Scharnierconstructie.
De uitvinding heeft betrekking op een scharnierconstructie van een raam, deur of dergelijke, voor het scharnierend verbinden van een vleugel met een vast gedeelte.
Het is bekend dat zulke scharnierconstructie twee scharniergedeelten bevat die respectievelijk aan de vleugel en aan het vast gedeelte van het raam, deur of dergelijke kunnen worden vastgemaakt en die elk voor hun bevestiging zijn voorzien van een scharnierblad, waarbij op elk scharnierblad minstens één oog is bevestigd waarmee de scharniergedeelten scharnierbaar met elkaar zijn verbonden door middel van een scharnierpen die doorheen de voornoemde ogen is aangebracht.
Men kent reeds zulke scharnierconstructie waarbij het scharnierblad van één van de scharniergedeelten is samengesteld uit twee tegen elkaar gelegen onderdelen die op hun naar elkaar gerichte zijden van een reliëf zijn voorzien, bijvoorbeeld , in de vorm van een getrapt oppervlak.
In bevestigde toestand van het scharnierblad worden de voornoemde onderdelen door bevestigingsschroeven tegen elkaar vastgeklemd. Door het lossen van deze bevestigingsschroeven, kunnen de voornoemde onderdelen in de dwarsrichting ingesteld worden ten opzichte van elkaar door één van deze onderdelen te verschuiven en de getrapte oppervlakken op een ander niveau te laten ingrijpen op elkaar.
Dit laat toe de afstand van de scharnierpen tot de profiellijst waarop de scharnierconstructie is aangebracht in dwarse richting ten opzichte van de profiellijst naar wens te regelen voor elk raam, deur of dergelijke.
Een nadeel van zulke bekende scharnierconstructies is dat zij slechts . een trapsgewijze dwarse regeling van de scharnierconstructie mogelijk maakt, waarbij de voornoemde afstand tussen de scharnierpen en de profiellijst slechts in een welbepaald aantal stappen kan worden ingesteld.
Een bijkomend nadeel van de bekende scharnierconstructies is dat zij geen diepteregeling toelaten van de vleugel ten opzichte van het vast kader van het raam, deur of dergelijke, waarbij de scharnierconstructie dwars op het vlak van het raam, deur of dergelijke zou dienen verschoven te worden ten opzichte van de profiellijst.
De huidige uitvinding heeft een scharnierconstructie als doel die deze en andere nadelen niet vertoont.
Hiertoe betreft de uitvinding een scharnierconstructie die twee scharniergedeelten bevat die respectievelijk aan de vleugel en aan het vast gedeelte van het raam, deur of dergelijke kunnen worden vastgemaakt en die elk voor hun bevestiging zijn voorzien van een scharnierblad, waarbij op elk scharnierblad minstens één oog is bevestigd waarmee de scharniergedeelten scharnierbaar met elkaar zijn verbonden door middel van een scharnierpen die doorheen de voornoemde ogen is aangebracht, waarbij de scharnierconstructie is voorzien van middelen die toelaten de positie van de scharnierconstructie ten opzichte van de vleugel en/of van het vast gedeelte traploos te regelen.
Zulke scharnierconstructie heeft als voordeel dat zij toelaat om de positie van de scharnierconstructie op de profiellijst nauwkeurig en traploos in te stellen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie volgens de uitvinding zijn middelen voorzien om de afstand van de scharnierpen ten opzichte van de profiellijst van de vleugel en/of van het vast gedeelte, waarop de scharnierconstructie is aangebracht traploos, te kunnen regelen.
Dit heeft als voordeel dat de scharnierconstructie op een traploze wijze in dwarse richting ten opzichte van de profiellijst kan worden geregeld.
Bij voorkeur is een scharnierconstructie volgens de uitvinding bijkomend voorzien van middelen om de zijdelingse positie van de scharnierconstructie ten opzichte van de profiellijst, waarop ze is bevestigd, traploos te kunnen regelen teneinde de diepte van de vleugel ten opzichte van het vast gedeelte te kunnen instellen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is, hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar bijgaande tekeningen, waarin:
figuur 1 schematisch en in perspectief een samenbouw van een vleugel en een vast gedeelte weergeeft door middel van een scharnierconstructie volgens de uitvinding; figuur 2 een uiteengenomen zicht weergeeft van de samenbouw volgens figuur 1 vanuit een ander zichtpunt; figuur 3 op grotere schaal het onderdeel weergeeft dat in figuur 2 is aangeduid door pijl F3; figuur 4 een zicht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 3; figuur 5 op grotere schaal een zicht weergeeft van een onderdeel volgens pijl F5 in figuur 2; figuur 6 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 is aangeduid door F6;
figuur 7 een samenbouw weergeeft volgens figuur 6; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7; figuur 9 de onderdelen volgens figuren 3 en 5 weergeeft in geassembleerde toestand; figuur 10 een doorsnede weergeeft volgens lijn XX in figuur 9; figuur 11 een doorsnede weergeeft volgens figuur
10, voor een andere positie; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens figuur 8, voor een andere positie.
