BE1016876A3

BE1016876A3 - Werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw en snelbouwsteen die bij deze werkwijze kan worden toegepast.

Info

Publication number: BE1016876A3
Application number: BE2006/0034A
Authority: BE
Original assignee: Eucoso Sp Z O O; Wienerberger Nv
Priority date: 2006-01-16
Filing date: 2006-01-16
Publication date: 2007-08-07

Abstract

Werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw, daardoor gekenmerkt dat ze bestaat uit, enerzijds, het op voorhand vervaardigen van in elkaar passende muurgedeelten (8) door het in een bepaald verband op elkaar stapelen en verbinden van stenen (1, 7, 19), waarbij aan de zijranden (9,10) bepaalde niet aangrenzende stenen (1, 7, 19) uitsteken ter vorming van tanden (11) die met een lichte speling (13) kunnen grijpen tussen twee uitstekende tanden (11) van een aan te bouwen naastliggend muurgedeelte (8) en, anderzijds, het op de bouwplaats samenbouwen van deze muurgedeelten (8) door ze met hun tanden (11) in elkaar te schuiven en met elkaar te verbinden.

Description


  Werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw en snelbouwsteen die bij deze werkwijze kan worden toegepast.

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw.

  
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw, waarbij na de realisatie het prefabgebouw qua uitzicht niet of bijna niet te onderscheiden is van een klassiek of traditioneel gemetst gebouw.

  
Het is algemeen bekend dat voor het realiseren van muren van een gebouw doorgaans stenen worden gebruikt die op de bouwplaats zelf in een geschrankt verband op elkaar worden gestapeld en aan elkaar bevestigd worden door mortelspecie.

  
Een nadeel van deze bekende werkwijze is dat de metsers zijn blootgesteld aan allerlei weersomstandigheden, waarbij bijvoorbeeld bij extreme koude de werken volledig moeten worden stilgelegd.

  
De weersomstandigheden vormen tevens een onberekenbare factor voor het plannen van de uitvoering van de werken, waardoor deze dikwijls achterstand kunnen oplopen en voor het inschatten van de kosten die met de uitvoering gepaard gaan. 

  
Nog een nadeel van deze bekende werkwijze is dat de metsers vaak moeten werken op moeilijk bereikbare plaatsen, waarbij dikwijls stellingen geplaatst moeten worden of dergelijke meer.

  
Om aan dit euvel van traditionele bouwwijzen te verhelpen, wordt vaak ook prefabbouw toegepast, die er volgens een bekende werkwijze in bestaat de muren van een gebouw of zelfs een gans gebouw te realiseren met prefabelementen, waarbij op voorhand grote gedeelten van het gebouw in een fabriekshal of dergelijke worden vervaardigd die vervolgens op de bouwplaats in elkaar worden gezet.

  
Een voordeel van deze bekende werkwij ze is dat men minder afhankelijk is van de weersomstandigheden en dat het werk op de bouwplaats zeer snel kan gebeuren.

  
Een ander voordeel van deze bekende werkwijze is dat een groot deel van het werk in de fabriekshal geautomatiseerd kan worden, waardoor uiteraard de tijd nodig om een gebouw op de bouwplaats te realiseren sterk verminderd kan worden, met lagere kosten als gevolg.

  
Een nadeel van deze bekende werkwijze is echter dat zulke prefabgebouwen herkenbaar zijn en vaak een minder goede reputatie genieten dan de traditioneel gemetste gebouwen.

  
Bovendien zijn de wanden van zulke prefabgebouwen heel wat minder stevig dan gemetselde muren.

  
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

  
Hierbij betreft de huidige uitvinding een werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw die bestaat uit, enerzijds, het op voorhand vervaardigen van in elkaar passende muurgedeelten door het in een bepaald verband op elkaar stapelen en verbinden van stenen, waarbij aan de zijranden bepaalde niet aangrenzende stenen uitsteken ter vorming van tanden die met een lichte speling kunnen grijpen tussen twee uitstekende tanden van een aan te bouwen naastliggend muurgedeelte en, anderzijds, het op de bouwplaats samenbouwen van deze muurgedeelten door ze met hun tanden in elkaar te schuiven en met elkaar te verbinden.

  
Een voordeel van deze werkwijze volgens de uitvinding is dat een prefabgebouw kan worden gerealiseerd dat alle eigenschappen vertoont van een traditioneel gemetst gebouw, zowel qua uitzicht, als qua constructieve eigenschappen en dat dat op vele vlakken beter is dan een traditioneel gemetst gebouw.

  
Nog een voordeel van zulke werkwijze is dat de muren van het prefabgebouw steviger zijn dan bij de bekende prefabgebouwen.

