BE1015411A3 - Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units - Google Patents

Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units Download PDF

Info

Publication number
BE1015411A3
BE1015411A3 BE2003/0155A BE200300155A BE1015411A3 BE 1015411 A3 BE1015411 A3 BE 1015411A3 BE 2003/0155 A BE2003/0155 A BE 2003/0155A BE 200300155 A BE200300155 A BE 200300155A BE 1015411 A3 BE1015411 A3 BE 1015411A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
support frame
support
frame
structure according
support structure
Prior art date
Application number
BE2003/0155A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2003/0155A priority Critical patent/BE1015411A3/en
Priority to EP04719962A priority patent/EP1606348B1/en
Priority to CNB2004800064493A priority patent/CN100457827C/en
Priority to DE502004004572T priority patent/DE502004004572D1/en
Priority to AT04719962T priority patent/ATE369399T1/en
Priority to PCT/EP2004/002590 priority patent/WO2004081113A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1015411A3 publication Critical patent/BE1015411A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/02Construction of loom framework
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C1/00Dobbies
    • D03C1/14Features common to dobbies of different types
    • D03C1/16Arrangements of dobby in relation to loom

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

The housing for the shed-forming mechanism on a loom is split into a transverse sub-unit (24) and upright units (10, 28). The sub-units are bolted together and attached to the machine frame (12) through elastic connections. Reference planes are established to ensure correct alignment on assembly. The transverse sub-unit (24) is U-shaped and can act as an oil reservoir. The levers comprising the mechanism are also split into sub-units to fit the housings. A seal is provided at the junction between the sub-units. Oil ducts for pressure or spray lubrication (43) are included.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Draagstructuur voor een weefmachine. 



  De uitvinding betreft een draagstructuur voor een gaapvormingssysteem van een weefmachine. 



  Een draagstructuur voor een gaapvormingssysteem van een weefmachine is gekend uit EP 742298. Hierbij wordt de draagstructuur gevormd door een U-vormig draaggestel met zijdelingse verhogingen waarin onderdelen zijn gelagerd. Hierbij fungeert het draaggestel tevens als oliecontainer. Dergelijk draaggestel is omvangrijk en moeilijk te vervaardigen en zodoende minder geschikt om verschillende in het draaggestel gelagerde onderdelen in onderling uitgelijnde toestand aan te brengen of te houden, waardoor dergelijk draaggestel minder geschikt is om aangewend te worden bij weefmachines die weven met hoge weefsnelheden. Dergelijk draaggestel is tevens beperkt tot een bepaald aandrijfsysteem en is ook slechts geschikt om aangewend te worden voor weefmachines met een bepaalde breedte. 



  Het doel van de uitvinding is een draagstructuur die de voornoemde nadelen niet vertoont en die toelaat te weven met hoge   weefsnelheden.   



  Tot dit doel bevat de draagstructuur volgens de uitvinding een eerste draaggestel dat nabij een zijgedeelte aan het hoofdgestel van een weefmachine bevestigbaar is en een tweede draaggestel dat zich dwars ten opzichte van de zijgedeelten van het hoofdgestel van de weefmachine volgens de breedte van de weefmachine uitstrekt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  De uitvinding biedt als voordeel dat de draagstructuur die gevormd wordt door het eerste draaggestel en het tweede draaggestel voldoende weerstand kan bieden tegen wisselende krachten, wisselende temperaturen, vervormingen, trillingen of resonanties en zodoende toelaat te weven met hoge   weef snelheden.   Dergelijk draaggestel kan eenvoudig gekozen of aangepast worden in functie van de breedte van de weefmachine. 



  Volgens een uitvoeringsvorm is het tweede draaggestel verbindbaar met het eerste draaggestel nabij het zijgedeelte waar het eerste draaggestel aan het hoofdgestel van de weefmachine bevestigbaar is. Volgens een uitvoeringsvorm strekt het tweede draaggestel zich hoofdzakelijk uit over de breedte tussen de zijgedeelten van het hoofdgestel van de weefmachine. 



  Hierdoor wordt een stevig draaggestel bekomen dat toelaat met hoge weef snelheden te weven. 



  Bij voorkeur bevat het eerste draaggestel een referentievlak en het tweede draaggestel een referentievlak, waarbij de voornoemde referentievlakken naar elkaar toe gericht zijn terwijl het eerste draaggestel en het tweede draaggestel aan elkaar zijn bevestigd. Die referentievlakken laten toe het eerste draaggestel en het tweede draaggestel onderling nauwkeurig te positioneren terwijl die aan elkaar bevestigd zijn. Die onderlinge positionering kan behouden blijven zelfs bij wijziging van krachten en van temperatuur. Bij voorkeur wordt een pakking voorzien tussen beide referentievlakken. Dit laat toe te vermijden dat olie, meer in het bijzonder smeerolie, tussen de referentievlakken kan ontsnappen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Volgens een uitvoeringsvorm bevat het tweede draaggestel een U-vormig profiel. Volgens een uitvoeringsvorm bevat het eerste draaggestel twee zijflanken en een bodemflank die samen een gesloten profiel vormen. Dergelijk eerste draaggestel kan hierdoor als oliereservoir fungeren of als doorvoerkanaal voor olie naar het bijvoorbeeld door een U-vormig profiel gevormd tweede draaggestel, dat tevens als oliereservoir kan fungeren. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt in het eerste draaggestel om een draaias een stuurhefboom gelagerd, waarbij de stuurhefboom via een koppelsysteem verbindbaar is met een aandrijfhefboom, de stuurhefboom via een verbindingssysteem verbindbaar is met een in het tweede draaggestel om een draaias gelagerde tweede hefboom, waarbij de stuurhefboom en de tweede hefboom verbindbaar zijn met een gaapvormingsmiddel, meer in het bijzonder een weefkader. Volgens een uitvoeringsvorm is de aandrijfhefboom tevens in het eerste draaggestel gelagerd. Volgens een uitvoeringsvorm is in gebruik, het koppelsysteem, meer in het bijzonder een koppelstang, boven de draaias van de stuurhefboom opgesteld terwijl het verbindingssysteem, meer in het bijzonder een verbindingsstang, onder de draaias van de stuurhefboom is opgesteld. 



  Volgens een uitvoeringsvorm verloopt het voornoemde referentievlak van het eerste draaggestel evenwijdig met de draaias van de stuurhefboom en verloopt het voornoemde referentievlak van het tweede draaggestel evenwijdig met de draaias van de tweede hefboom, waarbij de voornoemde referentievlakken naar elkaar toe 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 gericht zijn, terwijl het eerste draaggestel en het tweede draaggestel aan elkaar bevestigd zijn. Het gebruik van referentievlakken laat toe de draaias van de stuurhefboom en de draaias van de tweede hefboom nauwkeurig evenwijdig met elkaar op te stellen en op die manier een onderlinge uitlijning van de stuurhefboom en de tweede hefboom te bekomen. Bovendien laat dit toe de uitlijning te behouden zelfs bij wijziging van krachten en van temperatuur. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de stuurhefboom gelagerd in de nabijheid van de voorflank van het eerste draaggestel die nabij het tweede draaggestel is gelegen. Dit maakt het mogelijk de stuurhefboom nabij een zijkant van een gaapvormingsmiddel, meer in het bijzonder een weefkader, op te stellen. Hierdoor is het eenvoudig mogelijk een voornoemd gaapvormingsmiddel met de stuurhefboom te verbinden. Bovendien laat die opstelling toe, een smeersysteem zoals smeerleidingen of spuitmondstukken voor smeerolie ter hoogte van de lagering voor de stuurhefboom aan te brengen, waardoor die lagering die normalerwijze met grote krachten belast wordt goed kan gesmeerd worden. Bovendien laat dergelijke opstelling van die lagering nabij een voorflank toe, de lagering van de stuurhefboom op een voordelige wijze te koelen.

   Het is duidelijk dat de olie die hierbij als smeerolie aangewend wordt, tevens kan instaan voor het koelen van de lagering. 



