<Desc/Clms Page number 1>
Geldkoffer.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een geldkoffer, meer speciaal een draagbare koffer waarin bankbiljetten op een veilige manier kunnen opgeborgen worden om getransporteerd te worden.
Er zijn reeds geldkoffers gekend waarmee geld veilig kan overgebracht worden van de ene plaats naar een andere plaats, bijvoorbeeld van een warenhuis naar de kluis van een bank.
Een geldkoffer voor het transporteren van geld bestaat in hoofdzaak uit een draagbare koffer, een veiligheidsslot dat zeer specifieke handelingen en/of omstandigheden vereist om ontsloten te kunnen worden en een mechanisme dat het geld minstens gedeeltelijk vernietigt en/of van een merkteken voorziet, indien de koffer op onregelmatige wijze wordt geopend.
Dergelijke bekende geldkoffers vertonen echter het nadeel dat zij moeten geopend worden om het geld er in weg te bergen. Hiertoe is het immers nodig dat de koffer op andere plaatsen dan de kluis van een bank reglementair kan geopend worden, waardoor de kans op een geslaagde overval toeneemt, vooral wanneer een insider bij de overval betrokken is.
De huidige uitvinding heeft dan ook een geldkoffer tot doel waarbij de voornoemde en andere nadelen worden voorkomen en die enkel moet geopend worden om het geld er uit te halen, bijvoorbeeld in de kluis van een bank.
<Desc/Clms Page number 2>
Tot dit doel betreft de uitvinding een geldkoffer die hoofdzakelijk bestaat uit een draagbare koffer, een veiligheidsslot en middelen die de bankbiljetten onbruikbaar maken indien de geldkoffer op onregelmatige wijze wordt geopend, en die daardoor gekenmerkt is dat hij voorzien is van een biljetacceptor, waarvan de inbrengopening van buitenuit bereikbaar is en waarvan de uitgang uitgeeft op de binnenruimte van de koffer.
Door biljetacceptor wordt hier een toestel bedoeld dat in staat is bepaalde bankbiljetten, bijvoorbeeld bankbiljetten van een bepaald land te herkennen en na herkenning door te laten.
Bij voorkeur is de biljetacceptor voorzien van een teller die de waarde van de bankbiljetten die via de biljetacceptor in de geldkoffer ingebracht worden, optelt.
Deze teller kan bijhouden hoeveel geld er op een bepaald ogenblik of gedurende een bepaalde tijdspanne reeds in de geldkoffer gebracht werd.
Bij bekende geldkoffers wordt niet bijgehouden hoeveel geld er in de geldkoffer aanwezig is, en kan dus niet nagegaan worden of de hoeveelheid geld op een bepaald ogenblik overeenstemt met het bedrag dat aanwezig zou moeten zijn.
Indien bij het ledigen van de koffer geconstateerd wordt dat er minder geld in de koffer aanwezig is dan er zou moeten zijn, is het onmogelijk om te weten waar of wanneer het deficit ontstaan is.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend
<Desc/Clms Page number 3>
karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geldkoffer volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekening, die een perspectiefzicht van een geldkoffer volgens de uitvinding weergeeft.
Zoals weergegeven in de figuur, bestaat een geldkoffer 1 hoofdzakelijk uit een draagbare koffer 2, die voorzien is van een veiligheidsslot 3 en middelen 4 die de bankbiljetten 5 onbruikbaar maken door ze minstens gedeeltelijk te vernietigen en/of van een merkteken te voorzien, indien de koffer 2 op onregelmatige wijze wordt geopend.
Het veiligheidsslot 3 kan zowel bestaan uit een mechanisch slot 6 dat met een sleutel kan geopend worden, als een elektronisch slot 7 dat geopend dient te worden door het intikken van een code op een klavier 8, maar is bij voorkeur een combinatie van beide.
De middelen 4 kunnen eveneens van om het even welk bekend type zijn. Bijvoorbeeld kunnen deze middelen 4 bestaan uit een inktejector die de bankbiljetten 5 kleurt met een opvallende en onuitwisbare inkt, een inrichting die op basis van een chemische reactie of pyrotechnische middelen de bankbiljetten 5 geheel of gedeeltelijk verbrandt of een rookontwikkelaar die een onuitwisbare neerslag op de bankbiljetten 5 achterlaat.
Verder is de geldkoffer 1 volgens de uitvinding voorzien van een biljetacceptor 9, waarvan de inbrengopening 10 van buitenuit bereikbaar is, meer speciaal in een buitenwand 11 van de koffer 2 gelegen is, en waarvan de uitgang 12 uitgeeft op de binnenruimte van de koffer 2.
<Desc/Clms Page number 4>
De biljetacceptor 9 is in het weergegeven voorbeeld van het type dat niet alleen bepaalde bankbiljetten 5 herkent, en bij voorkeur zelfs onafhankelijk van de richting waarin ze in de inbrengopening 10 ingebracht worden, maar ook nagaat of de bankbiljetten 5 echt zijn, en van het type dat daarenboven een teller 13 bevat, die weergeeft hoeveel de totale waarde bedraagt van de bankbiljetten 5 die in de koffer 2 via de biljetacceptor 9 ingebracht werden.
