BE1018324A3 - METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE. - Google Patents

METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE. Download PDF

Info

Publication number
BE1018324A3
BE1018324A3 BE2008/0581A BE200800581A BE1018324A3 BE 1018324 A3 BE1018324 A3 BE 1018324A3 BE 2008/0581 A BE2008/0581 A BE 2008/0581A BE 200800581 A BE200800581 A BE 200800581A BE 1018324 A3 BE1018324 A3 BE 1018324A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fluid flow
measured
shut
value
weaving machine
Prior art date
Application number
BE2008/0581A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2008/0581A priority Critical patent/BE1018324A3/en
Priority to EP09744953.2A priority patent/EP2352869B1/en
Priority to CN200980141857.2A priority patent/CN102203334B/en
Priority to PCT/EP2009/007515 priority patent/WO2010046092A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018324A3 publication Critical patent/BE1018324A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3033Controlling the air supply
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3053Arrangements or lay out of air supply systems
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/34Weft stop motions
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/44Automatic stop motions acting on defective operation of loom mechanisms

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Werkwijze en inrichting voor het controleren van een insertiesysteem (10) voor een weefmachine, waarbij de inrichting (1) een sensorinrichting (2) bevat voor het meten van minstens één actuele waarde van een fluïdumstroom en een met de sensorinrichting (2) verbonden verwerkingsinrichting (6) bevat voor het vergelijken van een gemeten actuele waarde van de fluïdumstroom met een verwachte waarde voor de fluïdumstroom.Method and device for checking an insertion system (10) for a weaving machine, the device (1) comprising a sensor device (2) for measuring at least one current value of a fluid flow and a processing device connected to the sensor device (2) 6) for comparing a measured current value of the fluid flow with an expected value for the fluid flow.

Description

Werkwijze en inrichting voor het controleren van een insertiesysteem voor een weefmachine.Method and device for checking an insertion system for a weaving machine.

De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het controleren van een insertiesysteem voor een weefmachine, meer in het bijzonder voor een luchtweefmachine.The invention relates to a method and a device for checking an insertion system for a weaving machine, more in particular for an air weaving machine.

Gekende insertiesystemen voor het in een weefvak brengen van inslagdraden bij weefmachines bevatten onder meer een voorraadtank met fluïdum, fluïdumleidingen, ventielen en mondstukken. Het verbruik van het voor de insertie van inslagdraden aangewende fluïdum dient zo laag mogelijk gehouden te worden. Om het verbruik zo laag mogelijk te houden, is een controle van de fluïdumstroom aangewezen, zodat optredende problemen, bijvoorbeeld omwille van defecten in de fluïdumleidingen en/of omwille van verstopte mondstukken snel ontdekt kunnen worden, en onmiddellijk hersteld kunnen worden.Known insertion systems for placing weft threads in weaving machines in weaving machines include a fluid storage tank, fluid lines, valves and nozzles. The consumption of the fluid used for the insertion of weft threads must be kept as low as possible. In order to keep the consumption as low as possible, a check of the fluid flow is recommended, so that occurring problems, for example due to defects in the fluid lines and / or due to clogged nozzles, can be detected quickly and can be repaired immediately.

Uit DE 19936071 Cl is een controlesysteem voor een luchtweefmachine bekend, die als luchtleidingen flexibele drukslangen bevat, waarbij de drukslangen zijn uitgerust met elektrische stroomvoerende geleiders die bij een optredend defect van de drukslang de stroom onderbreken, om in de sturing van de weefmachine een signaal te genereren, waardoor een weefstop veroorzaakt wordt.DE 19936071 C1 discloses a control system for an airjet weaving machine, which comprises flexible pressure hoses as air lines, the pressure hoses being equipped with electric current-carrying conductors which interrupt the flow in the event of a defect in the pressure hose, to signal a signal in the control of the weaving machine. which causes a weaving stop.

Het is gekend uit JP 2002138346 A om een luchtstroom niet rechtstreeks te meten, maar te berekenen op basis van een in een voorraadtank aanwezige persluchtdruk, het aantal blazers, de efficiëntie van de blazers, het oppervlak van de doorsnede van de blazers en de opening van een bijhorend ventiel.It is known from JP 2002138346 A not to measure an air flow directly, but to calculate it on the basis of a compressed air pressure present in a storage tank, the number of blowers, the efficiency of the blowers, the surface of the cross section of the blowers and the opening of the blowers. a corresponding valve.

Het is ook gekend om door middel van een sensor een actuele waarde van een fluïdumstroom te bepalen en de bepaalde waarde op een weergavetoestel weer te geven, bijvoorbeeld door middel van een wijzer en/of door middel van een monitor.It is also known to determine a current value of a fluid flow by means of a sensor and to display the determined value on a display device, for example by means of a pointer and / or by means of a monitor.

Het is een opgave van deze uitvinding een werkwijze en een inrichting voort te brengen, waarbij aan de hand van een gemeten fluïdumstroom op eenvoudige en betrouwbare wijze een controle mogelijk is.It is a task of the present invention to produce a method and an apparatus in which a check is possible in a simple and reliable manner on the basis of a measured fluid flow.

Deze opgave wordt opgelost door een werkwijze voor het controleren van een insertiesysteem van een weefmachine, waarbij minstens één actuele waarde van een fluïdumstroom door middel van een sensorinrichting wordt gemeten en met een verwachte waarde wordt vergeleken.This task is solved by a method for checking an insertion system of a weaving machine, wherein at least one current value of a fluid flow is measured by means of a sensor device and compared with an expected value.

Door het vergelijken van de actuele waarde met een verwachte waarde zijn fouten of onregelmatigheden op eenvoudige wijze vast te stellen, zodat een snelle ingreep mogelijk is. Het meten van een actuele waarde is daarbij continu en/of volgens bepaalde intervallen mogelijk. Een controle is zowel tijdens het weven alsook tijdens een stilstand van de weefmachine mogelijk. Bij voorkeur wordt een fluïdumstroom over een bepaalde meetperiode gemeten, waarbij een gemiddelde waarde van de fluïdumstroom over de meetperiode als actuele waarde wordt bepaald. De gemiddelde waarde wordt bij deze uitvoeringsvorm met een verwachte waarde vergeleken, om zo de invloed van kortstondig optredende schommelingen te minimaliseren.By comparing the current value with an expected value, errors or irregularities can be determined in a simple manner, so that a quick intervention is possible. Measuring a current value is thereby possible continuously and / or at certain intervals. A check is possible both during weaving and during a standstill of the weaving machine. Preferably, a fluid flow over a certain measurement period is measured, an average value of the fluid flow over the measurement period being determined as the current value. In this embodiment, the average value is compared with an expected value, so as to minimize the influence of short-term fluctuations.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm wordt een hoofdfluïdumstroom in een hoofdtoevoerleiding van een weefmachine gemeten. Een insertiesysteem voor inslagdraden van een weefmachine bevat bijvoorbeeld een hoofdvoorraadtank, fluïdumleidingen, ventielen en mondstukken. De sensorinrichting is daarbij bijvoorbeeld tussen een compressor, om een gecomprimeerd fluïdum te leveren, en de hoofdvoorraadtank geplaatst. Daardoor laat een fluïdumverbruik van de weefmachine zich in zijn geheel meten, meer in het bijzonder het verbruik van fluïdum dat aan de weefmachine wordt geleverd.According to an advantageous embodiment, a main fluid flow is measured in a main supply line of a weaving machine. An insertion system for weft threads of a weaving machine includes, for example, a main supply tank, fluid lines, valves, and nozzles. The sensor device is thereby placed, for example, between a compressor, to supply a compressed fluid, and the main storage tank. As a result, a fluid consumption of the weaving machine can be measured as a whole, more particularly the consumption of fluid supplied to the weaving machine.

Aan een hoofdvoorraadtank voor een weefmachine zijn normaal meerdere ventielen aangesloten, waarbij aan elk ventiel een groep bijblazers en/of hoofdblazers zijn aangesloten. Bij voorkeur wordt door het instellen van referentieparameters van de ventielen, dit wil onder meer zeggen door het gepast openen en sluiten van de afsluitventielen, het gepast instellen van de smoorventielen en/of het gepast instellen van de drukregelventielen, in een bijhorende referentie-instelling van de weefmachine voorzien. Daarbij kan een verwachte waarde en/of een actuele waarde voor de fluïdumstroming voor die referentie-instelling bepaald worden. Op deze wijze kunnen meerdere referentie-instellingen bekomen worden en kunnen verschillende bouwgroepen door een sensorinrichting worden gecontroleerd.A plurality of valves are normally connected to a main supply tank for a weaving machine, a group of blowers and / or main blowers being connected to each valve. Preferably, by setting reference parameters of the valves, that is, inter alia by appropriately opening and closing the shut-off valves, appropriately setting the throttle valves and / or appropriately setting the pressure regulating valves, an appropriate reference setting of the weaving machine. An expected value and / or a current value for the fluid flow can be determined for that reference setting. In this way, several reference settings can be obtained and different assemblies can be checked by a sensor device.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt een aanwezige lekfluïdumstroom in de hoofdtoevoerleiding gemeten. Hiervoor worden bijvoorbeeld de afsluitventielen die op de hoofdvoorraadtank zijn aangesloten volledig gesloten. Indien in bepaalde leidingen een smoorventiel voorzien is, dan wordt bijvoorbeeld de doorstroming door het smoorventiel geminimaliseerd door de smoring van het smoorventiel maximaal in te stellen. Een verwachte waarde voor een dergelijke configuratie is laag. Bijvoorbeeld ligt een verwachte waarde voor het debiet, meer in het bijzonder voor het massadebiet van de fluïdumstroom bij ongeveer 0,2 tot 0,8 Nm3/h (normaal kubieke meter per uur). Wordt bijvoorbeeld een hogere actuele waarde gemeten, dan kan daaruit een defect in het leidingensysteem blijken.According to an embodiment, an existing leakage fluid flow in the main supply line is measured. For this purpose, for example, the shut-off valves that are connected to the main storage tank are completely closed. If a throttle valve is provided in certain pipes, then the flow through the throttle valve is minimized by setting the throttle valve throttle to a maximum. An expected value for such a configuration is low. For example, an expected value for the flow rate, more particularly for the mass flow rate of the fluid flow, is about 0.2 to 0.8 Nm 3 / h (normally cubic meter per hour). If, for example, a higher current value is measured, then a defect in the piping system may appear.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt minstens één verwachte waarde voor de fluïdumstroom door middel van een meting voor een referentie-instelling bepaald, waarbij bijvoorbeeld slechts één afsluitventiel is geopend. Voor zover de bouwgroep die aangesloten is op het afsluitventiel tevens met een smoorventiel of meerdere smoorventielen is uitgerust, gebeurt de meting voor een referentie-instelling met maximaal geopend smoorventiel of smoorventielen, om zo een maximale fluïdumstroom door de bouwgroep te bereiken. Daarbij kunnen bij bepaalde uitvoeringsvormen voor aparte mondstukken horende bij een afsluitventiel eigen smoorventielen aangesloten zijn. Door het aansturen van deze smoorventielen kunnen bij deze bepaalde uitvoeringsvormen de fluïdumstromen door aparte mondstukken bepaald worden. Volgens andere uitvoeringsvormen kunnen meerdere sensoren voorzien worden, waarmee fluïdumstromen uit aparte of groepen mondstukken meetbaar zijn.According to another embodiment, at least one expected value for the fluid flow is determined by means of a measurement for a reference setting, wherein, for example, only one shut-off valve is opened. Insofar as the assembly group connected to the shut-off valve is also equipped with a throttle valve or several throttle valves, the measurement is made for a reference setting with a maximum open throttle valve or throttle valves, in order to achieve a maximum fluid flow through the assembly group. In certain embodiments, separate throttle valves for separate nozzles associated with a shut-off valve can be connected. By controlling these throttle valves, the fluid flows in these particular embodiments can be determined by separate nozzles. According to other embodiments, a plurality of sensors can be provided with which fluid flows from separate or groups of nozzles can be measured.