  
Door de werkwijze worden ter plaatse van de verbindingen tussen de muurgedeelten betonnen kolommen bekomen, al dan niet met een wapening, die kunnen bijdragen tot de algemene stijfheid en het draagvermogen van de muren. 

  
Nog een bijkomend voordeel van deze werkwijze is dat de werken op de bouwplaats veel sneller kunnen gebeuren en dat er minder lang in barre weersomstandigheden gewerkt moet worden.

  
Nog een ander voordeel van deze werkwijze volgens de uitvinding is dat de muurgedeelten met een hefwerktuig in de vorm van een kraan of dergelijke gemakkelijk kunnen worden gestapeld en aan elkaar verbonden kunnen worden ter vorming van een muur, zodat er geen stellingen moeten worden opgebouwd tijdens de realisatie van het gebouw.

  
Bovendien kan het op voorhand vervaardigen van de muurgedeelten worden geautomatiseerd, waardoor opnieuw veel tijd kan worden bespaard.

  
Volgens een voorkeurdragende werkwijze, overeenkomstig de uitvinding, worden de muurgedeelten gerealiseerd door de stenen rechtstreeks op elkaar te verlijmen, waarbij daarna liefst nog tijdelijke verstevigingselementen worden aangebracht voor het bijeenhouden van de muurgedeelten tijdens het transport naar de bouwplaats, zoals bijvoorbeeld in de vorm van verticale banden die rond de muurgedeelten worden aangebracht.

  
Deze werkwijze heeft als voordeel dat bij een verlijming de stenen rechtstreeks op elkaar rusten, wat niet het geval is bij het bekende klassieke metselwerk en dat door de verstevigingselementen de stenen goed worden samengehouden, waardoor niet gewacht moet worden tot de verbinding tussen de stenen volledig is tot stand gekomen door het volledig uitharden van de lijm alvorens een muurgedeelte kan worden verplaatst.

  
De uitvinding betreft tevens een snelbouwsteen die bij de voornoemde werkwijze volgens de uitvinding kan worden gebruikt, waarbij deze snelbouwsteen is voorzien van minstens twee uit het center geplaatste verticale doorgangen, die zodanig zijn geplaatst dat wanneer meerdere snelbouwstenen in een geschrankt verband op elkaar worden gestapeld er één doorgaande verticale schacht wordt gevormd, waarin een mortelspecie en eventueel een wapening kan worden aangebracht ter vorming van een verticale steunkolom.

  
Zulke snelbouwsteen volgens de uitvinding is bijzonder interessant bij de voornoemde werkwijze overeenkomstig de uitvinding, omdat hij toelaat de muurgedeelten op eenvoudige wijze met elkaar te verbinden ter vorming van een muur.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende werkwijzen voor het realiseren van muren van een prefabgebouw beschreven, evenals enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een snelbouwsteen die bij zulke werkwijze kan worden toegepast, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin:
figuren 1 en 2 respectievelijk in perspectief en in bovenaanzicht een snelbouwsteen volgens de uitvinding weergeven; figuur 3 en 4 analoog aan de figuren 2 en 3 een andere uitvoeringsvorm van een snelbouwsteen volgens de uitvinding weergeven; figuur 5 in perspectief een muurgedeelte van een binnenmuur weergeeft dat is gerealiseerd volgens een werkwijze overeenkomstig de uitvinding met behulp van snelbouwstenen volgens de figuren 1 tot 4;

   figuur 6 een muur weergeeft die volgens een werkwijze overeenkomstig de uitvinding is opgebouwd uit meerdere muurgedeelten, zoals weergegeven in figuur 5; figuren 7 en 8 alternatieve realisaties van muren weergeven die vervaardigd zijn volgens de werkwijze van de uitvinding; figuren 9 en 10 de realisatie illustreren volgens een werkwijze overeenkomstig de uitvinding van een muurgedeelte van een gevelmuur.

  
De in de figuren 1 en 2 weergegeven snelbouwsteen 1 volgens de uitvinding is, zoals de bekende snelbouwstenen, een balkvormig element dat in verticale richting XX' is voorzien van een aantal doorgangen 2.

  
Zulke snelbouwsteen 1 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit gebakken klei of uit een uitgeharde mortelspecie of dergelijke. 

  
Volgens de uitvinding is de snelbouwsteen 1 evenwel voorzien van minstens twee uit het center geplaatste verticale doorgangen 3, die zodanig zijn geplaatst dat, wanneer meerdere snelbouwstenen 1 in een geschrankt verband boven elkaar worden geplaatst, zoals bijvoorbeeld in figuur 5 is weergegeven, er een doorgaande verticale schacht 4 wordt gevormd, die voldoende groot is om er een mortelspecie en eventueel een wapening in aan te brengen ter vorming van een verticale steunkolom.

