BE1014106A3 - Inrichting met een afsluitsysteem en een watermerk activerende verlichting voor het opbergen van betaalmiddelen met een watermerk. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het opbergen van betaalmiddelen voorzien van een watermerk met een afsluitsysteem, waarbij aan de binnenzijde van de opberinrichting een watermerk activerende verlichting, een voeding en een elektrische schakeling zijn aangebracht, waarbij het afsluitsysteem in de elektrische schakeling is opgenome, zodanig dat de lamp brandt wanneer het afsluitsysteem zich in de geopende toestand bevindt, één en ander zodanig dat een controle op het watermerk in het betaalmiddel gemakkelijk is uit te voeren.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  INRICHTING MET EEN AFSLUITSYSTEEM EN EEN WATERMERK ACTIVERENDE VERLICHTING VOOR HET OPBERGEN VAN BETAALMIDDELEN MET EEN WATERMERK. 



   De uitvinding heeft betrekking op een inrichting met een afsluitsysteem voor het opbergen van betaalmiddelen met een watermerk. 



   Wanneer een nieuw bankbriefje in omloop wordt gebracht, gebeurt het wel vaker dat valse briefjes circuleren. Omdat men met de huidige technologie bankbriefjes gemakkelijk kan namaken, en het altijd enige tijd duurt voordat de mensen met een nieuw bankbriefje vertrouwd zijn, is het belangrijk de echtheid van het bankbriefje te kunnen controleren. In grote winkels worden dan ook vaak UV lampen in de buurt van de kassa's geplaatst zodat de kassierster het watermark kan detecteren. 



   In het geval van de EURO bijvoorbeeld, heeft men bankbiljetten ter waarde van 500 EURO, en willen vele winkeliers in staat zijn zieh van de authenticiteit van de bankbriefjes te vergewissen. Ook in de horeca sector, waar obers veelal gewoon aan de tafel zelf willen kunnen afrekenen, is het van belang de echtheid van de briefjes te controleren. 



   Vandaar het idee om middelen ter verificatie van het watermerk in bijvoorbeeld een oberportefeuille of in een kassa aan te brengen. Dit heeft het grote voordeel dat men zieh niet meer tot aan de kast met de   UV-lamp   hoeft te begeven om het watermerk na te gaan, en zodoende veel tijd kan besparen. Verder kan deze controle dan ook standaard worden uitgevoerd door obers, kassiersters of winkeliers. 



   Een onderdeel van de uitvinding is dus het verwerken van bijvoorbeeld een black light in een portefeuille of kassa. In het geval van een portefeuille is het handig indien deze black ligh met behulp van een eventueel heroplaadbare batterij kan worden aangestuurd. Om hierbij niet nodeloos veel energie te verbruiken, wil men dat de lamp enkel brandt wanneer de portefeuille open is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Hetzelfde geldt uiteraard voor een'kassa, men wil dat de lamp brandt wanneer de kassa openspringt. 



   De onderhavige uitvinding heeft het kenmerk dat in de opberginrichting een watermerk activerende verlichting, een voeding en een elektrische schakeling verwerkt zijn, waarbij het afsluitsysteem in de elektrische schakeling is opgenomen, zodanig dat de lamp brandt wanneer het afsluitsysteem zich in de geopende toestand bevindt. 



   In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de elektrische schakeling uit een invertortrap, een klassieke oscillatorschakeling en een transformator, en is het afsluitsysteem tussen de voeding en de ingang van de invertortrap opgenomen. Het afsluitsysteem vormt een schakelaar die er in de open toestand voor zorgt dat de lamp brandt. Wanneer de schakelaar open is, wordt de uitgang   via de invertor trap naar de voedingsspanning   
 EMI2.1 
 getrokken. waardoor    Deze uitgang opent een daaraan verbonden FETde transformator primair   wordt gevoed.

   Dit veroorzaakt een   hoge spanning op de secondair van de transformator   
 EMI2.2 
 waardoor kan In een andere geheel of gedeeltelijk geintegreerd worden het Het opbergsysteem voor betaalmiddelen in alle bijvoorbeeld een portefeuille, een kassa, een buideltas en een aktetas kunnen vermeld worden. In het geval van een portefeuille kan het afsluitsysteem bestaan uit een sluitflap waarop een knop of sluitklep zijn aangebracht. Een andere mogelijkheid is het aanbrengen van twee magnetische strippen, waarvan er   een   op de sluitflap en een andere op de voorkant van de portefeuille wordt bevestigd, zodanig dat de twee strippen contact maken wanneer de sluitflap over het voorvak van de portefeuille plooit. 



  In een andere uitvoeringsvorm heeft de portefeuille geen sluitflap, maar vormt een twistknop aan de bovenkant, die 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 ook vaak bij portemonnees wordt teruggevonden, het afsluitsysteem van de portefeuille. Deze knoppen of magnetische strippen moeten uiteraard alle in elektrisch geleidend materiaal worden uitgevoerd. 



   In het geval van een kassa vormen de schuiflade en twee elektrisch geleidende oppervlakken die contact maken wanneer de kassa dicht is, het afsluitsysteem. 