Bij voorkeur wordt om verwachte waarden te bepalen een fluïdumstroom volgens een referentie-instelling van de weefmachine gemeten. De verwachte waarde komt daarbij overeen met een waarde bij een bepaalde referentie-instelling van de weefmachine. Zonder veranderingen aan de randvoorwaarden mag daarbij ook geen verandering van de actuele waarde waar te nemen zijn. Daardoor is het mogelijk de in bedrijf optredende veranderingen snel op te merken, welke veranderingen bijvoorbeeld ontstaan door fouten.To determine expected values, a fluid flow is preferably measured according to a reference setting of the weaving machine. The expected value corresponds to a value at a specific reference setting of the weaving machine. Without changes to the boundary conditions, there should also be no change in the current value. As a result, it is possible to quickly notice the changes occurring during operation, which changes arise, for example, from errors.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt een fluïdumstroom gemeten uit minstens één bijblazer die op een afsluitventiel is aangesloten en/of uit minstens één hoofdblazer die op een afsluitventiel is aangesloten, om een actuele waarde van de fluïdumstroom voor de minstens één bijblazer en/of voor de minstens één hoofdblazer te bepalen.According to an embodiment, a fluid flow is measured from at least one additional blower connected to a shut-off valve and / or from at least one main blower connected to a shut-off valve, to obtain a current value of the fluid flow for the at least one additional blower and / or for the at least one to determine the main blower.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt een verwachte waarde voor een fluïdumstroom uit een mondstuk of een groep mondstukken, zoals uit een bijblazer, uit een groep bijblazers, uit een hoofdblazer en/of uit een groep hoofdblazers bepaald. De fluïdumstroom uit een mondstuk van een groep, zoals uit een bijblazer van een groep bijblazers en/of uit een hoofdblazer van een groep hoofdblazers kan bepaald worden via een correctiefactor met inachtneming van het aantal mondstukken van de groep, zoals het aantal bijblazers van de groep en/of van het aantal hoofdblazers van de groep. Aan een afsluitventiel zijn gewoonlijk twee of drie bijblazers aangesloten. Er kunnen echter ook meer of minder bijblazers op één afsluitventiel zijn aangesloten. Door de correctiefactor kan rekening worden gehouden met hoe het aantal blazers van een op één afsluitventiel aangesloten groep met blazers invloed heeft op de verwachte waarde voor de fluïdumstroom door deze groep. Daarbij is het bijvoorbeeld denkbaar dat een verwachte waarde voor een fluïdumstroom door een groep met drie blazers die aangesloten zijn op een afsluitventiel wordt bepaald op grond van een gemeten waarde van een vergelijkbare groep met twee blazers die aangesloten zijn op een afsluitventiel, waarbij door een correctiefactor met het verschillende aantal blazers per groep rekening kan worden gehouden. Gewoonlijk hangen het aantal blazers en een fluïdumstroom niet lineair van elkaar af. Door bijkomende leidingen, door de beperkte doorstroomopening van de ventielen en dergelijke moet bij een groep met meerdere blazers meestal rekening worden gehouden met hogere verliezen. Door de correctiefactor laten aparte groepen met een verschillend aantal mondstukken of blazers zich echter toch met elkaar vergelijken. Een actuele waarde van een fluïdumstroom hangt onder meer af van de aanwezige toevoerdruk van het fluïdum, die bijvoorbeeld door een drukregelventiel kan worden ingesteld.According to another embodiment, an expected value for a fluid flow from a nozzle or a group of nozzles, such as from a blower, from a group of blowers, from a main blower and / or from a group of main blowers, is determined. The fluid flow from a nozzle of a group, such as from a blower of a group of blowers and / or from a main blower of a group of blowers, can be determined via a correction factor taking into account the number of nozzles of the group, such as the number of blowers of the group and / or the number of main blowers in the group. Two or three additional blowers are usually connected to a shut-off valve. However, more or fewer additional blowers can also be connected to one shut-off valve. The correction factor can take into account how the number of blowers of a group of blowers connected to one shut-off valve influences the expected value for the fluid flow through this group. It is conceivable, for example, that an expected value for a fluid flow through a group of three blowers connected to a shut-off valve is determined on the basis of a measured value of a comparable group of two blowers connected to a shut-off valve, a correction factor the different number of blowers per group can be taken into account. Usually, the number of blowers and a fluid flow do not depend linearly on each other. Due to additional pipes, the limited flow opening of the valves and the like, in a group with several blowers usually higher losses must be taken into account. Due to the correction factor, separate groups with a different number of nozzles or blowers can nevertheless be compared with each other. A current value of a fluid flow depends, inter alia, on the supply pressure of the fluid present, which can be adjusted, for example, by a pressure control valve.

In het bijzonder door het vergelijken van de fluïdumstromen door de verschillende groepen mondstukken die gevoed worden met eenzelfde toevoerdruk is een betrouwbare controle mogelijk, omdat in dit geval bij een vergelijking van de fluïdumstromen door de verschillende groepen, de toevoerdruk niet relevant is.In particular by comparing the fluid flows through the different groups of nozzles fed with the same supply pressure, a reliable check is possible, because in this case, when comparing the fluid flows through the different groups, the supply pressure is irrelevant.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden groepen mondstukken, bijvoorbeeld groepen bijblazers, elk via een bijhorend afsluitventiel met een bepaalde voorraadtank verbonden, waarbij de fluïdumstroom voor elk van een aantal groepen mondstukken die op een bijhorend afsluitventiel zijn aangesloten met een sensorinrichting wordt gemeten, waarbij als verwachte waarde een gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom voor een aantal van deze groepen mondstukken wordt bepaald. Hierbij kan voor elke groep mondstukken de actuele gemeten waarde voor de fluïdumstroom vergeleken worden met de voornoemde verwachte waarde voor de fluïdumstroom en kan bepaald worden dat het verschil tussen de actuele waarde en de verwachte waarde voor de fluïdumstroom voor een bepaalde groep mondstukken wezenlijk is in functie van de standaardafwijking van de gemeten waarden waarmee de voornoemde gemiddelde waarde werd bepaald. Het volgens deze werkwijze bepalen of een wezenlijk verschil voorhanden is, is vooral voordelig om te bepalen of een bepaald mondstuk, bijvoorbeeld een bepaalde bijblazer vervuild is.According to a preferred embodiment, groups of nozzles, for example groups of blowers, are each connected via a corresponding shut-off valve to a specific storage tank, the fluid flow for each of a number of groups of nozzles connected to a corresponding shut-off valve being measured with a sensor device, the expected value being an average value for the fluid flow for a number of these groups of nozzles is determined. Here, for each group of nozzles, the current measured value for the fluid flow can be compared with the aforementioned expected value for the fluid flow and it can be determined that the difference between the current value and the expected value for the fluid flow for a given group of nozzles is substantial in function of the standard deviation of the measured values with which the aforementioned average value was determined. Determining whether a substantial difference is available according to this method is particularly advantageous for determining whether a particular nozzle, for example a particular blower, is contaminated.

De opgave wordt verder opgelost door een inrichting voor het controleren van een insertiesysteem voor een weefmachine, waarbij de inrichting een sensorinrichting bevat voor het meten van minstens één actuele waarde van een fluïdumstroom en waarbij de inrichting een met de sensorinrichting verbonden verwerkingsinrichting bevat voor het vergelijken van een gemeten actuele waarde van de fluïdumstroom met een verwachte waarde voor de fluïdumstroom. Door het vergelijken van de actuele waarden met verwachte waarden is een beoordeling van een actuele waarde mogelijk. Hierdoor is een vroege en snelle foutdetectie mogelijk. Onder "een met de sensorinrichting verbonden verwerkingsinrichting" wordt in de context van de uitvinding een willekeurige verbinding bedoeld, bijvoorbeeld over draden of draadloos, bijvoorbeeld een radioverbinding, waardoor tussen de sensorinrichting en de verwerkingsinrichting gegevensoverdracht of signaaloverdracht minstens unidirectionaal van de sensorinrichting naar de verwerkingsinrichting mogelijk is. Volgens een variante is een bidirectionale gegevensoverdracht of signaaloverdracht tussen beide mogelijk.The object is further solved by a device for checking an insertion system for a weaving machine, wherein the device comprises a sensor device for measuring at least one current value of a fluid flow and wherein the device comprises a processing device connected to the sensor device for comparing a measured current value of the fluid flow with an expected value for the fluid flow. By comparing the current values with expected values, an assessment of a current value is possible. This makes early and fast error detection possible. By "a processing device connected to the sensor device" is meant in the context of the invention any connection, for example over wires or wireless, for example a radio connection, whereby data transfer or signal transfer between the sensor device and the processing device is possible at least unidirectionally from the sensor device to the processing device is. According to a variant, a bidirectional data transfer or signal transfer between the two is possible.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de sensorinrichting een in een hoofdtoevoerleiding van de weefmachine aangebrachte sensor. Als sensor is bijvoorbeeld een debietmeter voor fluïdum bruikbaar, die onafhankelijk van de druk van het fluïdum een fluïdumhoeveelheid over een bepaald tijdsinterval kan bepalen of meten. Als debietmeter kan een "massadebietsensor" aangewend worden die bijvoorbeeld gebruik maakt van thermische eigenschappen van de fluïdumstroom om het massadebiet te bepalen. Door de plaatsing van de sensor in de hoofdtoevoerleiding is het mogelijk om met slechts één sensor het verbuik aan fluïdum dat opgenomen wordt door de weefmachine te controleren. Daarbij wordt benut dat afsluitventielen en/of smoorventielen onafhankelijk van elkaar kunnen worden geschakeld, om zo verschillende vergelijkingstoestanden of referentie-instellingen te creëren, waarbij in de verwerkingsinrichting informatie ter beschikking wordt gesteld over welke toestanden of instellingen de afsluitventielen en/of de smoorventielen vertonen, om zo vast te stellen door welke leidingen het fluïdum stroomt.According to an embodiment, the sensor device comprises a sensor arranged in a main supply line of the weaving machine. As a sensor, for example, a flow meter for fluid can be used which, independently of the pressure of the fluid, can determine or measure a quantity of fluid over a certain time interval. As a flow meter a "mass flow sensor" can be used which, for example, uses thermal properties of the fluid flow to determine the mass flow. By placing the sensor in the main supply line, it is possible to control the consumption of fluid absorbed by the weaving machine with only one sensor. It is thereby utilized that shut-off valves and / or throttle valves can be switched independently of each other, so as to create different comparison states or reference settings, wherein information is made available in the processing device about which states or settings the shut-off valves and / or the throttle valves are showing, so as to determine through which conduits the fluid flows.

Alternatief of aanvullend kan de sensorinrichting een bij minstens één mondstuk horende sensor vertonen, bijvoorbeeld een bij minstens één bijblazer en/of een bij minstens één hoofdblazer horende sensor.Alternatively or additionally, the sensor device may comprise a sensor associated with at least one nozzle, for example a sensor associated with at least one additional blower and / or a sensor associated with at least one main blower.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bevat de inrichting een opslaginrichting, waarin minstens één verwachte waarde voor de fluïdumstroom opgeslagen is, meer in het bijzonder een verwachte waarde die aan de hand van een referentie-instelling werd bepaald. De opslaginrichting bevat bij voorkeur een meermaals overschrijfbaar geheugen, zodat de verwachte waarden aan gewijzigde configuraties kunnen worden aangepast. Bij voorkeur wordt na het instellen van de weefmachine een meetcyclus gestart om de verwachte waarden bij een referentie-instelling of bij meerdere referentie-instellingen te meten en vervolgens in de opslaginrichting op te slaan.According to another embodiment, the device comprises a storage device in which at least one expected value for the fluid flow is stored, more particularly an expected value which was determined on the basis of a reference setting. The storage device preferably comprises a memory that can be rewritten several times, so that the expected values can be adapted to changed configurations. Preferably, after setting up the weaving machine, a measuring cycle is started to measure the expected values at a reference setting or at several reference settings and then to store them in the storage device.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn in de opslaginrichting correctiefactoren opgeslagen voor aparte bijblazers en/of voor meerdere op afsluitventielen aangesloten bijblazers, waardoor voor de bijhorende verwachte waarden rekening kan worden gehouden met het aantal op een afsluitventiel aangesloten bijblazers. De correctiefactoren zijn bij voorkeur eveneens in een overschrijfbaar geheugen opgeslagen, om zo een aanpassing aan een wijziging van het aantal per afsluitventiel aangesloten bijblazers te kunnen opnemen.According to a preferred embodiment, correction factors are stored in the storage device for separate blowers and / or for several blowers connected to shut-off valves, whereby the number of blowers connected to a shut-off valve can be taken into account for the corresponding expected values. The correction factors are preferably also stored in a writable memory, in order to be able to record an adjustment to a change in the number of blowers connected per shut-off valve.

