BE1017228A3 - Inrichting voor granulaat stralen. - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting voor granulaatstralen omvattende een menginrichting voor het mengen van het granulaat en het draaggas. De menginrichting omvat enerzijds een mengplaat (3) waarin minstens één aanvoerkanaal (6) voor het draaggas, minstens één aanvoer van het granulaat (14) en minstens één afvoerkanaal (7) voor het mengsel voorzien is en anderzijds en roteerbare verdeelschijf (1) voorzien van holtes (2) die gedurende rotatie zo positioneren dat ze eerst gevuld worden met granulaat en vervolgens een tijdelijke verbinding vormen tussen het aanvoer (6) - en afvoerkanaal (7) waardoor het draaggas en het granulaat vermengd worden. Daar zowel het aan - als afvoerkanaal voorzien zijn in éénzelfde element wordt de afdichting tussen mengplaat en rotor eenvoudig realiseerbaar.

Description

INRICHTING VOOR GRANULAAT STRALEN

Deze uitvinding betreft een inrichting voor granulaat stralen omvattende: eerste aanvoermiddelen voor een draaggas; tweede aanvoermiddelen voor granulaat; een menginrichting voorzien voor het mengen van het granulaat en het draaggas omvattende een roteerbare verdeelschijf met één of meerdere holtes, die voorzien is om het granulaat in contact te brengen met het draaggas; afvoermiddelen voorzien voor het afvoeren van het gevormde mengsel;

In het bijzonder betreft deze uitvinding een inrichting voor droogijsstralen.

Om hardnekkig vuil aan te pakken grijpen we al te gemakkelijk naar de grote middelen: zandstralen, bijtende producten en solventen, hoge druk reinigen, schuren, borstels, ...

Ideaal zijn deze oplossingen niet, want ze zijn vaak agressief, schadelijk voor de ondergrond, ronduit gevaarlijk of zelfs milieubelastend. Nochtans bestaat er een oplossing die doeltreffend, efficiënt en nagenoeg universeel toepasbaar is: droogijs stralen.

Droogijsstralen maakt gebruik van vaste CO2 korrels als granulaat en een draaggas, bij voorkeur perslucht, om het granulaat in de richting van het te behandelen oppervlak te versnellen.

Een droogijsinrichting bestaat doorgaans uit een vultrechter gevuld met granulaat (pellets), een menginrichting om het granulaat te vermengen met het draaggas, en één of meerdere afvoermiddelen waarop een straalpistool aansluitbaar is om het granulaat naar het te behandelen oppervlak te projecteren. Het granulaatverbruik zal in de meeste gevallen geregeld worden door de menginrichting.

Er bestaan verschillende types van menginrichtingen voor dergelijke inrichtingen. Een veel gebruikt type is de aangedreven rotor met openingen. Dergelijk type wordt beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP 1 340 592. volgens deze octrooiaanvraag omvat de menginrichting een tussen twee rotatievast opgestelde platen en rond een verticale as roteerbare schijf. De schijf heeft twee functies : 1) het in de vultrechter aanwezige granulaat in de gaten van de onder de bovenste platen draaiende schijf opnemen; 2) de gevulde gaten in contact brengen met een draaggas.

Door de draaisnelheid van de schijf te variëren is het mogelijk om het granulaatverbruik te regelen.

Een ander gebruikt type van menginrichting wordt beschreven in de Internationale octrooipublicatie WO

03089193. Volgens deze octrooipublicatie omvat de menginrichting een cilinder, die aan zijn buitenomtrek voorzien is van holtes of uitsparingen. De cilinder is draaibaar rond een horizontale as en is opgesteld tussen een bovenste kamer waar de openingen gevuld worden met granulaat uit de vultrechter en een onderste kamer waar het granulaat in de draaggasstroom gemengd wordt. Door de draaisnelheid van de cilinder te variëren is het eveneens mogelijk het granulaatverbruik te regelen.

