BE1014814A5 - Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine. - Google Patents

Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1014814A5
BE1014814A5 BE2002/0299A BE200200299A BE1014814A5 BE 1014814 A5 BE1014814 A5 BE 1014814A5 BE 2002/0299 A BE2002/0299 A BE 2002/0299A BE 200200299 A BE200200299 A BE 200200299A BE 1014814 A5 BE1014814 A5 BE 1014814A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
connecting means
coupling element
coupling
edge
uncoupling
Prior art date
Application number
BE2002/0299A
Other languages
English (en)
Inventor
Bram Vanderjeugt
Yvan Lauwereys
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE2002/0299A priority Critical patent/BE1014814A5/nl
Priority to EP03076321A priority patent/EP1361302B1/en
Priority to DE60309621T priority patent/DE60309621T2/de
Priority to US10/429,966 priority patent/US6880582B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1014814A5 publication Critical patent/BE1014814A5/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/24Features common to jacquards of different types
    • D03C3/40Constructions of lifting-cords

Abstract

Een eerste (1) en een tweede verbindingsmiddel (2) die losneembaar met elkaar verbindbaar zijn om een eerste en een tweede koord, in het bijzonder een hefkoord en een harnaskoord, van een jaquardmachine te verbinden, waarbij het eerste verbindingsmiddel (1) een elastisch vervormbaar koppelelement (3) omvat dat in een opnamegedeelte (4) van het tweede verbindingsmiddel (2) kan opgenomen worden en in axiale richting kan weerhouden worden, waarbij het tweede verbindingsmiddel (2) een doorgang (5) omvat waarlangs het koppelelement (3), in radiale richting samengedrukt, naar het opnamegedeelte (4) kan verplaatst worden, en waarbij het koppelelement(3) in het opnamegedeelte (4) een grotere radiale afmeting kan aannemen dan nodig is om door de doorgang (5) verplaatst te worden, zodat het koppelelement (3) in het opnamegedeelte (3) vastklikt. Bij voorkeur kan het koppelmiddel (3) in het opnamegedeelte (4), door een rotatie om de lengte-as (A) in een ontkoppelpositie gebracht worden waarbij het niet wordt weerhouden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Verbindingsmiddelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine. 



  Deze uitvinding betreft een stel verbindingsmiddelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine, omvattende een eerste en een tweede verbindingsmiddel dewelke voorzien zijn om, respectievelijk met een eerste en een tweede koord verbonden, losneembaar aan elkaar gekoppeld te worden. 



  Een jacquardmachine bevat een groot aantal inrichtingen voor het heffen van kettingdraden. Elk van deze inrichtingen is door middel van een koord verbonden met één of meerdere harnaskoorden die in verbinding staan met hevels met respectievelijke hevelogen waardoor zich één of meerdere kettingdraden uitstrekken. 



  Bij het opstellen van zo'n harnas moet een groot aantal hefkoorden verbonden worden met harnaskoorden. Dit is een zeer tijdrovend werk met lange stilstanden van de weefmachines en een evenredig verlies aan produktiviteit als gevolg. Om deze verbinding van koorden snel uitvoerbaar te maken werden reeds diverse types verbindingsmiddelen ontwikkeld. Het is van belang dat met deze verbindingsmiddelen een betrouwbare verbinding kan gerealiseerd worden. 



  Bovendien moeten deze verbindingsmiddelen eenvoudig van concstructie zijn en gemakkelijk hanteerbaar. Deze uitvinding betreft meer bepaald een stel verbindingsmiddelen voor het losneembaar verbinden van hefkoorden en harnaskoorden van eenjacquardmachine. 



  Een dergelijk stel verbindingsmiddelen is onder meer gekend uit het Europees octrooi nr. EP 0 788 562 BI. Het eerste verbindingsmiddel omvat een langwerpig insteekgedeelte dat eindigt met een radiaal verbredende kop, terwijl het tweede verbindingsmiddel een paar samenwerkende verende klemvingers omvat die voorzien zijn om door de kop van het eerste verbindingsmiddel van elkaar weg geduwd te worden en om terug te veren eens de kop zich voorbij de klemvingers bevindt. Deze kop wordt dan in axiale richting weerhouden door de teruggeveerde 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 klemvingers, zodat deze verbindingsmiddelen gekoppeld zijn. Voor het ontkoppelen van de verbindingsmiddelen moeten de klemvingers eerst door middel van een verschuifbare huls van elkaar weg geduwd worden zodat de kop vervolgens tussen de klemvingers uit het tweede verbindingsmiddel kan getrokken worden. 



