BE1018777A3 - Schroefloze krukrozet. - Google Patents

Schroefloze krukrozet. Download PDF

Info

Publication number
BE1018777A3
BE1018777A3 BE2009/0361A BE200900361A BE1018777A3 BE 1018777 A3 BE1018777 A3 BE 1018777A3 BE 2009/0361 A BE2009/0361 A BE 2009/0361A BE 200900361 A BE200900361 A BE 200900361A BE 1018777 A3 BE1018777 A3 BE 1018777A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
clamping part
rosette
clamping
door handle
door
Prior art date
Application number
BE2009/0361A
Other languages
English (en)
Inventor
Rayes Lemmens
Original Assignee
Rayes Lemmens
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rayes Lemmens filed Critical Rayes Lemmens
Priority to BE2009/0361A priority Critical patent/BE1018777A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1018777A3 publication Critical patent/BE1018777A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B15/00Other details of locks; Parts for engagement by bolts of fastening devices
    • E05B15/02Striking-plates; Keepers; Bolt staples; Escutcheons
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05BLOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
    • E05B63/00Locks or fastenings with special structural characteristics
    • E05B63/08Mortise locks
    • E05B63/10Mortise locks requiring only two cylindrical holes in the wing

Abstract

Set voor het monteren van een krukrozet 12op een deur 1 met deurkrukopening 2, waarbij de set bevat : * een onderrozet * een krukrozet 12 dat bevestigingsmiddelen bevat voorzien om genoemde krukroze 12 te bevestigen op genoemde onderrozet, en waarbij de onderrozet volgende elementen bevat : * een klemelement 4 bevattende een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel 6 dat radiaal uitzetbaar is en geschikt is om in de deurkrukopening 2 te plaatsen; ee, spanelement 9 bevattende een in hoofdzaak cilindrisch spandeel 11 dat voorzien is om in genoemde klemdeel 6 radicaal uitzet.

