleuning, kunnen lokaal worden voorzien van een kokosmat waarvan de boven- en ondervlakken dwars op de belastingsrichting worden georiënteerd.
Op die wijze wordt de overheersende vezelrichting zodanig gekozen dat deze na samenstelling van het meubel, hoofdzakelijk dwars op de te verwachten belastingsrichting zal komen te liggen.
De samenstellende delen worden aldus met het oog op de te verwachten plaatselijke belasting gepast geassembleerd, en eventueel onderling verbonden.
De onderlinge verbinding van de kokosmatten of vormstukken kan volgens een praktische uitvoeringsvariante worden bewerkstelligd door gebruik te maken van latex als bindmiddel, of een ander chemisch bindmiddel, of door het gebruik van mechanische verankerings- en verbindingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld, spijkers, schroeven en degelijke.
De uiteindelijke vormgeving van het meubel kan hierbij op zeer eenvoudig manier plaats vinden door het geheel desgevallend mechanisch verder te bewerken, waarbij geen hinder wordt ondervonden of beperkingen worden opgelegd dankzij de afwezigheid van een afzonderlijke draagstructuur, bijvoorbeeld uit metaal, hard hout of composietmateriaal, zoals dat bij meubelen volgens de stand der techniek dikwijls het geval is.
Zulke nabewerkingen kunnen worden voltrokken met behulp van klassieke hout bewerkingsmachines en door toepassing van hout bewerkingstechnieken.
Het meubel kan tenslotte bijkomend worden afgewerkt door het in gewenste zones te voorzien van een zachte schuimrubberlaag, ook comfortlaag genoemd, bijvoorbeeld uit latex schuim, en desgevallend vervolgens met een beschermende en decoratieve hoes, bijvoorbeeld uit bedrukt katoen of kunststofweefsel.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van meubelen of draagstructuren voor meubelen bekomen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 schematisch en in perspectief een draagstructuur voor een zitblok weergeeft, bekomen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 2 schematisch en in perspectief een draagstructuur voor een variant op het zitblok uit figuur 1 weergeeft; figuur 3 schematisch en in perspectief een voorkeurdragende ruimtelijke opstelling weergeeft van een reeks zitblokken uit figuur 2; figuur 4 schematisch en in perspectief een draagstructuur weergeeft voor een zitmeubel, bekomen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 5 schematisch en in perspectief een voorkeurdragende ruimtelijke opstelling weergeeft van de zitmeubelen uit figuur 4; figuur 6 schematisch en in perspectief de draagstructuur weergeeft van een clubzetel, bekomen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding; figuur 7 schematisch en in perspectief een voorkeurdragende ruimtelijke opstelling weergeeft van meerdere clubzetels uit figuur 6.
In figuur 1 is schematisch en in perspectief een draagstructuur 1 voor een zitblok 2 weergegeven, bekomen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.
Het zitblok 2, weergegeven in voorkeurdragende gebruikspositie, vertoont een bovenaan gelegen horizontale zit 3, een voorkant 4 en een achterkant 5 die onderling verwisselbaar zijn, en twee zijkanten 6 en 7.
Het zitblok 2 is hier opgebouwd uit acht kokosmatten 8.
Deze kokosmatten 8 zijn voorzien van een bovenvlak en een ondervlak en de vezels vertonen dominerende vezelrichtingen hoofdzakelijk parallel aan het boven- en ondervlak.
Zes kokosmatten 8 zijn met hun boven- en ondervlakken tegen elkaar samengebouwd, en aan weerzijden van het aldus gevormde volume is een dwars daarop gerichte kokosmat 8 aangebracht.
De zit 3 wordt met andere woorden gevormd door de kopse kanten van aaneensluitende kokosmatten 8.
Uitgaande van het ontwerp van de beoogde vormgeving van het meubel, in dit geval een hoofdzakelijk kubusvormig of balkvormig zitblok 2, omvat de - werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur 1 de volgende stappen: -het identificeren van zones in het zitblok 2 met bijhorende gewenste mechanische eigenschappen voor het beoogde meubel, zoals hier bijvoorbeeld, enerzijds, de gewenste rigiditeit ten aanzien van de verwachte hoofdzakelijk verticale belasting op de zit 3, i.e. volgens de richting aangegeven door pijl Fl en, anderzijds, de gewenste weerstand tegen buigmomenten ten gevolge van dynamische en/of statische belastingen voorwaarts of zijwaarts ter hoogte van de zit.