  Een nadeel van deze verbindingsmiddelen is dat het eerste verbindingsmiddel vrij complex is, onder meer doordat deze een verschuifbare huls moet omvatten. Een ander nadeel is dat de goede koppeling van deze verbindingsmiddelen afhankelijk is van twee elastisch vervormbare klemvingers. 



  In de internationale octrooiaanvraag WO 99/27170 wordt een stel verbindingsmiddelen met de hierboven aangeduide kenmerken beschreven. Het eerste verbindingsmiddel omvat een aantal als koppelelementen fungerende buigzame uitsteeksels, terwijl het tweede verbindings- middel eenzelfde aantal uitsparingen omvat. De buigzame uitsteeksels kunnen in ingedrukte toestand naar de uitsparingen verplaatst worden en uiteindelijk in deze uitsparingen terugveren. De verbindingsmiddelen bevinden zich dan in een gekoppelde toestand. De openingen fungeren hier dus als het opnamegedeelte, nl. het gedeelte waarin de koppelelementen een grotere radiale afmeting, kunnen aannemen. 



  Deze gekende verbindingsmiddelen omvatten voorts ook een aantal sleuven, uitsparingen en uitsteeksels voor de geleiding van de geleidingsmiddelen ten opzichte van elkaar om te zetten in een rotatie van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar. Deze geleidingsmiddelen zijn onder meer nodig om een verdere verplaatsing (een translatie in de koppelrichting) van de gekoppelde verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar. Door deze translatiebeweging en de daarmee gepaard gaande gedwongen rotatie kunnen de verbindingsmiddelen vanuit de gekoppelde toestand in een ontkoppelpositie gebracht worden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Deze gekende verbindingsmiddelen hebben als nadeel dat ze complex zijn en bijgevolg ook relatief duur zijn. Een bijkomend nadeel is dat deze verbindingsmiddelen niet zeer compact (in dwarsrichting) kunnen uitgevoerd worden, en bv. een buitendiameter van 8 a 10 mm hebben. Het aantal verbindingsmiddelen dat per oppervlakte-eenheid kan ingezet worden op een jacquardmachine is hierdoor eerder beperkt. Dit is een belangrijk nadeel aangezien men er voortdurend naar streeft om de hakenbezetting van jacquardmachines te verhogen. 



  Een bijkomend nadeel van deze verbindingsmiddelen is dat ze niet vlot ontkoppelbaar zijn. Er is een aanzienlijke verplaatsing van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar nodig vooraleer de ontkoppeling kan uitgevoerd worden. 



  Nog een ander nadeel is dat de buigzame uitsteeksels mogelijk niet terugveren na hun vervorming. 



  Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een stel verbindingsmiddelen dat de genoemde nadelen niet heeft en waarmee een snelle en betrouwbare koppeling van koorden op een jacquardmachine mogelijk is. 



  Dit doel wordt bereikt door volgens deze uitvinding te voorzien in een dergelijk stel verbindingsmiddelen, waarvan het opnamegedeelte zo is uitgevoerd dat het koppelelement in het opnamegedeelte kan geroteerd worden om zijn lengte-as om vanuit een koppelpositie naar een ontkoppelpositie gebracht te worden, en dat het koppelelement in de koppelpositie in axiale richting weerhouden wordt in het opnamegedeelte, en in de ontkoppelpositie niet wordt weerhouden in dit opnamegedeelte. 



  Bij deze verbindingsmiddelen zijn er geen geleidingsmiddelen nodig om de voor de ontkoppeling vereiste rotatie te bekomen, zodat deze verbindingsmiddelen, in vergelijking met de gekende verbindingsmiddelen, eenvoudiger kunnen uitgevoerd zijn en bijgevolg ook goedkoper kunnen geproduceerd worden. Hierdoor kunnen ze 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 ook compacter in dwarsrichting (bv. met een maximum diameter van 6 mm) uitgevoerd worden. Deze verbindingsmiddelen laten dus een hogere hakenbezetting toe dan de gekende verbindingsmiddelen. 