In de figuren 1 en 2 is een samenbouw weergegeven die is voorzien van een scharnierconstructie 1 volgens de uitvinding die in hoofdzaak bestaat uit een eigenlijk scharnier met een scharnierpen 2, een eerste scharniergedeelte 3 bestaande uit een scharnierblad 4 en twee daaraan bevestigde ogen 5 die op een afstand van elkaar de scharnierpen 2 omringen en een tweede scharniergedeelte 6 dat bestaat uit een scharnierblad 7 en een daarop aansluitend oog 8 dat tussen de ogen 5 de scharnierpen 2 omringt.
De scharnierpen 2 is in haar midden van een omtreksgroef 9 voorzien.
In het oog 8 is een schroefdraadopening 10 voorzien die in gemonteerde toestand van het tweede scharniergedeelte aan de scharnierpen 2 tegenover de voornoemde omtreksgroef 9 is gelegen.
In dit geval zijn kunststof glijbussen 11 voorzien die bestaan uit een lichaam 12 en een kraag 13 aan één zijrand van het voornoemde lichaam 12.
In gemonteerde toestand van de scharnierconstructie 1 volgens de uitvinding zijn twee van de voornoemde glijbussen 11 met hun lichaam 12 in een uiteinde van het oog 8 van het tweede scharniergedeelte 6 aangebracht en zijn twee glijbussen 11 met hun lichaam 12 in de tegenover elkaar liggende uiteinden van de ogen 5 van het eerste scharniergedeelte 3 aangebracht.
De voornoemde scharnierbladen 4 en 7 zijn met de respectievelijke ogen 5 en 8 verbonden door middel van een L-vormig deel 14 dat zich uitstrekt volgens de langsrichting van de voornoemde scharnierpen 2 en waarvan een vrij uiteinde verbonden is met een oog 5 of 8 en het andere vrije uiteinde verbonden is met een scharnierblad 4, respectievelijk 7.
Op één zijde van het scharnierblad 4 zijn aan weerskanten ribben 15 voorzien, die zich uitstrekken volgens de lengterichting van dit scharnierblad 4.
Tevens zijn in het scharnierblad 4 van het eerste scharniergedeelte 3 vier langgerekte boringen 16 en twee ronde boringen 17 voorzien.
Op het aan het ander scharnierblad 7 bevestigde been van het L-vormig deel 14 is op de naar het oog 8 gerichte zijde van dit been, een ribbe 18 voorzien die zich uitstrekt op een afstand van de rand van dit L-vormig deel 14 en volgens de lengterichting hiervan.
Volgens de uitvinding is de scharnierconstructie 1 tevens voorzien van middelen die toelaten de afstand van de scharnierpen 2 ten opzichte van de profiellijst van de vleugel en/of van het vast gedeelte waarop de scharnierconstructie 1 is aangebracht traploos te regelen.
In dit geval worden de voornoemde middelen gevormd door een hulpstuk dat bedoeld is om tussen de scharnierconstructie 1 en de profiellijst te worden aangebracht en dat in hoofdzaak bestaat uit twee plaatvormige tussenstukken 19 en
20 die ieder op de naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van minstens één wigvormig gedeelte 21, respectievelijk 22 met een schuin vlak.
In dit geval zijn op elk plaatvormig tussenstuk 19 en 20 meerdere wigvormige gedeelten 21, respectievelijk 22, voorzien, waarbij de helling van de schuine vlakken van deze wigvormige gedeelten 21 en 22 hetzelfde is.
Het eerste tussenstuk 19 dat meer in detail is weergegeven in de figuren 3 en 4, is, bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, uitgevoerd in zamac, en is in dit geval voorzien van vier doorgaande ronde boringen 23.
Op zijn zijde die is voorzien van de wigvormige gedeelten
21, is het eerste tussenstuk 19 voorzien van een gleuf 24 die zich schuin uitstrekt in dit tussenstuk 19 en waarin een plaatselijke vernauwing is voorzien tussen twee tegenover elkaar aangebrachte ribben op de zijwanden van de gleuf 24.
De voornoemde gleuf 24 is in dit geval afgesloten door middel van een eindwand 26 waar doorheen een boring 27 is voorzien die zich uitstrekt volgens de hellingsrichting van de voornoemde gleuf 24.
In de bodemwand 28 van de voornoemde gleuf 24 is een langgerekte opening 29 aangebracht die zich uitstrekt volgens de lengterichting van de gleuf 24.