  Volgens een uitvoeringsvorm bevat de draagstructuur een derde draaggestel dat bevestigbaar is aan het eerste draaggestel. Hierbij wordt de aandrijfhefboom in het derde draaggestel gelagerd. Bij voorkeur bevat het 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 eerste draaggestel een referentievlak en het derde draaggestel een referentievlak, waarbij de voornoemde referentievlakken naar elkaar toe gericht zijn, terwijl het eerste draaggestel en het derde draaggestel aan elkaar zijn bevestigd. Die referentievlakken laten toe het eerste draaggestel en het derde draaggestel onderling nauwkeurig te positioneren terwijl die aan elkaar bevestigd zijn. Die onderlinge positionering kan behouden blijven zelfs bij wijziging van krachten en van temperatuur.

   Volgens een uitvoeringsvorm verloopt het voornoemde referentievlak van het eerste draaggestel evenwijdig met de draaias van de stuurhefboom en verloopt het voornoemde referentievlak van het derde draaggestel evenwijdig met de draaias van de aandrijfhefboom, waarbij de voornoemde referentievlakken naar elkaar toe gericht zijn, terwijl het eerste draaggestel en het derde draaggestel aan elkaar zijn bevestigd. Bij voorkeur wordt een pakking voorzien tussen beide referentievlakken. Dit laat toe te vermijden dat olie, meer in het bijzonder smeerolie, tussen de referentievlakken kan ontsnappen. 



  Het gebruik van referentievlakken laat toe de draaias van de stuurhefboom en de draaias van de   aandrijfhefboom   nauwkeurig evenwijdig met elkaar op te stellen en op die manier een onderlinge uitlijning van de stuurhefboom en de aandrijfhefboom te bekomen. 



  Bovendien laat dit toe de uitlijning te behouden zelfs bij wijziging van krachten en van temperatuur. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de stuurhefboom verbonden met de aandrijfhefboom door middel van een koppelsysteem, waarbij een koppelstang draaibaar gelagerd is ter hoogte van een eerste 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 verbindingspunt van de stuurhefboom dat bovenaan in het eerste draaggestel is gelegen en een koppelstang via een insteleenheid met de aandrijfhefboom is verbonden. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de stuurhefboom verbonden met de tweede hefboom door middel van een verbindingssysteem, waarbij een verbindingsstang draaibaar gelagerd is ter hoogte van een tweede verbindingspunt van de stuurhefboom dat bij voorkeur onderaan in het eerste draaggestel is gelegen. 



  Volgens een uitvoeringsvorm wordt tussen het eerste draaggestel en het tweede draaggestel minstens één wand voorzien die toelaat beide draaggestellen van elkaar te scheiden. Dit laat toe de olie, meer in het bijzonder de smeerolie die in beide draaggestellen aanwezig is, van elkaar te scheiden. Dit laat ook toe slechts in bijvoorbeeld het eerste draaggestel smeerolie te voorzien en in het tweede draaggestel bijvoorbeeld geen smeerolie te voorzien. Bij voorkeur fungeert de wand eveneens als pakking tussen het eerste draaggestel en het tweede draaggestel. Volgens een uitvoeringsvorm wordt tevens tussen het eerste draaggestel en het derde draaggestel minstens één wand voorzien die toelaat beide draaggestellen van elkaar te scheiden. Dit laat toe de olie, meer in het bijzonder de smeerolie die in beide draaggestellen aanwezig is, van elkaar te scheiden.

   Bij voorkeur fungeert de wand eveneens als pakking tussen het eerste draaggestel en het derde draaggestel. 



  Volgens een uitvoeringsvorm worden tussen het eerste draaggestel en het tweede draaggestel twee wanden voorzien die toelaten beide draaggestellen van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand deel uitmaakt van het 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 eerste draaggestel en de andere wand deel uitmaakt van het tweede draaggestel. Volgens een uitvoeringsvorm worden tevens tussen het eerste draaggestel en het derde draaggestel twee wanden voorzien die toelaten beide draaggestellen van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand deel uitmaakt van het eerste draaggestel en de andere wand deel uitmaakt van het derde draaggestel. 



  Dit laat toe het eerste draaggestel van het tweede draaggestel te verwijderen of het eerste draaggestel van het derde draaggestel te verwijderen zonder dat olie, meer in het bijzonder smeerolie, uit een draaggestel kan ontsnappen. 



  Het is duidelijk dat in de draagstructuur volgens de uitvinding meerdere gaapvormingssystemen evenwijdig met elkaar kunnen opgesteld worden en op die manier een compacte opbouw van het geheel mogelijk wordt. 



  Dergelijke draagstructuur volgens de uitvinding kan als module uitgevoerd worden die aan het hoofdgestel van de weefmachine bevestigd kan worden. De opbouw van dergelijke draagstructuur laat op die manier toe een compacte module te vormen, die eenvoudig op een weefmachine kan geplaatst worden of van een weefmachine kan verwijderd worden. 



  Teneinde de kenmerken en verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de uitvinding hiertoe nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : 
Figuur 1 een draagstructuur volgens de uitvinding weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 
Figuur 2 schematisch een bovenaanzicht van de draagstructuur volgens figuur 1 weergeeft ; 
Figuur 3 in niet gemonteerde toestand draaggestellen en pakkingen van de draagstructuur volgens figuur 1 weergeeft ; 
Figuur 4 de draagstructuur van figuur 1 zeer schematisch en in perspectief weergeeft; 
Figuur 5 het aandrijfsysteem volgens figuur 1 tijdens een mogelijke montage weergeeft ; 
Figuur 6 een variante draagstructuur van figuur 1 weergeeft ; 
Figuur 7 nog een variante draagstructuur van figuur 1 weergeeft ;

   
Figuur 8 het aandrijfsysteem volgens figuur 7 tijdens een mogelijke montage weergeeft; 
Figuur 9 nog een variante draagstructuur van figuur 1 weergeeft. 



  De in figuren 1 tot 5 weergegeven draagstructuur 1 volgens de uitvinding bevat een eerste draaggestel 10 dat nabij een zijgedeelte 12 aan het hoofdgestel 11 van een weefmachine bevestigbaar is en een tweede draaggestel 24 dat zich dwars ten opzichte van de zijgedeelten 12,13 van het hoofdgestel 11 van de weefmachine volgens de breedte A van de weefmachine uitstrekt. Het tweede draaggestel 24 is verbindbaar met het eerste draaggestel 10 nabij het zijgedeelte 12 en strekt zich hoofdzakelijk uit over de volledige breedte tussen de zijgedeelten 12,13 van het hoofdgestel 11 van de weefmachine. 



  Het eerste draaggestel 10 bevat een referentievlak 36 en het tweede draaggestel 24 een referentievlak 37, waarbij de voornoemde referentievlakken 36 en 37 naar 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 elkaar toe gericht zijn terwijl het eerste draaggestel 10 en het tweede draaggestel 24 aan elkaar zijn bevestigd. Tussen beide referentievlakken 36 en 37 kan een pakking 38 voorzien worden, die bijvoorbeeld bestaat uit een dunne strip met de vorm van de referentievlakken 36,37. Het tweede draaggestel 24 bevat een U-vormig profiel. Onderaan kan dit U-vormig profiel bijvoorbeeld nog voorzien worden van een verdieping of een goot waarin olie kan geleid worden. 



  Het eerste draaggestel 10 bevat twee zijflanken 29,30 en een bodemflank 31 die samen een gesloten profiel vormen. 



  Bij de weergegeven uitvoeringsvorm wordt in het eerste draaggestel 10 om een draaias 3 een stuurhefboom 4 gelagerd. De stuurhefboom 4 is via een koppelsysteem dat een koppelstang 20 en een insteleenheid 21 bevat, verbindbaar met een aandrijfhefboom 6 en via een verbindingssysteem dat een   verbindingsstang   24 bevat, verbindbaar is met een tweede hefboom 9 die in het tweede draaggestel 24 om een draaias 8 gelagerd is. De stuurhefboom 4 en de tweede hefboom 9 zijn verbindbaar met een gaapvormingsmiddel 2, meer in het bijzonder een weefkader 14. In gebruik zijn de koppelstang 20 en de insteleenheid 21 boven de draaias 3 opgesteld terwijl de verbindingsstang 22 onder de draaias 3 is opgesteld. 



  Verder wordt een aandrijving 23, zoals een excenteraandrijving, een nokkenaandrijving of een dobbymechanisme, voorzien om de aandrijfhefboom 6 aan te drijven. Het is duidelijk dat elk type aandrijving 23 naar keuze kan voorzien worden. 