Description

Schroefloze krukrozet
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het monteren van een krukrozet op een deur met een deurkrukopening, waarbij de werkwijze bevat: • het plaatsen van een onderrozet; • het bevestigen van genoemde krukrozet op genoemde onderrozet.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een set voor het monteren van een krukrozet op een deur met deurkrukopening, waarbij de set bevat: • een onderrozet; • een krukrozet dat bevestigingsmiddelen bevat voorzien om te bevestigen op genoemde onderrozet.
Zulk een set voor het monteren van een krukrozet op een deur, is in de handel verkrijgbaar en deze set wordt gemonteerd volgens genoemde werkwijze voor het monteren van een krukrozet op een deur. Het betreft in het bijzonder krukrozetten waarbij, in gemonteerde toestand, geen schroeven zichtbaar zijn. Hierbij wordt de keuze voor een opstelling met twee rozetten, een onderrozet en een krukrozet, voornamelijk bepaald door esthetische redenen. De onderrozet wordt typisch aan de deur bevestigd door middel van schroeven. De onderrozet, met de schroeven, wordt dan door de krukrozet afgedekt, waardoor de schroeven niet meer zichtbaar zijn. Hierdoor ontstaat een stevige verbinding van de krukrozet met de deur zonder dat hierbij de schroeven zichtbaar zijn.
De bekende werkwijze en set hebben echter enkele nadelen. In elke woning bevinden zich deuren, die nagenoeg allemaal ten minste één krukrozet, en meestal twee krukrozetten bevatten. Een ervaren klusjesman zal geen problemen ondervinden bij het monteren van een bekende krukrozet. Echter niet in elke woning woont een ervaren klusjesman, integendeel. In het bijzonder het monteren van de onderrozet vereist een zekere vaardigheid. Namelijk de onderrozet moet correct gepositioneerd worden ten opzichte van de deurkrukopening en op deze positie moet aangehouden worden tijdens het bevestigen. Het bevestigen vereist het in zijn positie brengen en houden van de schroef terwijl een schroevendraaier gehanteerd wordt om de schroef vast te draaien. Deze veelheid aan handelingen die tegelijk moeten uitgevoerd worden om zulk een onderrozet correct te plaatsen, vragen een zekere handigheid en ervaring die niet iedereen bezit. Daarenboven is het indraaien van schroeven in een deur destructief en onomkeerbaar ten minste voor wat betreft het schroefgat dat gemaakt wordt in de deur. De veelheid aan handelingen die tegelijk moeten uitgevoerd worden, en het destructieve karakter van de bevestiging, zijn een belemmering voor velen om zulk een krukrozet te plaatsen.
Het is een doel van de uitvinding om een werkwijze en een set voor het monteren van een krukrozet op een deur te voorzien, die een meer eenvoudige montage toelaat.
Hiertoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat genoemd plaatsen van genoemde onderrozet volgende opeenvolgende stappen bevat: • het plaatsen van een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel, dat ten minste gedeeltelijk een klemelement vormt, in de deurkrukopening; • het radiaal uitzetten van genoemd klemdeel zodanig dat dit zich vastklemt in genoemde deurkrukopening door het indrijven van een in hoofdzaak cilindrisch spandeel, dat ten minste gedeeltelijk een spanelement vormt, in genoemd klemdeel, genoemd klemelement en genoemd spanelement vormen samen genoemde onderrozet.
Om genoemd doel te bereiken heeft de set volgens de uitvinding het kenmerk dat de onderrozet volgende elementen bevat: • een klemelement bevattende een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel dat radiaal uitzetbaar is en geschikt is om in de deurkrukopening te plaatsen; • een spanelement bevattende een in hoofdzaak cilindrisch spandeel dat voorzien is om in genoemd klemdeel te drijven zodanig dat genoemd klemdeel radiaal uitzet.
Volgens de uitvinding wordt een onderrozet, in tegenstelling tot de onderrozet volgens de stand van de techniek, niet noodzakelijkerwijze vastgezet door vastschroeven op de deur, maar wel door een klemming in de deurkrukopening. Om zulk een klemming mogelijk te maken bevat de onderrozet volgens de uitvinding twee elementen. Een eerste element, het klemelement kan zonder veel weerstand in de deurkrukopening geplaatst worden. Doordat dit plaatsen van het klemelement in de deurkrukopening zonder veel weerstand gebeurt, zal de deurkrukopening niet beschadigd worden. Na het plaatsen van het klemelement in de deurkrukopening, zal een tweede element, het spanelement, in dit klemelement ingedreven wordt. Door het indrijven van het spanelement in het klemelement, wat een zekere kracht vraagt, zet het klemelement radiaal uit. Hierdoor klemt het geheel van spanelement en klemelement zich vast in de deurkrukopening.
Om zulk een onderrozet te monteren, moet slechts één onderdeel tegelijkertijd gehanteerd worden. Eerst zal het klemelement in de deurkrukopening geplaatst worden. Daarna zal het spanelement in dit geplaatste klemelement ingedreven worden. Een dergelijke montage vereist daarom beduidend minder vaardigheden dan een montage van een krukrozet volgens de stand van de techniek, zoals hierboven beschreven. Omdat de bevestiging gerealiseerd wordt door klemming, is een schroefverbinding niet essentieel. Dit is een voordeel omdat de deur dan niet wordt beschadigd bij montage en/of foute montage door het indraaien van de schroeven in de deur. Namelijk er wordt enkel gebruik gemaakt van de bestaande deurkrukopening en er zijn geen extra gaten nodig. Dit alles verlaagt de drempel voor een niet ervaren klusjesman om een montage van een dergelijke krukrozet toch eigenhandig uit te voeren. Een bijkomend voordeel van de set en werkwijze volgens de uitvinding is dat niet noodzakelijkerwijze gereedschap, in het bijzonder een schroevendraaier, nodig is om de krukrozet te monteren. Iemand die geen schroevendraaier heeft, zal daarom eveneens in de mogelijkheid zijn om de krukrozet volgens de uitvinding te monteren. Het indrijven van het spanelement in het klemelement kan namelijk met de hand geschieden.