Op de zijde met de wigvormige gedeelten 21 is het eerste tussenstuk 19 in dit geval voorzien van twee pennen 30.
Op haar vlakke zijde is het eerste tussenstuk 19 aan één zijrand bij voorkeur voorzien van een verhoogd gedeelte 31 waarin een schroefdraadopening 32 is voorzien die zich uitstrekt volgens de langsrichting van het tussenstuk 19, zoals zichtbaar in figuur 4, doorheen welke schroefdraadopening 32 een schroef 33 is aangebracht, één en ander zodanig dat het vrije uiteinde van deze schroef 33 in gemonteerde toestand van de scharnierconstructie tegen een rand van het scharnierblad 4 drukt.
Het tweede tussenstuk 20 dat in detail is weergegeven in figuur 5, is, bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, uitgevoerd in kunststof, en is in dit geval voorzien van zes langgerekte doorgaande boringen 34.
Volgens de uitvinding is een scharnierconstructie 1 voorzien van middelen die toelaten de onderlinge positie tussen het voornoemde eerste tussenstuk 19 en het daarmee samenwerkende tweede tussenstuk 20 traploos in te stellen.
In dit geval worden deze middelen gevormd door een instelschroef 35 met een kop 36, welke schroef 35 doorheen een schroefdraadopening 37 in een opstaande wand 38 op de zijde met de wigvormige gedeelten 22 van het tweede tussenstuk 20 is aangebracht en welke schroef 35 axiaal instelbaar is volgens een richting die evenwijdig is aan de schuine vlakken van de voornoemde wigvormige gedeelten 22.
Op de voornoemde opstaande wand 38 is een lip 39 voorzien.
Zoals meer in detail is weergegeven in de figuren 6 tot 8, bestaat het scharnierblad 7 van het tweede scharniergedeelte 6 in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm uit een eigenlijk scharnierblad 40 en een geleidingsplaat
41 uit kunststof die een thermische brug vormt tussen het voornoemd eigenlijk scharnierblad 40 en de profiellijst waarop het scharniergedeelte 6 is bevestigd.
Zowel door het eigenlijk scharnierblad 40, als de geleidingsplaat 41 zijn boringen 42 voorzien die toelaten het tweede scharniergedeelte 6 aan de profiellijst te bevestigen door middel van bouten 43.
In een centrale opening 44 die in het tweede scharnierblad 7 is aangebracht, zijn middelen voorzien om de zijdelingse positie van de scharnierconstructie 1 ten opzichte van de profiellijst, waarop ze is bevestigd, traploos te kunnen regelen, welke middelen in dit geval zijn uitgevoerd in de vorm van een regelelement 45 dat in hoofdzaak bestaat uit een cilindrisch lichaam 46 waarop aan één uiteinde een uitsteeksel 47 is voorzien dat excentrisch is gesitueerd ten opzichte van de centrale as van het lichaam 46, terwijl aan het andere uiteinde van het cilindrisch lichaam 46 een uitsparing 48 is voorzien voor een schroevendraaier of dergelijke.
Het excentrisch uitsteeksel 47 wordt in gemonteerde toestand van de scharnierconstructie 1 in een passende opening 49 in de profiellijst aangebracht.
De geleidingsplaat 41 is aan drie zijranden voorzien van een opstaande wand 50.
Voor het scharnierend verbinden van een vleugel 51 met een vast gedeelte 52 van een schrijnwerk van een deur, raam of dergelijke, dienen de voornoemde scharniergedeelten 3 en 6 elk aan een respectievelijke profiellijst van de vleugel 51 en het vaste gedeelte 52 te worden vastgemaakt.
Hiertoe worden de voornoemde tussenstukken 19 en 20 met hun wigvormige gedeelten 21 en 22 tegen elkaar aangebracht, zoals weergegeven in de figuren 9 en 10, één en ander zodanig dat de voornoemde pennen 30 van het eerste tussenstuk 19 zich elk uitstrekken doorheen een langgerekte boring 34 in het tweede tussenstuk 20 en doorheen een ronde boring in, in dit geval, de profiellijst van het vast gedeelte 52.
In gemonteerde toestand van de scharnierconstructie strekt de voornoemde opstaande wand 38 zich uit in de gleuf 24 en steekt de voornoemde lip 39 uit doorheen de voornoemde opening 29 in de bodemwand 28.
De voornoemde schroef 35 die is aangebracht in de schroefdraadopening 37 strekt zich bijgevolg eveneens uit in de voornoemde gleuf 24, zodanig dat de kop 36 van deze schroef 35 gevat zit tussen de ribben en de eindwand 26, waardoor deze schroef 35 axiaal niet kan verschuiven.