  De stuurhefboom 4 bevat een derde verbindingspunt 15 dat via een koppelstang 16 en een verbindingselement 17 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 met een koppelelement 18 verbindbaar is, welk koppelelement 18 verbindbaar is met een koppelstang 19 van een weefkader 14. De tweede hefboom 9 is analoog via een verbindingspunt 15, een koppelstang 16 en een verbindingselement 17 verbindbaar met een koppelelement 18 dat verbindbaar is met een koppelstang 19 van een weefkader 14. Dergelijke verbinding van een koppelelement 18 met een koppelstang 19 van een weefkader 14 is gekend uit het document EP 520540 Al. 



  De verbindingspunten 5,7 en 15 worden in de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd door een lagering die bijvoorbeeld een astap en lagers, zoals kogellagers of rollagers, bevat. Hierbij kunnen de astappen bijvoorbeeld aan de stuurhefboom 4 voorzien worden, terwijl telkens een lager dat met een astap kan samenwerken voorzien is in respectievelijk de koppelstang 20, de verbindingsstang 22 of de koppelstang 16. Elk verbindingselement 17 bestaat bijvoorbeeld uit een as die vast bevestigd is aan een koppelelement 18 waarrond een lager, bijvoorbeeld een kogellager of een rollager is voorzien dat samenwerkt met een koppelstang 16. 



  Het referentievlak 36 verloopt evenwijdig met de draaias 3 en het referentievlak 37 verloopt evenwijdig met de draaias 8 van de tweede hefboom 9, zodat de draaias 3 en de draaias 8 evenwijdig met elkaar verlopen. De draaias 3 van de stuurhefboom 4 is gelagerd in de nabijheid van de voorflank 25 van het eerste draaggestel 10, die nabij het tweede draaggestel 24 is gelegen. Op het tweede draaggestel 24 zijn bijvoorbeeld rechtlijnige geleidingen 26 aangebracht voor het geleiden van de   koppelelementen   18. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  De draagstructuur 1 bevat hierbij tevens een derde draaggestel 28 dat bevestigbaar is aan het eerste draaggestel 10. De   aandrijfhefboom   6 wordt om een draaias 27 in het derde draaggestel 28 gelagerd. Het eerste draaggestel 10 bevat een referentievlak 44 en het derde draaggestel 28 een referentievlak 45, waarbij de voornoemde referentievlakken 44 en 45 naar elkaar toe gericht zijn, terwijl het eerste draaggestel 10 en het derde draaggestel 28 aan elkaar zijn bevestigd. 



  Tussen beide referentievlakken 44 en 45 kan een pakking 46 voorzien worden, die bijvoorbeeld bestaat uit een dunne strip met de vorm van de referentievlakken 44, 45. Het referentievlak 44 verloopt evenwijdig met de draaias 3 en het referentievlak 45 verloopt evenwijdig met de draaias 27 van de aandrijfhefboom 6. Hierbij verloopt de draaias 3 eveneens evenwijdig met de draaias 27. 



  Zoals zichtbaar in figuren 2 en 4 wordt het derde draaggestel 28 met bouten 32 bevestigd aan het eerste draaggestel 10, terwijl het eerste draaggestel 10 op zijn beurt met bouten 33 bevestigd wordt aan het zijgedeelte 12 van het hoofdgestel 11 van de weefmachine. Het tweede draaggestel 24 wordt met bouten 34 aan het eerste draaggestel 10 bevestigd. 



  Het is duidelijk dat bij de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 5 het mogelijk is het derde draaggestel 28 met de aandrijving 23 en met de aandrijfhefboom 6 te vervangen door een analoog draaggestel waarbij bijvoorbeeld een ander type aandrijving wordt voorzien. Dit betekent bijvoorbeeld dat naar keuze een aandrijving bestaande uit een excenteraandrijving, een nokkenaandrijving, een 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 dobbymechanisme of een ander type aandrijving voor de gaapvormingsmiddelen kan voorzien worden. 



  Bij de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de koppelstang 20 draaibaar gelagerd ter hoogte van een eerste verbindingspunt 5 van de stuurhefboom 4 dat bovenaan in het eerste draaggestel 10 is gelegen en wordt de koppelstang 20 via een insteleenheid 21 met de   aandrijfhefboom   6 is verbonden. De stuurhefboom 4 wordt verbonden met de tweede hefboom 9 door middel van een verbindingsstang 22 die draaibaar gelagerd is ter hoogte van een tweede verbindingspunt 7 van de stuurhefboom 7 dat bij voorkeur onderaan in het eerste draaggestel 10 is gelegen. 



  Bijvoorbeeld wordt tussen het eerste draaggestel 10 en het tweede draaggestel 24 minstens één wand voorzien die toelaat beide draaggestellen 10,24 van elkaar te scheiden. Die wand kan gevormd worden door de pakking 38. Bijvoorbeeld kan tevens tussen het eerste draaggestel 10 en het derde draaggestel 28 minstens één wand voorzien worden die toelaat beide draaggestellen 10 en 28 van elkaar te scheiden. Die wand kan gevormd worden door de pakking 46. 



  De referentievlakken 36,37 en de referentievlakken 44, 45 staan evenwijdig met elkaar opgesteld en staan loodrecht op de langsrichting van de draagstructuur 1 die zich volgens de breedte A van de weefmachine uitstrekt. De draaias 3 van de stuurhefboom 4 wordt bepaald door een as 39 die met een klemsysteem 40 vast bevestigd is aan de voorflank 25 van het draaggestel 10. Op die as 39 is een niet weergegeven lager aangebracht, bijvoorbeeld een kogellager of een 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 rollager dat voorzien is in de stuurhefboom 4, zodat de as 39 de positie van de draaias 3 voor de stuurhefboom 4 bepaalt. De as 39 en het niet weergegeven lager vormen een lagering voor de stuurhefboom 4.

   Tevens is een smeersysteem 41, dat leidingen 42 voor smeerolie en spuitmondstukken 43 voor smeerolie bevat, nabij de lagering of de draaias 3 voor de stuurhefboom 4 aangebracht om smeerolie naar de draaias 3 te brengen. 



  Zoals zichtbaar in figuur 5 kan het geheel van het draaggestel 10 en het draaggestel 28 vooraf gemonteerd worden en vervolgens als geheel aan het zijgedeelte 12 bevestigd worden. Het draaggestel 24 wordt hierbij aan het draaggestel 10 bevestigd, bijvoorbeeld vooraleer het draaggestel 10 aan het zijgedeelte 12 wordt bevestigd. Uiteraard kan volgens een variante het draaggestel 24 eveneens aan het draaggestel 10 bevestigd worden, nadat het draaggestel 10 aan het zijgedeelte 12 werd bevestigd. Zoals zichtbaar in figuur 1 vormen de gemonteerde draaggestellen 10,24 en 28 een geheel dat tevens fungeert als reservoir voor olie 47, meer in het bijzonder smeerolie. Het niveau van de smeerolie 47 kan passend gekozen worden. 



  Bij de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm worden tussen het eerste draaggestel 10 en het tweede draaggestel 24 twee wanden voorzien die toelaten beide draaggestellen 10,24 van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand 48 deel uitmaakt van het eerste draaggestel 10 en de andere wand 49 deel uitmaakt van het tweede draaggestel 24. Hierbij worden eveneens tussen het eerste draaggestel 10 en het derde draaggestel 28 twee wanden voorzien die toelaten beide draaggestellen 10, 28 van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand 50 deel 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 uitmaakt van het eerste draaggestel 10 en de andere wand 51 deel uitmaakt van het derde draaggestel 28. 



  Opgemerkt wordt hierbij, dat de wanden 48 en 49 relatief laag gekozen worden om niet in contact te komen met de stuurhefboom 4. 



  Zoals zichtbaar in figuur 6 laat dit bijvoorbeeld toe het niveau van de olie 47 in het draaggestel 28 hoog te kiezen, het niveau van de olie 47 in het draaggestel 24 relatief laag te kiezen, terwijl bijvoorbeeld het niveau olie 47 in het draaggestel 10 onbeduidend is. 