Volgens een uitvoeringsvorm is de opslaginrichting met een invoerinrichting verbonden, waarmee gegevens zoals correctiefactoren en/of verwachte waarden invoerbaar zijn, in het bijzonder manueel invoerbaar zijn. Daardoor is een eenvoudige instelling mogelijk. De opslaginrichting is tevens met de sensorinrichting verbonden voor het opslaan van gemeten waarden door de sensorinrichting, waarbij de sensorinrichting bijvoorbeeld via de verwerkingsinrichting met de opslaginrichting is verbonden.According to an embodiment, the storage device is connected to an input device, with which data such as correction factors and / or expected values can be input, in particular can be input manually. This makes a simple setting possible. The storage device is also connected to the sensor device for storing measured values by the sensor device, the sensor device being connected to the storage device, for example via the processing device.

De verwerkingsinrichting is bij voorkeur verbonden met een weergave-inrichting, waarop gemeten waarden, verwachte waarden en/of daarvan afgeleide waarden zoals afwijkingen tussen gemeten en verwachte waarden kunnen weergegeven worden, bijvoorbeeld optisch en/of akoestisch. Als weergave-inrichting dient bij voorkeur het weergavescherm of display van de weefmachine. De weergegeven waarden kunnen in de vorm van getallenwaarden en/of door grafische voorstellingen worden afgebeeld. Indien de weefmachine niet met een inrichting volgens de uitvinding is uitgerust, kan dit op het weergavescherm van de weefmachine op een overeenkomstige wijze worden weergegeven.The processing device is preferably connected to a display device on which measured values, expected values and / or values derived therefrom such as deviations between measured and expected values can be displayed, for example optically and / or acoustically. The display device or display of the weaving machine preferably serves as a display device. The displayed values can be displayed in the form of numerical values and / or by graphical representations. If the weaving machine is not equipped with a device according to the invention, this can be displayed in a corresponding manner on the display screen of the weaving machine.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.Further features and advantages of the invention result from the following description of the exemplary embodiments shown in the drawings.

Figuur 1 toont een schematische weergave van een weefmachine met een inrichting volgens de uitvinding.Figure 1 shows a schematic representation of a weaving machine with a device according to the invention.

Figuur 2 toont een schematische voorstelling van een insertiesysteem voor een luchtweefmachine, dat geschikt is voor het aanwenden van een werkwijze volgens de uitvinding.Figure 2 shows a schematic representation of an insertion system for an airjet weaving machine, which is suitable for applying a method according to the invention.

Figuren 3 tot 5 tonen variante uitvoeringsvormen voor een insertiesysteem gelijkaardig aan dit van figuur 2.Figures 3 to 5 show variant embodiments for an insertion system similar to that of Figure 2.

De in figuur 1 weergegeven weefmachine bevat een inrichting 1 volgens de uitvinding. De inrichting 1 bevat een sensorinrichting 2 voor het meten van minstens één actuele waarde van een fluid um stroom, bijvoorbeeld voor het meten van het actuele debiet van een fluidumstroom. De sensorinrichting 2 is ter hoogte van het gestel 3 van de weefmachine aangebracht. De sensorinrichting 2 is tevens ter hoogte van de hoofdtoevoerleiding 4 van de weefmachine aangebracht. De sensorinrichting 2 bevat een sensor 5 die verbonden is met een verwerkingsinrichting 6. Tevens bevat de inrichting 1 een opslaginrichting 7, een invoerinrichting 8 en een weergave-inrichting 9.The weaving machine shown in Figure 1 comprises a device 1 according to the invention. The device 1 comprises a sensor device 2 for measuring at least one current value of a fluid flow, for example for measuring the current flow of a fluid flow. The sensor device 2 is arranged at the height of the frame 3 of the weaving machine. The sensor device 2 is also arranged at the level of the main supply line 4 of the weaving machine. The sensor device 2 comprises a sensor 5 which is connected to a processing device 6. The device 1 also comprises a storage device 7, an input device 8 and a display device 9.

Zoals weergegeven in figuur 2 bevat de inrichting 1, meer in het bijzonder de verwerkingsinrichting 6 van de inrichting 1, een opslaginrichting 7 voor het opslaan van waarden. De verwerkingsinrichting 6, meer in het bijzonder de opslaginrichting 7 van de verwerkingsinrichting 6, wordt met een invoerinrichting 8 verbonden. De verwerkingsinrichting 6 van de inrichting 1 is tevens verbonden met een weergave-inrichting 9, meer in het bijzonder met het weergavescherm van de weefmachine. De opslaginrichting 7 en de invoerinrichting 8 zijn tevens verbonden met de weergave-inrichting 9. De invoerinrichting 8 wordt bijvoorbeeld gevormd door een invoerbus die kan samenwerken met een elektronisch systeem, zoals een USB invoerbus of enig andere invoerbus. Volgens een variante uitvoeringsvorm kan de invoerinrichting 8 tevens fungeren als uitvoerinrichting. Volgens nog een variante kan de weergave-inrichting 9 tevens fungeren als invoerinrichting, bijvoorbeeld kan deze als zogenaamd "touch screen" uitgevoerd worden. Met "verbonden" wordt ook hier een willekeurige verbinding bedoeld, waardoor gegevensoverdracht of signaaloverdracht minstens unidirectionaal of bij voorkeur bidirectionaal mogelijk is.As shown in Figure 2, the device 1, more particularly the processing device 6 of the device 1, contains a storage device 7 for storing values. The processing device 6, more particularly the storage device 7 of the processing device 6, is connected to an input device 8. The processing device 6 of the device 1 is also connected to a display device 9, more in particular to the display screen of the weaving machine. The storage device 7 and the input device 8 are also connected to the display device 9. The input device 8 is, for example, formed by an input bus which can cooperate with an electronic system, such as a USB input bus or any other input bus. According to a variant embodiment, the input device 8 can also function as an output device. According to another variant, the display device 9 can also function as an input device, for example, it can be designed as a so-called "touch screen". "Connected" is also understood here as a random connection, as a result of which data transfer or signal transfer is possible at least one way or preferably bidirectionally.

In figuur 2 wordt schematisch een insertiesysteem 10 voor een weefmachine voorgesteld, meer in het bijzonder voor een luchtweefmachine. Bij het in figuur 2 weergegeven insertiesysteem 10 wordt als fluïdum perslucht aangewend. Hierbij bestaat de fluïdumstroom uit een persluchtstroom. Uiteraard is deze beschrijving tevens voor een ander fluïdum toepasbaar. De luchtweefmachine bevat een aantal groepen mondstukken 11, 12, 13, 14 en 15 die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaan uit een bijblazer. De bijblazers 11, 12 zijn via een bijhorend afsluitventiel 16, 17 verbonden met een voorraadtank 21, terwijl de bijblazers 13, 14, 15 via een bijhorend afsluitventiel 18, 19, 20 verbonden zijn met een voorraadtank 22. De voorraadtank 21 is via een drukregelventiel 23 verbonden met een hoofdvoorraadtank 25, terwijl de voorraadtank 22 via een drukregelventiel 24 verbonden is met een hoofdvoorraadtank 25. De hoofdvoorraadtank 25 is via een drukregelventiel 26 verbonden met een toevoersysteem 27 dat fluïdum onder druk kan toevoeren. Het toevoersysteem 27 bevat bijvoorbeeld een compressor voor het leveren van perslucht.Figure 2 schematically shows an insertion system 10 for a weaving machine, more in particular for an air weaving machine. In the insertion system 10 shown in Figure 2, compressed air is used as fluid. The fluid flow here consists of a compressed air flow. Of course, this description can also be used for a different fluid. The air-weaving machine comprises a number of groups of nozzles 11, 12, 13, 14 and 15 which, in the exemplary embodiment shown, consist of a blower. The blowers 11, 12 are connected via a corresponding shut-off valve 16, 17 to a supply tank 21, while the blowers 13, 14, 15 are connected via a corresponding shut-off valve 18, 19, 20 to a supply tank 22. The supply tank 21 is via a pressure control valve 23 connected to a main supply tank 25, while the supply tank 22 is connected via a pressure control valve 24 to a main supply tank 25. The main supply tank 25 is connected via a pressure control valve 26 to a supply system 27 that can supply fluid under pressure. The supply system 27 comprises, for example, a compressor for supplying compressed air.

Tevens zijn mondstukken 28, 29, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bestaan uit een hoofdblazer, via een afsluitventiel 30 en een smoorventiel 31 verbonden met een voorraadtank 32. De voorraadtank 32 is via een drukregelventiel 33 verbonden met de hoofdvoorraadtank 25. Verder zijn nog hulpinrichtingen 34 en 35 voorzien. De hulpinrichting 34 wordt bijvoorbeeld door een strekblazer gevormd en wordt via een afsluitventiel 36 en een smoorventiel 37 verbonden met een voorraadtank 38. De hulpinrichting 35 wordt bijvoorbeeld door een reinigingsblazer gevormd. Volgens een variante kan een hulpinrichting 34 of 35 worden gevormd door een cilinder voor het aandrijven van een draadkiem, door een blazer aanwezig in een zuigmond waarin inslagdraden opgezogen kunnen worden, door een blazer van een kanteninlegger of door nog andere blazers of elementen. De hulpinrichting 35 wordt rechtstreeks verbonden met de voorraadtank 38. Hierbij wordt opgemerkt dat de hulpinrichting 35 continu van fluïdum onder druk wordt voorzien en bijvoorbeeld continu lucht verbruikt. De voorraadtank 38 wordt via een drukregelventiel 39 verbonden met de hoofdvoorraadtank 25. Uiteraard kunnen volgens een niet weergegeven variante nog andere hulpinrichtingen voorzien worden, die via een voorraadtank van fluïdum voorzien worden.Also, nozzles 28, 29, which in the illustrated embodiment consist of a main blower, are connected via a shut-off valve 30 and a throttle valve 31 to a supply tank 32. The supply tank 32 is connected via a pressure control valve 33 to the main supply tank 25. Further auxiliary devices 34 and 35 provided. The auxiliary device 34 is formed, for example, by a blower and is connected via a shut-off valve 36 and a throttle valve 37 to a storage tank 38. The auxiliary device 35 is formed, for example, by a cleaning blower. According to a variant, an auxiliary device 34 or 35 can be formed by a cylinder for driving a wire germ, by a blower present in a suction mouth into which weft threads can be sucked up, by a blower of a lace insert or by other blowers or elements. The auxiliary device 35 is directly connected to the storage tank 38. It is noted here that the auxiliary device 35 is continuously supplied with fluid under pressure and, for example, continuously consumes air. The storage tank 38 is connected via a pressure regulating valve 39 to the main storage tank 25. Of course, according to a variant (not shown), other auxiliary devices can be provided which are supplied with fluid via a storage tank.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld kan een afsluitventiel bestaan uit een magneetventiel. Het smoorventiel kan bestaan uit een motorgestuurd smoorventiel. Het drukregelventiel bestaan uit een manueel instelbaar en/of een motorgestuurd drukregelventiel. In figuur 1 zijn schematisch manueel instelbare drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 weergegeven die ter hoogte van het gestel van de weefmachine zijn aangebracht.In the exemplary embodiment shown, a shut-off valve may consist of a solenoid valve. The throttle valve can consist of a motor-controlled throttle valve. The pressure control valve consists of a manually adjustable and / or a motor-controlled pressure control valve. Figure 1 shows diagrammatically manually adjustable pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39 which are arranged at the height of the frame of the weaving machine.