-het opbouwen van het meubel of de draagstructuur 1 van het meubel uit hoofdzakelijk kokosvezels, hier uitgaande van kokosmatten 8 vervaardigd zoals eerder besproken, waarbij de kokosvezels in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen, volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.
Een en ander wordt hier bewerkstelligd door de verticale samenbouw van de kokosmatten 8.
De twee kokosmatten 8 welke het volume gevormd door de zes centrale kokosmatten 8 aan weerszijden aan hun kopse kanten afschermen zorgen door de extra stijfheid geboden door de buitenlagen van de kokosmatten 8 bijkomend voor weerstand tegen buigmomenten ten gevolge van dynamische en/of statische belastingen zijwaarts ter hoogte van de zit 3.
De kokosmatten 8 zijn hier onderling verbonden door een verlijming met behulp van latex.
De draagstructuur 1 van het zitblok 2 kan bijkomend voorzien worden van comfortlagen en/of een overtrek, welke niet zijn weergegeven in figuur 1.
In figuur 2 is schematisch en in perspectief een variante draagstructuur 9 voor een zitmeubel weergegeven, meer in het bijzonder met hoofdzakelijk L-vormige samenbouw.
Deze draagstructuur 9 kan aanzien worden als een samenbouw van, enerzijds, een kubusvormig element 10 zoals besproken en weergegeven in figuur 1 met, anderzijds, een balkvormig element 11 dat een verlengde variante is voorzien van elf centrale kokosmatten 8 in plaats van de zes centrale kokosmatten van het voornoemde kubusvormig element 10.
Merk echter op dat in deze bijzondere uitvoeringsvorm de in de figuur achteraan gelegen kokosmat 8, welke de kopse kanten van de zes centrale kokosmatten 8 van het kubusvormig element 10 afschermt, zich verder uitstrekt tot aan de andere zijwand van het balkvormig element 11.
De te verwachten belasting op de zit 3 is hier tevens hoofdzakelijk verticaal is georiënteerd, volgens de richting aangegeven door pijl Fl.
De kokosmatten 8 en de elementen 10 en 11 zijn hier onderling verbonden door een verlijming met behulp van latex.
In figuur 3 wordt op schematische wijze een mogelijke samenbouw van zulke L-vormige zitmeubels volgens figuur 2 weergegeven.
In figuur 4 wordt schematisch en in perspectief een variante draagstructuur van een zitmeubel 12 weergegeven, vervaardigd door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.
Dit zitmeubel 12 is voorzien van een zit 3 en een rugleuning 13 die hier is opgebouwd uit een achteraan gelegen rugdeel 14, een centraal gelegen kern 15 en een naar de gebruiker gericht steunstuk 16.
Het zitmeubel 12 is weergegeven in voorkeurdragende gebruikspositie.
De zit 3 is hier opgebouwd uit, enerzijds, zeven verticaal gepositioneerde en aldus verlijmde kokosmatten 8 waarvan de boven- en ondervlakken van de voorzijde naar de achterzijde van het zitmeubel 12 zijn gericht en aan weerszijden daarvan een eerste been van een L-vormige zijwand 17 en, anderzijds, een vooraan gelegen kokosmat 18 dwars op de kopse kanten van de voornoemde kokosmatten 8 en de zijwanden 17.
De vezels vertonen dominerende vezelrichtingen hoofdzakelijk parallel aan de boven- en ondervlakken van de kokosmatten 8.
De zit 3 wordt met andere woorden gevormd door de kopse kanten van aaneensluitende kokosmatten 8.
De kern 15 van de rugleuning 13 is hier opgebouwd uit zeven verticaal gepositioneerde en aldus verlijmde kokosmatten 8 waarvan de boven- en ondervlakken van de voorzijde parallel aan de zijwanden van het zitmeubel 12 zijn georiënteerd. Deze kokosmatten 8 zijn aan weerszijden omgeven door het tweede been van de voornoemde L-vormige zijwanden 17.
Het is duidelijk dat ook de L-vormige zijwanden 17 uit twee kokosmatten 8 kunnen worden samengesteld, of dat de tussengelegen kokosmatten 8 van de zit 3 en van de kern 15 L-vormig en uit integrale stukken kunnen bestaan.
Aan de achterzijde is de kern 15 voorzien van een rugdeel 14 dat hier bestaat uit een dwars op voornoemde kokosmatten 8 georiënteerde kokosmat 8, en aan de voorzijde is de kern 15 voorzien van een steunstuk 16 dat hier bestaat uit vormstuk vervaardigd uit kokosvezels volgens de beschreven werkwij ze.
