BE1014642A3 - Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement. - Google Patents

Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement. Download PDF

Info

Publication number
BE1014642A3
BE1014642A3 BE2002/0097A BE200200097A BE1014642A3 BE 1014642 A3 BE1014642 A3 BE 1014642A3 BE 2002/0097 A BE2002/0097 A BE 2002/0097A BE 200200097 A BE200200097 A BE 200200097A BE 1014642 A3 BE1014642 A3 BE 1014642A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
oil
groove
pressure
rotor chamber
rotor
Prior art date
Application number
BE2002/0097A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacques Joseph Alberic Agache
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to BE2002/0097A priority Critical patent/BE1014642A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1014642A3 publication Critical patent/BE1014642A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/0007Injection of a fluid in the working chamber for sealing, cooling and lubricating
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C18/00Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C18/08Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing
    • F04C18/12Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type
    • F04C18/14Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons
    • F04C18/16Rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids of intermeshing-engagement type, i.e. with engagement of co-operating members similar to that of toothed gearing of other than internal-axis type with toothed rotary pistons with helical teeth, e.g. chevron-shaped, screw type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C27/00Sealing arrangements in rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids
    • F04C27/008Sealing arrangements in rotary-piston pumps specially adapted for elastic fluids for other than working fluid, i.e. the sealing arrangements are not between working chambers of the machine
    • F04C27/009Shaft sealings specially adapted for pumps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C29/00Component parts, details or accessories of pumps or pumping installations, not provided for in groups F04C18/00 - F04C28/00
    • F04C29/02Lubrication; Lubricant separation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Applications Or Details Of Rotary Compressors (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement dat een behuizing (8) bevat waarbinnen een rotorkamer (9) is gevormd waarin twee rotoren (10A-10B) opgesteld zijn, waarbij elke rotor (10A-10B) een lichaam (15) bevat en aan weerszijden door een as (14) in een lager 17 in de behuizing (8) gelagerd is. De as (14) van elk van de rotoren (10A-10B) aan de zijde van de uitlaat (13), bevat tussen het rotorlichaam (15) en het lager (17), een groef (19) die via een kanaal (20) in verbinding staat met een olietoevoersysteem (6) dat op de rotorkamer (9) uitgeeft en een tweede groef (21) die, via een kanaal (22) in verbinding staat met een plaats in de rotorkamer (9) waar, tijdens de normale werking , de druk lager is dan de injectiedruk.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement dat een behuizing bevat waarbinnen een rotorkamer is gevormd die voorzien is van een inlaat en een uitlaat en waarin twee rotoren wentelbaar opgesteld zijn, waarbij elke rotor een lichaam bevat en aan weerszijden daarvan door een as in minstens één lager in de behuizing gelagerd is, waarbij de as van elk van de rotoren aan de zijde van de uitlaat, tussen het rotorlichaam en het lager, daar waar deze as doorheen een opening in de behuizing steekt, een groef bevat voor het opvangen van olie, die via minstens één kanaal in verbinding staat met een olietoevoersysteem dat op de rotorkamer uitgeeft voor de injectie van olie op de injectiedruk. 



  Deze olie, die via een olietoevoersysteem in de rotorkamer ingespoten wordt, heeft een drieledige functie :   door opname van een groot gedeelte van de compressiewarmte,   afdichting tussen de rotoren en smering van rotoren en lagers. 



  Olie die meestal via een inwendig kanaal aan voornoemde groef in de as aan de uitlaatzijde toegevoerd wordt, wordt eerst als drukbarrière aangewend tegen mogelijke lekken van warme olie en warme lucht uit de compressiekamer die zonder deze groef langs de as naar de lagers zouden stromen. De aan de groef toegevoegde olie baant zich een weg tussen de as en de opening in de behuizing,   waardoor   deze as steekt om vervolgens de lagers te smeren. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Bij ééntraps   oliegeïnjecteerde   schroefcompressoren blijkt deze manier van oliesmering zeer doeltreffend te werken. 