Het scharnierblad 4 van het eerste scharniergedeelte 3 wordt vervolgens aangebracht tegen de vlakke zijde van het eerste tussenstuk 19, één en ander zodanig dat de langsranden van dit eerste tussenstuk gevat zitten tussen de voornoemde ribben 15, waarna dit scharnierblad 4 tegen de profiellijst wordt vastgeschroefd door middel van schroeven 53 die zich uitstrekken doorheen de respectievelijke boringen 16, 23 en 34 en doorheen een wand van de profiellijst.
In de voornoemde schroefdraadopening 10 in het oog 8 is een schroefje 54 met verzonken kop aangebracht waarvan het uiteinde zich uitstrekt tot in de voornoemde omtreksgroef 9 in de scharnierpen 2. Dit heeft als voordeel dat de scharnierpen 2 niet uit de ogen 5 en 8 kan worden gehaald zonder het schroefje 54 uit de omtreksgroef 9 te verwijderen.
Voor de bevestiging van het tweede scharnierblad 7 aan de profiellijst 2 van de vleugel 51, wordt het regelelement 45 zodanig gepositioneerd dat het excentrisch uitsteeksel 47 van het L-vormig deel 14 is weggedraaid, waarna het scharnierblad 7 los tegen de profiellijst wordt geschroefd, waarbij het excentrisch uitsteeksel 47 in de daarvoor bedoelde opening 49 is gelogeerd.
Vervolgens wordt het regelelement 45 met behulp van een schroevendraaier of dergelijke verdraaid, waarbij het tweede scharniergedeelte 6 wordt verschoven ten opzichte van de profiellijst en met zijn voornoemde ribbe 18 achter een opstaande ribbe 55 van de profiellijst grijpt, zoals weergegeven in figuur 8, waarna de bouten 43 kunnen worden aangeschroefd.
In deze stand van het tweede scharniergedeelte 6, zorgt de voornoemde ribbe 18 voor een extra steunoppervlak ten opzichte van de profiellijst van de vleugel 51.
Dit extra steunoppervlak biedt het voordeel dat in het geval een zware vleugel 51 wordt toegepast, de krachten die door de scharnierconstructie 1 volgens de uitvinding worden uitgeoefend op de betreffende profiellijst 2 goed worden verdeeld, waardoor een vervorming van deze profiellijst kan worden vermeden of alleszins beperkt.
Het instellen van een scharnierconstructie volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Zoals weergegeven in de figuren 10 en 11 wordt een horizontale regeling verkregen door de schroeven 53 een weinig los te schroeven, en door vervolgens de voornoemde instelschroef 35 te verdraaien.
In dit geval is in de kop 36 van deze schroef een inwendige zeskant voorzien die bereikbaar is via de voornoemde boring
27 in de eindwand 26 van de gleuf 24.
Aangezien de schroef 35 met haar kop 36 axiaal gevat zit achter de ribben, wordt door deze verdraaiing een lineaire verplaatsing van het gedeelte 31 verkregen en dus van het gehele tweede tussenstuk 20, terwijl het eerste tussenstuk
19 en het scharnierblad 4 niet .bewegen ten opzichte van de profiellijst.
De lip 39 die zich uitstrekt doorheen de voornoemde opening
29 in de bodemwand 28 van de gleuf 24 zal eveneens verplaatsen en geeft een indicatie van de onderlinge positie van de tussenstukken 19 en 20.
Door de lineaire verplaatsing van het tweede tussenstuk 20, schuiven de schuine vlakken van de wigvormige gedeelten 21 en 22 verder over elkaar, waardoor de onderlinge afstand tussen de tussenstukken 19 en 20 toeneemt, respectievelijk afneemt.
Hierdoor wijzigt eveneens de afstand tussen het scharnierblad 4 en de profiellijst van het vast gedeelte
52.
Wanneer de gewenste onderlinge afstand bereikt is, worden de schroeven 53 terug aangedraaid.
In de figuren 10 en 11 zijn twee verschillende gebruikstoestanden van de tussenstukken 19 en 20 weergegeven waarbij zij respectievelijk een onderlinge afstand Dl en D2 vertonen en waarbij D2 groter is dan Dl.
Door al de scharnierconstructies 1 tussen de vleugel 51 en het vast gedeelte 52 op deze wijze in te stellen, kan de vleugel 51 in het vlak van het raam of dergelijke passend in de opening van het vast gedeelte 52 worden gemaakt.
Voor het instellen van de hoogte van de vleugel 51 in dit vast gedeelte 52, dienen de schroeven 53 eveneens een weinig los te worden losgeschroefd, zodanig dat het scharnierblad 4 ten opzichte van de profiellijst van het vast gedeelte 52 in zijn langsrichting verschuifbaar is.
Door het verdraaien van de schroef 33 in het gedeelte 31 in de ene of andere zin wordt het erop rustend scharnierblad 4 opwaarts geduwd of neerwaarts gelaten tot in de gewenste stand, waarna de schroeven 53 opnieuw worden aangespannen.