  Niets belet dat één van de wanden 48,49 fungeert als pakking tussen de draaggestellen 10,24 en op die manier de functie van de voornoemde pakking 38 overneemt. Tevens belet niets dat één van de wanden 50, 51 fungeert als pakking tussen de draaggestellen 10,28 en op die manier de functie van de voornoemde pakking 46 overneemt. In geval het niveau van de olie 47 in het draaggestel 10 onbeduidend is, kunnen de wanden 48 en 50 ook weggelaten worden. Uiteraard kan het niveau olie 47 in het draaggestel 24 ook onbeduidend gekozen worden. 



  Volgens de variante uitvoeringsvorm van figuren 7 en 8 is de aandrijfhefboom 6 in een draaggestel 52 van de stuurhefboom 4 gelagerd, waarbij het draaggestel 52 aan een zijgedeelte 12 van het hoofdgestel 11 van de weefmachine is voorzien. De bevestiging van het draaggestel 52 aan het zijgedeelte 12 is analoog uitgevoerd als de bevestiging van het draaggestel 10 aan het zijgedeelte 12. Het draaggestel 52 kan analoog aan het draaggestel 10 van een wand 48 voorzien worden. 



  Bij deze uitvoeringsvorm wordt naast een tweede hefboom 9 die omheen een draaias 8 draaibaar opgesteld is, nog 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 een derde hefboom 53 voorzien die omheen een draaias 54 draaibaar is opgesteld en samen met de tweede hefboom 9 door een verbindingsstang 22 wordt bevolen. Hierbij worden de draaiassen 8 en 54 voorzien aan het draaggestel 24 dat bevestigd is aan het draaggestel 52 en dat zich volgens de breedte A van de weefmachine uitstrekt. Hierbij worden eveneens meerdere spuitmondstukken 55 voor olie voorzien om de verschillende lageringen te smeren. Het draaggestel 52 kan analoog als het draaggestel 10 weergegeven in figuur 5 aan het draaggestel 24 en aan het zijgedeelte 12 bevestigd worden.

   Volgens een niet weergegeven variante kan bijvoorbeeld bij brede weefmachines of bij weefmachines die zware weefsels dienen te weven, naast de tweede hefboom 9 en de eventuele derde hefboom 53 nog een vierde hefboom of nog een volgende dergelijke hefboom voorzien worden. 



  De draagstructuur 1 laat toe de koppelstang 20 bovenaan de draaggestellen 10,28 of 52 op te stellen, waardoor eveneens de insteleenheid 21 goed bereikbaar opgesteld is en waarbij de koppelstang 20 volledig bovenaan de draaggestellen 10 of 52 opgesteld blijft. 



  Het is duidelijk dat in de draagstructuur 1 volgens de uitvinding meerdere gaapvormingssystemen kan dragen, waarbij elk gaapvormingssysteem bijvoorbeeld een aandrijfsysteem met een   aandrijfhefboom   6, een koppelstang 20, een stuurhefboom 4, een verbindingsstang 22, een tweede hefboom 9 en een gaapvormingsmiddel 2 bevat en waarbij de verschillende gaapvormingssystemen evenwijdig met elkaar kunnen opgesteld worden. Op die manier wordt een compacte opbouw van het geheel mogelijk. Hierbij kunnen alle 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 stuurhefbomen 4 van de verschillende aandrijfsystemen op eenzelfde draaias 3 gelagerd worden. Bovenaan op de draaggestellen 10,28, 52 kan nog een beschermkap 35 voorzien worden om het geheel bijvoorbeeld stofdicht af te dichten. 



  De verbinding tussen de stuurhefboom 4 of een volgende hefboom 9 of 53 hoeft uiteraard niet noodzakelijk een koppelelement 18 en een koppelstang 19 te bevatten, maar kan bestaan uit eender welke gekende verbinding die een hefboom, zoals een stuurhefboom 4 of een volgende hefboom 9 of 53, met een gaapvormingsmiddel 2, zoals een weefkader 14, kan verbinden. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 9 bestaat de verbinding bijvoorbeeld uit een koppelelement 66 dat geleid wordt in een geleiding 26 en dat gekoppeld is met een haak 67 die aan het weefkader 14 is bevestigd. Om het koppelen mogelijk te maken bevat het koppelelement 66 een verbreding 68 die kan samenwerken met de haak 67. 



  Bij de uitvoeringsvorm van figuur 9 bevat het koppelsysteem meerdere aan elkaar gekoppelde koppelstangen 57,58 en bevat het verbindingssysteem meerdere aan elkaar gekoppelde verbindingsstangen 59, 60. Bij deze uitvoeringsvorm wordt het verbindingspunt 5 nabij het verbindingspunt 7 opgesteld, waardoor de koppelstangen 57,58 schuin naar beneden zijn opgesteld. Het voorzien van twee koppelstangen 57 en 58 laat bijvoorbeeld toe bij het verwijderen van het draaggestel 28 met de aandrijving 23 en de   aandrijfhefboom   6 weg van het draaggestel 10 tevens de koppelstang 57 mee te nemen die van de koppelstang 58 werd losgekoppeld. Hierdoor kan de positie van de insteleenheid 21 behouden blijven. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 



  Dergelijke draagstructuur 1 volgens de uitvinding kan als module uitgevoerd worden die aan het hoofdgestel 11 van de weefmachine bevestigd kan worden. De opbouw van dergelijke draagstructuur 1 laat op die manier toe een compacte module te vormen, die eenvoudig op een weefmachine kan geplaatst worden of van een weefmachine kan verwijderd worden. 



  De afmetingen van het draaggestel 10, het draaggestel 24, het draaggestel 52 of het draaggestel 28 kunnen uiteraard gekozen worden in functie van hun onderlinge afmetingen. Uiteraard is het mogelijk op een bepaalde weefmachine naar keuze draaggestellen 1 die bepaalde passende afmetingen vertonen te voorzien. 



  Hoewel bij de weergegeven uitvoeringsvormen het draaggestel 10 of het draaggestel 52 met het zijgedeelte 12 is verbonden, kan volgens een niet weergegeven variante dergelijk draaggestel eveneens met het zijgedeelte 13 verbonden worden. De niet weergegeven draadvoorbereidingsmiddelen voor inslagdraad kunnen ofwel ter hoogte van het zijgedeelte 12 ofwel ter hoogte van het zijgedeelte 13 opgesteld worden. Het aandrijfsysteem 1 volgens de uitvinding belet niet deze draadvoorbereidingsmiddelen boven dit aandrijfsysteem 1 op te stellen. 



  Het is duidelijk dat de draagstructuur 1 volgens de uitvinding kan aangewend worden bij meerdere types weefmachines, zoals bij luchtweefmachines, grijperweefmachines, grijperschietspoelweefmachines, waterjetweefmachines,   projectielweefmachines   en andere 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 weefmachines. De draagstructuur volgens de uitvinding kan tevens op bestaande weefmachines aangebouwd worden. 



  De draagstructuur volgens de uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Support structure for a weaving machine.



  The invention relates to a support structure for a shed forming system of a weaving machine.



  A support structure for a shed forming system of a weaving machine is known from EP 742298. Here, the support structure is formed by a U-shaped support frame with lateral elevations in which parts are mounted. The supporting frame also functions as an oil container. Such a support frame is bulky and difficult to manufacture and is therefore less suitable for arranging or maintaining different parts mounted in the support frame in mutually aligned condition, whereby such support frame is less suitable for use in weaving machines that weave at high weaving speeds. Such a supporting frame is also limited to a specific drive system and is also only suitable for use with weaving machines of a certain width.



  The object of the invention is a support structure which does not have the aforementioned disadvantages and which allows weaving at high weaving speeds.



  For this purpose, the support structure according to the invention comprises a first support frame that can be attached to the main frame of a weaving machine near a side portion and a second support frame that extends transversely to the side portions of the main frame of the weaving machine according to the width of the weaving machine.

 <Desc / Clms Page number 2>

 



  The invention offers the advantage that the support structure formed by the first support frame and the second support frame can offer sufficient resistance to varying forces, varying temperatures, deformations, vibrations or resonances and thus allows weaving at high weaving speeds. Such a supporting frame can easily be selected or adjusted in function of the width of the weaving machine.



  According to an embodiment, the second support frame can be connected to the first support frame near the side portion where the first support frame can be attached to the main frame of the weaving machine. According to an embodiment, the second support frame extends substantially across the width between the side portions of the main frame of the weaving machine.