  Bij tweetraps- of meertraps-schroefcompressoren is dit wat betreft de smering van de lagers aan de uitlaatzijde van het hogedruk-compressorelement veel minder het geval. 



  Omwille van een hoge gemiddelde druk tussen het rotorkopvlak en het kopvlak van het lagerhuis aan de zijde van de uitlaat is de oliedrukbarrière, gevormd door de groef van de as, niet meer in staat om lekken uit de rotorkamer afdoende tegen te houden. 



  Het gevolg daarvan is dat de olie die aangevoerd wordt naar de groef, vermengd wordt met hete olie uit de rotorkamer, zodat de relatief koudere olie in de oliegroef met 10 tot 15 C wordt opgewarmd en daardoor de uitlaatlagers gesmeerd worden met warmere en dus dunnere olie, wat de levensduur van de lagers negatief beïnvloedt. 



  Bovendien stijgt, door lekken van warme lucht uit de rotorkamer, het luchtvolume in de smeerolie tot ongeveer 80%. Dit heeft een minder goede bevochtiging van de contactvlakken (de loopbanen, de rolelementen) van de lagers en een minder goede koeling van de lagers door slechtere warmteoverdracht tot gevolg. Daarenboven, kunnen luchtbellen geen EHD (elasto-hydro-dynamische) film opbouwen, zodat ook daardoor in het lager dunnere oliefilmen ontstaan. 



  De huidige uitvinding heeft een oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement als doel die deze nadelen niet 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 vertoont en, ook wanneer het deel uitmaakt van een hogedruktrap, laat een uitstekende lagersmering aan de uitlaatzijde toe. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de as van elk van de rotoren, aan de uitlaatzijde, tussen de rotorkamer en de voornoemde groef, van minstens een tweede groef is voorzien die, eveneens via minstens één kanaal, in verbinding staat met een plaats in de rotorkamer waar, tijdens de normale werking, de druk lager is dan de injectiedruk. 



  Doordat een tweede groef is aangebracht, die via een kanaal in verbinding staat met de rotorkamer, wordt voorkomen dat warme olie en warm gas uit de rotorkamer zich vermengen met de relatief koudere olie in de voornoemde eerste groef of oliegroef. Zodoende worden de hoger vermelde nadelige effecten vermeden. Deze tweede groef vervult dan de functie van opvanggroef voor lekken. 



  Bij voorkeur staat de tweede groef in verbinding met een plaats in de rotorkamer waar, tijdens de normale werking, de druk dichter bij de inlaatdruk is gelegen dan bij de uitlaatdruk. 



  Door in verbinding te staan met een plaats die ook aan deze voorwaarde voldoet, wordt verzekerd dat de druk op deze plaats lager ligt dan de injectiedruk voor uiteenlopende waarden van de uitlaatdruk en wordt de werking van de twee groeven ook nog verzekerd bij lage uitlaatdrukken. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Bij voorkeur is het inwendig kanaal dat de tweede groef met de rotorkamer verbindt, zodanig gekalibreerd dat bij werking de druk in de tweede groef iets lager is dan de druk in de andere groef. 



  Op die manier wordt het lek van warme olie en gas naar de eerste groef of oliegroef zoveel mogelijk beperkt en wordt bovendien het verlies aan opbrengst verwaarloosbaar klein. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm geeft voornoemd tweede kanaal, dat met de rotorkamer in verbinding staat, op deze rotorkamer uit via een plaats die in het kopvlak, op een afstand van de uitlaat, gelegen is. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een oliege- ïnjecteerd schroefcompressorelement volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 
Figuur 1 schematisch een hogedruk schroefcompressor- element volgens de uitvinding in een oliegeïnjecteerde meertrapscompressor weergeeft; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de lijn III-III in figuur 1. 