  Voorts zijn de verbindingsmiddelen volgens de uitvinding ook vlotter ontkoppelbaar dan de gekende verbindingsmiddelen. Een eenvoudige draaibeweging (om de lengte-as) van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar volstaat om het koppelelement in zijn ontkoppelpositie te brengen. Aangezien het koppelelement gedurende deze rotatie in het opnamegedeelte blijft, kan deze rotatie gebeuren zonder enige vervorming van het koppelelement. Ook dit draagt ertoe bij dat de ontkoppeling snel en probleemlos kan uitgevoerd worden. 



  De verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding omvatten bovendien slechts één elastisch vervormbaar onderdeel, hetgeen de betrouwbaarheid van de koppeling ten goede komt en de productie vereenvoudigt. Deze verbindingsmiddelen kunnen zeer snel in één beweging gekoppeld worden, en leveren een efficiënte en betrouwbare koppeling van koorden op eenjacquardmachine op. 



  Bij stel gekoppelde verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding moet één van de verbindingsmiddelen om zijn lengte-as geroteerd worden ten opzichte van het andere verbindingsmiddel vooraleer ze kunnen ontkoppeld worden. Er moet m. a.w. een draaibeweging uitgevoerd worden, in tegenstelling tot de translatiebeweging bij de gekende verbindingsmiddelen, om een ontkoppeling uit te voeren. Dit maakt een ongewenste ontkoppeling van de verbindingsmiddelen zo goed als onmogelijk. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het stel verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding omvat het koppelmiddel minstens één radiaal uitstekende stootrand, omvat het tweede verbindingsmiddel minstens één weerhoudrand die voorzien is om een stootrand van het in een koppelpositie in het opnamegedeelte geplaatste koppelmiddel in axiale richting te weerhouden om het ontkoppelen van de verbindingsmiddelen te verhinderen, en zijn de verbindingsmiddelen zo uitgevoerd 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 dat het koppelmiddel in het opnamegedeelte, door een rotatie om de lengte-as van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere, in een ontkoppelpositie kan gebracht worden waarbij geen enkele stootrand van het koppelelement door een weerhoudrand wordt tegengehouden, zodat de genoemde ontkoppeling niet langer wordt verhinderd. 



  Bij zo'n stel verbindingsmiddelen is de doorgang bij voorkeur voorzien om het koppelelement in onvervormde toestand door te laten in de ontkoppelrichting, als het koppelelement naar de genoemde ontkoppelpositie geroteerd is in het opnamegedeelte. 



  Bij een ontkoppeling kan men het eerste verbindingsmiddel ongehinderd uit het tweede verbindingsmiddel trekken. Hierdoor wordt een zeer gebruiksvriendelijk stel verbindingsmiddelen bekomen. 



  Bij voorkeur is het tweede verbindingsmiddel voorzien van minstens één nok die een rotatie om de lengte-as van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere verhindert als de verbindingsmiddelen gekoppeld zijn. Hierdoor wordt het onmogelijk gemaakt om het koppelelement van het eerste verbindingsmiddel in de ontkoppelpositie te brengen door een eenvoudige verdraaiing van het eerste verbindingsmiddel ten opzichte van het tweede verbindingsmiddel. Om de verbindingsmiddelen te ontkoppelen is er dan een bijkomende handeling nodig. 



  De genoemde nok is bij voorkeur zo voorzien dat deze zich naast het koppelelement bevindt als de stootrand van het koppelelement tegen de weerhoudrand aanstoot, en dat door een verdere axiale verplaatsing in de koppelrichting van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere, het koppelelement voorbij de nok kan gebracht worden om de genoemde rotatie te realiseren. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is minstens één van de verbindingsmiddelen voorzien van een verend element dat op het andere verbindingselement een veerkracht uitoefent die de gekoppelde verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar in de ontkoppelrichting duwt. 



  Bij een voorkeurdragend stel verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding is het koppelelement voorzien op het uiteinde van een insteekgedeelte van het eerste verbindingsmiddel, en heeft het koppelelement een naar zijn uiteinde toe versmallende vorm met een niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede. 



  Een stel verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding is bijvoorbeeld zo uitgevoerd dat het koppelelement van het eerste verbindingsmiddel twee radiaal uitstekende flanken omvat met respectievelijke eindvlakken die twee radiaal uitstekende stootranden vormen, dat het opnamegedeelte van het tweede verbindingsmiddel twee vensters omvat, zodat zich in elk venster een respectievelijke flank van het koppelelement kan bevinden, waarbij de tegenover de stootrand gelegen begrenzende rand van elk venster fungeert als weerhoudrand voor het weerhouden van het koppelelement. 



