BE1012904A6 - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1012904A6 BE1012904A6 BE9900620A BE9900620A BE1012904A6 BE 1012904 A6 BE1012904 A6 BE 1012904A6 BE 9900620 A BE9900620 A BE 9900620A BE 9900620 A BE9900620 A BE 9900620A BE 1012904 A6 BE1012904 A6 BE 1012904A6
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- gripper belt
- gripper
- detector
- guide block
- belt
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/12—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/271—Rapiers
- D03D47/272—Rapier bands
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/275—Drive mechanisms
- D03D47/276—Details or arrangement of sprocket wheels
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/277—Guide mechanisms
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Looms (AREA)
- Radiation Pyrometers (AREA)
Abstract
Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband (1) voor een grijperweefmachine, waarbij een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1) gemeten wordt.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. Teneinde de sleet van een grijperband te bepalen is het gekend uit US 4982767 de grijperband te voorzien van elementen die verdeeld over de dikte en volgens de lengte van de grijperband zijn opgesteld. Deze elementen zijn voorzien om een optisch, een elektrisch of een magnetisch signaal te geven dat een indicatie is voor de sleet van de grijperband. Dergelijke elementen wijzigen de structuur van de grijperband aanzienlijk, waardoor dergelijke grijperband minder geschikt is om aangewend te worden bij snellopende grijperweefmachines. Een andere manier om de sleet van een grijperband te bepalen is gekend uit US 5318077. Hierbij wordt een gedeelte van de bovenzijde van de grijperband niet geleid door de geleidingsblokken ter hoogte van het aandrijfrad, en wordt de sleet bepaald door de positie van het voornoemde gedeelte te meten. Deze werkwijze vereist dat een gedeelte van de grijperband niet geleid wordt door de geleidingsblokken, waardoor het gedeelte van de grijperband dat wel geleid wordt meer aan sleet onderworpen is. Het doel van de uitvinding is een werkwijze en een inrichting die toelaat de sleet van de grijperband te bepalen waarbij de structuur van de grijperband, alsook <Desc/Clms Page number 2> de vorm van geleidingen, willekeurig kunnen gekozen worden, en die toelaat het ogenblik dat de grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. Tot het doel van de uitvinding bevat de werkwijze het bepalen van de sleet van de grijperband door het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband. Deze werkwijze voor het bepalen van de sleet laat toe de structuur van de grijperband optimaal te kiezen om toe te laten een grijper met dergelijke grijperband in het weefvak te brengen, laat toe de vorm van de geleidingen optimaal te kiezen om de grijperband te geleiden, en laat toe het ogenblik dat de grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband bepaald door het meten van de temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. Deze temperatuur is eenvoudig en nauwkeurig te meten. Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband bepaald door het verschil in temperatuur te bepalen tussen de gemeten temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband en een tweede gemeten temperatuur ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. Dit biedt als voordeel dat de sleet van de grijperband onafhankelijk van omgevingsinvloeden kan bepaald <Desc/Clms Page number 3> EMI3.1 worden, hetgeen voordelig is om het ogenblik dat een grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. Tot het doel van de uitvinding bevat de inrichting voor het bepalen van de sleet van de grijperband middelen voor het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de middelen een detector die opgesteld is ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de middelen tevens een tweede detector die opgesteld is in een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok samenwerkt met een grijperband, en een eenheid om de waarde voor het verschil te bepalen tussen de gemeten temperatuur met de eerste detector die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de