  In figuur 1 is schematisch een hogedruktrap weergegeven van een   oliegeïnjecteerde   meertraps-schroefcompressor. Deze 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 hogedruktrap bestaat in hoofdzaak uit een compressorelement 1 dat onder tussenkomst van tandwielen 2A aangedreven wordt door een motor 2, een aanzuigleiding 3 waarmee het op de uitgang van de niet in de figuur 1 weergegeven lagedruktrap aansluit, een persleiding 4 waarin een gas-olieafscheider 5 opgesteld is en een olietoevoersysteem 6 voor het injecteren van olie, die op de gas-olieafscheider 5 aansluit en waarin een oliekoeler 7 is opgesteld. 



  Zoals weergegeven in de figuren 2 en 3, bevat het compressorelement 1 een behuizing 8 waarin een rotorkamer 9 is gevormd, waarin twee rotoren 10A en 10B in elkaar aangrijpen. Aan de uitlaatzijde is deze rotorkamer 9 begrensd door een kopvlak 11. 



  De aanzuigleiding 3 mondt via een inlaat 12 op een uiteinde in de rotorkamer 9 uit. Op het andere uiteinde van de rotorkamer 9 mondt de persleiding 4 via een uitlaat 13 in deze rotorkamer 9 uit. 



  Zoals in het bijzonder in figuur 3 weergegeven is, bevatten de rotoren 10A en 10B elk een schroefvormig rotorlichaam 15 en zijn ze aan weerszijden van dit rotorlichaam door een as 14 in de behuizing 8 gelagerd. Aan de inlaatzijde zijn de assen 14 gelagerd in radiale lagers 16 en aan de zijde van de uitlaat 13 zijn de assen 14 gelagerd in radiale lagers 16 en axiale lagers 17. Tussen de rotorkamer 9 en de lagers 16, respectievelijk 17, steken de assen 14 doorheen openingen 18 in de behuizing 8. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Beide rotoren 10A en 10B bevatten aan de uitlaatzijde, daar waar hun respectievelijke assen 14 doorheen openingen 18 in de behuizing 8 steken, een eerste groef 19 voor het opvangen van olie. Een eerste kanaal 20 dat zich in de behuizing 8 uitstrekt, verbindt deze groef 19 met een oliekamer 6A in het olietoevoersysteem 6. 



  Nog aan de uitlaatzijde is de as 14 van de respectievelijke rotoren 10A en 10B, tussen de rotorkamer 9 en de voornoemde groef 19, van een tweede groef 21 voorzien. Een tweede, eveneens in de behuizing 8 gelegen, kanaal 22 verbindt deze tweede groef 21 met een plaats van de rotorkamer 9 waar, tijdens de normale werking, een druk heerst die lager is dan de injectiedruk en die dichter bij de inlaatdruk in de inlaat 12 dan bij de uitlaatdruk in de uitlaat 13 is gelegen. 



  In het weergegeven voorbeeld mondt dit tweede kanaal 22 uit op het kopvlak 11 aan de uitlaatzijde van de rotorkamer 9, op een afstand van de uitlaat 13, en meer bepaald bovenaan indien, zoals weergegeven, de uitlaat 13 onderaan op de rotorkamer 9 aansluit. 



  De doormeter van het tweede kanaal 22 is door een vernauwing 23 zodanig gekalibreerd dat de druk in de tweede groef 21 iets kleiner is dan de druk in de eerste groef 19 die, doordat het kanaal 20 niet gekalibreerd is, praktisch gelijk is aan de injectiedruk. Zodoende wordt het lekken van warme olie en lucht van de tweede groef 21 naar de eerste groef 19 zoveel mogelijk beperkt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 In werking wordt lucht of een ander gas via de inlaat 12 in de rotorkamer 9 aangezogen en door de rotorlichamen 15 samengedrukt tot lucht op hoge uitlaatdruk, die via de uitlaat 13 het compressorelement 1 verlaat. De samengeperste lucht komt dan via de persleiding 4 in de gas-olieafscheider 5 terecht, waar de olie wordt afgescheiden. De samengeperste lucht die ontdaan is van olie kan door gebruikers worden afgenomen. 