De vezels vertonen dominerende vezelrichtingen hoofdzakelijk parallel aan de boven- en ondervlakken van de kokosmatten 8 en van het vormstuk.
Uitgaande van het ontwerp van de beoogde en in figuur 4 weergegeven vormgeving van het meubel, omvat de werkwijze voor het vervaardigen van zulke draagstructuur voor een zitmeubel 12 de volgende stappen: -het identificeren van zones van het zitmeubel 12 met bijhorende gewenste mechanische eigenschappen voor het beoogde meubel, zoals hier bijvoorbeeld, enerzijds, de gewenste rigiditeit ten aanzien van de verwachte hoofdzakelijk verticale belasting op de zit 3, i.e. volgens de richting aangegeven door pijl F1 en, anderzijds, de gewenste rigiditeit ten aanzien van de verwachte hoofdzakelijk horizontale belasting op de rugleuning 13, i.e. volgens de richting aangegeven door pijl F2 en tegelijkertijd de gewenste lokale zachtheid ter plaatse van het onmiddellijke contactvlak van de rug van de gebruiker met de rugleuning 13.
-het opbouwen van het meubel of de draagstructuur van het meubel uit hoofdzakelijk kokosvezels, hier uitgaande van kokosmatten 8 en een vormstuk vervaardigd zoals eerder besproken, waarbij de kokosvezels in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen, volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.
Een en ander wordt hier bewerkstelligd door de verticale oriëntatie van de kokosmatten 8 ter plaatse van de zit 3 en in de kern 15 van de rugleuning 13 zoals weergegeven, enerzijds, en de specifieke dwarse oriëntatie van het steunstuk 16 waarbij de kokosvezels hoofdzakelijk dwars op de belastingsrichting F2 zijn gericht.
De hoofdoriëntatie van de kokosvezels in het rugdeel 14 en in de vooraan de zit 3 aangebrachte kokosmat 8 zijn eveneens dwars gericht op de verwachte belastingsrichting aldaar, een en ander zodanig dat deze oppervlakken zacht of flexibel aanvoelen.
Zulk comfortgevoel kan bijkomend bewerkstelligd worden door een zachte comfortlaag bijvoorbeeld bestaande uit latex schuimrubber te voorzien.
Het aaneensluiten van de samenstellende elementen kan zoals hoger besproken, op de meest aangewezen wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door chemisch verlijmen van de respectievelijke elementen en/of door deze wederzijds te verankeren met aangepaste mechanische bevestigingmiddelen.
In figuur 5 wordt schematisch en in perspectief een voorkeurdragende ruimtelijke opstelling 19 weergegeven van een aantal zitmeubelen 12 zoals weergegeven in figuur 4.
In figuur 6 wordt schematisch en in perspectief de draagstructuur weergegeven van een clubzetel 20 volgens de uitvinding, vervaardigd door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.
De clubzetel 20 bestaat uit dezelfde structurele elementen als het zitmeubel 12 besproken en afgebeeld in figuur 4, echter aangevuld door twee armleuningen 21 links en rechts, en door een sokkel 22.
De sokkel 22 is opgebouwd uit verticaal georiënteerde kokosmatten 8, en biedt derhalve een rigide basis voor het meubel ten opzichte van belastingen volgens de richting aangegeven door de pijl Fl.
Elke armleuning 21 is hier opgebouwd uit een aan de buitenzijde gelegen wanddeel 23, een aan de binnenzijde gelegen wanddeel 24 en een centraal gelegen kernlaag 25.
De toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bij het vervaardigen van zulke clubzetel, in vergelijking met het vervaardigen van een zitmeubel 12 volgens figuur 4, aangevuld met de volgende stappen: -het identificeren van de gewenste mechanische eigenschappen voor de armleuningen 21 en voor de sokkel 22, zijnde, zoals hier bijvoorbeeld, enerzijds, de gewenste rigiditeit van de armleuningen 21 ten aanzien van de verwachte hoofdzakelijk horizontale belasting op de armleuningen 21, i.e. volgens de richting aangegeven door pijl F3 en tegelijkertijd de gewenste lokale zachtheid ter plaatse van het onmiddellijke contactvlak van de gebruiker met de armleuningen 21 aan beide zijden ervan en, anderzijds, de gewenste rigiditeit en stabiliteit van de sokkel 22 ten aanzien van de verwachte hoofdzakelijk verticale belasting en de gewenste 13, i.e. volgens de richting aangegeven door pijl Fl.