In de toevoerleiding 4 vanaf het toevoersysteem 27 naar de hoofdvoorraadtank 25 wordt een sensorinrichting 2 volgens de uitvinding aangebracht, die een sensor 5 bevat om een actuele waarde van de fluïdum stroom doorheen de hoofdtoevoerleiding 4 te bepalen. Indien de fluïdumstroom bestaat uit een persluchtstroom wordt als actuele waarde bijvoorbeeld het debiet aan perslucht per tijdseenheid gekozen, meer in het bijzonder het gemeten massadebiet aan perslucht per tijdseenheid. Met massadebiet wordt het debiet bedoeld dat bepaald wordt door de massa van het fluïdum in de fluïdumstroom die ter hoogte van de sensor voorbij komt. Het massadebiet is onafhankelijk van de druk van het fluïdum in de fluïdumstroom.In the supply line 4 from the supply system 27 to the main supply tank 25, a sensor device 2 according to the invention is provided, which comprises a sensor 5 for determining an actual value of the fluid flow through the main supply line 4. If the fluid flow consists of a compressed air flow, the flow rate of compressed air per unit of time is chosen as the current value, more particularly the measured mass flow of compressed air per unit of time. With mass flow rate is meant the flow rate that is determined by the mass of the fluid in the fluid flow passing by at the level of the sensor. The mass flow rate is independent of the pressure of the fluid in the fluid flow.

De sensor 5 bestaat bijvoorbeeld uit een gekende massadebietsensor die een analoog of digitaal signaal genereert dat een meetwaarde is voor het actuele luchtdebiet doorheen de sensor 5. Een voorbeeld van een mogelijke sensor 5 is een sensor van het type SD8000 van IFM Electronics.The sensor 5 consists, for example, of a known mass flow sensor that generates an analog or digital signal that is a measured value for the current air flow through the sensor 5. An example of a possible sensor 5 is a sensor of the SD8000 type from IFM Electronics.

Volgens de uitvinding wordt het insertiesysteem 10 gecontroleerd, meer in het bijzonder bewaakt door de door de sensorinrichting 2 gemeten actuele waarde van de fluïdumstroom te vergelijken met een verwachte waarde voor de fluïdumstroom. Dit kan gebeuren door middel van de verwerkingsinrichting 6. Om die vergelijking mogelijk te maken wordt een verwachte waarde voor de fluïdumstroom in de opslaginrichting 7 opgeslagen. Die verwachte waarde kan bijvoorbeeld via de ingave-inrichting 8 ingegeven worden.According to the invention, the insertion system 10 is checked, more particularly monitored by comparing the current value of the fluid flow measured by the sensor device 2 with an expected value for the fluid flow. This can be done by means of the processing device 6. To make that comparison possible, an expected value for the fluid flow is stored in the storage device 7. That expected value can for example be entered via the input device 8.

Bij voorkeur is de verwachte waarde gelijk aan een waarde die bepaald werd bij een bijhorende referentie-instelling. De gemeten waarden, de verwachte waarden en daarvan afgeleide waarden, zoals het verschil tussen de gemeten en de verwachte waarde kunnen weergegeven worden op een weergave-inrichting 9, zoals op het daartoe voorziene weergavescherm van de weefmachine.The expected value is preferably equal to a value that was determined at a corresponding reference setting. The measured values, the expected values and values derived therefrom, such as the difference between the measured and the expected value, can be displayed on a display device 9, such as on the display screen of the weaving machine provided for this purpose.

De verwachte waarde kan volgens de uitvinding op verschillende wijzen bepaald worden en vervolgens opgeslagen worden in de opslaginrichting 7. Volgens een eerste mogelijkheid wordt in een referentie-instelling voorzien door het instellen van referentieparameters van de afsluitventielen 16, 17, 18, 19, 20, 30, 36, van referentieparameters voor de smoorventielen 31, 37 en/of van referentieparameters voor de drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 van de weefmachine. Een referentie-instelling kan bestaan uit een instelling waarbij alle afsluitventielen 16, 17, 18, 19, 20, 30, 36 in afgesloten positie zijn, alle smoorventielen 31, 37 maximaal smoren en alle drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 op een minimale druk zijn ingesteld. Deze referentie-instelling laat toe een aanwezige lekfluïd urn stroom doorheen de hoofdtoevoerleiding 4 te meten. Indien het insertiesysteem 10 geen lekken bevat wordt hierbij een kleine lekfluïd urn stroom gemeten, die voornamelijk ontstaat ten gevolge van de hulpinrichting 35 die in een continue fluïdumstroom voorziet, bijvoorbeeld om een element te reinigen of te koelen. De gemeten waarde van de lekfluïdumstroom wordt vervolgens in de opslaginrichting 7 opgeslagen. Indien een tijd later de weefmachine terug met die referentie-instelling wordt ingesteld, en indien een grotere lekfluïdumstroom wordt gemeten, kan de verwerkingsinrichting 6 aan de hand van het vergelijken van de actuele lekfluïdumstroom met de opgeslagen waarde van de verwachte lekfluïdumstroom bepalen dat er ergens een bijkomend lek aanwezig is. Deze meting gebeurt bij een weefmachine in stilstand. Op de weergave-inrichting 9 kan het beeld van figuur 2 weergegeven worden, waarbij de gesloten afsluitventielen, de voor maximaal smoren ingestelde smoorventielen en de voor minimale druk ingestelde drukregelventielen bijvoorbeeld elk in een bepaalde kleur zijn aangeduid, waarbij de bepaalde kleur kan betekenen dat die normaal bijna geen fluïdumstroom doorlaten.The expected value can be determined in various ways according to the invention and subsequently stored in the storage device 7. According to a first possibility, a reference setting is provided by setting reference parameters of the shut-off valves 16, 17, 18, 19, 20, 30, 36, of reference parameters for the throttle valves 31, 37 and / or of reference parameters for the pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39 of the weaving machine. A reference setting can consist of a setting where all shut-off valves 16, 17, 18, 19, 20, 30, 36 are in the closed position, all throttle valves 31, 37 can be fully throttled and all pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39 on minimum pressure. This reference setting makes it possible to measure an existing leakage fluid urn flow through the main supply line 4. If the insertion system 10 does not contain any leaks, a small leakage fluid urn flow is measured, which mainly results from the auxiliary device 35 which provides a continuous fluid flow, for example for cleaning or cooling an element. The measured value of the leakage fluid flow is then stored in the storage device 7. If, some time later, the weaving machine is set back with that reference setting, and if a larger leak fluid flow is measured, the processing device 6 can determine on the basis of comparing the current leak fluid flow with the stored value of the expected leak fluid flow that somewhere additional leak is present. This measurement is done with a weaving machine in a standstill. The image of figure 2 can be displayed on the display device 9, wherein the closed shut-off valves, the throttle valves set for maximum throttling and the pressure control valves set for minimum pressure are, for example, each indicated in a specific color, the determined color being able to mean that normally pass almost no fluid flow.

Volgens een andere mogelijkheid wordt tijdens het weven van een bepaald artikel een actuele waarde voor de fluïdumstroom gemeten of bepaald, bijvoorbeeld het massadebiet in l\lm3/h (normaal kubieke meter per uur) aan fluïdumstroom bij de instelling aangewend voor het weven. Die actuele waarde wordt als verwachte waarde opgeslagen, met andere woorden als verwachte waarde voor de fluïdumstroom bij de aangewende instelling van de weefmachine tijdens het weven. Vervolgens wordt tijdens het verder weven continu een vergelijking gemaakt tussen de gemeten actuele waarde en de zoals voornoemd opgeslagen verwachte waarde. Voor het bepalen van de actuele waarde kan een gemiddelde waarde over een bepaald tijdsinterval bepaald worden, bijvoorbeeld over 10 seconden. Een verwachte waarde is bijvoorbeeld 58,2 Nm3/h. Indien er bijvoorbeeld een lek ontstaat of een onregelmatigheid kan met behulp van de inrichting volgens de uitvinding bepaald worden dat de waarde van het actuele debiet wezenlijk verschilt van de waarde van het verwachte debiet, en kan een foutmelding gegeneerd worden en weergeven worden via de weergave-inrichting 9. In dit geval kan een operator onderzoeken waar de fout aanwezig is en het nodige verrichten om die te herstellen, zodat steeds met minimaal debiet en/of onder optimale omstandigheden kan geweven worden.According to another possibility, a current value for the fluid flow is measured or determined during the weaving of a particular article, for example the mass flow rate in lm3 / h (normally cubic meter per hour) of fluid flow at the setting used for weaving. That current value is stored as the expected value, in other words as the expected value for the fluid flow at the applied setting of the weaving machine during the weaving. Subsequently, during the further weaving, a comparison is made continuously between the measured current value and the expected value stored as aforesaid. To determine the current value, an average value over a certain time interval can be determined, for example over 10 seconds. For example, an expected value is 58.2 Nm3 / h. If, for example, a leak occurs or an irregularity can be determined with the aid of the device according to the invention that the value of the current flow differs substantially from the value of the expected flow, and an error message can be generated and displayed via the display device 9. In this case, an operator can investigate where the error is present and take the necessary steps to correct it, so that weaving can always take place with a minimum flow rate and / or under optimum conditions.

De actuele waarde van het debiet kan hoger zijn indien er bijvoorbeeld een lek voorhanden is, terwijl de actuele waarde van het debiet lager kan zijn indien bijvoorbeeld een afsluitventiel niet opent. Tevens kan hierbij bepaald worden of het debiet gradueel stijgt of daalt en/of het debiet plotseling sterk stijgt of daalt. Die metingen kunnen bijvoorbeeld in een grafiek weergegeven worden op de weergave-inrichting 9 en laten de operator toe te bepalen of er een onregelmatigheid aanwezig is. Indien er een continue daling van de waarde van het actuele debiet vastgesteld wordt, kan dit wijzen op een vervuiling van één of meerdere mondstukken, bijvoorbeeld van bepaalde bijblazers. Vanaf het ogenblik dat de waarde van het actuele debiet een bepaald percentage lager wordt dan de verwachte waarde van het debiet kan bijvoorbeeld via het weergavescherm van de weefmachine en/of via een waarschuwingssysteem, bijvoorbeeld een signaallamp van de weefmachine een melding gegenereerd worden dat de mondstukken dienen gereinigd te worden.The current value of the flow may be higher if, for example, a leak is present, while the current value of the flow may be lower if, for example, a shut-off valve does not open. It can also be determined here whether the flow gradually rises or falls and / or if the flow suddenly rises or falls sharply. These measurements can for instance be displayed in a graph on the display device 9 and allow the operator to determine whether an irregularity is present. If a continuous decrease in the value of the current flow rate is observed, this may indicate a contamination of one or more nozzles, for example of certain additional blowers. From the moment that the value of the current flow becomes a certain percentage lower than the expected value of the flow, a message can be generated via the display screen of the weaving machine and / or via a warning system, for example a signal lamp of the weaving machine that the nozzles need to be cleaned.

Indien de operator het vermoeden heeft dat een onregelmatigheid aanwezig is, kan de operator een manuele, semiautomatische of automatische controle van het insertiesysteem 10 uitvoeren. Volgens een andere mogelijkheid kan een dergelijke controle automatisch na vooraf bepaalde tijdstippen uitgevoerd worden, bijvoorbeeld elke dag, na elke twintig weefmachinestops, na elke kettingboomwissel of op basis van nog andere parameters.If the operator suspects an irregularity is present, the operator can perform a manual, semi-automatic or automatic check of the insertion system 10. According to another possibility, such a check can be carried out automatically after predetermined times, for example every day, after every twenty weaving machine stops, after every chain tree change or on the basis of still other parameters.

