BE1015438A3 - - Google Patents

Download PDF

Info

Publication number
BE1015438A3
BE1015438A3 BE2003/0188A BE200300188A BE1015438A3 BE 1015438 A3 BE1015438 A3 BE 1015438A3 BE 2003/0188 A BE2003/0188 A BE 2003/0188A BE 200300188 A BE200300188 A BE 200300188A BE 1015438 A3 BE1015438 A3 BE 1015438A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
tubular body
valve
displacement member
member according
valve body
Prior art date
Application number
BE2003/0188A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pacoma B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pacoma B V filed Critical Pacoma B V
Application granted granted Critical
Publication of BE1015438A3 publication Critical patent/BE1015438A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/22Piles
    • E02D5/34Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same
    • E02D5/36Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making without use of mouldpipes or other moulds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D2250/00Production methods
    • E02D2250/0038Production methods using an auger, i.e. continuous flight type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)

Abstract

Een grondverdringingsorgaan voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal in een ondergrond omvat een buisvormig lichaam aan de onderzijde waarvan zich een klep bevindt met een kleplichaam en een klepzitting voor het afsluiten respectievelijk vrijgeven van de inwendige ruimte van het buisvormige lichaam; Het kleplichaam is in de langsrichting van het buisvormige lichaam evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar tussen de sluitstand en de vrijgeefstand.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Grondverdringingsorgaan met klep. 



   De uitvinding betreft een grondverdringingsorgaan voor het vervaardigen van een funderingspaal in een ondergrond, welk grondverdringingsorgaan een buisvormig lichaam omvat aan de onderzijde waarvan zich een klep bevindt die een kleplichaam en een klepzitting omvat voor het afsluiten respectievelijk vrijgeven van de inwendige ruimte van het buisvormige lichaam, welk kleplichaam in de langsrichting van het buisvormige lichaam door middel van een lineaire geleiding evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar is tussen de sluitstand en de vrijgeefstand. 



   Een dergelijk grondverdringingsorgaan is bekend uit EP-A-1081290. Tijdens het in de grond aanbrengen van het verdringingsorgaan wordt de klep onder invloed van de drukkracht die   daarop   wordt uitgeoefend door de verdrongen grond in de sluitstand gehouden. Zodra het verdringingsorgaan echter wordt teruggetrokken opent de klep 
 EMI1.1 
 zich doordat die drtkkrachf wegvalt. Via de holle inwendige ruimte van het' verdringingsorgaan wordt onder overdruk   betonmortel   ingebracht.   Tijdens'   het inbrengen van de betonmortel wordt het verdringingsorgaan door een geschikte   trëkinrichting   uit de bodem getrokken.

   Daarbij komt de klep in de   geopende   positie, zodanig dat de betonmortel zich in het door het verdringingsorgaan   Vervaardigde   langwerpige gat kan verzamelen. 



   De betonmortel bevat bestanddelen met een bepaalde grootte, zoals kiezels en dergelijke. Het is van groot belang dat deze bestanddelen ongehinderd de geopende klep   kunhen     verlaten.   De lineaire geleiding van de    kiep,   'die zich bevindt in de 
 EMI1.2 
 doorgang van het büisvormige lichaam, mag daarbij geen hindernis vormen. 



  Doel van 'de uitvinding is daarom een grondverdringingsorgaan van 'het hiervoor beschreven type'tè verschaffen dat enerzijds een goede wërkmg'met betrekking tot afsluiten en vrijgeven van de doorgang garandeert, maar dat'tevens een vrijwel ongehinderde doorgang van de betonmortel mogelijk maakt.

   Dat doel wordt   bereikt   doordat de lineaire geleiding een methet klep lichaam verbonden   schuif omvat     alsmede   een met het buisvormige lichaam verbonden   schüifgeleiding   ten opzichte waarvan de schuif verschuifbaar is geleid, waarbij de schuif tenminste drie radiaal zich uitstrekkende platen   omvatten   de schuif geleiding gevormd wordt door de binnenzijde van het buisvormige lichaam. 
 EMI1.3 
 1" -1 -" ...1 r 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
Als gevolg van het feit dat het kleplichaam verschuifbaar is tussen de sluitstand en de vrijgeefstand, verandert de positie van de klep dwars op de langsrichting van het verdringingsorgaan niet.

   De klep kan daardoor in de geopende stand, in welke stand de klep zich bevindt wanneer het verdringingsorgaan zich bevindt boven de plaats waar de paal moet worden vervaardigd, het referentiepunt vormen waarmee het verdringingsorgaan nauwkeurig kan worden gepositioneerd. In dat verband heeft het kleplichaam aan de van het buisvormige lichaam afgekeerde zijde een merkteken voor het positioneren van het verdringingsorgaan ten opzichte van de locatie van een te vervaardigen paal. Bij voorkeur is het merkteken een van het buisvormige lichaam af wijzend uitsteeksel. 