Bij voorkeur bevat de set volgens de uitvinding verder ten minste één in hoofdzaak cilindrische opvulring, die voorzien is om tussen genoemd klemdeel en genoemde deurkrukopening te plaatsen. Niet alle deurkrukopeningen hebben eenzelfde diameter. Een klemelement en spanelement hebben afmetingen zodanig dat ze optimaal kunnen klemmen op een deurkrukopening met één voorafbepaalde diameter. Om het klemelement en spanelement te laten klemmen op een deurkrukopening met een grotere diameter dan genoemde voorafbepaalde diameter, kan een opvulring gebruikt worden. De opvulring wordt dan geplaatst tussen het klemelement en de deurkrukopening. Door één of meerdere opvullingen mee te leveren bij de set volgens de uitvinding, is zulk een set bruikbaar voor het bevestigen van een krukrozet op deurkrukopeningen van verschillende diameters ondanks dat maar één klemelement en één spanelement meegeleverd worden.
Bij voorkeur bevatten genoemd klemelement en/of spanelement een kraag. De kraag van genoemd klemelement is voorzien zodat na plaatsing van genoemd klemdeel in de deurkrukopening de kraag van genoemd klemelement tegen het deuroppervlak ligt. De kraag van genoemd spanelement is voorzien zodat bij het indrijven van genoemd spandeel in genoemd klemdeel de kraag van genoemd spanelement tegen het deuroppervlak en/of het klemelement komt te liggen. Een kraag op het spanelement en/of klemelement vergemakkelijkt het monteren van een krukrozet. Namelijk het legt de finale positie van spanelement en/of klemelement, bij het plaatsen, éénduidig vast. Een klemelement met een kraag kan maar op één manier en in één finale positie op de deurkrukopening geplaatst zijn, namelijk met het klemdeel in de opening en de kraag tegen de deur liggend. Zo ook kan een spanelement met een kraag maar op één manier en in één finale positie op de deurkrukopening gemonteerd zijn, namelijk met het spandeel in het klemdeel en met de kraag tegen het klemelement en/of de deur.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat: figuur 1 een deur met deurkrukopening zien; figuur 2 een geplaatst klemelement zien; figuur 3 een ingedreven spanelement zien; figuur 4 een doorsnede van een krukrozet in gemonteerde toestand zien; figuur 5a en 5b een deurkruk zien in een eerste, losse positie; en figuur 6a en 6b een deurkruk zien in een tweede, vaste positie.
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
Figuur 1 toont een deur 1 die uitgevoerd is zodat een bedieningsmechanisme kan gemonteerd worden. De deur 1 heeft hiertoe een opening 2 die mogelijk maakt dat, zoals weergegeven in verdere figuren, op de deur 1 een deurkruk 16 en een krukrozet 12 kunnen bevestigd worden. De deur 1 bevat verder een sleuf 3 die voorzien is in de zijkant, waar bijvoorbeeld een inbouwslot in gemonteerd kan worden. De opening 2 bevindt zich bij voorkeur ter hoogte van de sleuf 3 en geeft bij voorkeur toegang tot deze sleuf 3 zodat een samenwerken van de deurkruk 16 en het inbouwslot mogelijk is. Echter een krukrozet 12 volgens de uitvinding kan eveneens gemonteerd worden op een opening 2 in een deur 1 zonder dat deze opening 2 in verbinding staat met een sleuf 3. De uitvinding is daarom niet beperkt tot krukrozetten bij deurkrukken die verbonden zijn met een slot. Een krukrozet 12 volgens de uitvinding kan eveneens aangebracht worden bij deurknoppen en deurkrukken die niet met een slotmechanisme verbonden zijn.
Om duidelijkheidsredenen moet opgemerkt worden dat het woord krukrozet 12 gebruikt wordt ter aanduiding van alle middelen die voorzien zijn om, zowel om functionele redenen of als om esthetische redenen, tussen een deurkruk 16 of deurknop en de deur 1 zelf gemonteerd te worden. Zo vallen onder meer krukschild, krukplaat, sierplaat en rozet ook onder de bewoording krukrozet 12. Eveneens valt een rozet of sierplaat die op de sleutelopening (niet weergegeven) gemonteerd wordt, of op de combinatie van krukasopening 2 en sleutelopening gemonteerd wordt, onder de bewoording krukrozet 12, aangezien deze ook volgens de uitvinding uitgevoerd en gemonteerd kunnen worden. Het woord krukrozet dient dus volgens de uitvinding niet enkel geïnterpreteerd te worden als een krukrozet als dusdanig.
Een set voor het monteren van een krukrozet 12 volgens de uitvinding bevat een aantal elementen, die verder zullen uitgelegd worden aan de hand van de figuren 2 tot en met 4. Figuur 2 toont een klemelement 4 dat een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel 6 en een klemelementkraag 5 bevat waarbij het klemdeel 6 radiaal kan uitzetten. Het klemdeel 6 heeft een buitendiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de diameter van de deurkrukopening 2. Bij voorkeur is de buitendiameter van het klemdeel 6, in een radiaal niet uitgezette toestand, ten minste 0,1mm kleiner dan de diameter van de deurkrukopening 2, zodat vlotte plaatsing zonder substantiële indrijfkracht mogelijk is. Bij voorkeur is de buitendiameter van het klemdeel 6, in een radiaal niet uitgezette toestand, maximaal 2 mm kleiner dan de diameter van de deurkrukopening 2, zodat klemming door radiale uitzetting mogelijk blijft. Bij voorkeur bevat het cilindrisch klemdeel 6 een lengte, gemeten in de asrichting ervan, van ten minste 2mm, meer bij voorkeur ten minste 4 mm, meest bij voorkeur ten minste 5 mm.
Bij voorkeur is de kraag 5 van het klemelement 4 voorzien van schroefdoorlaatopeningen 7. Deze schroefdoorlaatopeningen 7 zullen bij voorkeur niet gebruikt worden bij een montage volgens de uitvinding. Echter als klemming in de deurkrukopening 2 door het radiaal uitzetten van het klemdeel 6 moeilijk is, doordat bijvoorbeeld de deurkrukopening 2 beschadigd is, kan het klemelement 4 nog steeds vastgezet worden door schroeven, om een verdere montage van de krukrozet 12 toe te laten.
Het in hoofdzaak cilindrisch klemdeel 6 is volgens de uitvinding radiaal uitzetbaar, wat door verschillende technische middelen verkregen kan worden. Bijvoorbeeld kan het cilindrisch klemdeel 6 van een materiaal vervaardigd zijn dat een zekere flexibiliteit bevat waardoor de buitendiameter kan vergroten door het uitrekken van het materiaal. In figuur 2 is een klemdeel 6 te zien dat radiaal beweegbare elementen bevat die uitgevoerd zijn als scharnierende middelen 8. Deze scharnierende middelen 8 zijn ingewerkt in de wand van het cilindrisch klemdeel 6 en vormen een deel van deze wand. De scharnierende middelen 8 hebben een dikte, gemeten in radiale richting, die groter is dan de wanddikte van het cilindrisch deel. Hierbij moet opgemerkt worden dat de scharnierende middelen 8 niet noodzakelijk een constante dikte moeten hebben. De scharnierende middelen 8 zoals weergegeven in figuur 2 zijn wigvormig, en hebben geen constante dikte over hun volledige oppervlakte gemeten in radiale richting. De scharnierende middelen 8 nemen toe in dikte in een richting vanaf de kraag 5 over het cilindrisch deel. De scharnierende middelen 8 zijn verbonden met de cilindrische wand ter hoogte van de kraag 5, dus daar waar de scharnierende middelen 8 de kleinste dikte hebben.