Volgens nog een mogelijkheid wordt bij een referentie-instelling met bepaalde referentieparameters voor de afsluitventielen, de smoorventielen en/of de drukregelventielen een verwachte waarde voor de fluïdumstroom bepaald en opgeslagen. Daarna kan bij die referentie-instelling op een later ogenblik een actuele waarde bepaald worden en vergeleken worden met de opgeslagen verwachte waarde. Aan de hand van het verschil tussen beide kan een onregelmatigheid vastgesteld worden. Bijvoorbeeld kan een referentie-instelling gekozen worden waarbij de drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 met referentieparameters zoals tijdens het weven ingesteld zijn en waarbij de smoorventielen 31, 37 eveneens met referentieparameters zoals tijdens het weven ingesteld zijn. Bij die referentie-instelling kunnen elk van de afsluitventielen 17, 18, 19, 20, 30 en 36 met referentieparameter in gesloten toestand zijn, terwijl het afsluitventiel 16 met referentieparameter in geopende toestand is. Hierbij kan bijvoorbeeld een actuele waarde voor de fluïdumstroom, bijvoorbeeld het debiet aan persluchtstroom gemeten worden voor die referentie-instelling en als verwachte waarde opgeslagen worden voor die referentie-instelling. Vervolgens kan opeenvolgend elk van de afsluitventielen geopend worden, terwijl alle andere afsluitventielen gesloten zijn. Op die manier kunnen opeenvolgend verschillende referentie-instellingen met bijhorende referentieparameters ingesteld worden. Dit laat toe voor elke groep mondstukken die aangesloten zijn op een bijhorend afsluitventiel een verwachte waarde bij een bepaalde referentie-instelling op te slaan. Hierbij wordt telkens een verwachte waarde voor de fluïdumstroom bepaald door middel van een meting voor een referentie-instelling waarbij slechts één afsluitventiel is geopend.According to another possibility, with a reference setting with certain reference parameters for the shut-off valves, the throttle valves and / or the pressure control valves, an expected value for the fluid flow is determined and stored. Then at that reference setting, a current value can be determined at a later time and compared with the stored expected value. An irregularity can be established on the basis of the difference between the two. For example, a reference setting can be selected in which the pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39 are set with reference parameters such as during weaving and wherein the throttle valves 31, 37 are also set with reference parameters such as during weaving. At that reference setting, each of the shut-off valves 17, 18, 19, 20, 30 and 36 with reference parameter can be in the closed state, while the shut-off valve 16 with reference parameter is in the open state. Here, for example, a current value for the fluid flow, for example the flow of compressed air flow, can be measured for that reference setting and stored as an expected value for that reference setting. Subsequently, each of the shut-off valves can be opened sequentially, while all other shut-off valves are closed. In this way, different reference settings with corresponding reference parameters can be set in succession. This makes it possible to store an expected value at a specific reference setting for each group of nozzles connected to a corresponding shut-off valve. In this case an expected value for the fluid flow is determined by means of a measurement for a reference setting in which only one shut-off valve is opened.

Bijvoorbeeld kan het afsluitventiel dat geopend wordt, hierbij gedurende drie seconden geopend worden, waarbij de meting na één seconde gestart wordt en op drie seconden gestopt wordt. Dit laat toe een meting in regimetoestand van de fluïdumstroom uit te voeren. Na een zekere tijd kan het insertiesysteem terug opeenvolgend in deze referentie-instellingen gebracht worden, waarbij telkens een actuele waarde wordt bepaald. Verschilt de actuele waarde wezenlijk van de verwachte waarde, dan kan een onregelmatigheid vastgesteld worden. Een wezenlijk verschil kan bijvoorbeeld als een percentage bepaald worden, bijvoorbeeld meer dan 5% of meer dan 10% verschil, of kan statistisch bepaald worden in functie van gemiddelde waarden en standaardafwijkingen. Indien de actuele waarde wezenlijk hoger is, kan dit wijzen op een lek. Indien de actuele waarde wezenlijk lager is, kan dit wijzen op een mondstuk dat vervuild is of op een afsluitventiel dat slecht functioneert. Op de weergave-inrichting 9 kan het beeld van figuur 2 weergegeven worden, waarbij de ventielen die horen bij onderdelen waar een onregelmatigheid is vastgesteld bijvoorbeeld rood zijn aangeduid, terwijl de ventielen die horen bij onderdelen waarbij geen onregelmatigheid is vastgesteld bijvoorbeeld groen zijn aangeduid.For example, the shut-off valve that is opened can hereby be opened for three seconds, the measurement being started after one second and stopped at three seconds. This makes it possible to perform a measurement of the fluid flow in the registatic state. After a certain time, the insertion system can be successively brought back into these reference settings, each time determining a current value. If the current value differs substantially from the expected value, an irregularity can be determined. For example, an essential difference can be determined as a percentage, for example more than 5% or more than 10% difference, or can be statistically determined as a function of average values and standard deviations. If the current value is substantially higher, this may indicate a leak. If the current value is substantially lower, this may indicate a nozzle that is contaminated or a shut-off valve that is malfunctioning. The image of Figure 2 can be displayed on the display device 9, wherein the valves associated with components where an irregularity has been detected are indicated, for example, in red, while the valves corresponding to components where no irregularity has been detected are indicated, for example, in green.

Op een gelijkaardige wijze kan voor elke gekozen referentie-instelling voor een bepaald mondstuk of een groep mondstukken een waarde bepaald worden die als verwachte waarde kan opgeslagen worden. Uiteraard kunnen bij een dergelijke referentie-instelling tevens twee of meer afsluitventielen opeenvolgend geopend worden. Tevens kunnen de smoorventielen en/of drukregelventielen in een bij de referentie-instelling horende stand gebracht worden.Similarly, for each selected reference setting for a particular nozzle or group of nozzles, a value can be determined that can be stored as an expected value. Of course, with such a reference setting, two or more shut-off valves can also be opened in succession. The throttle valves and / or pressure control valves can also be brought into a position that belongs to the reference setting.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 worden groepen bijblazers 11, 12, 13, 14, 15 elk via een bijhorend afsluitventiel 16, 17, 18, 19, 20 met eenzelfde voorraadtank 21 verbonden. De voorraadtank 21 is op zijn beurt via een drukregelventiel 24 met de hoofdvoorraadtank 25 verbonden. Hierbij is de hoofdvoorraadtank 25 via een drukregelventiel 26 en een hoofdtoevoerleiding 4 verbonden met het toevoersysteem 27. In de hoofdtoevoerleiding 4 is een sensorinrichting 2 met een sensor 5 aangebracht. De sensorinrichting 2 wordt verbonden met de verwerkingsinrichting 6 op een wijze zoals weergegeven in figuur 2. Volgens een uitvoeringsvorm worden de afsluitventielen 16 tot 20 elk opeenvolgend geopend terwijl de overige afsluitventielen gesloten zijn en wordt telkens een bijhorende actuele waarde voor de fluïdumstroom bepaald. Dit wil zeggen dat de fluïdumstroom door elk groep bijblazers 11 tot 15 die op een bijhorend afsluitventiel 16 tot 20 zijn aangesloten met de sensorinrichting 2 wordt gemeten. Die metingen voor de fluïdumstroom gebeuren bij een bepaalde instelling van de drukregelventielen 24 en 26, dit betekent dat de metingen gebeuren bij een bepaalde in de voorraadtank 21 aanwezige druk van het fluïdum. Na de metingen wordt een gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom voor elke groep bijblazers 11 tot 15 bepaald als een gemiddelde van de zoals voornoemd gemeten waarden en als verwachte waarde opgeslagen. Vervolgens wordt elke gemeten waarde van de fluïdumstroom voor een groep bijblazers 11 tot 15 vergeleken met de verwachte gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom. Tevens kan op statistische wijze de standaardafwijking van elke zoals voornoemd gemeten waarde voor de actuele fluïdumstroom voor elke groep bijblazers ten opzichte van de bepaalde gemiddelde verwachte waarde bepaald worden. Indien voor een groep bijblazers de actuele gemeten waarde wezenlijk verschilt van de verwachte waarde, bijvoorbeeld meer dan twee maal de standaardafwijking verschilt van de verwachte waarde, kan gesteld worden dat een fout of onregelmatigheid in het insertiesysteem voorhanden is ter hoogte van de toevoer van fluïdum naar die bepaalde groep bijblazers. Dergelijke uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt om vervuiling van bepaalde bijblazers vast te stellen, meer in het bijzonder om vast te stellen dat de fluïdumstroom uit op een afsluitventiel aangesloten bijblazers wezenlijk lager is dan de fluïdumstroom uit op andere afsluitventielen aangesloten bijblazers.In the exemplary embodiment of Figure 3, groups of blowers 11, 12, 13, 14, 15 are each connected via a corresponding shut-off valve 16, 17, 18, 19, 20 to the same storage tank 21. The storage tank 21 is in turn connected to the main storage tank 25 via a pressure control valve 24. The main supply tank 25 is herein connected to the supply system 27 via a pressure control valve 26 and a main supply line 4. In the main supply line 4, a sensor device 2 with a sensor 5 is arranged. The sensor device 2 is connected to the processing device 6 in a manner as shown in Figure 2. According to an embodiment, the shut-off valves 16 to 20 are each opened successively while the other shut-off valves are closed and a corresponding current value for the fluid flow is determined in each case. This means that the fluid flow through each group of blowers 11 to 15 connected to a corresponding shut-off valve 16 to 20 is measured with the sensor device 2. Those measurements for the fluid flow take place at a certain setting of the pressure control valves 24 and 26, this means that the measurements take place at a certain pressure of the fluid present in the storage tank 21. After the measurements, an average value for the fluid flow for each group of blowers 11 to 15 is determined as an average of the aforementioned measured values and stored as the expected value. Next, each measured value of the fluid flow for a group of blowers 11 to 15 is compared with the expected average value for the fluid flow. In addition, the standard deviation of each such as the aforementioned measured value for the current fluid flow for each group of blowers from the determined average expected value can also be determined in a statistical manner. If for a group of blowers the actual measured value differs substantially from the expected value, for example more than twice the standard deviation differs from the expected value, it can be said that an error or irregularity exists in the insertion system at the supply of fluid to that particular group of extras. Such an embodiment is particularly suitable for determining contamination of certain auxiliary blowers, more particularly for establishing that the fluid flow from auxiliary blowers connected to a shut-off valve is substantially lower than the fluid flow from auxiliary blowers connected to other shut-off valves.

Volgens een variante is het ook mogelijk, nadat voor een groep bijblazers een wezenlijk verschil is vastgesteld, de gemeten actuele waarde voor die groep bijblazers buiten beschouwing te laten en vervolgens een gemiddelde waarde en een standaardafwijking te bepalen voor de resterende gemeten actuele waarden voor de overige groepen bijblazers. De gemiddelde waarde wordt dan terug opgeslagen als verwachte waarde. Vervolgens kan terug de actuele waarde die buiten beschouwing werd gelaten, vergeleken worden met de zoals voornoemd bepaalde verwachte waarde. Indien voor die bepaalde groep bijblazers nog steeds een wezenlijk verschil optreedt, bijvoorbeeld een verschil dat drie maal de standaardafwijking bedraagt, kan gesteld worden dat er voor die groep bijblazers een fout is opgetreden.According to a variant it is also possible, after a substantial difference has been established for a group of blowers, to ignore the measured current value for that group of blowers and then to determine an average value and a standard deviation for the remaining measured current values for the remaining groups of blowers. The average value is then stored back as the expected value. Subsequently, the current value that was not taken into account can be compared again with the expected value as stated above. If for that particular group of blowers a substantial difference still occurs, for example a difference that is three times the standard deviation, it can be said that an error has occurred for that group of blowers.

Volgens nog een variante kan de gemeten actuele waarde voor een groep bijblazers die op een afsluitventiel zijn aangesloten, vergeleken worden met een verwachte waarde die bepaald wordt als de gemiddelde waarde van de actuele gemeten waarden die horen bij de andere groepen bijblazers die elk op een bijhorend afsluitventiel zijn aangesloten. Dergelijke werkwijze is voordelig indien de groepen bijblazers op eenzelfde voorraadtank zijn aangesloten of met fluïdum op dezelfde druk zijn gevoed. Dit laat toe op een eenvoudige wijze te bepalen of er een onregelmatigheid is opgetreden door te bepalen of de gemeten actuele waarde voor de fluïdumstroom voor een bepaalde groep bijblazers wezenlijk verschilt van de verwachte waarde.According to another variant, the measured current value for a group of blowers connected to a shut-off valve can be compared with an expected value that is determined as the average value of the current measured values associated with the other groups of blowers that are each on a corresponding valve. shut-off valve are connected. Such a method is advantageous if the groups of additional blowers are connected to the same storage tank or are supplied with fluid at the same pressure. This makes it possible to determine in a simple manner whether an irregularity has occurred by determining whether the measured current value for the fluid flow differs substantially from the expected value for a specific group of blowers.