-het opbouwen van deze delen van het meubel of de draagstructuur van het meubel uit hoofdzakelijk kokosvezels, hier uitgaande van kokosmatten 8 vervaardigd zoals eerder besproken, waarbij de kokosvezels in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen, volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.
Een en ander wordt hier bewerkstelligd door oriëntatie en de samenbouw van de kokosmatten 8 zoals besproken en in figuur 6 weergegeven.
In figuur 7 wordt schematisch en in perspectief een voorkeurdragende ruimtelijke optelling 26 weergegeven van een aantal clubzetels 20 zoals besproken en weergegeven in figuur 6.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven werkwijzen, waarvan de daaruit resulterende draagstructuren voor een meubel of meubels in de figuren zijn weergegeven, doch een werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel volgens de uitvinding kan in allerlei wijzen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel op basis van kokosvezels, daardoor gekenmerkt dat, uitgaande van het ontwerp van het meubel dat dient te worden vervaardigd, de werkwijze minstens de volgende stappen omvat: -het identificeren van zones in het meubelontwerp met bijhorende gewenste mechanische eigenschappen voor het beoogde meubel, zoals bijvoorbeeld hardheid en/of rigiditeit ten aanzien van verwachte belastingen op de betreffende zones; . -het opbouwen van het meubel of de draagstructuur van het meubel uit hoofdzakelijk kokosvezels, waarbij de kokosvezels, in functie van de voornoemde gewenste mechanische eigenschappen volgens gepaste dominerende vezelrichtingen worden georiënteerd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat, in zones waar minstens één van de gewenste mechanische eigenschappen overeenstemt met hoge rigiditeit of stijfheid ten aanzien van een verwachte belasting, de gepaste dominerende vezelrichtingen van de kokosvezels zodanig zijn dat de kokosvezels hoofdzakelijk parallel aan of in een vlak parallel aan de verwachte belastingsrichting zijn gelegen.
3. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 1 tot 2, daardoor gekenmerkt dat, in zones waar één van de gewenste mechanische eigenschappen overeenstemt met lage rigiditeit of hoge flexibiliteit ten aanzien van een verwachte belasting, de gepaste dominerende vezelrichtingen van de kokosvezels hoofdzakelijk gelegen zijn in een vlak dwars op de verwachte belastingsrichting.
4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze minstens de volgende stappen omvat: het voorzien van kokosmatten met bovenvlak en ondervlak, waarin de dominerende vezelrichtingen van de kokosvezels zodanig zijn dat de kokosvezels hoofdzakelijk parallel aan het bovenvlak en/of het ondervlak zijn gelegen; het samenbouwen van zulke kokosmatten en/of delen ervan, waarbij de gepaste dominerende vezelrichtingen bewerkstelligd worden door de gepaste samenbouw van deze kokosmatten en/of delen ervan.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat ze minstens de volgende stappen omvat: het voorzien van vormstukken opgebouwd uit vezels georiënteerd volgens dominerende vezelrichtingen; - het samenbouwen van zulke vormstukken met de kokosmatten en/of delen ervan, waarbij de gepaste dominerende vezelrichtingen bewerkstelligd worden door de gepaste samenbouw van deze kokosmatten en/of delen ervan.
6. Werkwijze volgens één van de conclusies 4 tot 5, daardoor gekenmerkt dat bij het samenbouwen van de kokosmatten, vormstukken en/of delen ervan, tenminste een deel van de samenstellende delen onderling wordt verbonden door middel van een chemische verbinding, bijvoorbeeld door gebruik te maken van latex die vervolgens in rubber wordt omgezet.
7. Werkwijze volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat bij het samenbouwen van de kokosmatten, vormstukken en/of delen ervan, tenminste een deel van de samenstellende delen onderling wordt verbonden door middel van mechanische verankeringsmiddelen, bijvoorbeeld door schroeven, spijkers, of dergelijke.
8. Werkwijze volgens één of meerdere van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het meubel of de draagstructuur voor een meubel afgewerkt wordt door er een latexschuim en/of een overtrek op aan te brengen.