Op deze wijze kunnen al de scharnierconstructies 1 waarmee een vleugel 51 met het vaste gedeelte 52 is verbonden in hoogte worden ingesteld, zodat de volledige vleugel 51 ook in hoogte in de opening van het vaste gedeelte 52 kan worden geregeld.
Zoals weergegeven in figuur 12 laat een scharnierconstructie 1 volgens de uitvinding bij voorkeur ook een diepteregeling toe, meer speciaal van de diepte van de vleugel 51 in het vast gedeelte 52, doordat, na het enigszins losschroeven van de bouten 43, het regelelement
45 wordt verdraaid.
Hierdoor kan de profiellijst van de vleugel 51, respectievelijk dichter of verder van de scharnierpen 2 worden geschoven, afhankelijk van de positie van het regelelement 45, waarbij de maximale verplaatsing H afhangt van de asafstand van het excentrisch uitsteeksel 47 tot de centerlijn van het cilindrisch lichaam 46.
Wanneer de gewenste diepte-instelling is bereikt, worden de bouten 43 opnieuw vastgeschroefd.
Het spreekt voor zich dat het niet vereist is het scharnierblad 4 op het vast gedeelte 52 en het scharnierblad 7 op de vleugel 51 te bevestigen, aangezien de scharnierbladen 4 en 7 omgewisseld kunnen worden zodat het scharnierblad 4 aan de profiellijst van de vleugel 51 is vastgemaakt.
Het aantal ogen waarop de scharnierbladen 4 en 7 aansluiten, hoeft ook niet noodzakelijk juist één, respectievelijk twee, te zijn.
Het spreekt voor zich dat de voornoemde tussenstukken 19 en
20 volgens de uitvinding tevens elk slechts van één enkel schuin vlak voorzien kunnen zijn, waarbij deze twee schuine vlakken van de respectievelijke tussenstukken 19 en 20 samenwerken.
Het is eveneens duidelijk dat het eerste tussenstuk 19 en het scharnierblad 4 in één geheel uitgevoerd kunnen zijn.
De aanwezigheid van de hoogte- en de diepteregeling is volgens de uitvinding geen vereiste, doch is bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie volgens de uitvinding wel voorzien.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de schuine vlakken van de wigvormige gedeelten 21 en 22 voorzien van een ruw oppervlak, bijvoorbeeld doordat ze zijn voorzien van een vertanding of dergelijke, één en ander zodanig dat een goede grip van de respectievelijke wigvormige gedeelten
21 en 22 op elkaar wordt verkregen.
In het weergegeven voorbeeld strekt de richting van de helling van elk van de wigvormige gedeelten 21 en 22 zich in hoofdzaak uit volgens de lengterichting van de scharnierpen 2. Het is echter duidelijk dat deze hellingsrichting tevens dwars op de lengterichting van de scharnierpen 2 kan gericht zijn, of dat zij zich onder een willekeurige hoek ten opzichte daarvan kan bevinden, waarbij de voornoemde instelschroef 35 steeds volgens nagenoeg dezelfde richting verloopt als de helling van de wigvormige gedeelten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke scharnierconstructie 1 kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Hinge construction.
The invention relates to a hinge construction of a window, door or the like, for hinged connection of a wing to a fixed part.
It is known that such a hinge construction comprises two hinge parts which can be fixed to the sash and to the fixed part of the window, door or the like, respectively, and which are each provided with a hinge blade for their attachment, wherein at least one eye is attached to each hinge blade. with which the hinge parts are hingedly connected to each other by means of a hinge pin which is arranged through the aforementioned eyes.
Such a hinge construction is already known in which the hinge leaf of one of the hinge parts is composed of two opposing parts which are provided with a relief on their sides facing one another, for example, in the form of a stepped surface.
In the attached state of the hinge leaf, the aforementioned parts are clamped together by fastening screws. By loosening these fastening screws, the aforementioned parts can be adjusted in the transverse direction relative to each other by shifting one of these parts and allowing the stepped surfaces to engage on each other at a different level.
This allows the distance of the hinge pin to the profile frame on which the hinge construction is arranged in transverse direction relative to the profile frame to be controlled as desired for each window, door or the like.
A drawback of such known hinge constructions is that they only. allows a stepwise transverse control of the hinge construction, wherein the aforementioned distance between the hinge pin and the profile strip can only be adjusted in a specific number of steps.
An additional drawback of the known hinge constructions is that they do not allow depth control of the wing relative to the fixed frame of the window, door or the like, wherein the hinge construction should be shifted transversely to the plane of the window, door or the like. compared to the profile list.
The present invention has for its object a hinge construction which does not exhibit these and other disadvantages.