Doordat de scharnierende middelen 8 een dikte hebben die groter is dan de wanddikte van het cilindrisch deel, en radiaal beweegbaar zijn, door scharnierend verbonden te zijn met deze wand, kunnen de scharnierende middelen 8 zo gepositioneerd worden dat ze, enkel het buitenoppervlak van het cilindrische deel beschouwende, verzonken liggen in dit cilindrisch deel. In zulk een positie, die beschouwd wordt als binnenste uiterste positie, zullen de scharnierende middelen 8 naar de binnenzijde van het cilindrisch deel uitsteken, waardoor de binnendiameter van het cilindrisch deel bepaald wordt door de scharnierende middelen 8, en kleiner is dan de binnendiameter van het cilindrisch klemdeel 6. De scharnierende middelen 8 kunnen eveneens in een buitenste uiterste positie gepositioneerd zijn, waarin de scharnierende middelen 8, het binnenoppervlak van het cilindrisch deel beschouwende, verzonken liggen in dit binnenoppervlak. Echter in zulk een buitenste uiterste positie zullen de scharnierende middelen 8 naar de buitenzijde van het cilindrisch deel radiaal uitsteken zodat de buitendiameter niet meer bepaald wordt enkel door het cilindrisch deel, maar ten minste gedeeltelijk ook door de scharnierende middelen 8. Hierdoor kan genoemd klemdeel 6 beschouwd worden als radiaal uitzetbaar, door toepassing van de scharnierende middelen 8 in het cilindrisch oppervlak.
De scharnierende middelen 8 met een dikte die groter is dan de wanddikte, dient volgens de uitvinding geïnterpreteerd te worden als ten minste een gedeelte van de scharnierende middelen 8 moeten dikker zijn dan de cilindrische wanddikte. Namelijk de scharnierende middelen 8 zullen, zoals hierboven uitgelegd, het klemdeel 6 radiaal uitzetbaar maken indien slechts een gedeelte van dit scharnierende middel een dikte heeft in radiale richting gemeten, die groter is dan de wanddikte van het cilindrisch klemdeel 6.
Het zal duidelijk zijn dat variaties op de hierboven beschreven uitvoeringsvorm mogelijk zijn. Zo kunnen een verschillend aantal van zulke elementen in- of aangewerkt worden aan het klemelement 4 om laatstgenoemde radiaal uitzetbaar te maken. Daarom is de uitvinding niet beperkt tot scharnierende middelen 8 zoals voorgesteld in de figuren en zoals beschreven hierboven.
Figuur 3 laat een spanelement 9 zien volgens de uitvinding. Dit spanelement 9 bevat, net zoals het klemelement 4, een spanelementkraag 10 en een in hoofdzaak cilindrisch spandeel 11. Het spandeel 11 heeft een buitendiameter die nauw past in de binnendiameter van het klemdeel 6. Hierbij moet opgemerkt worden dat binnendiameter van het klemdeel 6 moet worden verstaan als binnendiameter van het cilindrisch wanddeel van het klemdeel 6, en dat de radiaal beweegbare elementen, voor het bepalen van de binnendiameter van het klemdeel 6, buiten beschouwing worden gelaten. Het spandeel 11 heeft een buitendiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de binnendiameter van het klemdeel 6. Bij voorkeur is de buitendiameter van het spandeel 11 ten minste 0,1 mm kleiner dan de binnendiameter van het klemdeel 6, zodat vlotte plaatsing zonder een overdreven grote indrijfkracht mogelijk is. Bij voorkeur is de buitendiameter van het spandeel 11 maximaal 2 mm kleiner dan de binnendiameter van het klemdeel 6. Bij voorkeur bevat het cilindrisch spandeel 11 een lengte, gemeten in de asrichting van de cilinder, van ten minste 2mm, meer bij voorkeur ten minste 4 mm, meest bij voorkeur ten minste 5 mm. Bij voorkeur wordt de lengte van het cilindrisch spandeel 11 gekozen zodanig dat wanneer het spandeel 11 volledig in het klemdeel 6 ingedreven is, het cilindrisch spandeel 11 zich ten minste volledig uitstrekt over het cilindrisch klemdeel 6.
De kraag 10 van het spanelement 9 is voorzien om bij montage een eenduidige finale positie van het spanelement 9 ten opzichte van de deur 1 te definiëren. Verder kan de kraag 10 hanteervoorzieningen bevatten zoals een zeshoekige omtrekvorm om door een sleutel gehanteerd te worden.
Niet elke deur 1 heeft een deurkrukopening 2 met eenzelfde diameter. Omdat de buitendiameter van het klemelement 4 hoofdzakelijk gelijk dient te zijn aan de diameter van de deurkrukopening 2, zal ten minste één van de twee diameters moeten aangepast worden om dit te bereiken. De uitvinding voorziet in een opvulring 15 om tussen de deurkrukopening 2 en het klemdeel 6 te plaatsen, zoals weergegeven in figuur 4a, waarbij de opvulring 15 de diameter van de deurkrukopening 2 kunstmatig verkleint. Figuur 4b toont een gemonteerde set volgens de uitvinding waarbij de diameter van de deurkrukopening 2 zodanig is dat geen opvulring 15 nodig is. Het voordeel van werken met een opvulring 15 is dat het klemdeel 6 en spandeel 11 in slechts één enkele afmeting moet voorzien worden en toch op verschillende deurkrukopeningen 2 monteerbaar is. Dit is voor wat betreft productiekosten een voordeel. Echter ook het feit dat meerdere opvulringen 15, met verschillende afmetingen, meegeleverd kunnen worden met een set voor het monteren van een krukrozet 12 volgens de uitvinding, maakt dat één enkele set monteerbaar is op verschillende soorten deurkrukopeningen 2. Dit is niet enkel een voordeel voor wat betreft transport en logistiek, namelijk een klant moet niet meer weten wat de diameter van de deurkrukopening 2 is alvorens een set voor het monteren van een krukrozet 12 te kunnen kopen, omdat de set, doordat ze meerdere opvulringen 15 bevat, monteerbaar is op verschillende deurkrukopeningen 2.
Een opvulring 15 volgens de uitvinding zal bij voorkeur gemaakt zijn van een vervormbaar materiaal zodanig dat de radiale uitzetting van het klemelement 4 zowel een klemming van dit klemelement 4 in de opvulring 15 alsook een klemming van de opvulring 15 in de deurkrukopening 2 kan bewerken. Hiertoe moet de opvulring 15 ten minste een gedeelte van de radiale uitzetting kunnen doorgeven en daarmee zelf radiaal uitzetten.