Aangezien de opbouw van de gekende inrichtingen redelijk complex is, is één van de grote uitdagingen van de gekende systemen een goede afdichting tussen de draaibare rotor en rotatievaste schijven of kamers te bewerkstelligen. De inrichtingen waarbij de rotor draaibaar is rond een verticale as maakt gebruik van statisch opgestelde afsluitschijven boven en onder de rotor die de rotor deels of volledig bedekken. De druk waarmee wordt afgedicht kan geregeld worden via veren of afdichtingselementen die de constructie van het geheel nog complexer maken.

De afdichting van de menginrichtingen met een rond een horizontale as roteerbare rotor dient op de buitenomtrek te gebeuren, dit resulteert in een heel complexe constructie van de bovenste en onderste kamer en hoge motor torsie. Om de afdichting te behouden met verhoogde druk en zonder een hoge motor torsie zijn er reeds complexe onderste kamers met flexibele binnenwanden en verschillende afdichtingen ontwikkeld.

Het doel van de uitvinding is een inrichting voor granulaat stralen te verschaffen waarbij men op een eenvoudige manier de afdichting van de menginrichting kan bewerk stelligen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor granulaatstralen omvattende: eerste aanvoermiddelen voor een draaggas; tweede aanvoermiddelen voor granulaat; een menginrichting voorzien voor het mengen van het granulaat en het draaggas omvattende een roteerbare verdeelschijf met één of meerdere holtes, die voorzien is om het granulaat in contact te brengen met het draaggas; afvoermiddelen voorzien voor het afvoeren van het gevormde mengsel; waarbij de menginrichting een mengplaat omvat waarin minstens één aanvoerkanaal voor het draaggas en minstens één afvoerkanaal voor het mengsel voorzien is en dat de roteerbare verdeelschijf voorzien is om de holtes gedurende rotatie zo te positioneren dat ze een tijdelijke verbinding vormen tussen het minstens één aanvoerkanaal en het minstens één afvoerkanaal. Het grote voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de inrichting maar in één vlak hoeft worden afgedicht. De afdichting van de roteerbare verdeelschijf en mengplaat is veel eenvoudiger aangezien de roteerbare verdeelschijf maar aan één zijde meer wordt blootgesteld aan het draaggas onder druk en dus maar op één vast element moet afdichten. Waar de gekende inrichtingen gebruik maken van twee rotatievaste elementen die in contact staan met het granulaat en de roteerbare verdeelschijf, heeft de inrichting volgens de uitvinding maar één rotatievast element, namelijk de mengplaat.

Daar zowel het aan - als afvoerkanaal voorzien zitten in één zelfde element, wordt een heel eenvoudige opstelling bekomen, deze opstelling heeft nog een bijkomend voordeel. Namelijk, wanneer de druk van het draaggas wegvalt tijdens rotatie van de verdeelschijf zal bij de gekende inrichtingen de in - en/of uitgang van het draaggas kanaal gevuld worden met granulaat, dit ten gevolge van de zwaartekracht. In geval het granulaat vaste CO2 korrels zijn, dan kan het gebeuren dat de in -en/of uitgang van het kanaal geblokkeerd zit ten gevolge van het bevroren granulaat. In de inrichting volgens deze uitvinding bestaat het gevaar niet dat de in - of uitgang geblokkeerd raakt met granulaat wanneer de druk van het draaggas wegvalt en de verdeelschijf blijft draaien, daar het granulaat de holtes in de verdeelschijf niet zullen verlaten ten gevolge van de zwaartekracht.

Het gebruikte draaggas in de inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder perslucht maar kan eveneens een ander gekend draaggas zijn.

Het granulaat is bij voorkeur CO2 pellets of een mengsel van CO2 pellets met een ander materiaal, zoals bijv. silicaten, zoutkristallen, e.d. Het granulaat kan toegevoerd worden aan de inrichting onder vorm van schraapsel (bijv. afkomstig van blokken) , schilfers of poeder.