To this end the invention relates to a hinge construction comprising two hinge parts which can be fixed to the sash and to the fixed part of the window, door or the like, respectively, and which are each provided with a hinge leaf for their attachment, wherein at least one eye is on each hinge leaf attached with which the hinge parts are hingedly connected to each other by means of a hinge pin fitted through the aforementioned eyes, the hinge construction being provided with means which allow the position of the hinge construction relative to the wing and / or the fixed part to be infinitely variable arrange for.
Such a hinge construction has the advantage that it allows to accurately and continuously adjust the position of the hinge construction on the profile rail.
In a preferred embodiment of a hinge construction according to the invention, means are provided for continuously controlling the distance of the hinge pin from the profile frame of the wing and / or of the fixed part on which the hinge construction is arranged.
This has the advantage that the hinge construction can be controlled in a stepless manner in the transverse direction relative to the profile frame.
Preferably, a hinge construction according to the invention is additionally provided with means for continuously controlling the lateral position of the hinge construction with respect to the profile frame to which it is mounted in order to adjust the depth of the wing relative to the fixed part.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a hinge construction according to the invention is described below as an example without any limiting character with reference to the accompanying drawings, in which:
figure 1 schematically and in perspective shows an assembly of a wing and a fixed part by means of a hinge construction according to the invention; figure 2 represents an exploded view of the assembly according to figure 1 from another point of view; figure 3 represents on a larger scale the part which is indicated in figure 2 by arrow F3; figure 4 represents a view according to arrow F4 in figure 3; figure 5 represents a view on a larger scale of a part according to arrow F5 in figure 2; figure 6 represents the part indicated by F6 in figure 2 on a larger scale;
figure 7 represents an assembly according to figure 6; figure 8 represents a section according to line VIII-VIII in figure 7; Figure 9 shows the parts according to Figures 3 and 5 in assembled condition; figure 10 represents a section according to line XX in figure 9; figure 11 represents a cross-section according to figure
10, for a different position; figure 12 represents a section according to figure 8, for a different position.
Figures 1 and 2 show an assembly which is provided with a hinge construction 1 according to the invention which essentially consists of an actual hinge with a hinge pin 2, a first hinge part 3 consisting of a hinge blade 4 and two eyes 5 attached thereto which surround the hinge pin 2 at a distance from each other and a second hinge part 6 consisting of a hinge blade 7 and an eye 8 connected thereto which surrounds the hinge pin 2 between the eyes 5.
The hinge pin 2 is provided with a peripheral groove 9 in its center.
Provided in the eye 8 is a threaded opening 10 which, in the mounted state of the second hinge part on the hinge pin 2, is opposite the aforementioned circumferential groove 9.
In this case plastic sliding sleeves 11 are provided which consist of a body 12 and a collar 13 on one side edge of the aforementioned body 12.
In the assembled state of the hinge construction 1 according to the invention, two of the aforementioned sliding bushes 11 are arranged with their body 12 in one end of the eye 8 of the second hinge portion 6 and two sliding bushes 11 are arranged with their body 12 in the opposite ends of the eyes 5 of the first hinge portion 3 are arranged.
The above-mentioned hinge blades 4 and 7 are connected to the respective eyes 5 and 8 by means of an L-shaped part 14 which extends in the longitudinal direction of the above-mentioned hinge pin 2 and of which a free end is connected to an eye 5 or 8 and the other free end is connected to a hinge blade 4, 7, respectively.
On one side of the hinge leaf 4 ribs 15 are provided on both sides, which ribs extend in the longitudinal direction of this hinge leaf 4.
Four elongated bores 16 and two round bores 17 are also provided in the hinge blade 4 of the first hinge portion 3.
On the leg of the L-shaped part 14 attached to the other hinge leaf 7, on the side of this leg directed towards the eye 8, a rib 18 is provided which extends at a distance from the edge of this L-shaped part 14 and according to the longitudinal direction thereof.
According to the invention, the hinge construction 1 is also provided with means that allow the distance of the hinge pin 2 to be adjusted from the profile rail of the wing and / or from the fixed part on which the hinge construction 1 is arranged.
In this case, the aforementioned means are formed by an accessory which is intended to be fitted between the hinge construction 1 and the profile strip and which essentially consists of two plate-shaped intermediate pieces 19 and
20 each of which is provided on the sides facing each other with at least one wedge-shaped portion 21, 22 respectively with an inclined surface.
In this case, several wedge-shaped sections 21 and 22 are provided on each plate-shaped intermediate piece 19 and 20, the inclination of the inclined surfaces of these wedge-shaped sections 21 and 22 being the same.
The first intermediate piece 19, which is shown in more detail in figures 3 and 4, is, preferably, but not necessarily, made of zamac, and in this case is provided with four continuous round bores 23.