  
Bij voorkeur hebben de voornoemde doorgangen een doorsnede van de grootteorde van ongeveer 5 cm bij 5 cm en zijn de middelpunten C van de doorgangen 3 ongeveer op een kwart van de lengte L van de kopse kanten verwijderd en in het midden van de breedte B van de snelbouwsteen 1 gelegen.

  
Voorts zijn in de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2 de doorgangen 3 van de snelbouwsteen 1 symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van een vlak YY' dat dwars op de lengte L van de steen staat, waarbij in dit geval de gedeelten 5 en 6 van de snelbouwsteen 1 aan weerszijden van dit symmetrievlak YY' identiek aan elkaar zijn.

  
De buitenafmetingen van de snelbouwsteen 1 van de figuren 1 en 2 zijn bij voorkeur hetzelfde als bij de klassieke snelbouwstenen.

  
Dit wil zeggen dat bij voorkeur de lengte L ongeveer 29 cm is en de breedte B, evenals de hoogte H bij benadering één van de volgende waarden aanneemt: 9 cm, 14 cm of 19 cm. 

  
In de figuren 3 en 4 is een andere uitvoeringsvorm van een snelbouwsteen 7 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij in dit geval de doorgangen 2 en 3 eveneens symmetrisch zijn uitgevoerd ten opzichte van een vlak YY' dwars op de lengte L van de snelbouwsteen 7.

  
De gedeelten 5 en 6 aan weerszijden van het symmetrievlak YY' zijn in deze uitvoeringsvorm evenwel niet identiek uitgevoerd.

  
Meer bepaald is de snelbouwsteen 7 over de lengte M' met een hoogte H' uitgevoerd die kleiner is dan de hoogte H van het overige gedeelte 6.

  
Voor het bouwen van een muur volgens een werkwijze overeenkomstig de uitvinding is de hoogte H van het overige gedeelte 6 van een snelbouwsteen 7 volgens de figuren 3 en 4 gelijk aan de hoogte H van een snelbouwsteen 1 volgens de figuren 1 en 2.

  
Bovendien is de totale lengte M van de snelbouwsteen 7 iets kleiner dan de totale lengte L van de snelbouwsteen
1.

  
Meer bepaald is de lengte M' van het gedeelte 5 dat lager

  
 <EMI ID=1.1> 

  
gedeelte 6, terwijl de lengte M" van dit gedeelte 6 gelijk is aan de halve lengte L' van een snelbouwsteen 1.

  
Snelbouwstenen 1 en 7, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4, gebruikt kunnen worden om de binnenmuren van een prefabgebouw te realiseren en dit volgens de hierna beschreven werkwijze volgens de uitvinding.

  
Een eerste stap van deze werkwijze bestaat erin muurgedeelten 8 te vervaardigen, zoals weergegeven in figuur 5, door snelbouwstenen 1 en 7 in een geschrankt verband op elkaar te stapelen en ze met elkaar te verbinden.

  
Door de geschrankte stapeling steken aan de zijranden 9 en
10 van het muurgedeelte 8 bepaalde, niet aan elkaar grenzende snelbouwstenen 1 en 7 uit, zodat uitstekende tanden 11 worden gevormd.

  
Verder zijn aan één zijde 9 van het muurgedeelte 8 de uitstekende snelbouwstenen of tanden 11 allemaal van het type zoals weergegeven in de figuren 3 en 4, terwijl alle andere snelbouwstenen 1 van het muurgedeelte 8 zijn uitgevoerd zoals in de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en
2.

  
Bij voorkeur worden de snelbouwstenen 1 en 7 van de muurgedeelten 8 met elkaar verbonden door ze rechtstreeks op elkaar te lijmen en worden nadien verstevigingselementen 12 aangebracht voor het bijeenhouden van de muurgedeelten 8 tijdens het transport naar de bouwplaats.

  
Dit kunnen bijvoorbeeld verticale, metalen of kunststof banden 12 zijn die rondom de muurgedeelten 8 worden aangebracht en aangespannen. 

  
Na het transport van de muurgedeelten 8 naar de bouwplaats bestaat een volgende stap van de werkwijze erin op de bouwplaats de muurgedeelten 8 samen te bouwen, zoals in figuur 6 is weergegeven.

  
Dit gebeurt door de tanden 11 aan de zijde 9 van een eerste muurgedeelte 8 in de tanden 11 van een naastliggend muurgedeelte 8 te schuiven en de muurgedeelten 8 met elkaar te verbinden.