  As a result, a sturdy support frame is obtained that allows weaving at high weaving speeds.



  The first support frame preferably comprises a reference surface and the second support frame a reference surface, the aforementioned reference surfaces facing each other while the first support frame and the second support frame are attached to each other. These reference surfaces allow the first support frame and the second support frame to be accurately positioned relative to each other while they are attached to each other. This mutual positioning can be maintained even with changes in forces and temperature. A gasket is preferably provided between the two reference surfaces. This makes it possible to prevent oil, in particular lubricating oil, from escaping between the reference surfaces.

 <Desc / Clms Page number 3>

 



  According to an embodiment, the second support frame comprises a U-shaped profile. According to an embodiment, the first supporting frame comprises two side flanks and a bottom flank which together form a closed profile. Such first supporting frame can hereby function as an oil reservoir or as a passage channel for oil to the second supporting frame formed, for example, by a U-shaped profile, which can also function as an oil reservoir.



  According to an embodiment, a steering lever is mounted in the first support frame about a pivot axis, wherein the control lever can be connected to a drive lever via a coupling system, the control lever is connectable via a connecting system to a second lever mounted in the second support frame, the control lever and the second lever can be connected to a shed forming means, more particularly a weaving frame. According to an embodiment, the drive lever is also mounted in the first support frame. According to an embodiment, in use, the coupling system, more particularly a coupling rod, is arranged above the axis of rotation of the control lever, while the connecting system, more particularly a connecting rod, is arranged below the axis of rotation of the steering lever.



  According to an embodiment, the aforementioned reference surface of the first support frame extends parallel to the axis of rotation of the control lever and the aforementioned reference surface of the second support frame extends parallel to the axis of rotation of the second lever, the aforementioned reference surfaces facing each other

 <Desc / Clms Page number 4>

 are oriented, while the first support frame and the second support frame are attached to each other. The use of reference planes allows the axis of rotation of the steering lever and the axis of rotation of the second lever to be accurately arranged parallel to each other and thus to achieve mutual alignment of the steering lever and the second lever. Moreover, this allows the alignment to be maintained even with changes in forces and temperature.



  According to a preferred embodiment, the control lever is mounted in the vicinity of the front flank of the first support frame which is located near the second support frame. This makes it possible to position the control lever near a side of a shed-forming means, more particularly a weaving frame. As a result, it is easily possible to connect a aforementioned shed-forming means to the control lever. Moreover, this arrangement makes it possible to fit a lubrication system such as lubrication lines or spray nozzles for lubricating oil at the height of the bearing for the control lever, so that the bearing, which is normally loaded with great forces, can be properly lubricated. Moreover, such an arrangement of said bearing near a leading edge allows the bearing of the control lever to be cooled in an advantageous manner.

   It is clear that the oil that is used as lubricating oil can also be used to cool the bearings.



  According to an embodiment, the support structure comprises a third support frame that can be attached to the first support frame. The drive lever is hereby mounted in the third support frame. Preferably it contains

 <Desc / Clms Page number 5>

 first support frame a reference surface and the third support frame a reference surface, the aforementioned reference surfaces facing each other, while the first support frame and the third support frame are attached to each other. These reference surfaces allow the first support frame and the third support frame to be accurately positioned relative to each other while they are attached to each other. This mutual positioning can be maintained even with changes in forces and temperature.

   According to an embodiment, the aforementioned reference surface of the first support frame extends parallel to the axis of rotation of the control lever and the aforementioned reference surface of the third support frame extends parallel to the axis of rotation of the drive lever, the aforementioned reference surfaces pointing towards each other, while the first support frame and the third support frame are attached to each other. A gasket is preferably provided between the two reference surfaces. This makes it possible to prevent oil, in particular lubricating oil, from escaping between the reference surfaces.



  The use of reference planes allows the axis of rotation of the steering lever and the axis of rotation of the drive lever to be positioned precisely parallel to each other and thus to achieve mutual alignment of the steering lever and the drive lever.



  Moreover, this allows the alignment to be maintained even with changes in forces and temperature.



  According to a preferred embodiment, the control lever is connected to the drive lever by means of a coupling system, wherein a coupling rod is rotatably mounted at the height of a first

 <Desc / Clms Page number 6>

 connection point of the control lever located at the top of the first support frame and a connecting rod connected to the drive lever via an adjustment unit.



  According to a preferred embodiment, the control lever is connected to the second lever by means of a connecting system, wherein a connecting rod is rotatably mounted at a second connecting point of the control lever, which is preferably located at the bottom of the first support frame.



  According to an embodiment, at least one wall is provided between the first support frame and the second support frame, which allows the two support frames to be separated from each other. This makes it possible to separate the oil, more particularly the lubricating oil present in both support frames. This also makes it possible to provide lubricating oil only in, for example, the first supporting frame and, for example, to provide no lubricating oil in the second supporting frame. Preferably, the wall also functions as a gasket between the first support frame and the second support frame. According to an embodiment, at least one wall is also provided between the first support frame and the third support frame, which allows the two support frames to be separated from each other. This makes it possible to separate the oil, more particularly the lubricating oil present in both support frames.

   Preferably, the wall also functions as a gasket between the first support frame and the third support frame.



  According to an embodiment, two walls are provided between the first support frame and the second support frame, allowing walls to be separated from one another, with one wall forming part of the

 <Desc / Clms Page number 7>

 first support frame and the other wall forms part of the second support frame. According to an embodiment, two walls are also provided between the first support frame and the third support frame, allowing walls to be separated from one another, one wall forming part of the first support frame and the other wall forming part of the third support frame.



  This makes it possible to remove the first support frame from the second support frame or to remove the first support frame from the third support frame without allowing oil, more particularly lubricating oil, to escape from a support frame.



  It is clear that in the support structure according to the invention, several shed-forming systems can be arranged parallel to each other and in this way a compact structure of the whole becomes possible.



  Such a supporting structure according to the invention can be designed as a module that can be attached to the main frame of the weaving machine. The construction of such a support structure in this way makes it possible to form a compact module which can simply be placed on a weaving machine or can be removed from a weaving machine.



  In order to more clearly present the features and further advantages of the invention, the invention is further elucidated for this purpose on the basis of drawings with exemplary embodiments, in which:
Figure 1 represents a support structure according to the invention;

 <Desc / Clms Page number 8>

 
Figure 2 schematically represents a top view of the support structure according to Figure 1;
Figure 3 shows support frames and gaskets of the support structure according to Figure 1 in the unmounted state;
Figure 4 shows the support structure of Figure 1 very schematically and in perspective;
Figure 5 shows the drive system according to Figure 1 during a possible assembly;
Figure 6 represents a variant support structure of Figure 1;
Figure 7 shows another variant support structure of Figure 1;

   
Figure 8 shows the drive system according to Figure 7 during a possible assembly;
Figure 9 shows another variant support structure of Figure 1.



  The supporting structure 1 according to the invention shown in Figs. 1 to 5 comprises a first supporting frame 10 which can be attached to the main frame 11 of a weaving machine near a side portion 12 and a second supporting frame 24 which extends transversely to the side portions 12, 13 of the main frame. 11 of the weaving machine extends along the width A of the weaving machine. The second support frame 24 is connectable to the first support frame 10 near the side portion 12 and extends substantially over the full width between the side portions 12, 13 of the main frame 11 of the weaving machine.



  The first support frame 10 comprises a reference surface 36 and the second support frame 24 a reference surface 37, the aforementioned reference surfaces 36 and 37

 <Desc / Clms Page number 9>

 are directed towards each other while the first support frame 10 and the second support frame 24 are attached to each other. A gasket 38 can be provided between the two reference surfaces 36 and 37, which gasket comprises, for example, a thin strip with the shape of the reference surfaces 36,37. The second support frame 24 comprises a U-shaped profile. At the bottom, this U-shaped profile can for instance still be provided with a recess or a trough into which oil can be guided.



  The first supporting frame 10 comprises two side flanks 29, 30 and a bottom flank 31 which together form a closed profile.