Bij een voorkeurdragende uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is tussen het aan - en afvoerkanaal een scheidingswand voorzien en zijn de kanalen voorzien om de genoemde verbinding te realiseren ter hoogte van de scheidingswand.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat de mengrichting een rotatievaste afdichtingplaat die opgesteld is tussen de mengplaat en de roteerbare verdeelschijf.

Volgens een bijzondere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat de genoemde afdichtingplaat minstens één eerste opening die in verbinding staat met de tweede aanvoermiddelen en dat de genoemde afdichtingplaat minstens één tweede opening omvat ter hoogte van de scheidingswand waarbij de tweede opening aansluit op zowel het aan - als afvoerkanaal.

Volgens een voorkeurdragende uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat de menginrichting snijdmiddelen om het toegevoerde granulaat te verkleinen. Bij voorkeur staan de snijdmiddelen opgesteld tussen de mengplaat en roteerbare verdeelschijf.

In een bijzonder voordelige uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat de roteerbare verdeelschijf minstens één serie op regelmatige afstanden van elkaar en op gelijke afstanden ten opzichte van het middelpunt van de schijf geplaatste holtes die tijdens rotatie van de verdeelschijf een tijdelijke verbinding vormen tussen het minstens één aanvoerkanaal en het minstens één afvoerkanaal. Bij voorkeur zullen de op regelmatige afstanden van elkaar en op gelijke afstanden ten opzichte van het middelpunt van de schijf geplaatste holtes tijdens rotatie van de verdeelschijf afwisselend aansluiten op de eerste en tweede opening. In een bijzondere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is het aantal holtes per serie oneven. Wanneer dit gecombineerd wordt met twee vulopeningen, twee eerste openingen en twee tweede openingen die toegang geven tot het afvoerkanaal resulteert dit in een gelijkmatige vermenging van het granulaat met het draaggas en wordt bovendien het ongewenste pulserend (stotend) effect gereduceerd.

Een nog betere vermenging van het granulaat met het draaggas wordt bekomen bij een bijzondere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de roteerbare verdeelschijf een eerste serie en een tweede series holtes omvat, waarbij de genoemde series holtes respectievelijk op een eerste en een tweede afstand van het middelpunt van de schijf geplaatst zijn. In het bijzonder staan de eerste en tweede serie holtes versteld ten opzichte van elkaar.

Volgens een voorkeurdragende uitvoering van de inrichting omvat de inrichting drukmiddelen om de roteerbare verdeelschijf tegen de mengplaat te drukken. Bij voorkeur drukken de genoemde drukmiddelen langs één zijde de roteerbare verdeelschijf tegen de mengplaat.

In het bijzonder omvatten de genoemde drukmiddelen een drukkamer waarbij de druk uitgeoefend door de drukkamer proportioneel is met de druk van het draaggas. Dit heeft als voordeel dat een drukafhankelijke afdichting gerealiseerd wordt en onnodige frictie en erop volgende slijtage bij lagere drukken vermeden worden. De genoemde drukkamer is in een voorkeursuitvoering buiten de menginrichting gelegen is.

In een meest bijzondere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is de genoemde inrichting een droogijs straal inrichting.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een inrichting voor granulaatstralen volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de inrichting volgens de uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een inrichting voor granulaatstralen; figuur 2 een verticale dwarsdoorsnede is van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 3 een bovenaanzicht is van de menginrichting; figuur 4 een onderaanzicht is van de menginrichting; figuur 5 de onderzijde toont van de mengplaat met aanduiding van het aanvoer - en afvoerkanaal; figuur 6 een onderzicht is van de afdichtingplaat; figuur 7 een bovenzicht is van de roteerbare verdeelschij f; figuur 8 een verticale dwarsdoorsnede is van de menginrichting.