Een krukrozet 12 volgens de uitvinding bevat bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de krukrozet 12 op het klemelement 5 en/of spanelement 9. Bij voorkeur bevat de krukrozet 12 een rand die klikbaar is op een lip 13 van het spanelement 9. In een andere uitvoeringsvorm bevat de krukrozet 12 veermiddelen 14 (figuur 5) om de deurkrukas 17 in een voorafbepaalde positie te bewegen. Deze veermiddelen 14 oefenen een rotatiekracht uit op de deurkrukas 17. Om deze rotatiekracht te kunnen opvangen, kan de krukrozet 12 volgens de uitvinding langwerpig zijn en verbonden zijn met het klemelement 4 en/of spanelement 9 zoals hierboven beschreven alsook met een onderrozet die bij de sleutelopening gemonteerd is.
De werkwijze voor het monteren van een krukrozet 12 volgens de uitvinding gebeurt als volgt. Optioneel wordt de deurkrukopening 2 kunstmatig verkleind door het inbrengen van een opvulring 15. Deze opvulring 15 kan, in plaats van het inbrengen in de deurkrukopening 2, ook over het nog niet geplaatste klemdeel 6 geschoven worden. Dan wordt het klemdeel 6 van het klemelement 4 in de deurkrukopening 2 geplaatst zodanig dat de kraag 5 van het klemelement 4 tegen de deur 1 ligt. Optioneel kan het klemelement 4 vastgeschroefd worden op de deur gebruik makend van de schroefdoorlaatopeningen 7. Het vastschroeven van een klemelement 4 is eenvoudig omdat het klemelement 4, doordat het klemdeel 6 in de opening 2 geplaatst is, in hoofdzaak op zijn plaats blijft zitten en dus niet moet vastgehouden worden in een voorafbepaalde positie tijdens het schroeven of het aanbrengen van schroefgaten in de deur 1.
Het spanelement 9 is voorzien om gemonteerd te worden nadat het klemelement 4 in de deurkrukopening 2 geplaatst is. Het spandeel 11 is voorzien om in het klemdeel 6 van het klemelement 4 in te drijven. Het spanelement 9 zoals weergegeven in figuur 3, indrijven in een klemelement 4 zoals weergegeven in figuur 2, gebeurt door het onder kracht verschuiven of persen van het spandeel 11 in het klemdeel 6, dat in de deurkrukopening 2 geplaatst is. Echter de uitvinding is niet beperkt tot het indrijven van het spandeel 11 in het klemdeel 6 door schuiven. Indrijven door schroeven, waarbij een binnenzijde van het klemdeel 6, en een buitenzijde van het spandeel 11, van complementaire schroefdraad voorzien zijn, kan eenzelfde effect veroorzaken als door de uitvinding beoogt, en valt daarom ook binnen de bewoording indrijven.
Het effect van het indrijven van het cilindrisch spandeel 11 in het klemdeel 6 is dat hierdoor het klemdeel 6 radiaal zal uitzetten. Door het radiaal uitzetten klemt het klemdeel 6 zich vast in de deurkrukopening 2, waardoor een verbinding op basis van wrijvingsweerstand tussen klemdeel 6 en deurkrukopening 2 bekomen wordt. Het indrijven van het spandeel 11 in het klemdeel 6 vereist een zekere kracht, namelijk het spanelement 9 gaat bij het indrijven een toenemende radiale druk uitoefenen op het klemdeel 6. De indrijfkracht wordt dus ten minste gedeeltelijk omgezet wordt in een radiale uitzettingskracht van het klemdeel 6. Doordat het spanelement 9 een radiale druk uitoefent op het klemdeel 6, ontstaat eveneens een wrijvingsweerstand tussen het spandeel 11 en het klemdeel 6. Hierdoor kan ook het spandeel 11, na indrijven in klemdeel 6, als verbonden met klemdeel 6 en deurkrukopening 2 beschouwd worden.
Volgens een specifieke uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren, heeft het indrijven van het spandeel 11 in het klemdeel 6 met scharnierende middelen 8 volgende effect. Het klemelement 4 is geplaatst in de deurkrukopening 2 zoals weergegeven in figuur 2, waarbij de scharnierende middelen 8 zich in een binnenste positie bevinden. De binnendiameter van dit klemelement 4 is daarom, ter hoogte van de scharnierende middelen 8, kleiner dan de binnenste wanddiameter van het klemdeel 6. Bij het indrijven van het spandeel 11 in het klemdeel 6, zal het spandeel 11 door zijn vaste buitendiameter de scharnierende middelen 8 naar buiten toe drukken. Doordat de scharnierende middelen 8 wigvormig zijn en doordat het spitse gedeelte van de wig naar de kraag 5 toe gericht is, zal dit naar buiten drukken progressief gebeuren evenredig met de voortgang van het indrijven van het spandeel 11 in het klemdeel 6. Een voordeel van wigvormige radiaal beweegbare elementen is dat de klemkracht opbouwt naarmate het spanelement 9 dieper in het klemelement 4 ingedreven wordt, wat de montage vergemakkelijkt.
De druk waarmee het spandeel 11 in het klemdeel 6 gedreven moet worden, is van verschillende factoren afhankelijk. Zo zijn de toleranties van diameters ten opzichte van elkaar, bv buitendiameter spandeel 11 tov binnendiameter klemdeel 6, mede bepalend. Ook de hardheid van de materialen waaruit in het bijzonder de radiaal beweegbare elementen uit vervaardigd zijn, is mede bepalend. Verder is de dikte van de radiaal beweegbare elementen tov het verschil tussen de buitendiameter van het spandeel 11 en de diameter van de deurkrukopening 2 mede bepalend.
Nadat klemelement 4 en spanelement 9 verbonden zijn aan de deur, kan op het klemelement 4 en/of spanelement 9 een krukrozet 12 bevestigd worden. Bij voorkeur wordt de krukrozet 12 geklikt op klemelement 4 en/of spanelement 9. In de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 4, heeft de kraag 10 van het spanelement 9 hiertoe een lip 13, waarop de krukrozet 12 kan vastklikken. Echter de uitvinding is niet gelimiteerd tot klikbare uitvoeringsvormen. Volgens de uitvinding kan spanelement 9 en/of klemelement 4 eveneens van schroefdraad voorzien zijn zodanig dat een krukrozet 12 met complementaire schroefdraad daarop kan geschroefd worden.
Figuur 5 en figuur 6 tonen elk een zijaanzicht (figuur 5a en figuur 6a) en een bovenaanzicht (figuur 5b en figuur 6b) van een deurkruk 16 die schroefloos bevestigbaar is op een deurkrukas 17. Figuur 5 toont de deurkruk 16 geplaatst op een as in een nog niet vastgezette toestand. Figuur 6 toont de deurkruk 16 geplaatst op een as in een vastgezette toestand.
Figuren 5 en 6 tonen een deurkrukas 17 die zich horizontaal uitstrekt, zoals een deurkrukas 17 doet als ze in een deurslot in rusttoestand zit. De figuren tonen verder een krukrozet 12, waartegen de deurkruk 16 gemonteerd is. De deurkrukas 17 weergegeven in de figuren heeft een vierkantige doorsnede waarbij twee tegenover elkaar liggende zijden tanden bevatten die als weerhaken fungeren, terwijl de andere van twee tegenover elkaar liggende zijden vlak zijn. Echter het zal duidelijk zijn dat deurkrukassen met verschillende doorsneden en in verschillende uitvoeringsvormen met en zonder weerhaken toepasbaar zijn in de uitvinding.