  In the embodiment shown, a control lever 4 is mounted in the first support frame 10 about a pivot axis 3. The control lever 4 is connectable to a drive lever 6 via a coupling system comprising a connecting rod 20 and an adjusting unit 21 and connectable to a second lever 9 mounted in the second support frame 24 about a pivot axis 8 via a connecting system containing a connecting rod 24. is. The control lever 4 and the second lever 9 can be connected to a shed-forming means 2, more particularly a weaving frame 14. In use, the coupling rod 20 and the adjustment unit 21 are arranged above the axis of rotation 3 while the connecting rod 22 is arranged below the axis of rotation 3.



  Furthermore, a drive 23, such as an eccentric drive, a cam drive or a dice mechanism, is provided to drive the drive lever 6. It is clear that any type of drive 23 can optionally be provided.



  The control lever 4 comprises a third connecting point 15 via a connecting rod 16 and a connecting element 17

 <Desc / Clms Page number 10>

 can be connected to a coupling element 18, which coupling element 18 can be connected to a coupling rod 19 of a weaving frame 14. The second lever 9 can be connected analogously via a connecting point 15, a coupling rod 16 and a connecting element 17 to a coupling element 18 which can be connected to a coupling rod 19 of a weaving frame 14. Such a connection of a coupling element 18 with a coupling rod 19 of a weaving frame 14 is known from the document EP 520540 A1.



  In the embodiment shown, the connection points 5,7 and 15 are formed by a bearing which, for example, comprises a journal and bearings, such as ball bearings or roller bearings. The journals can for instance be provided here on the control lever 4, while in each case a bearing which can cooperate with a journall is provided in the coupling rod 20, the connecting rod 22 or the coupling rod 16. Each connecting element 17 consists of, for example, a shaft which is fixedly mounted to a coupling element 18 around which a bearing, for example a ball bearing or a roller bearing, is provided which cooperates with a coupling rod 16.



  The reference plane 36 is parallel to the axis of rotation 3 and the reference plane 37 is parallel to the axis of rotation 8 of the second lever 9, so that the axis of rotation 3 and the axis of rotation 8 are parallel to each other. The pivot axis 3 of the control lever 4 is mounted in the vicinity of the front flank 25 of the first support frame 10, which is located near the second support frame 24. On the second support frame 24, for example, linear guides 26 are provided for guiding the coupling elements 18.

 <Desc / Clms Page number 11>

 



  The supporting structure 1 also comprises a third supporting frame 28 which can be attached to the first supporting frame 10. The driving lever 6 is mounted in the third supporting frame 28 about an axis of rotation 27. The first support frame 10 comprises a reference surface 44 and the third support frame 28 a reference surface 45, the aforementioned reference surfaces 44 and 45 facing each other, while the first support frame 10 and the third support frame 28 are attached to each other.



  Between the two reference surfaces 44 and 45 a gasket 46 can be provided, which consists, for example, of a thin strip having the shape of the reference surfaces 44, 45. The reference surface 44 runs parallel to the axis of rotation 3 and the reference surface 45 runs parallel to the axis of rotation 27 of the driving lever 6. The pivot axis 3 also runs parallel to the pivot axis 27.



  As can be seen in Figures 2 and 4, the third support frame 28 is bolted to the first support frame 10, while the first support frame 10 is in turn fastened to the side portion 12 of the weaving machine's main frame 11 with bolts 33. The second support frame 24 is attached to the first support frame 10 with bolts 34.



  It is clear that in the embodiment of figures 1 to 5 it is possible to replace the third support frame 28 with the drive 23 and with the drive lever 6 by an analog support frame in which, for example, a different type of drive is provided. This means, for example, that optionally a drive consisting of an eccentric drive, a cam drive, a drive

 <Desc / Clms Page number 12>

 Dobby mechanism or other type of drive for the shed forming means can be provided.



  In the embodiment shown, the connecting rod 20 is rotatably mounted at the height of a first connecting point 5 of the control lever 4 which is located at the top of the first support frame 10 and the connecting rod 20 is connected to the driving lever 6 via an adjustment unit 21. The control lever 4 is connected to the second lever 9 by means of a connecting rod 22 which is rotatably mounted at a second connection point 7 of the control lever 7, which is preferably located at the bottom of the first support frame 10.



  For example, at least one wall is provided between the first support frame 10 and the second support frame 24, which allows the two support frames 10, 24 to be separated from each other. That wall can be formed by the gasket 38. For example, at least one wall can also be provided between the first supporting frame 10 and the third supporting frame 28 which allows the two supporting frames 10 and 28 to be separated from each other. That wall can be formed by the gasket 46.



  The reference surfaces 36, 37 and the reference surfaces 44, 45 are arranged parallel to each other and are perpendicular to the longitudinal direction of the support structure 1 which extends along the width A of the weaving machine. The axis of rotation 3 of the control lever 4 is determined by a shaft 39 which is fixedly attached to the front flank 25 of the supporting frame 10 by a clamping system 40. On that shaft 39 is a bearing (not shown), for example a ball bearing or a bearing

 <Desc / Clms Page number 13>

 roller bearing provided in the control lever 4, so that the shaft 39 determines the position of the rotary shaft 3 for the control lever 4. The shaft 39 and the bearing (not shown) form a bearing for the control lever 4.

   Also, a lubrication system 41, which contains lines 42 for lubricating oil and spray nozzles 43 for lubricating oil, is arranged near the bearing or the pivot axis 3 for the control lever 4 to bring lubricating oil to the pivot axis 3.



  As can be seen in Figure 5, the whole of the support frame 10 and the support frame 28 can be pre-assembled and then be attached to the side portion 12 as a whole. The support frame 24 is hereby attached to the support frame 10, for example before the support frame 10 is attached to the side portion 12. Naturally, according to a variant, the support frame 24 can also be attached to the support frame 10 after the support frame 10 has been attached to the side portion 12. As can be seen in Figure 1, the mounted support frames 10, 24 and 28 form a whole that also functions as a reservoir for oil 47, more particularly lubricating oil. The level of the lubricating oil 47 can be appropriately selected.



  In the embodiment shown in Figure 6, between the first support frame 10 and the second support frame 24, two walls are provided which allow the two support frames 10, 24 to be separated from each other, one wall 48 forming part of the first support frame 10 and the other wall 49 forms part of the second support frame 24. Two walls are also provided between the first support frame 10 and the third support frame 28 which allow the two support frames 10, 28 to be separated from one another, one wall 50 being part

 <Desc / Clms Page number 14>

 forms part of the first carrying frame 10 and the other wall 51 forms part of the third carrying frame 28.



  It is noted here that the walls 48 and 49 are chosen relatively low so as not to come into contact with the control lever 4.



  As can be seen in Figure 6, this allows, for example, to select the level of the oil 47 in the support frame 28 high, to select the level of the oil 47 in the support frame 24 relatively low, while, for example, the level of oil 47 in the support frame 10 is insignificant .



  There is nothing to prevent one of the walls 48,49 from acting as a gasket between the supporting frames 10,24 and thus taking over the function of the aforementioned gasket 38. Moreover, nothing prevents one of the walls 50, 51 from acting as a gasket between the supporting frames 10,28 and thus taking over the function of the aforementioned gasket 46. In case the level of the oil 47 in the support frame 10 is insignificant, the walls 48 and 50 can also be omitted. The oil 47 level in the support frame 24 can of course also be selected insignificantly.



  According to the variant embodiment of figures 7 and 8, the drive lever 6 is mounted in a support frame 52 of the control lever 4, the support frame 52 being provided on a side portion 12 of the main frame 11 of the weaving machine. The attachment of the support frame 52 to the side portion 12 is designed analogously to the attachment of the support frame 10 to the side portion 12. The support frame 52 can be provided with a wall 48 analogously to the support frame 10.



  In this embodiment, in addition to a second lever 9 which is rotatably arranged around a axis of rotation 8,

 <Desc / Clms Page number 15>

 a third lever 53 is provided which is rotatably arranged around a pivot axis 54 and is ordered together with the second lever 9 by a connecting rod 22. The pivot shafts 8 and 54 are herein provided on the support frame 24 which is attached to the support frame 52 and which extends along the width A of the weaving machine. A plurality of oil spray nozzles 55 are also provided for lubricating the various bearings. The carrying frame 52 can be fixed analogously to the carrying frame 10 shown in Fig. 5 on the carrying frame 24 and on the side portion 12.

   According to a variant not shown, for example, in the case of wide weaving machines or in weaving machines which have to weave heavy fabrics, in addition to the second lever 9 and any third lever 53, a fourth lever or another such lever may also be provided.