  
Omdat de snelbouwstenen 7 aan de ene zijde 9 iets minder hoog en iets minder lang zijn uitgevoerd dan de andere snelbouwstenen 1, zal hierbij een zekere speling 13 tussen beide muurgedeelten 8 aanwezig zijn, waardoor het in elkaar schuiven van de muurgedeelten 8 sterk wordt vergemakkelijkt.

  
In eerste instantie kunnen de muurgedeelten 8 met elkaar worden verbonden door, voor het in elkaar schuiven van de muurgedeelten 8, een specie, bijvoorbeeld een lijm of mortel op de tanden 11 aan te brengen, waarbij de speling
13 liefst zodanig is dat de specie bij het in elkaar schuiven van de muurgedeelten 8 niet wordt weggeschraapt.

  
Om echter nog een betere verbinding tot stand te brengen tussen de muurgedeelten 8, is het volgens de uitvinding tevens mogelijk gebruik te maken van de voornoemde doorgaande verticale schacht 4, die, na het samenvoegen van de muurgedeelten 8, kan worden volgestort met een mortelspecie 14, al dan niet na het aanbrengen van een wapening 15.

  
Na het verbinden van de muurgedeelten 8 kunnen dan de verstevigingselementen of banden 12 volledig of gedeeltelijk worden verwijderd of weggesneden.

  
In de figuren 7 en 8 worden alternatieve realisaties van muren weergegeven die vervaardigd zijn volgens de werkwijze van de uitvinding.

  
In figuur 7 zijn de muurgedeelten 8 uitgevoerd zoals in figuur 5 maar onder 90 [deg.] ten opzichte van elkaar samengebouwd ter vorming van een hoek.

  
In figuur 8 werd het gebruik van muurgedeelten 8 die enigszins anders werden uitgevoerd, zodanig dat, na het samenbouwen van de muurgedeelten 8, er een opening 16 is voorzien, bijvoorbeeld voor het plaatsen van een raam.

  
Er wordt opgemerkt dat de verticale schachten 4 die bij het verwezenlijken van de muurgedeelten wordt verwezenlijkt ook nuttig gebruikt kunnen worden voor het aanbrengen van leidingen voor de elektriciteit, waterleiding, verwarming of dergelijke.

  
Zoals is weergegeven in de figuren 9 en 10, kan voor het verwezenlijken van bijvoorbeeld gevelmuren een alternatieve werkwijze volgens de uitvinding worden toegepast. 

  
Hierbij worden eerst een eerste steenlaag 17 verwezenlijkt door tussenstukjes 18 tussen gevelstenen 19 aan te brengen en aan elkaar te bevestigen, bij voorkeur door verlijming.

  
Nadien wordt dan op deze eerste steenlaag 17 een strook 20 aangebracht en bevestigd, eveneens bij voorkeur door verlijming en wordt vervolgens hierop een nieuwe steenlaag
17 aangebracht, waarbij de voornoemde tussenstukjes 18 en stroken 20 ervoor zorgen dat tussen de gevelstenen 19 voegen 21 ontstaan.

  
Aldus wordt een muurgedeelte 8 laag na laag opgebouwd met tussenliggende voegen 21.

  
Bij voorkeur hebben de tussenstukjes 18 en de stroken 20 een breedte B' die iets kleiner is dan de breedte B" van de gevelstenen 19, zodanig dat de voegen 21, hetzij op voorhand, hetzij na het samenbouwen van de gevelmuurgedeelten 8 definitief kunnen worden opgevoegd teneinde een uitzicht te bekomen dat niet te onderscheiden is van de traditionele gevelconstructies.

  
Wanneer de gevelstenen 19 niet perfect balkvormig zijn, zoals vaak het geval is bij handgevormde stenen of bij stenen met een artisanaal uitzicht, kan, alvorens de stroken 20 worden aangebracht, eerst de steenlaag 17 worden voorzien van een afvlakking 22, die minstens zo breed is als de voornoemde stroken 20, bijvoorbeeld door de steenlaag 17 vlak te frezen over minstens een breedte B', zodanig dat de stroken 20 een betere draagkracht vertonen en gemakkelijker kunnen worden gekleefd. 