   Mogelijke uitvoeringsvormen worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren :
Fig. 1 toont een perspectieftekening van een portefeuille in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding met drukknop. 



   Fig. 2 toont een perspectieftekening van een kassa volgens de uitvinding. 



   Fig. 3 illustreert schematisch een uitvoeringsvorm van de elektrische schakeling waarmee de gasontladings-   lamp wordt ontstoken. 



  In Fig. 1 ziet men een portefeuille 1 uitgevoerd in    een   klassiek model met verschillende compartimenten 2,   een sluitflap   4, en een drukknopsysteem 5, waarbij in één   van deze compartimenten een black light 3 is aangebracht, welke door een elektrische schakeling 6 die door een 
 EMI3.1 
 batterij Fig. 



  7 met schuiflade kassa bevat muntjes worden black light 3 aangebracht, welke met behulp van een elektrische schakeling 6 en een batterij 18 gaat branden wanneer de kassa 7 open is. Het sluitsysteem bestaat uit de schuiflade 8 en twee metalen oppervlakken 10a en lOb, welke de rol van schakelaar vervullen en in de elektrische schakeling zijn opgenomen. Deze oppervlakken   10a   en lOb maken contact wanneer de kassalade dicht is, of,   m. a. w.   de schakelaar wordt gesloten en de lamp gaat uit. 



   Fig. 3 toont het schema van een mogelijke elektrische schakeling voor het ontsteken van een gasontladingslamp. Een 6 V batterij wordt met de twee ingangsklemmen 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 11 en 12 verbonden. De schakelaar 10 (dit kan eender welk afsluitsysteem zijn), wordt tussen de pluskant van de voeding 12 en de ingang 13 van de invertortrap 14 aangebracht. De invertortrap bestaat uit een bipolaire transistor Tl (van het type BC547C) waarvan de emittor met de minkant van de voeding is verbonden. Er is een weerstand Rl   (4. 7 kOhm)   geplaatste tussen de basis van Tl en de ingang van de invertortrap. De collector van Tl is via een weerstand R2 (10   kOhm)   met de pluskant van de voeding 12 verbonden.

   Deze invertor schakeling zorgt ervoor dat, wanneer de schakelaar dicht is, de uitgang van de invertortrap 19 naar de massa 11 wordt getrokken zodat de   N-FET   (van het type BUZ10), waarvan de gate met 19, en de source met de massa 11 is verbonden, volledig spert. De drain van de N-FET is via een capaciteit Cl (47 nF) aan de voeding 12 verbonden. Verder bevat de oscillatorconfiguratie een bipolaire transistor T2 (D8050S), twee capaciteiten C2 (4. 7 nF) en C3 (4. 7 nF) en twee weerstanden R3 (680 Ohm) en R4 (22 Ohm) die verbonden worden zoals getoond in Fig. 3 (waarbij de kruisende lijnen geen contactpunten vormen). Wanneer de schakelaar wordt geopend wordt de uitgang 19 naar de voeding 12 getrokken en is de N-FET (van het type   BUZ10)   volledig open, waardoor het oscillatorcircuit wordt geactiveerd. 



  De wikkelverhouding van de transformator 15 is zodanig gekozen dat aan de secondair van de transformator, welke met de lamp wordt verbonden, de door de lamp vereiste spanning wordt afgeleverd.

Claims (10)

CONCLUSIES.

1. Inrichting voor het opbergen van betaalmiddelen vo zien van een watermerk met een afsluitsysteem, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van de opberginrichting een watermerk activerende verlichting, een voeding en een elektrische schakeling zijn aangebracht, waarbij het afsluitsysteem in de elektrische schakeling is opgenomen, zodanig dat de lamp brandt wanneer het afsluitsysteem zich in de geopende toestand bevindt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektrische schakeling een invertortrap, een oscillatorschakeling en een transformator bevat, en dat het afsluitsysteem tussen de voeding en de ingang van de invertortrap is aangebracht.

3. Inrichting volgens één der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het opbergsysteem voor betaalmiddelen een portefeuille is.

4. Inrichting volgens één der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het opbergsysteem voor betaalmiddelen een kassa is, waarbij de schuiflade het afsluitsysteem vormt.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het afsluitsysteem bestaat uit een sluitflap en een daarop aangebrachte knop vervaardigd in elektrisch geleidend materiaal.

6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het afsluitsysteem bestaat uit een afsluitflap en twee magnetische strippen vervaardigd in elektrisch materiaal, waarbij een eerste strip op de sluitflap van de portefeuille, en de tweede strip aan de buitenzijde van het voorvak van de portefeuille wordt aangebracht, zodanig dat de twee strippen contact maken wanneer de sluitflap over het voorvak van de portefeuille plooit.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de voeding een spanningsbron van 6 V is. <Desc/Clms Page number 6>

8. Inrichting volgens een der-conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de schakeling geheel of gedeeltelijk geintegreerd is uitgevoerd.

9. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het opbergsysteem van betaalmiddelen een buideltas is.

10. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het opbergsysteem voor betaalmiddelen een aktetas is.