Droogijs stralen is een straaltechniek, vergelijkbaar met zandstralen of hoge druk waterstralen, maar ze maakt gebruik van o.a. vaste CO2 korrels, ook wel "droogijs pellets" genoemd, poeder of schilfers als granulaat. Het grote verschil met de andere straaltechnieken is tweeërlei. Enerzijds zijn de pellets zeer koud (-78°C), waardoor de vervuilde laag plots afkoelt en krimpt. Hierdoor komt deze laag gemakkelijk los van de ondergrond. Anderzijds sublimeren de C02 pellets nadat ze het oppervlak geraakt hebben. Hierdoor wordt er geen bijkomend afval gegenereerd. Dit is meteen één van de grootste voordelen van het droogijs stralen.

Een inrichting voor granulaatstralen volgens deze uitvinding en zoals voorgesteld op figuur 1 omvat: - eerste aanvoermiddelen (4) voor een draaggas; - tweede aanvoermiddelen voor granulaat, het granulaat (zoals bijv. vaste C02 korrels) is bij voorkeur voorzien in een vultrechter (13); - een menginrichting om het granulaat te vermengen met het draaggas; - één of meerdere afvoermiddelen (5) waarop een straalpistool aansluitbaar is om het granulaat naar het te behandelen oppervlak te projecteren.

De menginrichting en zoals voorgesteld op figuren 3 en 4, omvat enerzijds een mengplaat (3) waarin minstens één aanvoerkanaal (6) voor het draaggas en minstens één afvoerkanaal (7) voor het mengsel voorzien is. Anderzijds omvat de menginrichting een rond een verticale as roteerbare verdeelschijf (1) die in zijn bovenoppervlak voorzien is van één of meerdere holtes (2). De roteerbare verdeelschijf (1) zit onder de mengplaat (3) gemonteerd en is voorzien om de holtes (2) gedurende rotatie van de verdeelschi j f (1) zo te positioneren dat ze een tijdelijke verbinding vormen tussen het aanvoer - (6) en afvoerkanaal (7) . Verder omvat de menginrichting een rotatievaste afdichtingplaat (9) die opgesteld is tussen de mengplaat (3) en de roteerbare verdeelschijf (1).

Zoals voorgesteld op figuur 5 omvat de mengplaat (3) enerzijds een rechter (6a) en een linker (6b) uitholling voor de vorming van een rechter en linker aanvoerkanaal, die zich respectievelijk aan de rechter - en linkerzijde van de mengplaat (3) uitstrekken. Anderzijds omvat de mengplaat (3) een rechter (7a) en een linker (7b) uitholling voor de vorming van een rechter en linker afvoerkanaal (7b), die zich eveneens respectievelijk aan de rechter - en linkerzijde van de mengplaat (3) uitstrekken. De verschillende kanalen (rechter en linker aan - en afvoerkanaal) worden gevormd door de uitholling m.b.v. de afdichtingplaat (9) af te dekken.

De afdichtingplaat (9) o.a voorgesteld in figuur 6 omvat minstens één, bij voorkeur twee, eerste openingen (10) die in verbinding staan met de tweede aanvoermiddelen en omvat minstens één tweede, bij voorkeur twee, openingen (11) ter hoogte van de twee scheidingswanden (8) waarbij de tweede openingen (11) aansluiten op zowel het aan (6) - als afvoerkanaal (7). De afdichtingplaat (9) omvat verder een derde (15) en vierde opening (16) , waarbij de derde opening (15) aansluit op enerzijds de aanvoerkanalen (6) en anderzijds de eerste aanvoermiddelen (4) voor het draaggas en waarbij de vierde opening (16) aansluit op enerzijds de afvoerkanalen (7) en anderzijds de afvoermiddelen (5) voor het mengsel.

Tussen zowel het rechter aan (6a) - en afvoerkanaal (7a) als tussen het linker (6b) aan - en afvoerkanaal (7b) is een scheidingswand (8) voorzien. De scheidingswanden (8) zorgen ervoor dat de draaggasstroom zal worden afgebogen in de richting van de ondergelegen roteerbare verdeelschijf (1). De scheidingswand kan ofwel volledig de doorgang tussen aan - en afvoerkanaal afsluiten, ofwel slechts gedeeltelijk afsluiten. In het laatste geval zal een deel van het draaggas rechtstreeks van aanvoer - naar afvoerkanaal stromen met een verminderd pulserend of stotend effect van het draaggas aan het straalpistool tot gevolg.