  Via het olietoevoersysteem 6 wordt olie uit de gasolieafscheider 5 waar praktisch de uitlaatdruk heerst, over de oliekoeler 7 naar het compressorelement 1 gestuurd voor koeling, smering en afdichting. Deze olie bevindt zich bij het bereiken van het compressorelement 1 op de injectiedruk die door drukverliezen in onder meer de oliekoeler 7, lager is dan de uitlaatdruk. Deze olie splitst zich ter plaatse van de oliekamer 6A in een gedeelte dat in de rotorkamer 9 geïnjecteerd wordt en een gedeelte dat via het eerste kanaal 20 in de eerste groef 19 wordt gebracht. 



  Deze olie in de eerste groef 19 baant zich vervolgens een weg tussen de assen 14 en de opening in de behuizing 8, waardoor deze steekt om uiteindelijk de lagers 16 en 17 aan de uitlaatzijde te smeren. 



  De tweede groef 21 vangt lekken van warme lucht en olie op uit de rotorkamer 9, welke lekken via het tweede kanaal 22 opnieuw naar deze rotorkamer 9 worden gevoerd, naar een plaats waar een druk heerst die lager is dan de injectiedruk en die dichter bij de inlaatdruk in de inlaat 12 dan bij de uitlaatdruk in de uitlaat 13 is gelegen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De inlaatdruk van de hogedruktrap wordt in principe bepaald door de verhouding van de slagvolumes die de lagedruktrap en de hogedruktrap kunnen verplaatsen en de inlaatdruk van de hogedruktrap verandert daarom weinig bij een wijziging van zijn uitlaatdruk. 



  Doordat de druk in de tweede groef 21 lager is dan in de eerste groef 19 kan worden verkregen dat de olie voor de smering van de lagers 16 en 17 aan de uitlaatzijde een temperatuur heeft welke slechts 4 C warmer is dan de olie die in de rotorkamer 9 wordt geïnjecteerd en dat het volume lucht in de olie voor de smering van de lagers 16 en 17 ongeveer 20 tot 30% bedraagt. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk   oliegeïnjecteerd   schroefcompressorelement kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (4)

  1. Conclusies. l.- Oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement dat een behuizing (8) bevat waarbinnen een rotorkamer (9) is gevormd die voorzien is van een inlaat (12) en een uitlaat (13) en waarin twee rotoren (10A-10B) wentelbaar opgesteld zijn, waarbij elke rotor (10A-10B) een lichaam (15) bevat en aan weerszijden daarvan door een as (14) in minstens één lager (17) in de behuizing (8) gelagerd is, waarbij de as (14) van elk van de rotoren (10A-10B) aan de zijde van de uitlaat (13), tussen het rotorlichaam (15) en het lager (17), daar waar deze as (14) doorheen een opening in de behuizing (8) steekt, een groef (19) bevat voor het opvangen van olie, die via minstens één kanaal (20) in verbinding staat met een olietoevoersysteem dat op de rotorkamer (9) uitgeeft voor de injectie van olie, daardoor gekenmerkt dat de as (14) van elk van de rotoren (10A-10B),
    aan de uitlaatzijde, tussen de rotorkamer (9) en de voornoemde groef (19), van minstens een tweede groef (21) is voorzien die, eveneens via minstens één kanaal (22), in verbinding staat met een plaats in de rotorkamer (9) waar, tijdens de normale werking, de druk lager is dan de injectiedruk.
  2. 2.- Oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de tweede groef (21) in verbinding staat met een plaats in de rotorkamer (9) waar, tijdens de normale werking, de druk dichter bij de inlaatdruk is gelegen dan bij de uitlaatdruk. <Desc/Clms Page number 10>
  3. 3. - Oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het inwendig kanaal (22) dat de tweede groef (21) met de rotorkamer (9) verbindt, zodanig gekalibreerd is dat bij werking, de druk in de tweede groef (21) iets lager is dan de druk in de andere groef (19).
  4. 4.- Oliegeïnjecteerd schroefcompressorelement volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd tweede kanaal (22), dat met de rotorkamer (9) in verbinding staat, op deze rotorkamer (9) uitgeeft via een plaats die in het kopvlak (11), op een afstand van de uitlaat (13), gelegen is.
BE2002/0097A 2002-02-14 2002-02-14 Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement. BE1014642A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0097A BE1014642A3 (nl) 2002-02-14 2002-02-14 Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0097A BE1014642A3 (nl) 2002-02-14 2002-02-14 Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014642A3 true BE1014642A3 (nl) 2004-02-03