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven werkwijze en de daarbij toegepaste snelbouwstenen, doch dergelijke werkwijze en snelbouwstenen kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1. Werkwijze voor het realiseren van muren van een

prefabgebouw, daardoor gekenmerkt dat ze bestaat uit, enerzijds, het op voorhand vervaardigen van in elkaar passende muurgedeelten (8) door het in een bepaald verband op elkaar stapelen en verbinden van stenen (1,7,19), waarbij aan de zijranden (9,10) bepaalde niet aangrenzende stenen (1,7,19) uitsteken ter vorming van tanden (11) die met een lichte speling

2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt

dat, bij het op voorhand realiseren van de muurgedeelten (8), verstevigingselementen (12) worden aangebracht voor het bijeenhouden van de muurgedeelten (8) tijdens het transport naar de bouwplaats.

(3) ongeveer op een kwart van de totale lengte (L,M) van de kopse kanten verwijderd zijn en ze in het midden van de breedte (B) van de snelbouwsteen (1,7) zijn gelegen.

(3), die zodanig zijn geplaatst dat, wanneer meerdere snelbouwstenen (1,7) in een geschrankt verband op elkaar worden geplaatst, er één doorgaande verticale schacht (4) wordt gevormd, die voldoende groot is om er een mortelspecie (14) en eventueel een wapening

(15) in aan te brengen ter vorming van een verticale steunkolom. 11. Snelbouwsteen volgens conclusie 10, daardoor

gekenmerkt dat de voornoemde doorgangen (3) een doorsnede hebben die van de grootteorde zijn van 5 cm bij 5 cm.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor

gekenmerkt dat de verstevigingselementen verticale banden (12) zijn die rondom de muurgedeelten (8) worden aangebracht, welke banden (12) na het samenbouwen minstens gedeeltelijk worden verwijderd.

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies,

daardoor gekenmerkt dat de muurgedeelten (8) worden gerealiseerd door de stenen (1,7) rechtstreeks op elkaar te verlijmen.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies,

daardoor gekenmerkt dat de voornoemde speling (13) wordt gerealiseerd door de stenen (7), die de voornoemde tanden (11) vormen, aan één zijde (9) van het muurgedeelte (8) minder hoog uit te voeren over het uitstekend gedeelte (5).

6. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt

dat de uitstekende stenen (7) aan de voornoemde zijde

7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies,

daardoor gekenmerkt dat voor het realiseren van binnenmuren gebruik wordt gemaakt van snelbouwstenen (1,7), die voorzien zijn van minstens twee uit het center geplaatste verticale doorgangen (3), die zodanig zijn geplaatst dat, wanneer de muurgedeelten

(8) op de bouwplaats worden samengebouwd, de doorgangen (3) in de in elkaar grijpende tanden (11) één doorgaande verticale schacht (4) vormen die, na het samenvoegen van de muurgedeelten (8), wordt volgestort met mortelspecie (14), al dan niet na het aanbrengen van een wapening (15). 8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies,

daardoor gekenmerkt dat voor het realiseren van gevelmuren, eerst een eerste steenlaag (17) wordt gevormd door tussenstukjes (18) tussen gevelstenen

(19) aan te brengen en eraan te bevestigen, waarna op deze eerste steenlaag (17) een strook (20) wordt aangebracht en hierop vervolgens een nieuwe steenlaag

(17) wordt aangebracht, waarbij dit proces wordt <EMI ID=2.1>

wordt opgebouwd dat voorzien is van tussenliggende voegen (21), waarbij tot slot op de bouwplaats meerdere muurgedeelten (8) worden samengevoegd tot een gevelmuur en de voegen (21) verder worden opgevoegd.

(8) en, anderzijds, het op de bouwplaats samenbouwen van deze muurgedeelten (8) door ze met hun tanden

9. Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt

dat de voornoemde tussenstukjes (18) en stroken (20) op voorhand worden gemaakt en tussen de gevelstenen

(19) worden bevestigd door lijmen.

(9) eveneens korter worden uitgevoerd dan de overige stenen (1) van de muurgedeelten (8).

10. Snelbouwsteen (1,7) die gebruikt kan worden bij een

werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van minstens twee uit het center geplaatste verticale doorgangen

(11) in elkaar te schuiven en met elkaar te verbinden.

(11) van een aan te bouwen naastliggend muurgedeelte

12. Snelbouwsteen volgens conclusie 10 of 11, daardoor

gekenmerkt dat de middelpunten (C) van de doorgangen

13. Snelbouwsteen (7) volgens één van de conclusies 10

tot 12, daardoor gekenmerkt dat hij over een bepaalde lengte (L') een hoogte (H') heeft die kleiner is dan de hoogte (H) van het overige gedeelte (6).

(13) kunnen grijpen tussen twee uitstekende tanden

14. Snelbouwsteen volgens conclusie 13, daardoor

gekenmerkt dat de lengte (L') van het gedeelte (5) dat lager is uitgevoerd, kleiner is dan de lengte (L") van het overige gedeelte (6).