De mengplaat (3) heeft minstens één vulopening (14) , bij voorkeur twee, die aansluiten op de tweede aanvoermiddelen. Het granulaat uit de vultrechter (13) valt via de vulopeningen (14) en de eerste openingen (10) in de holtes (2) van de roteerbare verdeelschijf (1). Het vullen van de holtes kan ondersteund worden door een draaibaar mes (17) gemonteerd op de bovenzijde van de mengplaat (3). De holtes (2) blijven gevuld met granulaat tot ze onder een tweede opening (11) passeren. Op dat ogenblik maken de holtes (2) deel uit van het draaggasstroom pad en wordt het granulaat dat aanwezig is in de holtes (2) meegenomen met het draaggas en gestuurd naar het afvoerkanaal (7). Het mengsel granulaat / draaggas verlaat vervolgens de menginrichting via de vierde opening (16) . Om het mengsel naar het te behandelen oppervlak te projecteren wordt een straalpistool, via een slang of buis, aangesloten aan deze vierde opening (16). Door twee vierde openingen te voorzien is het eveneens mogelijk twee straalpistolen aan de menginrichting aan te sluiten.

Vooraleer de holtes (2) opnieuw langs de vulopening passeren en gevuld worden, passeren ze eerst langs een ontluchtingskanaal (18). Het ontluchtingskanaal (18) is, zoals voorgesteld op figuur 4 een uitsparing die voorzien is in de zijde van de afdichtingplaat (9) gericht naar de roteerbare verdeelschijf (1). Het ontluchtingskanaal (18) strekt zich radiaal uit tot voorbij de diameter van de verdeelschijf zodat een opening naar "atmosfeer" ontstaat waarlangs de opgebouwde overdruk door het draaggas in de holtes kan worden afgelaten.

De menginrichting is op een zodanige manier ontworpen dat het granulaat een minimale botsing ondervindt vooraleer het granulaat in het afvoerkanaal (7) komt. Dit wordt gerealiseerd door de tweede openingen (11) voldoende groot te maken en een glad afvoerkanaal (7) te voorzien. Dit in tegenstelling tot gekende systemen die aan hun buitenomtrek voorzien zijn van openingen of uitsparingen. Bij dergelijke systemen zal het granulaat vooraleer het naar het afvoerkanaal gestuurd wordt, eerst in een grotere kamer terechtkomen waar een zekere turbulentie aanwezig is.

De roteerbare verdeelschijf (1) (zie bijvoorbeeld figuur 7) omvat één, bij voorkeur twee, rijen van een oneven aantal holtes (2) die op regelmatige afstanden van elkaar geplaatst staan. Wanneer dit gecombineerd wordt met twee vulopeningen (14) en twee tweede openingen (11) die aansluiten op zowel het aan (6) - als afvoerkanaal (7), resulteert dit in een uniforme menging van het granulaat met het draaggas en een gelijkmatig straalbeeld dat vrij is van pulsaties.

De roteerbare verdeelschijf (1) omvat een eerste serie en een tweede series holtes (en eventueel een derde serie holtes) waarbij de genoemde series holtes (2) respectievelijk op een eerste en een tweede afstand (en derde afstand) van het middelpunt van de schijf (1) geplaatst zijn. Wanneer de eerste en tweede serie holtes versteld staan ten opzichte van elkaar, resulteert dit in een nog uniformere vermenging van het granulaat met het draaggas.

De diameter van de verdeelschijf (1) en de dimensies van de holtes (2) zijn zo gekozen dat enerzijds de wrijving tussen verdeelschijf (1) en afdichtingplaat (9) beperkt worden gehouden en dat anderzijds er voldoende granulaat kan vermengd worden met het draaggas zonder dat de rotatiesnelheid zodanig hoog wordt dat de holtes slechts gedeeltelijk zouden gevuld worden. Typische rotatiesnelheden liggen in de grootte orde van 5 tot 100 tr/min.