Figuur 5 laat een krukrozet 12 zien die veermiddelen 14 bevat om de deurkrukas 17 in een vooraf bepaalde positie te roteren. Figuur 6 laat een conventionele krukrozet 12 zien zonder veermiddelen 14.
Figuren 5 en 6 laten een deurkruk 16 zien bevattende een monteerdeel 18 en een hanteerdeel 19. Het hanteerdeel 19 wordt in de figuren getoond als een hendel die zich in één horizontale richting uitstrekt. Echter de uitvinding is niet gelimiteerd tot zulk een hendel. Volgens de uitvinding is de specifieke vorm van het hanteerdeel 19 irrelevant zolang het gehanteerd kan worden.
Het monteerdeel 18 en hanteerdeel 19 zijn met elkaar verbonden zodat een rotatiekracht die aangrijpt op het hanteerdeel 19, zoals gebeurt bij het openen van een deur, doorgegeven wordt naar het monteerdeel 18, die op zijn beurt verbonden is met de deurkrukas 17 zodanig dat deze deurkrukas 17 geroteerd kan worden. De deurkrukas 17 staat bij voorkeur in verbinding met een slotmechanisme zodat bij het bedienen van de deurkruk 16 de deur 1 kan worden opengedaan.
Het monteerdeel 18 en hanteerdeel 19 zijn beweegbaar ten opzichte van elkaar. Twee posities zijn weergegeven, elk in één van de figuren 5 en 6. In het bijzonder is een beweging van het hanteerdeel 19 ten opzichte van het monteerdeel 18 in een richting hoofdzakelijk loodrecht op de krukasrichting mogelijk. Met hoofdzakelijk loodrecht wordt bedoeld een beweging met een richting die ten minste een component heeft in de loodrechte richting. Bij voorkeur zal een beweging van het hanteerdeel 19 ten opzichte van het monteerdeel 18 mogelijk zijn in een richting die een hoek vormt tussen 60° en 120° met de deurkrukasrichting, meer bij voorkeur tussen 80° en 100°, meest bij voorkeur tussen 85° en 95°.
Het monteerdeel 18 bevat bevestigingsmiddelen 20 om de deurkruk 16 te verbinden met de deurkrukas 17. Deze bevestigingsmiddelen zijn in de figuren 5 en 6 weergegeven als klemmiddelen 20. Deze klemmiddelen 20 worden gevormd door een U-vormig lichaam, en bevatten twee benen 21, waartussen de deurkrukas 17 bij montage vastgeklemd wordt zodat de deurkrukas 17 verbonden wordt met de klemmiddelen 20. De klemmiddelen 20 zijn in een behuizing 22 geplaatst en klemmiddelen 20 en behuizing 22 vormen samen het monteerdeel 18.
De klemmiddelen 20 kunnen verschuiven ten opzichte van de behuizing 22 in de krukasrichting. De behuizing 22 bevat twee glijvlakken 23 die voorzien zijn om de twee benen 21 te geleiden. Elk van de twee benen 21 bevat aan zijn uiteinde een verdikking in de richting van de behuizing 22 om samen te werken met de glijvlakken 23 op de behuizing 22. De glijvlakken 23 en verdikkingen zijn zo opgesteld dat bij een verschuiving van de klemmiddelen 20 in de richting van genoemd hanteerdeel 19, de benen 21 naar elkaar toe bewogen worden waardoor de benen 21 op de deurkrukas 17 gaan klemmen. Hiertoe zijn de glijvlakken 23 onder een hoek geplaatst ten opzichte van de deurkrukasrichting. Bij voorkeur is deze hoek gelegen tussen 2° en 30°, meer bij voorkeur tussen 5° en 15°. Om de verbinding door klemming effectiever te maken, kunnen de benen 21 aan de binnenkanten voorzien worden van één of meerdere tanden die als weerhaken op de deurkrukas 17 gaan fungeren.
Het zal duidelijk zijn dat variaties op de weergegeven uitvoeringsvorm mogelijk zijn. Zo kunnen klemmiddelen 20 ook gevormd worden door slechts één been of door drie of meerdere benen 21. Ook kunnen glijvlakken 23 georiënteerd worden zodanig dat een klemming veroorzaakt wordt bij beweging van de klemmiddelen 20 ten opzichte van de behuizing 22 in een richting weg van het hanteerdeel 19.
Het hanteerdeel 19, de behuizing 22 en de klemmiddelen 20 zijn werkingsverbonden om een beweging van de klemmiddelen 20 ten opzichte van de behuizing 22 mogelijk te maken. In de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 zijn de klemmiddelen 20 verbonden met het hanteerdeel 19 door een zwaluwstaartverbinding. Hierbij dient een zwaluwstaartverbinding begrepen te worden als een verbinding waarbij een beweging in één richting, de beweegrichting, toegelaten wordt terwijl alle andere bewegingen zoals voorwaartse, zijwaartse en roterende bewegingen, verhinderd worden. Hierdoor omvat dit woord zwaluwstaartverbinding eveneens verbindingen waarbij afgeweken wordt van de typische zwaluwstaartvorm, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6. Doordat een beweging in één richting nog wordt toegelaten, wordt een dynamische verbinding verkregen, waarvan de werking hieronder uitgelegd wordt.
Het hanteerdeel 19 bevat een groef 24, de zwaluwstaartgroef, waarin een complementair ingrijpelement 25, de zwaluwstaart, van de klemmiddelen 20 grijpt. Het ingrijpelement 25 en de groef 24 vormen de zwaluwstaartverbinding. De groef 24 is onder een hoek (a) geplaatst ten opzichte van het vlak loodrecht op de krukasrichting. Bij voorkeur is de groef 24 geplaatst onder een hoek tussen 85° en 50° met de krukasrichting, meer bij voorkeur tussen 80° en 75°. Verder bevat het hanteerdeel 19 een glijvlak 26 voor het geleiden van de behuizing 22. Dit glijvlak 26 staat bij voorkeur loodrecht op de krukasrichting, waardoor een hoek (a) ontstaat tussen groef 24 en glijvlak 26. Deze hoek (a) zal als effect hebben dat bij het bewegen van het hanteerdeel 19 ten opzichte van het monteerdeel 18, een beweging van de klemmiddelen 20, die groef 24 volgen, ten opzichte van de behuizing 22, die glijvlak 26 volgt, veroorzaakt wordt. Op deze manier kan een beweging met ten minste een component in een richting loodrecht op de deurkrukasrichting omgezet worden in een beweging in de deurkrukasrichting.
Met andere woorden kan gesteld worden dat het hanteerdeel 19 een wigvormig geleidingselement bevat met een eerste en een tweede glijvlak respectievelijk 26 en 27. Hierbij is het eerste glijvlak 26 voorzien om de behuizing 22 te geleiden in een richting loodrecht op de deurkrukasrichting. Het eerste en tweede glijvlak 26 en 27 staan onder een hoek (a) waardoor het voortbewegen van het wigvormig element een verschuiving van klemmiddelen 20 ten opzichte van de behuizing 22 veroorzaakt in de richting van het hanteerdeel 19. Verder bevat het hanteerdeel 19 een terugstelglijvlak 28 zodanig dat bij het bewegen van het hanteerdeel 19 in een ontgrendelrichting, waarbij het wigvormig element achteruitgetrokken wordt, de klemmiddelen 20 bewogen worden in een richting weg van het hanteerdeel 19.