  De genoemde begrenzende rand van minstens één venster omvat dan bij voorkeur een eerste randdeel dat fungeert als weerhoudrand, en dat trapvormig overgaat in een tweede randdeel, zodat deze trap de genoemde nok vormt waarmee een rotatie van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar wordt verhinderd. 



  Bij deze verbindingsmiddelen kan het eerste en/of het tweede verbindingsmiddel middelen omvatten om er een koord aan te bevestigen. Het eerste en/of het tweede verbindingsmiddel kan ook minstens gedeeltelijk uit kunststof vervaardigd zijn en een in de kunststof ingespoten koord omvatten. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving wordt een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een stel verbindingsmiddelen volgens deze uitvinding in detail beschreven. Het enige doel hiervan is de genoemde kenmerken van de uitvinding verder te verduidelijken aan de hand van een concreet uitvoeringsvoorbeeld. Het weze duidelijk dat niets in deze beschrijving dus kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de draagwijdte van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten, noch als een beperking van het toepassingsgebied van deze uitvinding. 



  In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan   #   figuur 1 een perspectieftekening is van een eerste verbindingsmiddel ;   #   figuur 2 een perspectieftekening is van een tweede verbindingsmiddel ;   #   figuur 3 een perspectieftekening is van een gedeelte van de gekoppelde verbindingsmiddelen als het koppelelement in de koppelpositie staat, waarbij de voorste wand van het tweede verbindingsmiddel gedeeltelijk weggenomen is ;   #   figuur 4 een horizontale dwarsdoorsnede is van de gekoppelde verbindingsmiddelen van figuur 3, volgens een horizontaal vlak doorheen het koppelelement van het eerste verbindingsmiddel ;

     #   figuur 5 een perspectieftekening is van een gedeelte van de gekoppelde verbindingsmiddelen als het koppelelement in de ontkoppelpositie staat, waarbij de voorste wand van het tweede verbindingsmiddel gedeeltelijk weggenomen is ;   #   figuur 6 een horizontale dwarsdoorsnede is van de gekoppelde verbindingsmiddelen van figuur 5, volgens een horizontaal vlak doorheen het koppelelement van het eerste verbindingsmiddel ;   #   figuur 7 een perspectieftekening is van de gekoppelde verbindingsmiddelen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Het eerste verbindingsmiddel   (1)   omvat (zie figuur   1)   een langwerpig lichaam (15) met afgeplatte zijkanten (20) dat onderaan overgaat in een smaller langwerpig insteekgedeelte (11). Het lichaam (15) is aan de bovenzijde verbonden met een niet op de tekeningen voorgesteld hefkoord van een jacquardmachine. Het insteekgedeelte (11) heeft een bovenste cilindrisch gedeelte (18) dat overgaat in een onderste gedeelte (19) met kleinere dwarsafmetingen dan het bovenste gedeelte (18). 



  In dit onderste gedeelte (19) is een zich volgens de lengterichting (A) uitstrekkende langwerpige opening (16) voorzien. Aan weerszijden van de opening (16) is aan het onderste gedeelte (19) een respectievelijk flankdeel (12), (13) gevormd. Deze flankdelen (12),(13) steken in tegenovergestelde radiale richtingen uit ten opzichte van de bovenliggende wanden van het onderste gedeelte (19). De flankdelen (12),(13) hebben een respectievelijk bovenvlak (6), (7) dat nagenoeg dwars op de lengterichting (A) van het eerste verbindingsmiddel   (1)   staat. Zoals verder verduidelijkt wordt worden deze bovenvlakken (6), (7) weerhouden door een weerhoudrand (8) van het tweede verbindingsmiddel (2) als deze verbindingsmiddelen gekoppeld zijn. 



  Deze flankdelen (12), (13) versmallen in de richting van het uiteinde van het insteekgedeelte (11) en gaan over in een gemeenschappelijke punt (17) die het voorbij de opening (16) gelegen uiteinde van het insteekgedeelte (11) vormt. De flankdelen (12), (13) en de punt (17) vormen samen een geheel dat de vorm van een pijl heeft en zijn uit een elastisch vervormbaar materiaal vervaardigd. Dit geheel wordt in deze beschrijving het koppelelement (3) genoemd. 