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een kokosmat of vormstuk zoals voorzien in één van de conclusies 4 tot 8, daardoor gekenmerkt dat, uitgaande van een hoeveelheid losse kokosvezels, de werkwijze minstens de volgende stappen omvat: -het verdichten en/of vormen tot een gewenste densiteit, hardheid en/of vorm van de kokosvezels, in één of meerdere stappen volgens één of meer compressierichtingen, waarbij de kokosvezels volgens een dominerende vezelrichting hoofdzakelijk dwars op de één of meer lokaal ervaren compressierichtingen worden georiënteerd; - het besproeien of besprenkelen van de kokosvezels met natuurlatex waarin vernettingsmiddelen zijn voorzien; - het drogen van besproeide of besprenkelde kokosvezels waarbij de kokosvezels in elastisch verband ten opzichte van elkaar worden gefixeerd en waarbij minstens een deel van de vezels onderling wordt gehecht door omzetting van de gedroogde latex in onoplosbare rubber;
10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het verdichten of vormen van de kokosvezels wordt bewerkstelligd door persen, calanderen, trekken, calibreren.
BE2009/0490A 2009-08-12 2009-08-12 Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel. BE1018857A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0490A BE1018857A3 (nl) 2009-08-12 2009-08-12 Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.
EP10447017A EP2283747A3 (en) 2009-08-12 2010-08-11 Method for manufacturing a furniture or a support structure for a furniture

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0490A BE1018857A3 (nl) 2009-08-12 2009-08-12 Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.
BE200900490 2009-08-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018857A3 true BE1018857A3 (nl) 2011-10-04

Family

ID=41819263

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0490A BE1018857A3 (nl) 2009-08-12 2009-08-12 Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2283747A3 (nl)
BE (1) BE1018857A3 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19858756A1 (de) * 1997-12-25 1999-07-08 Matsushita Electric Works Ltd Faserplatte und Verfahren zu ihrer Herstellung
EP1250904A2 (de) * 2001-04-19 2002-10-23 Heinz Diehl Muldenförmiger Pflege- und Therapiestuhl
US20080220254A1 (en) * 2007-03-07 2008-09-11 Chung-Li Shieh Decorative Woven Fibrous Furniture

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1938007A1 (de) 1969-07-26 1971-01-28 Albert Gittel Halbfabrikate Fu Verfahren zur Herstellung von Faserplatten
CN2922640Y (zh) 2006-05-22 2007-07-18 吴世庚 夹层环保棕垫

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19858756A1 (de) * 1997-12-25 1999-07-08 Matsushita Electric Works Ltd Faserplatte und Verfahren zu ihrer Herstellung
EP1250904A2 (de) * 2001-04-19 2002-10-23 Heinz Diehl Muldenförmiger Pflege- und Therapiestuhl
US20080220254A1 (en) * 2007-03-07 2008-09-11 Chung-Li Shieh Decorative Woven Fibrous Furniture

Also Published As

Publication number Publication date
EP2283747A3 (en) 2013-03-13
EP2283747A2 (en) 2011-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7267408B2 (en) Article of rattan furniture having a seat support cushion
US2764228A (en) Body-supporting furniture and method of making the same
US3222697A (en) Profiled polyurethane foam articles of manufacture
US20180125258A1 (en) Mattresses having a matrix core of foam elements
US20030186044A1 (en) Cushioning made of flexible melamine foam and applications thereof
TWI694793B (zh) 軟墊沙發、軟墊沙發扶手以及組裝軟墊沙發之方法
US3111689A (en) Padding shell chairs
US3759571A (en) Seat construction
US9820579B2 (en) Seating sofa with laminated readily reboundable cooling-effect seating cushions
US20050099052A1 (en) Stackable chair with modular slide-on seat back
BE1018857A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een meubel of een draagstructuur voor een meubel.
RU54497U1 (ru) Мягкая основа элемента мебели
US20220330710A1 (en) Upholstered comfort member
RU2697172C2 (ru) Конструктивный элемент мебели для сидения и лежания и способ его изготовления
GB2539267A (en) Convertible seating arrangement
KR200464583Y1 (ko) 쿠션을 가진 가구 구조
US3526912A (en) Upholstering stuffing member
US4989916A (en) Upholstered article of furniture
US20040026970A1 (en) Upholstered furniture inserts
US3797885A (en) Seat type article of furniture and method of manufacturing
JP2004195209A (ja) ベッド
CN213786433U (zh) 一种双层承托透气床垫
CN116249465A (zh) 一件家具的制造方法
JP2653309B2 (ja) 異硬度羽毛弾性体
NL2013707B1 (en) Viscoelastic foam product with inserts.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130831