On its side that is provided with the wedge-shaped portions
21, the first intermediate piece 19 is provided with a slot 24 which extends obliquely in this intermediate piece 19 and in which a local constriction is provided between two opposite ribs arranged on the side walls of the slot 24.
The aforementioned slot 24 is closed in this case by means of an end wall 26 through which a bore 27 is provided which extends in the direction of inclination of the aforementioned slot 24.
Provided in the bottom wall 28 of the aforementioned slot 24 is an elongated opening 29 which extends in the longitudinal direction of the slot 24.
On the side with the wedge-shaped portions 21, the first intermediate piece 19 is in this case provided with two pins 30.
On its flat side, the first intermediate piece 19 is preferably provided on one side edge with a raised portion 31 in which a thread opening 32 is provided which extends along the longitudinal direction of the intermediate piece 19, as visible in Figure 4, through which thread opening 32 a screw 33 is arranged such that the free end of this screw 33 presses against an edge of the hinge blade 4 in the mounted state of the hinge construction.
The second intermediate piece 20, which is shown in detail in Figure 5, is preferably, but not necessarily, made of plastic, and in this case is provided with six elongated through-bores 34.
According to the invention, a hinge construction 1 is provided with means that enable the stepless adjustment of the mutual position between the aforementioned first intermediate piece 19 and the second intermediate piece 20 cooperating therewith.
In this case, these means are formed by an adjustment screw 35 with a head 36, which screw 35 is arranged through a threaded opening 37 in an upstanding wall 38 on the side with the wedge-shaped portions 22 of the second intermediate piece 20 and which screw 35 is axially adjustable according to a direction parallel to the inclined surfaces of the aforementioned wedge-shaped portions 22.
A lip 39 is provided on the aforementioned upright wall 38.
As is shown in more detail in Figures 6 to 8, in a preferred embodiment the hinge blade 7 of the second hinge portion 6 consists of an actual hinge blade 40 and a guide plate
41 made of plastic that forms a thermal bridge between the aforementioned actual hinge leaf 40 and the profile frame on which the hinge portion 6 is mounted.
Both through the actual hinge leaf 40 and the guide plate 41, bores 42 are provided which allow the second hinge part 6 to be fixed to the profile frame by means of bolts 43.
In a central aperture 44 which is arranged in the second hinge leaf 7, means are provided for continuously controlling the lateral position of the hinge construction 1 relative to the profile frame to which it is mounted, which means are in this case designed in the form of a control element 45 consisting essentially of a cylindrical body 46 on which a protrusion 47 is provided at one end which is eccentrically arranged with respect to the central axis of the body 46, while at the other end of the cylindrical body 46 a recess 48 is provided for a screwdriver or the like.
The eccentric protrusion 47 is provided in the mounted state of the hinge construction 1 in a suitable opening 49 in the profile frame.
The guide plate 41 is provided with an upright wall 50 on three side edges.
To pivotally connect a wing 51 to a fixed portion 52 of a door, window or the like joinery, the aforementioned hinge portions 3 and 6 must each be attached to a respective profile strip of the wing 51 and the fixed portion 52.
To this end, the aforementioned intermediate pieces 19 and 20 with their wedge-shaped portions 21 and 22 are arranged against each other, as shown in Figs. 9 and 10, all such that the aforementioned pins 30 of the first intermediate piece 19 each extend through an elongated bore 34 in the second intermediate piece 20 and through a round bore in, in this case, the profile strip of the fixed portion 52.
In the mounted state of the hinge construction, the aforementioned upright wall 38 extends into the slot 24 and the aforementioned lip 39 projects through the aforementioned opening 29 in the bottom wall 28.
The aforementioned screw 35, which is arranged in the thread opening 37, therefore also extends into the aforementioned slot 24, such that the head 36 of this screw 35 is caught between the ribs and the end wall 26, as a result of which this screw 35 cannot slide axially.
The hinge blade 4 of the first hinge portion 3 is then mounted against the flat side of the first intermediate piece 19, all such that the longitudinal edges of this first intermediate piece are caught between the aforementioned ribs 15, after which this hinge blade 4 is screwed tightly against the profile frame by by means of screws 53 extending through the respective bores 16, 23 and 34 and through a wall of the profile frame.
In the aforementioned threaded opening 10 in the eye 8, a countersunk head screw 54 is provided, the end of which extends into the aforementioned circumferential groove 9 in the hinge pin 2. This has the advantage that the hinge pin 2 cannot be removed from the eyes 5 and 8 without removing the screw 54 from the circumferential groove 9.
For attaching the second hinge leaf 7 to the profile rail 2 of the wing 51, the control element 45 is positioned such that the eccentric protrusion 47 of the L-shaped part 14 is turned away, whereafter the hinge leaf 7 is screwed loosely against the profile rail, the eccentric protrusion 47 is accommodated in the intended opening 49.