Volgens een variante waarbij groepen bijblazers elk via een bijhorend afsluitventiel met een bepaalde voorraadtank zijn verbonden, kan de fluïdumstroom door elk van het aantal groepen bijblazers die op een bijhorend afsluitventiel zijn aangesloten met de sensorinrichting gemeten worden. Hierbij kan als verwachte waarde een gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom voor een aantal van deze groepen bijblazers bepaald worden. Vervolgens kan voor elke groep bijblazers de actuele gemeten waarde voor de fluïdumstroom vergeleken worden met de voornoemde verwachte waarde voor de fluïdumstroom. Dan kan een standaardafwijking voor de gemeten waarden ten opzichte van de als verwachte waarde bepaalde gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom bepaald worden. Vervolgens kan bepaald worden of de actuele waarde en de verwachte waarde voor de fluïdumstroom voor een bepaalde groep bijblazers wezenlijk verschillen op basis van de voornoemde standaardafwijking. Dergelijke, werkwijze is meest voordelig indien een groot aantal groepen bijblazers op eenzelfde voorraadtank zijn aangesloten en is bijzonder geschikt om te bepalen of een bepaalde groep bijblazers een vervuilde bijblazer bevat.According to a variant in which groups of blowers are each connected to a specific storage tank via a corresponding shut-off valve, the fluid flow through each of the number of groups of blowers connected to a corresponding shut-off valve can be measured with the sensor device. In this case, an average value for the fluid flow for a number of these groups of blowers can be determined as the expected value. Subsequently, for each group of blowers, the current measured value for the fluid flow can be compared with the aforementioned expected value for the fluid flow. Then a standard deviation for the measured values from the average value for the fluid flow determined as expected value can be determined. Subsequently, it can be determined whether the current value and the expected value for the fluid flow for a certain group of additional blowers differ substantially on the basis of the aforementioned standard deviation. Such a method is most advantageous if a large number of groups of blowers are connected to the same storage tank and is particularly suitable for determining whether a certain group of blowers contains a contaminated blower.

De voornoemde werkwijzen laten toe op basis van gemeten actuele waarden te bepalen of bepaalde gemeten actuele waarden een wezenlijk verschil vertonen met de andere gemeten waarden, dit wil zeggen met de verwachte waarden. In dit geval kan volgens de uitvinding eenvoudig en zonder tussenkomst van een operator automatisch een controle van het insertiesysteem 10 uitgevoerd worden, die toelaat te bepalen of de fluïdumstroom naar een bepaalde groep bijblazers wezenlijk groter of kleiner is dan de fluïdumstroom naar de andere groepen bijblazers. Indien de bijblazers van elke groep gelijkaardig zijn uitgevoerd en op eenzelfde voorraadtank zijn aangesloten, mag immers verwacht worden dat deze eenzelfde hoeveelheid fluïdum verbruiken wanneer deze van fluïdum voorzien worden. Dit betekent dat deze werkwijze bij eender welke fluïdumdruk kan uitgevoerd worden, met andere woorden dat bij een dergelijke werkwijze onafhankelijk van de fluïdumdruk een onregelmatigheid kan vastgesteld worden.The aforementioned methods make it possible to determine on the basis of measured current values whether certain measured current values exhibit a substantial difference with the other measured values, i.e. with the expected values. In this case, according to the invention, a check of the insertion system 10 can be carried out easily and without the intervention of an operator, which allows determining whether the fluid flow to a certain group of blowers is substantially greater or smaller than the fluid flow to the other groups of blowers. If the blowers of each group are of similar design and are connected to the same storage tank, it can indeed be expected that they will use the same amount of fluid when they are supplied with fluid. This means that this method can be carried out at any fluid pressure, in other words that an irregularity can be detected in such a method independently of the fluid pressure.

De in figuur 4 weergegeven inrichting 10 bevat een aantal groepen mondstukken 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 in de vorm van bijblazers. Elke groep mondstukken is via een bijhorend afsluitventiel 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57 verbonden met eenzelfde voorraadtank 21, die via een drukregelventiel 23 verbonden is met een hoofdvoorraadtank 25. De hoofdvoorraadtank 25 is via een drukregelventiel 26 verbonden met een toevoersysteem 27 dat fluïdum onder druk kan toevoeren. De sensorinrichting 2 met sensor 5 wordt op gelijkaardige wijze als bij de uitvoeringsvormen van figuren 2 en 3 verbonden met de hoofdtoevoerleiding 4, met een verwerkingsinrichting 6, met een opslaginrichting 7, met een invoerinrichting 8 en met een weergave-inrichting 9. De groepen mondstukken 41, 43, 44, 47 bevatten twee mondstukken, terwijl de groepen mondstukken 42, 45, 46 drie mondstukken bevatten.The device 10 shown in Figure 4 comprises a number of groups of nozzles 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 in the form of blowers. Each group of nozzles is connected via a corresponding shut-off valve 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57 to the same supply tank 21, which is connected via a pressure control valve 23 to a main supply tank 25. The main supply tank 25 is connected via a pressure control valve 26 to a supply system 27 that can supply fluid under pressure. The sensor device 2 with sensor 5 is connected in the same way as in the embodiments of figures 2 and 3 to the main supply line 4, to a processing device 6, to a storage device 7, to an input device 8 and to a display device 9. The groups of nozzles 41, 43, 44, 47 contain two nozzles, while the groups of nozzles 42, 45, 46 contain three nozzles.

Indien de mondstukken en de afsluitventielen nagenoeg identiek zijn uitgevoerd kan vastgesteld worden dat bij eenzelfde druk van het toegevoerde fluïdum de waarde van de fluïdumstroom door de groepen met drie mondstukken bijvoorbeeld een factor 1,4 maal groter is dan de waarde van de fluïdumstroom door de groepen met twee mondstukken. Er wordt aangenomen dat de fluïdumstroom door één mondstuk van een groep van twee mondstukken gelijk aan "1/2" van de fluïdumstroom door die groep mondstukken. Voor een groep van drie mondstukken is de fluïdumstroom door één mondstuk gelijk aan "1/3" van de fluïdumstroom van de groep mondstukken. Om een vergelijking mogelijk te maken tussen de fluïdumstroom door één mondstuk van een groep van drie mondstukken met de fluïdumstroom door één mondstuk van een groep van twee mondstukken, kan een correctiefactor aangewend worden. In het voornoemde voorbeeld kan voor de groep van twee mondstukken een correctiefactor "1/2" aangewend worden, terwijl voor de groep van drie mondstukken bij de voornoemde factor 1,4 een correctiefactor "1/2,8" kan gekozen worden. Elke correctiefactor wordt hierbij bepaald met inachtneming van het aantal mondstukken van de betreffende groep mondstukken, meer in het bijzonder het aantal bijblazers dat op eenzelfde afsluitventiel is aangesloten. De correctiefactoren kunnen via de invoerinrichting 8 ingegeven worden en in de opslaginrichting 7 opgeslagen worden. Dit betekent indien rekening gehouden wordt met die correctiefactor, dat voor elk apart mondstuk in ideale omstandigheden en bij eenzelfde druk van het toegevoerde fluïdum een gelijke waarde voor de fluïdumstroom, meer in het bijzonder voor het debiet zal bekomen worden. Hierdoor kan de fluïdumstroom ter hoogte van elke mondstuk bepaald worden en met een verwachte waarde vergeleken worden.If the nozzles and shut-off valves are practically identical, it can be determined that with the same pressure of the supplied fluid, the value of the fluid flow through the groups with three nozzles is, for example, a factor of 1.4 times greater than the value of the fluid flow through the groups with two nozzles. It is assumed that the fluid flow through one nozzle of a group of two nozzles is equal to "1/2" of the fluid flow through that group of nozzles. For a group of three nozzles, the fluid flow through one nozzle is equal to "1/3" of the fluid flow of the group of nozzles. To enable a comparison between the fluid flow through one nozzle of a group of three nozzles with the fluid flow through one nozzle of a group of two nozzles, a correction factor can be employed. In the aforementioned example, a correction factor "1/2" can be used for the group of two nozzles, while a correction factor "1 / 2.8" can be chosen for the group of three nozzles at the aforementioned factor 1.4. Each correction factor is hereby determined taking into account the number of nozzles of the relevant group of nozzles, more in particular the number of blowers connected to the same shut-off valve. The correction factors can be entered via the input device 8 and stored in the storage device 7. This means that, taking into account that correction factor, an equal value for the fluid flow, more particularly for the flow, will be obtained for each individual nozzle under ideal conditions and with the same pressure of the supplied fluid. This allows the fluid flow at the level of each nozzle to be determined and compared with an expected value.

Indien de fluïdumstroom door de groep mondstukken 41 bijvoorbeeld 3,2 l\lm3/h bedraagt, dan bedraagt de fluïdumstroom door elk van de mondstukken van de groep mondstukken 41 dan 1,6 Nm3/h. Indien de fluïdumstroom door de groep mondstukken 42 bijvoorbeeld 4,5 l\lm3/h bedraagt, zal de fluïdumstroom door elk mondstuk van de groep mondstukken 42 dan 1,5 l\lm3/h of een derde van de totale fluïdumstroom bedragen. Indien echter rekening gehouden wordt met de correctiefactor dan bedraagt de waarde van de fluïdumstroom 1,6 Nm3/h, dit is een waarde gelijk aan de waarde van de totale fluïdumstroom 4,5 l\lm3/h gedeeld door de correctiefactor 2,8. Dergelijke waarde voor een bijblazer van een groep van drie bijblazers kan zodoende met een zekere nauwkeurigheid vergeleken worden met de waarde voor een bijblazer van een groep van twee bijblazers. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal op een afsluitventiel aangesloten bijblazers om een fluïdumstroom doorheen de bijblazers van groepen met een verschillend aantal bijblazers toch met elkaar te kunnen vergelijken en/of met dezelfde verwachte waarde te kunnen vergelijken. Rekening houdende met de correctiefactoren kunnen voor de uitvoeringsvorm van figuur 4 eveneens alle werkwijzen beschreven aan de hand van figuur 3 op gelijkaardige wijze uitgevoerd worden. Tevens kunnen op gelijkaardige wijze gemiddelde waarden en standaardafwijkingen ten opzichte van de gemiddelde waarden van gemeten waarden voor de fluïdumstroom bepaald worden, meer in het bijzonder voor de fluïdumstroom die met correctiefactoren aangepast werd.For example, if the fluid flow through the nozzle group 41 is 3.2 lm3 / h, then the fluid flow through each of the nozzles of the nozzle group 41 is 1.6 Nm3 / h. If the fluid flow through the group of nozzles 42 is, for example, 4.5 l / lm3 / h, the fluid flow through each nozzle of the group of nozzles 42 will then be 1.5 l / lm3 / h or one third of the total fluid flow. However, if the correction factor is taken into account, the value of the fluid flow is 1.6 Nm3 / h, this is a value equal to the value of the total fluid flow 4.5 l / lm3 / h divided by the correction factor 2.8. Such a value for a blower of a group of three blowers can thus be compared with a certain accuracy to the value for a blower of a group of two blowers. In this case, the number of blowers connected to a shut-off valve is taken into account so that a fluid flow through the blowers of groups with a different number of blowers can nevertheless be compared with each other and / or can be compared with the same expected value. Taking into account the correction factors, for the embodiment of Figure 4, all methods described with reference to Figure 3 can also be carried out in a similar manner. Also, average values and standard deviations relative to the average values of measured values for the fluid flow can be determined in a similar manner, more particularly for the fluid flow adjusted with correction factors.