   In een uitvoeringsvorm die een goede waarneembaarheid van het merkteken biedt, heeft het kleplichaam een kegelvorm aan de zijde die is afgekeerd van het buisvormige lichaam. Het merkteken ligt   op   een lijn met de hartlijn van het buisvormige lichaam. 



   Doordat het kleplichaam via een lineaire geleiding is verbonden met het buisvormige lichaam, is verzekerd dat geen kantelen optreedt. De juiste afsluiting van het kleplichaam ten opzichte van de klep zitting is daardoor gewaarborgd. 



   Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van het in'de figuren weergegeven uitvoeringsbeeld van een grondverdringende boor. 



   Figuur 1 toont een boor in   zij aanzicht.   



   Figuur 2 toont een langsdoorsnede door de boor volgens figuur 1. 



   Figuur 3 toont het bovenste eind van de boor. 



   Figuren 4 en 5 tonen een klep aan het onderste eind van dé boor. 



   De in de figuren   1 en 2   weergegeven boor omvat een in 'zijn geheel met 1 aangeduid   buisvormig   lichaam, dat bestaat uit de hoofdbuis 2, een eerste om de 
 EMI2.1 
 hoofdbuis 2 aangebrachte hulpbuis 3 met een iets grotere diameter dan lIé hoofdbuis '2/ alsmede een tweede om zowel de hoofdbuis 2 als de eerste hulpbuis 3   aangebrachte   tweede hulpbuis 4 waarvan de diameter iets groter is dan die van   de eerste   hulpbuis 3. 
 EMI2.2 
 De eerste hulpbuis 3 is door middel van het comsche overgangsstuk 5 aan zijn onderste eind bevestigd aan de hoofdbuis 2 ; de tweede hulpbuis 4 is aan zijn onderste eind door middel van het conische overgangsstuk 6 bevestigd aan de eerste hulpbuis 3.

   Onderling zijn de hoofdbuis 2, eerste hulpbuis 3 en tweede 'hulpbuis 4 nog verder aan elkaar verbonden door regelmatig verdeelde afstandhouders 7 respectievelijk 8. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Over het vrije gedeelte van de eerste hulpbuis 3 strekt zich een schroefmiddel 9 uit. Dit schroefiniddel 9 omvat een eerste schroefblad 10, dat zich voortzet tot over het vrije uiteinde 11 van de hoofdbuis 2. Ter plaatse van dat vrije uiteinde 11 is het schroefblad 10 dieper, zodat de uitwendige diameter daarvan constant is. Ter hoogte van dat vrije uiteinde 11 van de hoofdbuis 2 is bovendien een tweede, kort schroefblad 12 aangebracht, waarvan de spoedhoek gelijk is aan die van het eerste schroefblad 10. 



   Aan het bovenste eind is het eerste schroefblad 10 aangesloten op een tweede schroefblad 13, waarvan de spoedhoek tegengesteld is aan die van het eerste schroefblad 10. Het tweede schroefblad 13 strekt zich uit tot over het conische overgangsstuk 6 tussen de eerste hulpbuis 3 en de tweede hulpbuis 4, waarbij de diepte van het blad geleidelijk aan afneemt. 



   De diepte van het blad is uiteindelijk ongeveer gelijk aan de diepte'of   hoogte   waarmee de   schrbeflijnvormige   richels   14, 15,   die elkaar kruisen, uitsteken'ten opzichte van het uitwendige oppervlak van de tweede hulpbuis 4. 



   Aan het bovenste eind van de hoofdbuis 2 is het in zijn geheel met 16 aangeduide aangrijpmiddel, dat een inwendig achthoekige vorm 17 heeft, aangesloten. Dit aangrijpmiddel 16 is tevens bevestigd aan de tweede hulpbuis 4. Op dit aangrijpmiddel kan een   hydraulische inrichting  worden aangesloten die een koppel kan uitoefenen   Voor het   in de bodem draaien van de boor. Aan het onderste eind van de hoofdbuis 2 bevindt zich de in zijn geheel met   18   aangeduide klep. 



   Bij het in de bodem draaien van de boor volgens de uitvinding treden allereerste de schroefbladen' 10, 12 in werking, die de boor naar beneden trekken. Het materiaal 
 EMI3.1 
 dat zich bevindt ter hoogte vain het tweede, tegengesteld gerichte schroefblad 13 wordt tegengehouden tegen verder naar boven bewegen langs de schroefpaal, bij het steeds verder indraaien daarvan:

   Ter hoogte van de tweede hulpbuis 4 met relatief grote diameter wordt het losgeboorde bodemmateriaal stevig aangedrukt in de richting van de gatwand, waardoor een verstevigend effect wordt verkregen. '
Een verder gevolg van de aanwezigheid van de tweede hulpbuis 4   niet   relatief grote diameter is dat, nadat het gat geboord is, bij het uit de bodem trekken van de boor geen of  zeer wering     bodemmateriaal     mee     omhoog   uit het gat   wordt getrokken.     Slechts   bodemmateriaal dat zich nog   bevindt op   de schroefbladen 10,12, 13 wordt meegenomen uit het gat.