Subsequently, the control element 45 is rotated with the aid of a screwdriver or the like, the second hinge part 6 being displaced relative to the profile frame and with its aforementioned rib 18 engaging an upstanding rib 55 of the profile frame, as shown in Figure 8, whereafter the bolts 43 can be tightened.
In this position of the second hinge portion 6, the aforementioned rib 18 provides an additional support surface relative to the profile rail of the wing 51.
This additional support surface offers the advantage that in the case of a heavy wing 51 being applied, the forces exerted by the hinge construction 1 according to the invention on the respective profile strip 2 are well distributed, whereby a deformation of this profile strip can be avoided or at least limited in any way. .
The setting of a hinge construction according to the invention is very simple and as follows.
As shown in Figs. 10 and 11, horizontal control is obtained by slightly unscrewing the screws 53, and then turning the aforementioned adjusting screw 35.
In this case, an internal hex is provided in the head 36 of this screw which is accessible via the aforementioned bore
27 in the end wall 26 of the slot 24.
Since the screw 35 with its head 36 is arranged axially behind the ribs, a linear displacement of the portion 31 and thus of the entire second intermediate piece 20 is obtained by this rotation, while the first intermediate piece
19 and the hinge leaf 4 do not move relative to the profile frame.
The lip 39 extending through the aforementioned opening
29 in the bottom wall 28 of the slot 24 will also move and gives an indication of the mutual position of the spacers 19 and 20.
Due to the linear displacement of the second intermediate piece 20, the oblique surfaces of the wedge-shaped portions 21 and 22 further slide over each other, whereby the mutual distance between the intermediate pieces 19 and 20 increases or decreases respectively.
This also changes the distance between the hinge leaf 4 and the profile strip of the fixed part
52.
When the desired mutual distance is reached, the screws 53 are tightened again.
Figures 10 and 11 show two different conditions of use of the intermediate pieces 19 and 20, wherein they have a mutual distance D1 and D2 and where D2 is greater than D1, respectively.
By adjusting all the hinge constructions 1 between the wing 51 and the fixed part 52 in this way, the wing 51 can be made to fit into the opening of the fixed part 52 in the plane of the window or the like.
To adjust the height of the wing 51 in this fixed part 52, the screws 53 must also be loosened slightly, such that the hinge leaf 4 is slidable in its longitudinal direction relative to the profile strip of the fixed part 52.
By turning the screw 33 in the part 31 in one way or another, the hinge blade 4 resting on it is pushed up or down to the desired position, after which the screws 53 are tightened again.
In this way all the hinge constructions 1 with which a wing 51 is connected to the fixed part 52 can be adjusted in height, so that the entire wing 51 can also be adjusted in height in the opening of the fixed part 52.
As shown in Figure 12, a hinge construction 1 according to the invention preferably also allows a depth control, more particularly of the depth of the wing 51 in the fixed part 52, because, after the screws 43 have been slightly unscrewed, the control element
45 is rotated.
As a result, the profile strip of the wing 51 can be moved closer or further away from the hinge pin 2, depending on the position of the control element 45, wherein the maximum displacement H depends on the axis distance of the eccentric protrusion 47 to the center line of the cylindrical body 46.
When the desired depth adjustment is achieved, the bolts 43 are screwed in again.
It goes without saying that it is not necessary to attach the hinge blade 4 to the fixed portion 52 and the hinge blade 7 to the wing 51, since the hinge blades 4 and 7 can be exchanged so that the hinge blade 4 is attached to the profile frame of the wing 51. .
The number of eyes to which the hinge blades 4 and 7 connect does not necessarily have to be just one or two respectively.
It goes without saying that the aforementioned intermediate pieces 19 and
According to the invention, each can also only be provided with a single inclined surface, these two inclined surfaces of the respective intermediate pieces 19 and 20 cooperating.
It is also clear that the first intermediate piece 19 and the hinge leaf 4 can be made in one piece.
The presence of the height and depth control is not a requirement according to the invention, but is provided with a preferred embodiment of a hinge construction according to the invention.
In a preferred embodiment, the inclined surfaces of the wedge-shaped sections 21 and 22 are provided with a rough surface, for example in that they are provided with a toothing or the like, all such that a good grip of the respective wedge-shaped sections
21 and 22 on each other.
In the example shown, the inclination direction of each of the wedge-shaped portions 21 and 22 extends substantially along the longitudinal direction of the hinge pin 2. However, it is clear that this inclination direction can also be directed transversely to the longitudinal direction of the hinge pin 2 or that it may be at an arbitrary angle with respect to it, the aforementioned adjusting screw 35 always running in substantially the same direction as the inclination of the wedge-shaped portions.
The present invention is in no way limited to the embodiment described above and shown in the figures, but such hinge construction 1 can be realized in various variants without departing from the scope of the invention.