Deze teller 13 wordt na het ledigen van de koffer 2 automatisch of manueel op nul gezet. Deze teller 13 laat toe op elk ogenblik te weten hoeveel geld er reeds in de koffer 2 aangebracht werd. Deze teller 13 kan aansluiten op een scherm waarop deze hoeveelheid kan worden weergegeven.
De teller 13 kan ook aangesloten zijn op een geheugen waarin de getelde waarde met een aanduiding van de tijd kan worden opgeslagen om achteraf te kunnen vaststellen welke waarde op een bepaald ogenblik geteld werd.
Indien men vergelijkt met bijvoorbeeld het kasregister, kan op deze wijze exact worden nagaan wanneer een eventueel deficit is ontstaan.
De geldkoffer 1 kan middelen 14, bijvoorbeeld een zender of dergelijke, bevatten waarmee onder meer de teller 13 draadloos in verbinding staat met een centrale, bijvoorbeeld een bank.
Deze middelen 14 kunnen bijvoorbeeld een zender of dergelijke bevatten waarmee onder meer de teller 13 draadloos met de centrale in verbinding kan worden gebracht en/of een aansluiting of dergelijke bevatten voor een on-line verbinding met deze centrale.
<Desc/Clms Page number 5>
De biljetacceptor 9 kan voorzien zijn van een lezer 15 die de nummers van de ingevoerde bankbiljetten 5 inleest en in een geheugen 16 opslaat en/of via de middelen 14 doorstuurt naar de bank.
In de geldkoffer 1 kan voorts een stapelmechanisme 17 aangebracht zijn om de bankbiljetten 5 op of naast elkaar te stapelen.
Ook kan het elektronisch slot 7 van de geldkoffer 1 volgens de uitvinding voorzien zijn van een blokkeermechanisme 18 dat slechts in de kluis van een bevoegde bank kan gedeblokkeerd worden, bijvoorbeeld door middel van een code die op bekende wijze met behulp van elektromagnetische straling wordt overgebracht. Het is door de aanwezigheid van de biljetacceptor 9 immers niet meer nodig dat de geldkoffer 1 buiten de kluis van de betreffende bank kan worden geopend.
Het gebruik van de geldkoffer 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.
Wanneer de geldkoffer 1 in een winkel, een grootwarenhuis, een casino, een benzinestation of dergelijke staat, is hij door het veiligheidsslot 3 gesloten en eventueel door het blokkeermechanisme 18 bijkomend geblokkeerd, zodat, zelfs wanneer de sleutels en de code in handen zijn van de overvallers, ze de geldkoffer 1 niet kunnen openen.
De winkelier, kassier of andere gebruiker van de geldkoffer 1 brengt de bankbiljetten 5, die hij niet nodig heeft als wisselgeld, via de inbrengopening 10 in de biljetacceptor 9 die, wanneer hij deze bankbiljetten 5 herkent en echt bevindt, deze doorlaat naar de binnenruimte van de koffer 2
<Desc/Clms Page number 6>
waar ze door het eventuele stapelmechanisme 17 gestapeld worden.
Op bepaalde tijdstippen, bijvoorbeeld op het einde van de dag, wordt de geldkoffer 1 opgehaald en naar een bank gebracht, waar hij in de kluis, eventueel in het bijzijn van de winkelier of dergelijke, kan geopend worden, de opbrengst van de dag kan geteld worden en vergeleken worden met de stand van de teller 13 van de biljetacceptor 9.
Na het ledigen van de koffer 2 wordt de teller 13 op nul gezet.
Een groot voordeel dat verkregen wordt door de aanwezigheid van de biljetacceptor 9, is dat de geldkoffer 1 minder aantrekkelijk wordt als buit voor overvallers, aangezien ze er met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet zullen in slagen de geldkoffer 1 te openen en het geld in handen te krijgen zonder dat het gemarkeerd of gedeeltelijk vernietigd is.
Indien de geldkoffer 1 draadloos en/of met een on-line verbinding in verbinding staat met de bank en de hoeveelheid ingebracht geld doorgeseind wordt, is het mogelijk dat naarmate geld door de biljetacceptor 9 naar binnen gebracht wordt, of op bepaalde tijden en dus nog voor het openen van de geldkoffer 1, het bedrag van de ingebrachte bankbiljetten 5 op de rekening van de gebruiker gestort wordt, eventueel tegen een vergoeding.
Zo kan bijvoorbeeld drie keer per dag het aanwezige of bijgekomen geld in de geldkoffer 1 op de rekening worden geplaatst.
<Desc/Clms Page number 7>
Deze dienstverlening van de bank biedt een bijkomende zekerheid van de gebruiker tegen diefstal.
Door de hiervoor beschreven geldkoffer 1 verhoogt de bescherming tegen diefstal. Het teveel aan geld uit de kassa wordt snel opgeborgen op een uiterst veilige manier.
Zelfs onder dwang kan de gebruiker de geldkoffer 1 niet ter plaatse openen, en wanneer hij of overvallers de geldkoffer 1 toch zouden openbreken worden biljetten erin onbruikbaar gemaakt.
Het is evident dat de uitvinding niet beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke geldkoffer kan in allerlei varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.