  The supporting structure 1 allows the coupling rod 20 to be positioned at the top of the supporting frames 10, 28 or 52, as a result of which the adjusting unit 21 is also arranged in an easily accessible manner and wherein the connecting rod 20 remains arranged entirely at the top of the supporting frames 10 or 52.



  It is clear that in the support structure 1 according to the invention, several shed-forming systems can carry, wherein each shed-forming system comprises, for example, a drive system with a drive lever 6, a coupling rod 20, a control lever 4, a connecting rod 22, a second lever 9 and a shed-forming means 2 and wherein the various shed-forming systems can be set up parallel to each other. In this way a compact structure of the whole becomes possible. Hereby all

 <Desc / Clms Page number 16>

 control levers 4 of the various drive systems can be mounted on the same axis of rotation 3. At the top of the support frames 10, 28, 52, a protective cap 35 can also be provided to seal the whole, for example, dust-tightly.



  The connection between the control lever 4 or a subsequent lever 9 or 53 does not of course necessarily have to comprise a coupling element 18 and a coupling rod 19, but can consist of any known connection which is a lever, such as a control lever 4 or a following lever 9 or 53 , can connect to a shed-forming means 2, such as a weaving frame 14. In the embodiment of Figure 9, the connection consists, for example, of a coupling element 66 which is guided in a guide 26 and which is coupled to a hook 67 which is attached to the weaving frame 14. To enable coupling, the coupling element 66 comprises a widening 68 which can cooperate with the hook 67.



  In the embodiment of Figure 9, the coupling system comprises a plurality of coupling rods 57, 58 coupled to each other and the connection system comprises a plurality of connecting rods 59, 60 coupled to each other. are arranged downwards. The provision of two coupling rods 57 and 58 allows, for example, when removing the supporting frame 28 with the drive 23 and the driving lever 6 away from the supporting frame 10, to also carry the coupling rod 57 which was disconnected from the coupling rod 58. This allows the position of the adjustment unit 21 to be maintained.

 <Desc / Clms Page number 17>

 



  Such a supporting structure 1 according to the invention can be designed as a module which can be attached to the main frame 11 of the weaving machine. The construction of such a supporting structure 1 in this way makes it possible to form a compact module which can simply be placed on a weaving machine or can be removed from a weaving machine.



  The dimensions of the support frame 10, the support frame 24, the support frame 52 or the support frame 28 can of course be selected in function of their mutual dimensions. It is of course possible to provide support frames 1 which have specific suitable dimensions on a specific weaving machine of choice.



  Although in the embodiments shown the supporting frame 10 or the supporting frame 52 is connected to the side part 12, according to a variant, such a supporting frame can also be connected to the side part 13. The wire preparation means for weft thread (not shown) can be arranged either at the height of the side portion 12 or at the height of the side portion 13. The drive system 1 according to the invention does not prevent these wire preparation means from being positioned above this drive system 1.



  It is clear that the supporting structure 1 according to the invention can be used with several types of weaving machines, such as with air-weaving machines, gripper weaving machines, rapier-shot reel weaving machines, water jet weaving machines, projectile weaving machines and other

 <Desc / Clms Page number 18>

 weaving machines. The support structure according to the invention can also be built on existing weaving machines.



  The support structure according to the invention is of course not limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but can be embodied according to different variants within the scope of the invention.


    

Claims (16)

Conclusies.Conclusions. 1. Draagstructuur voor een gaapvormingssysteem van een weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (1) een eerste draaggestel (10,52) bevat dat nabij een zijgedeelte (12) aan het hoofdgestel (11) van een weefmachine bevestigbaar is en een tweede draaggestel (24) dat zich dwars ten opzichte van de zijgedeelten (12,13) van het hoofdgestel (11) van de weefmachine volgens de breedte (A) van de weefmachine uitstrekt. Support structure for a shed forming system of a weaving machine, characterized in that the support structure (1) comprises a first support frame (10,52) which can be attached to the main frame (11) of a weaving machine near a side portion (12) and a second support frame (11) 24) extending transversely to the side portions (12, 13) of the main frame (11) of the weaving machine according to the width (A) of the weaving machine. 2. Draagstructuur volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het tweede draaggestel (24) verbindbaar is met het eerste draaggestel (10,52) nabij het zijgedeelte (12) waar het eerste draaggestel (10,52) aan het hoofdgestel (11) van de weefmachine bevestigbaar is. Support structure according to claim 1, characterized in that the second support frame (24) can be connected to the first support frame (10,52) near the side portion (12) where the first support frame (10,52) is connected to the main frame (11) of the weaving machine is attachable. 3. Draagstructuur volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het tweede draaggestel (24) zich hoofdzakelijk uitstrekt over de breedte (A) tussen de zijgedeelten (12,13) van het hoofdgestel (11) van de weefmachine. Support structure according to claim 1 or 2, characterized in that the second support frame (24) extends substantially over the width (A) between the side sections (12, 13) of the main frame (11) of the weaving machine. 4. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het eerste draaggestel (10,52) een referentievlak (36) en het tweede draaggestel (24) een referentievlak (37) bevat, waarbij de voornoemde referentievlakken (36,37) naar elkaar toe gericht zijn terwijl het eerste draaggestel (10,52) en het tweede draaggestel (24) aan elkaar zijn bevestigd. <Desc/Clms Page number 20> Support structure according to one of claims 1 to 3, characterized in that the first support frame (10,52) comprises a reference surface (36) and the second support frame (24) a reference surface (37), the above-mentioned reference surfaces (36,37) ) are directed towards each other while the first support frame (10,52) and the second support frame (24) are attached to each other.  <Desc / Clms Page number 20>   5. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het tweede draaggestel (24) een U-vormig profiel bevat. Support structure according to one of claims 1 to 4, characterized in that the second support frame (24) has a U-shaped profile. 6. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het eerste draaggestel (10) twee zijflanken (29,30) en een bodemflank (31) bevat die samen een gesloten profiel vormen. Support structure according to one of claims 1 to 5, characterized in that the first support frame (10) comprises two side flanks (29, 30) and a bottom flank (31) which together form a closed profile. 7. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat in het eerste draaggestel (10,52) om een draaias (3) een stuurhefboom (4) gelagerd wordt, waarbij de stuurhefboom (4) via een koppelsysteem (20,21) verbindbaar is met een aandrijfhefboom (6), de stuurhefboom (4) via een verbindingssysteem (22) verbindbaar is met een in het tweede draaggestel (24) om een draaias (8) gelagerde tweede hefboom (9), waarbij de stuurhefboom (4) en de tweede hefboom (9) verbindbaar zijn met een gaapvormingsmiddel (2). Support structure according to one of claims 1 to 6, characterized in that a control lever (4) is mounted in the first support frame (10, 52) about a pivot axis (3), the control lever (4) being supported via a coupling system (20, 21) can be connected to a drive lever (6), the control lever (4) can be connected via a connecting system (22) to a second lever (9) mounted in the second support frame (24) about a pivot axis (8), the control lever (9) 4) and the second lever (9) can be connected to a shed-forming means (2). 8. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het referentievlak (36) van het eerste draaggestel (10,52) evenwijdig verloopt met de draaias (3) van de stuurhefboom (4) en het referentievlak (37) van het tweede draaggestel (24) evenwijdig verloopt met de draaias (8) van de tweede hefboom (9), waarbij de voornoemde referentievlakken (36,37) naar elkaar toe gericht zijn terwijl het eerste draaggestel (10,52) en het tweede draaggestel (24) aan elkaar bevestigd zijn. Support structure according to one of claims 1 to 7, characterized in that the reference surface (36) of the first support frame (10, 52) is parallel to the axis of rotation (3) of the control lever (4) and the reference surface (37) of the second support frame (24) is parallel to the axis of rotation (8) of the second lever (9), the aforementioned reference surfaces (36, 37) being directed towards each other while the first support frame (10, 52) and the second support frame ( 24) are attached to each other. 9. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de stuurhefboom (4) gelagerd <Desc/Clms Page number 21> wordt in de nabijheid van de voorflank (25) van het eerste draaggestel (10,52) die nabij het tweede draaggestel (24) is gelegen. Support structure according to one of Claims 1 to 8, characterized in that the control lever (4) is journalled  <Desc / Clms Page number 21>  is located in the vicinity of the front flank (25) of the first support frame (10,52) which is located near the second support frame (24). 10. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (1) een derde draaggestel (28) bevat dat bevestigbaar is aan het eerste draaggestel (10). Support structure according to one of claims 1 to 9, characterized in that the support structure (1) comprises a third support frame (28) which can be attached to the first support frame (10). 11. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het eerste draaggestel (10) een referentievlak (44) en het derde draaggestel (28) een referentievlak (45) bevat, waarbij de voornoemde referentievlakken (44,45) naar elkaar toe gericht zijn terwijl het eerste draaggestel (10) en het derde draaggestel (28) aan elkaar zijn bevestigd. Support structure according to one of claims 1 to 10, characterized in that the first support frame (10) comprises a reference surface (44) and the third support frame (28) a reference surface (45), the above-mentioned reference surfaces (44,45) facing each other while the first support frame (10) and the third support frame (28) are attached to each other. 12. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat tussen het eerste draaggestel (10,52) en het tweede draaggestel (24) minstens één wand (48,49) voorzien wordt die toelaat beide draaggestellen van elkaar te scheiden. Support structure according to one of claims 1 to 11, characterized in that at least one wall (48, 49) is provided between the first support frame (10,52) and the second support frame (24) which allows the two support frames to be separated from each other. 13. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat tussen het eerste draaggestel (10,52) en het tweede draaggestel (24) twee wanden (48,49) voorzien worden die toelaten beide draaggestellen van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand (48) deel uitmaakt van het eerste draaggestel (10,52) en de andere wand (49) deel uitmaakt van het tweede draaggestel (24). Support structure according to one of claims 1 to 12, characterized in that between the first support frame (10,52) and the second support frame (24) two walls (48,49) are provided which allow the two support frames to be separated from one another, one wall (48) forms part of the first support frame (10, 52) and the other wall (49) forms part of the second support frame (24). 14. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 13, daardoor gekenmerkt dat tussen het eerste <Desc/Clms Page number 22> draaggestel (10) en het derde draaggestel (28) minstens één wand (50,51) voorzien wordt die toelaat beide draaggestellen van elkaar te scheiden. Support structure according to one of claims 1 to 13, characterized in that between the first  <Desc / Clms Page number 22>  support frame (10) and the third support frame (28) at least one wall (50,51) is provided which allows the two support frames to be separated from each other. 15. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 14, daardoor gekenmerkt dat tussen het eerste draaggestel (10) en het derde draaggestel (28) twee wanden (50,51) voorzien worden die toelaten beide draaggestellen van elkaar te scheiden, waarbij de ene wand (50) deel uitmaakt van het eerste draaggestel (10) en de andere wand (51) deel uitmaakt van het derde draaggestel (28). Support structure according to one of claims 1 to 14, characterized in that between the first support frame (10) and the third support frame (28) two walls (50,51) are provided which allow the two support frames to be separated from one another, the one wall (50) forms part of the first support frame (10) and the other wall (51) forms part of the third support frame (28). 16. Draagstructuur volgens één van de conclusies 1 tot 15, daardoor gekenmerkt in de draagstructuur (1) meerdere gaapvormingssystemen (2,4,6,9,20,22) evenwijdig met elkaar opgesteld worden. Support structure according to one of claims 1 to 15, characterized in that a plurality of shed-forming systems (2,4,6,9,20,22) are arranged parallel to each other in the support structure (1).
BE2003/0155A 2003-03-12 2003-03-12 Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units BE1015411A3 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0155A BE1015411A3 (en) 2003-03-12 2003-03-12 Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units
EP04719962A EP1606348B1 (en) 2003-03-12 2004-03-12 Supporting structure for a shedding system in a mechanical weaving loom
CNB2004800064493A CN100457827C (en) 2003-03-12 2004-03-12 Supporting structure for a shedding system in a mechanical weaving loom
DE502004004572T DE502004004572D1 (en) 2003-03-12 2004-03-12 STRUCTURE FOR A TRAY IMAGING SYSTEM OF A WEAVING MACHINE
AT04719962T ATE369399T1 (en) 2003-03-12 2004-03-12 SUPPORTING CONSTRUCTION FOR A SPECIALIZED EDUCATION SYSTEM OF A WEAVING MACHINE
PCT/EP2004/002590 WO2004081113A1 (en) 2003-03-12 2004-03-12 Supporting structure for a shedding system in a mechanical weaving loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0155A BE1015411A3 (en) 2003-03-12 2003-03-12 Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015411A3 true BE1015411A3 (en) 2005-03-01