Bij inrichtingen waar gewerkt wordt met twee vulopeningen (14) en twee tweede openingen (11) die aansluiten op zowel het aan (6) - als afvoerkanaal (7) zullen de holtes geleegd worden aan de eerste tweede opening door een gasstroom die stroomt volgens de rotatierichting van de roteerbare verdeelschijf (1), terwijl in de tweede tweede opening de holtes geleegd worden door een gasstroom die stroomt in een richting tegengesteld aan de rotatierichting van de verdeelschijf (1). Dit voorkomt dat er een eventuele opbouw is van droogijs in de holtes (2) .

Waar zoals voorgesteld op figuur 8, gewerkt wordt met een inrichting waarbij de scheidingswand de doorgang tussen aan - en afvoerkanaal slechts gedeeltelijk afsluit, zal slechts een deel (voorgesteld door pijl B) van de draaggasstroom door de holtes (2) vloeien en het in de holte (2) opgenomen granulaat meenemen. Een groot deel van de draaggasstroom zal boven de holtes (2) stromen (voorgesteld door pijl A) , en rechtstreeks via de tweede opening (11) in het afvoerkanaal (7) stromen. Hierdoor zullen geen gaspulsaties voorkomen aan het straalpistool.

De inrichting volgens de uitvinding is zo ontworpen dat alle bewegende delen symmetrisch zijn opgesteld ten aanzien van de roterende as, en dat de druk waarmee afgedicht wordt in lijn is met de bewegende as. Ten gevolge van de symmetrische positionering van beide in -en uitgangen wordt geen krachtmoment gegenereerd ten opzichte van de roterende as. Het voordeel van dit symmetrisch ontwerp is een uniforme afslijting van de roteerbare verdeelschijf (1) en mengplaat (3), evenals een serieuze reductie van de afslijting van deze onderdelen. Dit resulteert in een constante afdichting gedurende de levensduur. Hoewel dit minder optimaal is voor de balans, de kracht en pulsaties van het granulaat betreft deze uitvinding eveneens een inrichting met één vulopening (14), één aanvoerkanaal (6), één afvoerkanaal (7) en één tweede opening (11).

De inrichting volgens de uitvinding is zodanig ontworpen dat opbouw en demontage heel eenvoudig is.

Om minimale lekverliezen te hebben van draaggas bij verhoging van de blaasdruk (druk van het draaggas) en om de wrijving en gebruik van de verdeelschi j f (1) te beperken bij een verlaging van de blaasdruk, wordt de afdichting bij voorkeur afhankelijk gemaakt van de druk van het draaggas. In de gekende menginrichtingen wordt de drukafhankelijke afdichting direct gerealiseerd aan de interface met de rotor (1) en wordt dus blootgesteld aan zeer lage temperaturen ten gevolge van het droog ijs. Dit geeft het nadeel de verschillende componenten nodig om de afdichting te realiseren moeten voldoen aan specifieke eisen,

In de inrichting volgens de uitvinding wordt de drukafhankelijke afdichting gerealiseerd buiten de menginrichting en bijgevolg buiten de afgekoelde zone waardoor er geen nood is aan specifiek materiaal. Dit wordt als volgt gerealiseerd: de roteerbare verdeelschijf (1) wordt gemonteerd op een draaibare as (19) dewelke gemonteerd zit door de holle schacht van de reductor (21) die wordt aangedreven door een motor (20). Onder de reductor (21), wordt de schacht ondersteund door een piston (22) die tegendruk ontvangt van een onderaan de inrichting gelegen drukkamer (23). De lager (24) voorzien aan de bovenzijde van de piston (22), verhinderd dat de piston (22) en de drukkamer draaien. Dit resulteert in een zeer eenvoudige opstelling. Aangezien de druk van de drukkamer (23) proportioneel is met de blaasdruk, wordt een drukafhankelijke afdichting gerealiseerd.