Volgens een andere mogelijkheid kan bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2 bij een stilstand van de weefmachine, de hoofdfluïdumstroom in de hoofdtoevoerleiding 4 worden gemeten. Dit kan gebeuren terwijl de smoorventielen 31, 37 en de drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 zich verder in hun positie van tijdens het weven bevinden. Indien geen afsluitventielen aangestuurd worden, kan deze hoofdfluïdumstroom als lekfluïdumstroom aanzien worden. Indien de lekfluïdumstroom groter is dan de lekfluïdumstroom die na het instellen van de weefmachine op gelijkaardige wijze werd gemeten en werd opgeslagen als verwachte waarde, kan besloten worden dat er een bijkomend lek voorhanden is. In geval van manueel bevolen drukregelventielen 23, 24, 26, 33, 39 is het wenselijk de ingestelde posities van die drukregelventielen bij te houden, bijvoorbeeld op te slaan in de opslaginrichting 7 van de weefmachine. Dit laat toe na de controle volgens de uitvinding het insertiesysteem van de weefmachine terug in te stellen met de voordien ingestelde instelling of parameters. Vervolgens kan eerst het drukregelventiel 23 naar minimale druk ingesteld worden en kan nagegaan worden of de lekfluïdumstroom afneemt. Indien dit het geval is, is aan te nemen dat het lek zich na het drukregelventiel 23 bevindt. Indien dit niet het geval is, kan het drukregelventiel 24 naar minimale druk ingesteld worden en kan terug nagegaan worden indien de lekfluïdumstroom afneemt. Op gelijkaardige wijze kunnen de drukregelventielen 33 en 39 naar minimale druk ingesteld worden en kan een afname van de lekfluïdumstroom nagegaan worden. Indien de lekfluïdumstroom dan nog niet is afgenomen kan vervolgens het drukregelventiel 26 naar minimale druk ingesteld worden. Indien de lekfluïdumstroom dan nog niet is afgenomen, kan besloten worden dat het lek zich ter hoogte van de hoofdtoevoerleiding 4 bevindt. Na die controle kunnen de drukregelaars terug in een positie zoals voor de controle ingesteld worden. Daarna kan het weven terug hervat worden.According to another possibility, in the exemplary embodiment of Fig. 2, when the weaving machine is at a standstill, the main fluid flow in the main supply line 4 can be measured. This can happen while the throttle valves 31, 37 and the pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39 are further in their position from during weaving. If no shut-off valves are activated, this main fluid flow can be regarded as a leakage fluid flow. If the leakage fluid flow is greater than the leakage fluid flow that was measured in a similar way after the weaving machine was set and stored as the expected value, it can be decided that there is an additional leak. In the case of manually ordered pressure control valves 23, 24, 26, 33, 39, it is desirable to keep the set positions of those pressure control valves, for example, to store them in the storage device 7 of the weaving machine. This allows, after the check according to the invention, to reset the insertion system of the weaving machine with the previously set setting or parameters. The pressure control valve 23 can then first be set to minimum pressure and it can be checked whether the leakage fluid flow decreases. If this is the case, it is assumed that the leak is after the pressure control valve 23. If this is not the case, the pressure control valve 24 can be set to minimum pressure and can be traced again if the leakage fluid flow decreases. Similarly, the pressure control valves 33 and 39 can be set to minimum pressure and a decrease in the leakage fluid flow can be monitored. If the leakage fluid flow has then not yet decreased, the pressure control valve 26 can then be set to minimum pressure. If the leakage fluid flow has then not yet decreased, it can be decided that the leakage is at the level of the main supply line 4. After that check, the pressure regulators can be set back to a position such as before the check. Then the weaving can be resumed.

Volgens het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in figuur 5 kan de sensorinrichting 2 tevens nog een sensor 48, 49 en/of 50 bevatten die hoort bij minstens één mondstuk. Volgens dit uitvoeringsvoorbeeld hoort de sensor 48 bij een hoofdblazer 28, hoort de sensor 49 bij de groep bijblazers 11 en hoort de sensor 50 bij de hoofdblazer 40. Bij deze uitvoeringsvorm is de hoofdblazer 40 verbonden met het afsluitventiel 36, dat via een smoorventiel 37 verbonden is met de voorraadtank 38. Uiteraard kan nog een sensor aangebracht worden die hoort bij één bijblazer, bij één of meerdere groepen bijblazers, bij één hoofdblazer en/of bij één of meerdere groepen hoofdblazers. De sensoren 48, 49, 50 zijn elk verbonden met de verwerkingsinrichting 6 om analoge of digitale signalen naar de verwerkingsinrichting 6 te sturen en/of van de verwerkingsinrichting 6 te ontvangen.According to the exemplary embodiment shown in Figure 5, the sensor device 2 can also further comprise a sensor 48, 49 and / or 50 which belongs to at least one nozzle. According to this exemplary embodiment, the sensor 48 belongs to a main blower 28, the sensor 49 belongs to the group of blowers 11 and the sensor 50 belongs to the main blower 40. In this embodiment, the main blower 40 is connected to the shut-off valve 36, which is connected via a throttle valve 37 is with the storage tank 38. Of course, a sensor can also be fitted that belongs to one additional blower, one or more groups of blowers, one main blower and / or one or more groups of main blowers. The sensors 48, 49, 50 are each connected to the processing device 6 to send analog or digital signals to the processing device 6 and / or to receive from the processing device 6.

Zoals schematisch aangeduid in figuur 1 kan de stuureenheid 58 van de weefmachine verbonden worden met de verwerkingsinrichting 6. Op gelijkaardige wijze kan de stuureenheid 58 eveneens verbonden worden met de opslaginrichting 7, de invoerinrichting 8 en de weergave-inrichting 9. De stuureenheid 58 kan eveneens alle elementen van het insertiesysteem 10 bevelen, meer in het bijzonder kan alle voornoemde ventielen volgens een stuurprogramma aandrijven. De verwerkingsinrichting 6, de opslaginrichting 7 en de invoerinrichting 8 kunnen in de praktijk deel uitmaken van één enkele fysische eenheid, bijvoorbeeld een elektronische print met ingangen en uitgangen voor signalen. Dergelijke print kan in de stuureenheid 58 van de weefmachine aangebracht worden.As schematically indicated in Fig. 1, the control unit 58 of the weaving machine can be connected to the processing device 6. Similarly, the control unit 58 can also be connected to the storage device 7, the input device 8 and the display device 9. The control unit 58 can also all elements of the insertion system 10 command, more in particular, all the aforementioned valves can drive according to a control program. The processing device 6, the storage device 7 and the input device 8 can in practice form part of a single physical unit, for example an electronic printed circuit board with inputs and outputs for signals. Such a print can be provided in the control unit 58 of the weaving machine.

Het is voordelig het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding te laten plaatsvinden bij een geopend weefvak. Op die manier wordt verhinderd dat fluïdum inwerkt op de kettingdraden bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, wat aanleiding kan geven tot het beschadigen van kettingdraden.It is advantageous to have a method according to the invention carried out with an open weaving compartment. In this way, fluid is prevented from acting on the warp threads when carrying out the method according to the invention, which can give rise to damaging warp threads.

Uiteraard zijn varianten en combinaties mogelijk voor de weergegeven referentie-instellingen. Bij de keuze van de referentie-instellingen kan het gewenst zijn de drukregelventielen maximaal of minimaal in stellen. Op gelijkaardige wijze kunnen de smoorventielen maximaal of minimaal ingesteld worden. Dit om toe te laten bij een geopend afsluitventiel of een aantal geopende afsluitventielen de invloed van de fluïdumstroom door dit afsluitventiel of door die afsluitventielen nauwkeurig te meten, dit betekent zonder wezenlijke invloed van onregelmatigheden ter hoogte van andere elementen of onderdelen van het insertiesysteem.Variants and combinations are of course possible for the reference settings displayed. When selecting the reference settings, it may be desirable to set the pressure control valves to a maximum or minimum. The throttle valves can be set to maximum or minimum in a similar way. This is to allow for an opened shut-off valve or a number of open shut-off valves to accurately measure the influence of the fluid flow through this shut-off valve or through those shut-off valves, this means without substantial influence of irregularities at the level of other elements or components of the insertion system.

Uiteraard kan volgens een niet weergegeven variante per afsluitventiel slechts één mondstuk worden voorzien, bijvoorbeeld één bijblazer, of kunnen meer dan drie mondstukken worden voorzien, bijvoorbeeld meer dan drie bijblazers. In dit geval kunnen ook bijhorende correctiefactoren bepaald worden.Of course, according to a variant (not shown), only one nozzle can be provided per shut-off valve, for example one additional blower, or more than three nozzles can be provided, for example more than three additional blowers. In this case, corresponding correction factors can also be determined.

Indien een operator het controleren van het insertiesysteem volgens een werkwijze volgens de uitvinding activeert, zal de stuureenheid 58 van de inrichting 1 vooreerst nagaan of een sensorinrichting 2 met minstens één sensor 5, 48, 59, 50 voorhanden is, meer in het bijzonder nagaan of de sensorinrichting 2 een analoog of een digitaal signaal genereert. Indien dit niet het geval is, zal dit aangegeven worden op de weergave-inrichting 9 van de weefmachine en zal de werkwijze volgens de uitvinding niet uitgevoerd worden.If an operator activates the checking of the insertion system according to a method according to the invention, the control unit 58 of the device 1 will first check whether a sensor device 2 with at least one sensor 5, 48, 59, 50 is available, more particularly check whether the sensor device 2 generates an analog or a digital signal. If this is not the case, this will be indicated on the display device 9 of the weaving machine and the method according to the invention will not be carried out.

Volgens de uitvinding wordt een fluïdumstroom uit minstens één mondstuk gemeten en vergeleken met een verwachte waarde. Hierbij is het mondstuk niet beperkt tot minstens één bijblazer en/of minstens één hoofdblazer, maar kan het mondstuk bestaan uit eender welk mondstuk aangewend in een weefmachine, bijvoorbeeld een strekblazer voor een inslagdraad, een houdblazer voor een inslagdraad, een kanteninlegblazer voor een inslagdraadeinde, een reinigingsblazer, eender welke andere gekende blazer voor een weefmachine en dergelijke.According to the invention, a fluid flow from at least one nozzle is measured and compared with an expected value. Hereby the nozzle is not limited to at least one additional blower and / or at least one main blower, but the nozzle can consist of any nozzle used in a weaving machine, for example a stretch blower for a weft thread, a holding blower for a weft thread, a lace insert blower for a weft thread end, a cleaning blower, any other known blower for a weaving machine and the like.

De in de uitvoeringsvoorbeelden weergegeven en beschreven inrichting en werkwijze volgens de uitvinding is niet beperkt tot gebruik in een luchtweefmachine, maar kan aangewend worden in eender welk type weefmachine waarbij een inslagdraad door middel van een fluïdum in een weefvak wordt gebracht, bijvoorbeeld ook bij waterstraalweefmachines of andere types fluïdische weefmachines.The device and method according to the invention shown and described in the exemplary embodiments is not limited to use in an air-weaving machine, but can be used in any type of weaving machine in which an weft thread is introduced into a weaving compartment by means of a fluid, for example also in water-jet weaving machines or other types of fluid weaving machines.