Family

ID=34200781

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0155A BE1015411A3 (en) 2003-03-12 2003-03-12 Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units

Country Status (2)

Country Link
CN (1) CN100457827C (en)
BE (1) BE1015411A3 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0742298A1 (en) * 1995-05-12 1996-11-13 Stäubli Faverges Rotary dobby for forming the shed on looms
US5642758A (en) * 1995-04-26 1997-07-01 Staubli Faverges Frame for supporting the return levers connected to heddle frames

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN88201049U (en) * 1988-01-28 1988-09-21 中国纺织机械厂 Glassfiber knitter
FR2679264B1 (en) * 1991-07-15 1993-12-03 Staubli Ets PULLING MECHANISM WITH OSCILLATING LEVERS INTERPOSED BETWEEN AN ARMOR MECHANICS AND THE HANDLE FRAMES OF A WEAVE.
CN2149407Y (en) * 1992-12-10 1993-12-15 慈溪纺织器材厂 Loop wheel device for quiding threads
JPH07268742A (en) * 1994-03-28 1995-10-17 Toyota Autom Loom Works Ltd Method for opening in weaving machine and device therefor

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5642758A (en) * 1995-04-26 1997-07-01 Staubli Faverges Frame for supporting the return levers connected to heddle frames
EP0742298A1 (en) * 1995-05-12 1996-11-13 Stäubli Faverges Rotary dobby for forming the shed on looms

Also Published As

Publication number Publication date
CN100457827C (en) 2009-02-04
CN1759146A (en) 2006-04-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5647402A (en) Enclosed support beam and lubrication system for loom drawing apparatus
NL192835C (en) Long pegs for a paper machine.
EP1710330B1 (en) Jacquard machine
CA1079122A (en) Mounting arrangement for a drive means of a rail vehicle
BE1015411A3 (en) Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units
EP3262222B1 (en) Guide device for a rapier in a gripper weaving machine
BE1015410A3 (en) Drive for the heald frame shed mechanism, at a loom, has a control lever in a housing at the loom frame with coupling links to the drive lever and an additional lever for high speed weaving
BE1015455A6 (en) Frame construction for shed-forming mechanism on loom involves splitting the mechanism housing into transverse and end sub-units
CN101907006B (en) Engine oil pan adjusting plate
FR2802219A1 (en) Device moving laths in Jacquard loom has single input shaft driving two superposed parallel drive shafts fitted with rocker arms connected to laths
BE1016753A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR FORMING A LENO TISSUE WITH A WEAVING MACHINE.
BE1015454A6 (en) Drive for the heald frame shed mechanism, at a loom, has a control lever in a housing at the loom frame with coupling links to the drive lever and an additional lever for high speed weaving
BE1005708A3 (en) Weaving machine TOGETHER WITH TWO MOBILE WEEFMACHINEGEDEELTEN.
BE1016228A3 (en) Dobby for weaving loom, includes hollow connecting rod made by hydroforming
BE1006861A6 (en) Weaving machine provided with a selvage DEVICE.
BE1010848A6 (en) Loom with two parts that can be moved relative to one another
KR0163417B1 (en) Traction motor suspension bearing lubricator
EP2661520B1 (en) Weaving machine with lubricating systems
BE897196A (en) FORCED ACTUATION DEVICE OF THE WEFT THREAD INSERTING MEMBER
BE1012392A3 (en) Template device for a loom
EP3996923B1 (en) Printing machine of the blocking press type
US5145263A (en) Backlash absorbing system for bearings
DE19957772A1 (en) Valve lifter for valve drive in IC engines esp. cup lifter has check part with contact path fastened to guide jacket via acute angle chamfers
BE1012030A3 (en) Device for a weaving machine.
BE1015819A3 (en) Drive device.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130331