  Zoals het best op figuur 2 te zien is heeft het tweede verbindingsmiddel (2) een bovenste gedeelte met een inwendige ruimte waarin het insteekgedeelte (11) van het eerste verbindingsmiddel (1) kan opgenomen worden en een onderste gedeelte met een zogenaamde karabinier-koppeling (14) voor het bevestigen van één of meerdere harnaskoorden (niet op de figuren voorgesteld). De inwendige ruimte bestaat uit een doorgang (5) die enerzijds uitmondt aan de bovenzijde van het verbindingsmiddel (2) 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 en anderzijds uitmondt in een opnamegedeelte (4) waarin het koppelelement (3) kan vastklikken en in axiale richting kan weerhouden worden. 



  In de wanden van het tweede verbindingsmiddelen (2) zijn ter hoogte van het opnamegedeelte twee tegenover elkaar gelegen vensters (21), (22) voorzien. Deze vensters (21), (22) hebben een bovenste begrenzende rand (8) die fungeert als weerhoudrand voor het weerhouden van de stootranden (6), (7) van het koppelelement als dit koppelelement in het opnamegedeelte (4) zit. Deze weerhoudrand (8) gaat trapvormig over in een lager gelegen randgedeelte, zodat een nok (9) wordt gevormd. 



  Via de vanaf de bovenzijde toegankelijke doorgang (5) kan het koppelelement (3) in het opnamegedeelte (4) gebracht worden. Deze doorgang (5) heeft zodanige dwarsafmetingen dat, als het koppelelement (3) zo georiënteerd is ten opzichte van het tweede verbindingsmiddel (2) dat de flanken (12),(13) zich boven de vensters (21), (22) bevinden (als het zich in de koppelpositie bevindt), het koppelelement (3) in de doorgang elastisch vervormd wordt zodat de radiale afmetingen ervan verkleind worden. Op het ogenblik dat de flanken (12), (13) voorbij de doorgang (5) gebracht zijn, komen deze terecht in een respectievelijk venster (21),(22) en nemen ze hun oorspronkelijke radiale afmetingen aan zodat de stootranden (6), (7) door de weerhoudranden (8) van de respectievelijke vensters worden weerhouden.

   Het koppelelement (3) van het eerste verbindingsmiddel (1) klikt op die manier vast in de opnamegedeelte (4) van het tweede verbindingsmiddel (2). Het koppelelement (3) bevindt zich in de koppelpositie (3) in het opnamegedeelte (4), terwijl het insteekgedeelte (11) zich in de doorgang (5) uitstrekt. Deze situatie is voorgesteld op de figuren 3,4 en 7. 



  Het tweede verbindingsmiddel (2) heeft bovenaan een verende lip (10) die zo geplaatst is dat ze naar beneden geduwd wordt door de onderste rand van het lichaam (15) van het eerste verbindingsmiddel   (1)   als de verbindingsmiddelen   (1),   (2) gekoppeld zijn. De door deze lip (10) uitgeoefende veerkracht duwt de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 verbindingsmiddelen van elkaar weg in de ontkoppelrichting waardoor de stootranden (6), (7) tegen de weerhoudranden (8) worden geduwd en waardoor ongewenste axiale verplaatsingen van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar worden verhinderd. De nok (9) verhindert dat de twee verbindingsmiddelen   (1),   (2) ten opzichte van elkaar kunnen geroteerd worden om de lengte-as (A). 



  Om de verbindingsmiddelen (1),(2) te ontkoppelen moeten ze verder in de koppelrichting naar elkaar toe worden geduwd, tegen de veerkracht van de verende lip (10) in, totdat de bovenkant van het koppelelement (3) voorbij de nok (9) gebracht is. Dan kan het eerste verbindingsmiddel (1) om zijn lengte-as (A) geroteerd worden in het opnamegedeelte (4) tot in de op figuren 5 en 6 voorgestelde stand. In deze stand, de ontkoppelpositie genoemd, kan het koppelelement (3) ongehinderd en zonder vervorming langs de doorgang (5) uit het tweede verbindingsmiddel (2) getrokken worden. 



  Deze verbindingsmiddelen (1), (2) maken een bijzonder betrouwbare verbinding van een hefkoord en een hamaskoord van een jacquardmachine mogelijk door één snelle insteekbeweging volgens de lengte-as van de verbindingsmiddelen   (1),   (2). Deze verbindingsmiddelen zijn bovendien ook vrij eenvoudig van constructie en gebruiksvriendelijk.