Om de druk van de drukkamer (23) proportioneel te maken met de blaasdruk is het evident om het drukcircuit van de drukkamer te regelen via dezelfde drukklep als die van de blaasdruk. Niettegenstaande, omvat deze uitvinding eveneens een systeem waar de druk in de drukkamer (23) geregeld wordt via een afzonderlijke drukklep. De huidige uitvinding betreft eveneens systemen waar de afdichtingdruk niet geregeld wordt via een drukkamer, maar wel via veren of andere middelen die het mogelijk maken een zekere druk tussen mengplaat (3) en verdeelschijf (1) te realiseren.

Daarenboven wordt de roteerbare verdeelschijf (1) op zo een manier op de schacht gemonteerd dat de verbinding niet stijf is, dit maakt het mogelijk kleine uitlijningsverschillen op te vangen.

Claims (13)

1. Inrichting voor granulaatstralen omvattende: eerste aanvoermiddelen (4) voor een draaggas; tweede aanvoermiddelen voor granulaat; een menginrichting voorzien voor het mengen van het granulaat en het draaggas omvattende een roteerbare verdeelschijf (1) met één of meerdere holtes (2), die voorzien is om het granulaat in contact te brengen met het draaggas; afvoermiddelen (5) voorzien voor het afvoeren van het gevormde mengsel; met het kenmerk dat de menginrichting een mengplaat (3) omvat waarin minstens één aanvoerkanaal (6) voor het draaggas en minstens één afvoerkanaal (7) voor het mengsel voorzien is en dat de roteerbare verdeelschijf (1) voorzien is om de holtes (2) gedurende rotatie zo te positioneren dat ze een tijdelijke verbinding vormen tussen het minstens één aanvoerkanaal (6) en het minstens één afvoerkanaal (7) .

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat tussen het aan (6) - en afvoerkanaal (7) een scheidingswand (8) voorzien is en dat de kanalen (6,7) voorzien zijn om de genoemde verbinding te realiseren ter hoogte van de scheidingswand (8).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de mengrichting een rotatievaste afdichtingplaat (9) omvat die opgesteld is tussen de mengplaat (3) en de roteerbare verdeelschijf (1).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de genoemde afdichtingplaat (9) minstens één eerste opening (10) omvat die in verbinding staat met de tweede aanvoermiddelen en dat de genoemde afdichtingplaat (9) minstens één tweede opening (11) omvat ter hoogte van de scheidingswand (8) waarbij de tweede opening (11) aansluit op zowel het aan (6) - als afvoerkanaal (7).

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de menginrichting snijdmiddelen omvat om het toegevoerde granulaat te verkleinen.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de roteerbare verdeelschij f (1) minstens één serie op regelmatige afstanden van elkaar en op gelijke afstanden ten opzichte van het middelpunt van de schijf geplaatste holtes (2) omvat die tijdens rotatie van de verdeelschijf (1) een tijdelijke verbinding vormen tussen het minstens één aanvoerkanaal (6) en het minstens één afvoerkanaal (7) .

7. Inrichting volgens conclusies 6, met het kenmerk dat het aantal holtes (2) per serie oneven is.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de roteerbare verdeelschijf (1) een eerste serie en een tweede series holtes omvat waarbij de genoemde series holtes respectievelijk op een eerste en een tweede afstand van het middelpunt van de schijf (1) geplaatst zijn.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de eerste en tweede serie holtes versteld staan ten opzichte van elkaar.

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting drukmiddelen (12) omvat om de roteerbare verdeelschijf (1) tegen de mengplaat (3) te drukken.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de genoemde drukmiddelen een drukkamer (23) omvatten waarbij de druk uitgeoefend door de drukkamer (23) proportioneel is met de druk van het draaggas.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de genoemde drukkamer (23) buiten de menginrichting gelegen is.

13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde inrichting een droogijs straal inrichting is.