De inrichting en de werkwijze volgens de in de conclusies weergegeven uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kunnen eveneens varianten en combinatie ervan bevatten die onder de conclusies vallen.The device and method according to the invention represented in the claims are not limited to the exemplary embodiments shown and described, but may also contain variants and combinations thereof covered by the claims.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het controleren van een insertiesysteem (10) voor een weefmachine, waarbij minstens één actuele waarde van een fluïdumstroom door middel van een sensorinrichting (2) wordt gemeten, daardoor gekenmerkt dat de gemeten actuele waarde van de fluïdumstroom met een verwachte waarde wordt vergeleken.Method for checking an insertion system (10) for a weaving machine, wherein at least one current value of a fluid flow is measured by means of a sensor device (2), characterized in that the measured current value of the fluid flow is measured with an expected value compared. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een hoofdfluïdumstroom in een hoofdtoevoerleiding (4) van de weefmachine wordt gemeten.Method according to claim 1, characterized in that a main fluid flow is measured in a main supply line (4) of the weaving machine. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voor het bepalen van een verwachte waarde en/of een actuele waarde in een referentie-instelling wordt voorzien door het instellen van referentieparameters van de ventielen (16,17,18,19,20, 30,36; 31,37; 23,24,26,33,39; 51,52,53,54,55,56,57) van de weefmachine.Method according to claim 1 or 2, characterized in that for determining an expected value and / or a current value, a reference setting is provided by setting reference parameters of the valves (16, 17, 18, 19, 20) , 30.36, 31.37, 23.24.26, 3.39, 51.52.53.54.55, 56.57) of the weaving machine. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat een aanwezige lekfluïdumstroom in de hoofdtoevoerleiding (4) wordt gemeten.Method according to claim 3, characterized in that an existing leakage fluid flow in the main supply line (4) is measured. 5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat minstens één verwachte waarde voor de fluïdumstroom door middel van een meting voor een referentie-instelling wordt bepaald, waarbij slechts één afsluitventiel (16,17,18,19,20,30,36; 51,52,53,54,55,56,57) is geopend.Method according to one of claims 1 to 4, characterized in that at least one expected value for the fluid flow is determined by means of a measurement for a reference setting, wherein only one shut-off valve (16, 17, 18, 19, 20) 30.36; 51.52.53.54.55.56.57). 6. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat om de verwachte waarden te bepalen een fluïdumstroom volgens een referentie-instelling van de weefmachine wordt gemeten.Method according to claim 5, characterized in that a fluid flow is measured according to a reference setting of the weaving machine to determine the expected values. 7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de fluïdumstroom voor elk van een aantal groepen mondstukken (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46,47) die op een bijhorend afsluitventiel (16,17,18,19,20; 51,52,53,54,55,56,57) zijn aangesloten dat op een bepaalde voorraadtank (21) is aangesloten met de sensorinrichting (2) wordt gemeten, waarbij als verwachte waarde een gemiddelde waarde voor de fluidumstroom voor een aantal van deze groepen mondstukken (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46,47) wordt bepaald.Method according to one of claims 1 to 6, characterized in that the fluid flow for each of a number of groups of nozzles (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46.47) are connected to a corresponding shut-off valve (16,17,18,19,20; 51,52,53,54,55,56,57) which is connected to a specific storage tank (21) with the sensor device (2) being measured, wherein the expected value is an average value for the fluid flow for a number of these groups of nozzles (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46.47). 8. Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat in functie van een standaardafwijking van de gemeten waarden waarmee de voornoemde gemiddelde waarde voor de fluïdumstroom werd bepaald, bepaald wordt of een wezenlijk verschil tussen een gemeten waarde voor de fluïdumstroom en de verwachte waarde voor de fluïdumstroom voorhanden is.Method according to claim 7, characterized in that as a function of a standard deviation of the measured values with which the above-mentioned average value for the fluid flow is determined, it is determined whether a substantial difference between a measured value for the fluid flow and the expected value for the fluid flow is available. 9. Werkwijze volgens één van de conclusies 5 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de fluïdumstroom uit een mondstuk van een groep mondstukken (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46,47) via een correctiefactor met inachtneming van het aantal mondstukken van de groep bepaald wordt.Method according to one of claims 5 to 8, characterized in that the fluid flow from a nozzle of a group of nozzles (11, 12, 13, 14, 15; 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47) via a correction factor is determined taking into account the number of mouthpieces in the group. 10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat een fluïdumstroom uit minstens één bijblazer (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46,47) die op een afsluitventiel is aangesloten en/of uit minstens één hoofdblazer (28, 29; 40) die op een afsluitventiel is aangesloten, wordt gemeten.Method according to one of claims 1 to 9, characterized in that a fluid flow from at least one additional blower (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46.47) which is mounted on a shut-off valve is connected and / or measured from at least one main blower (28, 29; 40) connected to a shut-off valve. 11. Inrichting voor het controleren van een insertiesysteem (10) voor een weefmachine, waarbij de inrichting (10) een sensorinrichting (2) bevat voor het meten van minstens één actuele waarde van een fluïdumstroom, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een met de sensorinrichting (2) verbonden verwerkingsinrichting (6) bevat voor het vergelijken van een gemeten actuele waarde van de fluïdumstroom met een verwachte waarde voor de fluïdumstroom.Device for checking an insertion system (10) for a weaving machine, the device (10) comprising a sensor device (2) for measuring at least one current value of a fluid flow, characterized in that the device (1) has a the processing device (6) connected to the sensor device (2) comprises for comparing a measured current value of the fluid flow with an expected value for the fluid flow. 12. Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de sensorinrichting (2) een in een hoofdtoevoerleiding (4) van de weefmachine aangebrachte sensor (5) bevat.Device according to claim 11, characterized in that the sensor device (2) comprises a sensor (5) arranged in a main supply line (4) of the weaving machine. 13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) een opslaginrichting (7) bevat, waarin minstens één verwachte waarde voor de fluïdumstroom is opgeslagen.Device according to claim 11 or 12, characterized in that the device (1) comprises a storage device (7) in which at least one expected value for the fluid flow is stored. 14. Inrichting volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat in de opslaginrichting (7) correctiefactoren voor aparte mondstukken en/of voor meerdere op afsluitventielen (16,17,18,19,20,30,36; 51,52,53,54,55,56,57) aangesloten mondstukken zijn opgeslagen, waardoor voor de bijhorende verwachte waarden rekening kan worden gehouden met het aantal op een afsluitventiel aangesloten mondstukken (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45,46,47).Device according to claim 13, characterized in that correction factors for separate nozzles and / or for several on shut-off valves (16, 17, 18, 19, 20, 30, 36; 51.52.53.54, in the storage device (7); 55,56,57) connected nozzles are stored, whereby for the corresponding expected values account can be taken of the number of nozzles connected to a shut-off valve (11,12,13,14,15; 41,42,43,44,45, 46.47). 15. Inrichting volgens één van de conclusies 11 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de sensorinrichting (2) een bij een bijblazer, een groep bijblazers, een hoofdblazer en/of een groep hoofdblazers horende sensor (48, 49, 50) bevat.Device according to one of claims 11 to 14, characterized in that the sensor device (2) comprises a sensor (48, 49, 50) associated with an additional blower, a group of additional blowers, a main blower and / or a group of main blowers.
BE2008/0581A 2008-10-22 2008-10-22 METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE. BE1018324A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0581A BE1018324A3 (en) 2008-10-22 2008-10-22 METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE.
EP09744953.2A EP2352869B1 (en) 2008-10-22 2009-10-20 Method and device for monitoring an insertion system for a weaving machine
CN200980141857.2A CN102203334B (en) 2008-10-22 2009-10-20 Method and device for monitoring an insertion system for a weaving machine
PCT/EP2009/007515 WO2010046092A1 (en) 2008-10-22 2009-10-20 Method and device for monitoring an insertion system for a weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200800581 2008-10-22
BE2008/0581A BE1018324A3 (en) 2008-10-22 2008-10-22 METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018324A3 true BE1018324A3 (en) 2010-09-07

Family

ID=41050866

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0581A BE1018324A3 (en) 2008-10-22 2008-10-22 METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2352869B1 (en)
CN (1) CN102203334B (en)
BE (1) BE1018324A3 (en)
WO (1) WO2010046092A1 (en)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012171842A2 (en) 2011-06-15 2012-12-20 Picanol A pressure regulator device
JP5780102B2 (en) * 2011-10-11 2015-09-16 株式会社豊田自動織機 Air leak detection method for air jet loom
JP5958296B2 (en) * 2012-11-16 2016-07-27 株式会社豊田自動織機 Compressed air flow rate display device for air jet loom
JP6119557B2 (en) * 2013-10-29 2017-04-26 株式会社豊田自動織機 Compressed air pressure control device for air jet loom
JP6319262B2 (en) * 2015-10-12 2018-05-09 株式会社豊田自動織機 Weft insertion control device for air jet loom
CN105544068B (en) * 2016-01-20 2018-05-04 吴江市日春纺织机械有限公司 The water supply Weft inserting device and its method of supplying water of a kind of water-jet loom
JP7388322B2 (en) 2020-09-07 2023-11-29 株式会社豊田自動織機 Air jet loom weft insertion device
JP7489003B2 (en) * 2021-01-29 2024-05-23 株式会社豊田自動織機 Air jet weaving machine weft insertion device

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02160958A (en) * 1988-12-07 1990-06-20 Tsudakoma Corp Apparatus for judging quality of modified reed for air jet loom
JPH02175956A (en) * 1988-12-28 1990-07-09 Tsudakoma Corp Detector of abnormal weft inserting in fluid jet type weaving machine
EP1731645A2 (en) * 2005-06-09 2006-12-13 Smit S.p.A. - Unipersonale Air feeding and control device for the pneumatic transporting of the weft in air-jet weaving machines

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN2898072Y (en) * 2006-05-31 2007-05-09 江苏万工科技集团有限公司 Air intaker of jet loom
CN1932106B (en) * 2006-06-15 2011-03-30 江苏万工科技集团有限公司 Pneumatic and electric controller for wefting slot airflow detector
EP1953282B1 (en) * 2007-02-02 2010-12-22 ITEMA (Switzerland) Ltd. Method and device for inserting weft thread into a loom

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02160958A (en) * 1988-12-07 1990-06-20 Tsudakoma Corp Apparatus for judging quality of modified reed for air jet loom
JPH02175956A (en) * 1988-12-28 1990-07-09 Tsudakoma Corp Detector of abnormal weft inserting in fluid jet type weaving machine
EP1731645A2 (en) * 2005-06-09 2006-12-13 Smit S.p.A. - Unipersonale Air feeding and control device for the pneumatic transporting of the weft in air-jet weaving machines

Also Published As

Publication number Publication date
CN102203334B (en) 2013-06-19
CN102203334A (en) 2011-09-28
EP2352869B1 (en) 2013-11-27
WO2010046092A8 (en) 2011-06-23
EP2352869A1 (en) 2011-08-10
WO2010046092A1 (en) 2010-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018324A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR CHECKING AN INSERT SYSTEM FOR A WEAVING MACHINE.
JP3820168B2 (en) Leak tester
US9377374B2 (en) Leak testing methods and systems
US20110019877A1 (en) Method and Apparatus For Monitoring a Production Line
US20100312399A1 (en) Operating method for a cooling section having centralized detection of valve characteristics and objects corresponding thereto
JP2019537783A (en) Manufacturing process monitoring method, indirect estimation of systematic dependencies, quality adaptation method, manufacturing process start method, extruded product manufacturing method, and extruded product manufacturing system
TW202028556A (en) Machine and method to control textile quality
CN101550617B (en) Spinning apparatus
US20170307245A1 (en) Monitoring device, monitoring system, monitoring method, and non-transitory storage medium
US10238020B2 (en) Component mounting machine
KR20050069686A (en) System and method for test hydraulic pressure valve
BE1021489B1 (en) METHOD OF DETECTING AN AIR LEAK IN AN AIR JET WORKING MACHINE
JP7029580B2 (en) Cooling water management device and cooling water management unit incorporating the device
GB2374267A (en) Method of determining source and sensor life in x-ray inspection apparatus
JPH10226931A (en) Apparatus for monitoring leakage of pressurizing medium of weighting device by air pressure of draft mechanism in spinning frame
JP6645796B2 (en) Gas filling equipment
CN107059180A (en) Adjustment work platform and the yarn clearer on yarn manufacture weaving loom(Yarn qualities sensor)Method
JP2019100696A (en) State monitoring method for heat exchanger and heat exchanger
KR102271644B1 (en) Automatic test device for water meter integrated value image recognition
KR101902383B1 (en) Apparatus and method for determining faulty of injection molding objects
JP4926443B2 (en) Weight inspection device
JP4742548B2 (en) Method and apparatus for monitoring a liquefied gas tank
JP2002267562A (en) Gas leakage determining device and gas leakage determining method
US20070284774A1 (en) Method and system for automated purging of manufacturing systems
JP7185515B2 (en) Article inspection device