   Het   Overige   materiaal blijft daarin echter   achter, hetgeen   betekent dat slechts een zeer geringehoeveelheid zogenaamd boorspecie behoeft té worden afge- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 voerd. Zoals genoemd is ook de gatwand verstevigd, waardoor het dragend vermogen van de in het geboorde gat te vervaardigen fundatiepaal gunstig wordt beïnvloed. 



   Deze fundatiepaal wordt vervaardigd doordat bij het uit het zich in de bodem bevindende gat trekken van de boor, betonmortel onder druk wordt ingebracht door de hoofdbuis 2. De klep 18 wordt daarbij geopend, zodanig dat bij het zich steeds verder trekken van het verdringingsorgaan de betonmortel zich verzameld in het gat. 



   De klep 18 is nader weergegeven in de figuren 4 en 5. Deze klep bestaat uit een klepzitting 19 die aan het onderste eind van de hoofdbuis 2 is aangebracht, alsmede een op en neer beweegbaar kleplichaam 20. Bij het in de bodem schroeven van de boor wordt het kleplichaam 20 met zijn kegelvormige oppervlak 23 dichtgedrukt tegen de klepzitting 19 die een overeenkomstig kegelvormig oppervlak 24 bezit zoals weergegeven in figuur 4. Bij 'het omhoog trekken uit het gat daarentegen van het 
 EMI4.1 
 verdringingsorgaan zakt het kleplichaam 20 naar beneden, waardoor een vrije doorgang ontstaat ten opzichte van de zitting 19. 



   Het kleplichaam 20 wordt tegen losraken beveiligd door de' radiaal gerichte platen 21, die eveneens gevangen gehouden worden, in de onderste stand van het kleplichaam 20,   doof   de klepzitting 19. De radiaal gerichte platen 21 zijn met geringe speling opgenomen in de boring 22 van de hoofdbuis 2, zodanig dat een rechtlijnige geleiding van het kleplichaam 20 is verzekerd. 



   Het kleplichaam 20 bezit aan de onderzijde eveneens een kegelvorm 25. De top' 26 van deze kegelvorm 25 bevindt zich precies ter hoogte van de hartlijn vair de boor. 



  Voordeel daarvan is dat de boor nauwkeurig kan worden gecentreerd op de gewenste positie. De boorwerkzaamhéden kunnen derhalve nauwkeurig op de juiste   plaats   worden uitgevoerd. 



   Hoewel de figuurbeschrijving een grondverdringende boor betreft, is de uitvinding daartoe niet beperkt. Als alternatief zou bijvoorbeeld ook een 
 EMI4.2 
 groridverdringend orgaan kunnen worden toegepast dat door middel van trillingen wordt ingebracht.

Claims (1)

  1. Conclusies 1. Grondverdringingsorgaan voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal in een ondergrond, welk verdringingsorgaan een buisvormig lichaam (1) omvat aan de onderzijde waarvan zich een klep (18) bevindt met een kleplichaam (20) en een klepzitting (19) voor het afsluiten respectievelijk vrijgeven van de inwendige ruimte van het buisvormige lichaam (1), welk kleplichaam (20) in de langsrichting van het buisvormige lichaam (1) door middel van een lineaire geleiding (20,21) evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar is tussen de sluitstand en de vrijgeefstand, met het kenmerk, dat de lineaire geleiding een met het kleplichaam (20) verbonden schuif (21) omvat alsmede een met het buisvormige lichaam (1) verbonden schüifgéleiding (22) ten opzichte waarvan de schuif (21) verschuifbaar is geleid,
    waarbij de schuif tenminste drie radiaal zich uitstrekkende platen (21) omvat, en de schuif geleiding gevormd wordt door de binnenzijde (22) van het buisvormige lichaam (1).
    2. Verdringingsorgaan volgens conclusie 1, waarbij het kleplichaam (20) aan de van het buisvormige lichaam (1) afgekeerde zijde een merkteken (26) heeft voor het positioneren van de boor ten opzichte'van de locatie van een te vervaardigen paal.
    3. Verdringingsorgaan volgens conclusie 2, waarbij het merkteken een van het buisvormige lichaam (1) afwijzend uitsteeksel (26) is.
    4. Verdringingsorgaan volgens conclusie 3, waarbij het kleplichaam (20) een kegelvorm heeft aan de zijde (25) die is afgekeerd van het buisvormige lichaam (1).
    5. Verdringingsorgaan volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij het merkteken (26) op een lijn ligt met de hartlijn van het buisvormige lichaam (1). EMI5.1
    . Verdringingsorgaan volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het klep lichaam (20) aan zijn naar het buisvormige lichaam (1) gekeerde zijde een verder kegelvormig oppervlak (23) heeft, en de klepiitting (19) een 'overeenkomstig kegelvormig oppervlak (24) heeft. EMI5.2
    7. Verdringingsorgaan volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het buisvormige lichaam (1) en de klep (18) omwentehngssjfaimerrisch zijn.
BE2003/0188A 2002-03-25 2003-03-25 BE1015438A3 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020241A NL1020241C2 (nl) 2002-03-25 2002-03-25 Grondverdringende boor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015438A3 true BE1015438A3 (nl) 2005-04-05