Family

ID=30120996

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0097A BE1014642A3 (nl) 2002-02-14 2002-02-14 Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1014642A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108561309A (zh) * 2018-04-19 2018-09-21 西安交通大学 一种压缩机输液通道

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1983003641A1 (en) * 1982-04-13 1983-10-27 Glanvall, Rune Compressor of hermetical type
JPS6165085A (ja) * 1984-09-05 1986-04-03 Hitachi Ltd スクリユ−圧縮機
BE1010915A3 (nl) * 1997-02-12 1999-03-02 Atlas Copco Airpower Nv Inrichting voor het afdichten van een rotoras en schroefcompressor voorzien van dergelijke inrichting.
JP2000314385A (ja) * 1999-05-06 2000-11-14 Hitachi Ltd 給油式スクリュー圧縮機

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1983003641A1 (en) * 1982-04-13 1983-10-27 Glanvall, Rune Compressor of hermetical type
JPS6165085A (ja) * 1984-09-05 1986-04-03 Hitachi Ltd スクリユ−圧縮機
BE1010915A3 (nl) * 1997-02-12 1999-03-02 Atlas Copco Airpower Nv Inrichting voor het afdichten van een rotoras en schroefcompressor voorzien van dergelijke inrichting.
JP2000314385A (ja) * 1999-05-06 2000-11-14 Hitachi Ltd 給油式スクリュー圧縮機

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 010, no. 231 (M - 506) 12 August 1986 (1986-08-12) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 14 5 March 2001 (2001-03-05) *

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108561309A (zh) * 2018-04-19 2018-09-21 西安交通大学 一种压缩机输液通道
CN108561309B (zh) * 2018-04-19 2019-07-23 西安交通大学 一种压缩机输液通道

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4780061A (en) Screw compressor with integral oil cooling
US6182467B1 (en) Lubrication system for screw compressors using an oil still
US3848422A (en) Refrigeration plants
JPH0116350B2 (nl)
EP0573516A1 (en) Thermodynamic systems including gear type machines for compression or expansion of gases and vapors
CN103635696B (zh) 多汽缸旋转式压缩机和制冷循环装置
JP2001317480A (ja) スクリュー圧縮機
US4236876A (en) Multiple compressor system
KR950002057B1 (ko) 로터 베어링의 윤활을 위한 스크루우 압축기 수단
CN103175346B (zh) 油冷式二级压缩机以及热泵
BE1014642A3 (nl) Oliegeinjecteerd schroefcompressorelement.
WO2013153970A1 (ja) 2段油冷式圧縮装置
CN108072198B (zh) 压缩机组件及其控制方法和制冷/制热系统
JP3045961B2 (ja) スクロール気体圧縮
US6793464B2 (en) Motor-driven compressor cooled by refrigerant gas
CN101520043B (zh) 气体压缩机
US6619430B2 (en) Refrigerant gas buffered seal system
JP2000337282A (ja) 2段形スクリュ圧縮機
BE1014461A3 (nl) Oliegeinjecteerde schroefcompressor.
US4995792A (en) Compressor system with self contained lubricant sump heater
JPS6187988A (ja) スクロ−ル圧縮機
JP2004162540A (ja) スクリュ圧縮機
JP2768092B2 (ja) 半密閉圧縮機
JPS6032783B2 (ja) 冷凍装置の油戻し装置
JP2518455B2 (ja) 極低温冷凍機の圧縮装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20060228