Claims (11)

  1. CONCLUSIES 1. Een stel verbindingsmiddelen (1),(2) voor het losneembaar verbinden van koorden van eenjacquardmachine, omvattende een eerste (1) en een tweede verbindingsmiddel (2) dewelke voorzien zijn om, respectievelijk met een eerste en een tweede koord verbonden, losneembaar aan elkaar gekoppeld te worden, waarbij het eerste verbindingsmiddel (1) een elastisch vervormbaar koppelelement (3) omvat, waarbij het tweede verbindingsmiddel (2) een doorgang (5) omvat waarlangs het koppelelement (3), in radiale richting samengedrukt, naar een opnamegedeelte (4) kan verplaatst worden, en waarbij het koppelelement (3) in het opnamegedeelte (4) een grotere radiale afmeting kan aannemen dan in de genoemde samengedrukte toestand met het kenmerk dat het opnamegedeelte (4) zo is uitgevoerd dat het koppelelement (3)
    in het opnamegedeelte (4) kan geroteerd worden om zijn lengte-as (A) om vanuit een koppelpositie naar een ontkoppelpositie gebracht te worden, en dat het koppelelement (3) in de koppelpositie in axiale richting weerhouden wordt in het opnamegedeelte (4), en in de ontkoppelpositie niet wordt weerhouden in dit opnamegedeelte (4).
  2. 2. Een stel verbindingsmiddelen volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het koppelelement (3) minstens één radiaal uitstekende stootrand (6), (7) omvat, dat het tweede verbindingsmiddel (2) minstens één weerhoudrand (8) omvat die voorzien is om een stootrand (6), (7) van het in de koppelpositie in het opnamegedeelte (4) geplaatste koppelelement (3) in axiale richting te weerhouden om het ontkoppelen van de verbindingsmiddelen te verhinderen, en dat de verbindingsmiddelen (1), (2) zo uitgevoerd zijn dat het koppelelement (3) in het opnamegedeelte (4), door een rotatie om de lengte- as (A) van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere, in een ontkoppelpositie kan gebracht worden waarbij geen enkele stootrand (6),(7) <Desc/Clms Page number 12> van het koppelelement (3) door een weerhoudrand (8) wordt tegengehouden,
    zodat de genoemde ontkoppeling niet langer wordt verhinderd.
  3. 3. Een stel verbindingsmiddelen volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de doorgang (5) voorzien is om het koppelelement (3) in onvervormde toestand door te laten in de ontkoppelrichting, als het koppelelement (3) zich in de genoemde ontkoppelpositie bevindt in het opnamegedeelte (4).
  4. 4. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het tweede verbindingsmiddel (2) voorzien is van minstens één nok (9) die een rotatie om de lengte-as van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere verhindert als de verbindingsmiddelen (1), (2) gekoppeld zijn.
  5. 5. Een stel verbindingsmiddelen volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de genoemde nok (9) zich naast het koppelelement (3) bevindt als de stootrand (6), (7) van het koppelelement (3) tegen de weerhoudrand (8) aanstoot, en dat door een verdere axiale verplaatsing in de koppelrichting van het ene verbindingsmiddel ten opzichte van het andere, het koppelelement (3) voorbij de nok (9) kan gebracht worden, om de genoemde rotatie te realiseren.
  6. 6. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat minstens één van de verbindingsmiddelen (1), (2) voorzien is van een verend element (10) dat op het andere verbindingselement (2), (1) een veerkracht uitoefent die de gekoppelde verbindingsmiddelen (1), (2) ten opzichte van elkaar in de ontkoppelrichting duwt.
  7. 7. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het koppelelement (3) voorzien is op het uiteinde van een insteekgedeelte (11) van het eerste verbindingsmiddel (1), en dat het <Desc/Clms Page number 13> koppelelement (3) een naar zijn uiteinde toe versmallende vorm heeft met een niet-cirkelvormige dwarsdoorsnede.
  8. 8. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het koppelelement (3) van het eerste verbindingsmiddel (1) twee radiaal uitstekende flanken (12),(13) omvat met respectievelijke eindvlakken die twee radiaal uitstekende stootranden (6), (7) vormen, dat het opnamegedeelte (4) van het tweede verbindingsmiddel (2) twee vensters (21), (22) omvat, zodat zich in elk venster een respectievelijke flank (12), (13) van het koppelelement kan bevinden, waarbij de tegenover de stootrand (6), (7) gelegen begrenzende rand van elk venster fungeert als weerhoudrand (8) voor het weerhouden van het koppelelement (3).
  9. 9. Een stel verbindingsmiddelen volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de genoemde begrenzende rand van minstens één venster (21), (22) een eerste randdeel omvat dat fungeert als weerhoudrand (8), en trapvormig overgaat in een tweede randdeel, en dat deze trap de genoemde nok (9) vormt waarmee een rotatie van de verbindingsmiddelen ten opzichte van elkaar wordt verhinderd.
  10. 10. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eerste (1) en/of het tweede verbindingsmiddel (2) middelen (14) omvat (ten) er een koord aan te bevestigen.
  11. 11. Een stel verbindingsmiddelen volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eerste (1) en/of het tweede verbindingsmiddel (2) minstens gedeeltelijk uit kunststof vervaardigd is/zijn en een in de kunststof ingespoten koord omvat(ten).
BE2002/0299A 2002-05-06 2002-05-06 Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine. BE1014814A5 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0299A BE1014814A5 (nl) 2002-05-06 2002-05-06 Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine.
EP03076321A EP1361302B1 (en) 2002-05-06 2003-04-30 Connecting means for detachably connecting cords of a Jacquard machine
DE60309621T DE60309621T2 (de) 2002-05-06 2003-04-30 Verbindung zum lösbaren Verbinden der Harnischfäden einer Jacquardmaschine
US10/429,966 US6880582B2 (en) 2002-05-06 2003-05-06 Connecting means for detachably connecting cords of a jacquard machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0299A BE1014814A5 (nl) 2002-05-06 2002-05-06 Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014814A5 true BE1014814A5 (nl) 2004-04-06