Bij voorkeur heeft de beweging van hanteerdeel 19 ten opzichte van monteerdeel 18 om de klemming te veroorzaken een in hoofdzaak neerwaartse, verticale richting. Het effect is dat het conventioneel openen van een deur 1 dan geen demonterend effect zal hebben op de deurkruk. Namelijk bij het openen van een deur 1 zal de klink naar beneden gedrukt worden. Montage van zulk een deurkruk 16 op een deurkrukas 17 is ook zeer eenvoudig, namelijk bij montage zit de deurkrukas 17 meestal in een deurslot op zodanige wijze dat deze deurkrukas 17 enkel in de asrichting beweegbaar is. Als gevolg kan een kracht op de deurkrukas 17 in een richting loodrecht op de asrichting opgevangen worden. Het monteerdeel 18 wordt over de deurkrukas 17 geschoven, zodanig dat enkel een beweging van het monteerdeel 18 ten opzichte van de deurkrukas 17 in de asrichting mogelijk is. In zulk een opstelling zal, bij het uitoefenen van een externe, verticale kracht op het hanteerdeel 19, tegenkracht geleverd worden doordat het monteerdeel 18 en de deurkrukas 17 in deze verticale richting niet beweegbaar zijn. De deurkruk 16 kan daarmee door één enkele neerwaartse kracht bevestigd worden aan de deurkrukas 17.
Bij voorkeur bevat het hanteerdeel 19 een vergrendellip (niet weergegeven) zodanig dat na montage het hanteerdeel 19 verhinderd wordt te bewegen ten opzichte van het monteerdeel 18 zodanig dat geen ongewenste demontage van de deurklink kan optreden. Deze vergrendellip kan vormgegeven zijn zodanig dat een speciaal daarvoor aangepast gereedschap nodig is om de deurklink te demonteren. Dit zal voor wat betreft veiligheid een voordeel bieden.
Het monteren van een krukrozet 12 in combinatie met het monteren van een deurkruk 16 zoals hierboven beschreven heeft als voordeel dat een eenvoudige montage zonder onomkeerbare gevolgen, zoals schroefgaten, mogelijk is en dit zonder dat noodzakelijkerwijze gereedschap nodig is. Een bijkomend voordeel is dat de deurkruk 16 volledig apart van de krukrozet 12 gemonteerd en gedemonteerd kan worden. Aangezien montage van krukrozet 12 vaak gebeurt wanneer een deur 1 geverfd is en wanneer deze verf nog niet volledig gedroogd is, komt bij demontage van zulk een krukrozet 12 deze verf los. Het is daarom een voordeel de deurkruk 16 te kunnen demonteren terwijl de krukrozet 12 gemonteerd blijft, namelijk anders komt de verf los.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het monteren van een krukrozet (12) op een deur (1) met een deurkrukopening (2), waarbij de werkwijze bevat: • het plaatsen van een onderrozet; • het bevestigen van genoemde krukrozet (12) op genoemde onderrozet, daardoor gekenmerkt dat genoemd plaatsen van genoemde onderrozet volgende opeenvolgende stappen bevat: • het plaatsen van een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel (6), dat ten minste gedeeltelijk een klemelement (4) vormt, in de deurkrukopening (2); • het radiaal uitzetten van genoemd klemdeel (6) zodanig dat dit zich vastklemt in genoemde deurkrukopening (2) door het indrijven van een in hoofdzaak cilindrisch spandeel (11), dat ten minste gedeeltelijk een spanelement (9) vormt, in genoemd klemdeel (6), genoemd klemelement (4) en genoemd spanelement (9) vormen samen genoemde onderrozet.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij voor het plaatsen van het klemdeel (6) een opvulring (15) met een binnendiameter waarin genoemd klemdeel (6) nauw past in de deurkrukopening (2) geplaatst wordt.
3. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd klemdeel (6) in de deurkrukopening (2) geplaatst wordt zodanig dat een klemelementkraag (5) van genoemd klemelement (4) tegen het deuroppervlak ligt.
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemd spandeel (11) in genoemd klemdeel (6) geplaatst wordt zodanig dat een spanelementkraag (10) van genoemd spanelement (9) tegen het deuroppervlak en/of het klemelement (4) ligt.
5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het bevestigen van genoemd krukrozet (12) op genoemde onderrozet gebeurt op een daarvoor voorziene lip (13) aan genoemd klemelement (4) en/of genoemd spanelement (9).
6. Set voor het monteren van een krukrozet (12) op een deur (1) met deurkrukopening (2), waarbij de set bevat: • een onderrozet; • een krukrozet (12) dat bevestigingsmiddelen bevat voorzien om genoemde krukrozet (12) te bevestigen op genoemde onderrozet, daardoor gekenmerkt dat de onderrozet volgende elementen bevat: • een klemelement (4) bevattende een in hoofdzaak cilindrisch klemdeel (6) dat radiaal uitzetbaar is en geschikt is om in de deurkrukopening (2) te plaatsen; • een spanelement (9) bevattende een in hoofdzaak cilindrisch spandeel (11) dat voorzien is om in genoemd klemdeel (6) te drijven zodanig dat genoemd klemdeel (6) radiaal uitzet.
7. Set volgens conclusie 6, waarbij genoemd klemdeel (6) ten minste één radiaal beweegbaar element bevat dat een dikte heeft, in radiale richting gemeten, die groter is dan een wanddikte van genoemd klemdeel (6).
8. Set volgens conclusie 6, waarbij genoemd klemdeel (6) ten minste drie radiaal beweegbare elementen bevat die elk een dikte hebben, in radiale richting gemeten, die groter is dan een wanddikte van genoemd klemdeel (6).
9. Set volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij genoemd spandeel (11) een buitendiameter bevat die nauw past in een binnendiameter van genoemd klemdeel (6).
10. Set volgens één van de conclusies 6 tot 9, waarbij genoemd klemelement (4) en/of spanelement (9) een kraag bevat.
11. Set volgens één van de conclusies 6 tot 10, waarbij de set verder ten minste één in hoofdzaak cilindrische opvulring (15) bevat, die voorzien is om tussen genoemd klemdeel (6) en genoemde deurkrukopening (2) te plaatsen.
BE2009/0361A 2009-06-15 2009-06-15 Schroefloze krukrozet. BE1018777A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0361A BE1018777A3 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Schroefloze krukrozet.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0361A BE1018777A3 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Schroefloze krukrozet.
BE200900361 2009-06-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018777A3 true BE1018777A3 (nl) 2011-08-02