Family

ID=19774508

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0188A BE1015438A3 (nl) 2002-03-25 2003-03-25
BE2003/0189A BE1015439A3 (nl) 2002-03-25 2003-03-25 Grondverdringende boor.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0189A BE1015439A3 (nl) 2002-03-25 2003-03-25 Grondverdringende boor.

Country Status (3)

Country Link
BE (2) BE1015438A3 (nl)
DE (2) DE20304883U1 (nl)
NL (1) NL1020241C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005001227A1 (de) * 2005-01-10 2006-07-20 Keller Grundbau Gmbh Baugrundverbesserung durch Hybrid- Säulen

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9002781U1 (nl) * 1990-03-09 1991-07-04 Delmag Maschinenfabrik Reinhold Dornfeld Gmbh & Co, 7300 Esslingen, De
US6033152A (en) * 1997-04-11 2000-03-07 Berkel & Company Contractors, Inc. Pile forming apparatus
GB2329200A (en) * 1997-09-12 1999-03-17 May Gurney Piling auger
US6672015B2 (en) * 1999-02-25 2004-01-06 Menard Soltraitement Concrete pile made of such a concrete and method for drilling a hole adapted for receiving the improved concrete pile in a weak ground

Also Published As

Publication number Publication date
NL1020241C2 (nl) 2003-09-29
DE20304883U1 (de) 2003-06-18
BE1015439A3 (nl) 2005-04-05
DE20304876U1 (de) 2003-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2591357T3 (es) Método y aparato para construir pilares de soporte de uno o más sustentadores sucesivos formados en una matriz de suelo
JP4505479B2 (ja) 地中施工杭を作るための掘削装置および方法
BE1010781A3 (nl) Grondverdringende schroefboor en werkwijze voor het vervaardigen van een betonpaal hiermee.
US4542796A (en) Process and device for drilling the soil
BE1015438A3 (nl)
KR101442074B1 (ko) 선단 확장 말뚝 및 이의 시공 방법
US6672802B2 (en) Vertical pull apparatus
NL1021410C2 (nl) Grondverdringingsorgaan met klep.
US3529428A (en) Flow control device for hollowshafted auger
JP5690081B2 (ja) 杭穴充填物の採取装置
JP6629076B2 (ja) 地盤補強工法
JP6681931B2 (ja) 排水パイプ及びその打ち込み方法
RU186050U1 (ru) Грунтовый анкер
JP2012140787A (ja) 杭体の施工方法およびそれに用いられるケーシングパイプとそれによって施工された基礎構造体
JP6516381B2 (ja) 菱形パンタグラフ仕様の拡孔ビットの製造方法及びその拡孔径を調整できる菱形パンタグラフ仕様の拡孔ビット
KR20150131995A (ko) 선단 확장형 말뚝 및 이의 시공 방법
DE2655541C3 (de) Verfahren und Anordnung für das vertikale Eintreiben von Rohren
JP6538427B2 (ja) 検尺棒付きヤットコ及びこれを用いた杭の埋込み方法
NL1025689C2 (nl) Boorbuis met boorpunt alsmede werkwijze voor het vormen van een funderingspaal in de grond.
JP4716410B2 (ja) 二重管削孔装置の撤去回収方法及びその方法に用いられる二重管削孔装置の撤去回収装置
JP3016192B2 (ja) 液状化防止用パイプ状ドレーン材の打設工法
KR101067218B1 (ko) 극연약 지반용 비개착식 파이프 매설공법
KR102431162B1 (ko) 흙막이벽 지지용 선행하중잭
US759662A (en) Well-drill attachment.
JP2022103982A (ja) ケーシングヘッド

Legal Events

Date Code Title Description
CA Change of address of the owner of the patent

Owner name: DR. DE BLECOURTSTRAAT 59,NL-6541 DG NIJMEGEN

Effective date: 20121008

Owner name: *EUROPEAN FOUNDATION GROUP B.V.

Effective date: 20121008

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190331