Family

ID=29220245

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0299A BE1014814A5 (nl) 2002-05-06 2002-05-06 Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6880582B2 (nl)
EP (1) EP1361302B1 (nl)
BE (1) BE1014814A5 (nl)
DE (1) DE60309621T2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2888256B1 (fr) * 2005-07-06 2007-09-21 Staubli Lyon Sa Dispositif d'accrochage entre elements d'un dispositif de formation de la foule, son procede de fabrication et procede d'accrochage au moyen d'un tel dispositif
BE1016685A3 (nl) * 2005-07-15 2007-04-03 Wiele Michel Van De Nv Inrichting en werkwijze voor het borgen van de verbinding van een hevel en een harnaskoord.
CN100451200C (zh) * 2006-08-18 2009-01-14 王占洪 编织机牵引杆连接扣
BE1020551A3 (nl) * 2012-03-01 2013-12-03 Wiele Michel Van De Nv Inrichting voor het losneembaar verbinden van elementen voor het positioneren van kettinggarens op een weefmachine.
BE1021506B1 (nl) * 2012-11-19 2015-12-03 Nv Michel Van De Wiele Module geschikt voor inbouw in een jaquardmachine
EP3228739B1 (en) * 2016-04-07 2021-03-03 Vandewiele NV Connecting means for detachably connecting elements of a warp yarn positioning system on a weaving loom
CN205775069U (zh) * 2016-05-31 2016-12-07 崔如奎 高速提花机的快速接头

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0421370A1 (de) * 1989-10-03 1991-04-10 Grosse Webereimaschinen GmbH Doppelrollenelement für Jacquardmaschine
DE4213958C1 (en) * 1992-04-28 1993-04-15 Schroers Jacquard-Papierindustrie Gmbh & Co., 4150 Krefeld, De Installation for joining harness to jacquard machine - has 1st coupling element which gathers harness cords and is opt. connected to 2nd coupling element associated with jacquard machine
EP0788562A1 (fr) * 1994-10-24 1997-08-13 S.A. DES ETABLISSEMENTS STAUBLI (France) Collet demontable pour harnais de mecaniques jacquard
WO1999027170A1 (de) * 1997-11-19 1999-06-03 Textilma Ag Schnellverbinder zum verbinden der strupfe mit mindestens einer harnischschnur