Family

ID=41394069

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0361A BE1018777A3 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Schroefloze krukrozet.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018777A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITTV20130009A1 (it) * 2013-01-31 2014-08-01 Pier Luigi Oliana Struttura di serratura

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1029703B (de) * 1955-08-20 1958-05-08 Heinrich Wilke Befestigungsvorrichtung fuer Tuerdrueckerrosetten
US5566996A (en) * 1995-04-28 1996-10-22 Schlage Lock Company Method and apparatus for attachment of a door lock trim rose
WO2006037849A1 (en) * 2004-10-01 2006-04-13 Abloy Oy Bottom plate
US20090025436A1 (en) * 2007-07-24 2009-01-29 Schlage Lock Company Lock assembly

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1029703B (de) * 1955-08-20 1958-05-08 Heinrich Wilke Befestigungsvorrichtung fuer Tuerdrueckerrosetten
US5566996A (en) * 1995-04-28 1996-10-22 Schlage Lock Company Method and apparatus for attachment of a door lock trim rose
WO2006037849A1 (en) * 2004-10-01 2006-04-13 Abloy Oy Bottom plate
US20090025436A1 (en) * 2007-07-24 2009-01-29 Schlage Lock Company Lock assembly

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITTV20130009A1 (it) * 2013-01-31 2014-08-01 Pier Luigi Oliana Struttura di serratura

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2361993C2 (ru) Элемент для крепления фурнитуры к окнам и дверям с металлической коробкой
AU2020201312B2 (en) Clip Lock Fasteners And Fastening System
US7780387B2 (en) Fixture set
EP3575617A1 (en) Fixture set
US7896594B2 (en) Self-drilling masonry bolt
JPH06341414A (ja) 締着具
CN101233330A (zh) 用于连接组件和包含组件的装配件的紧固件
JP6954543B2 (ja) 建築スラブ用インサート
BE1018777A3 (nl) Schroefloze krukrozet.
US20210140459A1 (en) Substrate anchoring device
BE1018776A3 (nl)
US4921382A (en) Screw lock
CN110821924B (zh) 用于将铁制品紧固到窗或门的中空型材上的夹紧锚固件
US11072199B2 (en) Device for tensioning a canvas on a frame
JP6903163B2 (ja) 金具部材を固定するためのダボ
JP2005172129A (ja) ジョイント
CN110863726B (zh) 用于门或窗的隐藏式铰链和配备有这种铰链的门或窗
AU2018282353A1 (en) Batten Fixing System
NL8803130A (nl) Bevestigingsinrichting voor pijpen.
JPH08226561A (ja) 水栓の取付構造
US1062642A (en) Hanging and adjusting device for mirrors.
JP2014066060A (ja) 部材の連結構造
CA2653824C (en) Deck fastener and method of use
RU2006100533A (ru) Способ изготовления бондарных изделий
JPH08233124A (ja) 水栓本体の台座への取付構造

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130630