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4513789A (en) * 1983-06-13 1985-04-30 The Baxter Corporation Jacquard harness attachment mechanism
CH670114A5 (nl) * 1986-04-11 1989-05-12 Sulzer Ag
JPS62276047A (ja) * 1986-05-07 1987-11-30 横井産業株式会社 索体の連結装置
FR2664913B1 (fr) * 1990-07-17 1993-06-18 Staubli Sa Ets Dispositif pour l'accouplement des cadres de lisses et des elements de transmission d'une mecanique pour la formation de la foule.
DE4116163A1 (de) * 1991-03-13 1992-09-17 Textilma Ag Fachbildevorrichtung fuer eine textilmaschine
FR2685015B1 (fr) * 1991-12-12 1994-04-01 Staubli Verdol Sa Attache rapide pour la liaison d'au moins un element funiculaire par rapport a l'extremite d'un cordon.
BE1008504A5 (nl) * 1994-07-18 1996-05-07 Wiele Michel Van De Nv Beveiligende inrichting voor het snel verbinden van harnaskoorden met hefkoorden op een weefmachine.
FR2726011B1 (fr) * 1994-10-25 1996-12-20 Staubli Sa Ets Nouvel harnais demontable pour mecaniques jacquard
DE19839319C2 (de) * 1998-08-28 2001-05-17 Inst Textil & Faserforschung Kupplungsvorrichtung
US6318415B1 (en) * 1999-12-10 2001-11-20 Wis Seaming Equipment Inc. Quick release coupling/pulley assembly for improved weaving device
CZ10648U1 (en) * 2000-10-11 2000-12-01 Tre Connecting device for cords

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0421370A1 (de) * 1989-10-03 1991-04-10 Grosse Webereimaschinen GmbH Doppelrollenelement für Jacquardmaschine
DE4213958C1 (en) * 1992-04-28 1993-04-15 Schroers Jacquard-Papierindustrie Gmbh & Co., 4150 Krefeld, De Installation for joining harness to jacquard machine - has 1st coupling element which gathers harness cords and is opt. connected to 2nd coupling element associated with jacquard machine
EP0788562A1 (fr) * 1994-10-24 1997-08-13 S.A. DES ETABLISSEMENTS STAUBLI (France) Collet demontable pour harnais de mecaniques jacquard
WO1999027170A1 (de) * 1997-11-19 1999-06-03 Textilma Ag Schnellverbinder zum verbinden der strupfe mit mindestens einer harnischschnur

Also Published As

Publication number Publication date
US20030221737A1 (en) 2003-12-04
EP1361302B1 (en) 2006-11-15
US6880582B2 (en) 2005-04-19
EP1361302A3 (en) 2004-02-04
DE60309621T2 (de) 2007-03-08
DE60309621D1 (de) 2006-12-28
EP1361302A2 (en) 2003-11-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1014814A5 (nl) Verbindingsmidelen voor het losneembaar verbinden van koorden van een jacquardmachine.
US8721011B2 (en) Assembly of an automatic opening and closing device and a retaining device for a displaceable part of an article of furniture
DE102009003703B4 (de) Kopfstützenbetätigungsvorrichtungen
JP6538837B2 (ja) 車両シート用の前後方向アジャスター、及び車両シート
RU2119998C1 (ru) Узел зуба, вершина зуба и переходник
US7264465B2 (en) Injection mold
CN103392073B (zh) 将两个可滑动安装的管相互锁定的装置
DE19919524A1 (de) Klappfreigabevorrichtung für einen Kinderwagen
CA3120078A1 (en) Roadway barrier apparatus
TW202000501A (zh) 設有改進的鎖定裝置之用於車輛座椅的滑動裝置
US7730989B2 (en) System to disconnect a control pedal from the device to which it is connected
BE1020551A3 (nl) Inrichting voor het losneembaar verbinden van elementen voor het positioneren van kettinggarens op een weefmachine.
CA3018818A1 (en) Side portion, chain link and energy guiding chain
CA1104533A (en) Clothes-hanger
EP0461684B1 (en) An improved cleaning device
BE1016685A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het borgen van de verbinding van een hevel en een harnaskoord.
EP3160320B1 (de) Schmutzaufnahmevorrichtung und bodenreinigungsvorrichtung mit einer schmutzaufnahmevorrichtung
EP3228739B1 (en) Connecting means for detachably connecting elements of a warp yarn positioning system on a weaving loom
EP0530282B1 (en) Clothes-hanger
EP1952749B1 (en) Door-locking device, in particular for a domestic electrical appliance
TWI818694B (zh) 滑軌總成及其滑軌套件
CN112890472B (zh) 滑轨总成
BE905486A (nl) Afsluitbare kettingschalm.
US1588696A (en) Device for operating car couplers
ITCA980003A1 (it) Stabilizzatore laterale con sistema rapido di regolazione e frizione antiscossa, in particolare dei bracci inferiori del sollevatore idrau-

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210531