grijperband samenwerkt met een geleidingsblok en de gemeten temperatuur met de tweede detector. Voorkeurdragend worden de eerste detector en de tweede detector in een blok voorzien die bestaat uit warmtegeleidend materiaal, en die in contact is met of eendelig is uitgevoerd met een geleidingsblok die samenwerkt met de grijperband. Hierbij wordt de eerste detector voorzien in een positie in de blok nabij de positie waar de grjperband door de geleidingsblok wordt geleid, terwijl de tweede detector in de blok voorzien wordt in de meest verwijderde positie van de grijperband. <Desc/Clms Page number 4> EMI4.1 Teneinde de kenmerken en verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de uitvinding hiertoe nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin Figuur 1 een grijperweefmachine met een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband volgens de uitvinding weergeeft Figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 weergeeft Figuur 3 een variante voor een gedeelte van figuur 1 weergeeft. In figuur 1 is een gedeelte van een grijperweefmachine weergegeven die een grijperband 1 bevat die omheen een aandrijfrad 2 wordt geleid en die door middel van twee geleidingsblokken 3 en 4 in contact met het aandrijfrad 2 wordt gehouden. De geleidingsblokken 3 en 4 zijn hierbij plaatvormig uitgevoerd en worden elk vast bevestigd tegen een blok 5 en 13. De blokken 5 en 13 worden elk vast bevestigd aan het niet weergegeven freem van de grijperweefmachine. Verder is een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband 1 voorzien, die middelen bevat voor het meten van de temperatuur van de grijperband 1. Deze middelen bevatten een eerste detector 6 die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de grijperband 1 samenwerkt met een geleidingsblok 3. Hiertoe wordt de eerste detector 6 bevestigd in de blok 5 nabij de positie waar de grijperband 1 door de geleidingsblok 3 wordt geleid. In het weergegeven voorbeeld is dit nabij de positie waar de gr1jperband 1 overgaat van een stand <Desc/Clms Page number 5> EMI5.1 omheen het aandrijfrad 2 naar een stand waarbij de grijperband 1 zieh rechtlijnig uitstrekt. Verder bevatten de middelen tevens een tweede detector 7 die opgesteld is ter hoogte van een positie verwijderd van de voornoemde positie waar de grijperband 1 samenwerkt met een geleidingsblok 3. Hiertoe wordt de detector 7 bevestigd in de bovenste hoek van de blok 5, die gelegen is boven het gedeelte van de grijperband 1 dat zieh omheen het aandrijfrad 2 bevindt. Hierdoor bevindt deze detector 7 zieh in de meest verwijderde positie van de grijperband 1. De blok 5 waarin de eerste detector 6 en de tweede detector 7 zijn voorzien bestaat uit materiaal, zoals bijvoorbeeld aluminium. Deze blok 5 is in contact met de geleidingsblok 3 die bestaat uit warmtegeleidend sleetvast materiaal, zoals bijvoorbeeld staal, en die samenwerkt met de grijperband 2, zodat warmte die ontstaat door wrijving tussen de grijperband 1 en de geleidingsblok 3 naar de detectoren 6 en 7 wordt geleid. Verder bevatten de middelen een eenheid 8 om de temperatuur gemeten door de eerste detector 6, om de temperatuur gemeten door de tweede detector 7, en om het verschil tussen de gemeten temperatuur met de eerste detector 6 en de gemeten temperatuur met de tweede detector 7 te bepalen. De eenheid 8 is ook verbonden met een weergave-eenheid 9 om bijvoorbeeld de drie voornoemde temperaturen weer te geven. De ultvinding gaat uit van het principe dat in geval de grljperband 1 verslijt en zodoende dunner wordt, de <Desc/Clms Page number 6> EMI6.1 positie van de grijperband 1 ten opzichte van de geleidingsblok 3 en dus ook de onderlinge wrijving tussen de geleidingsblok 3 en de grijperband 1 wijzigt. Deze toename van de sleet heeft bij dergelijke weefmachines voor gevolg dat de wrijving tussen de grijperband en de geleidingsblok 3 toeneemt, zodat de warmte die ontstaat ten gevolge van deze wrijving eveneens toeneemt. Hierdoor is het mogelijk de sleet van de grijperband 1 te bepalen door een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband 1 te meten. Volgens een eerste mogelijkheid wordt bepaald dat een grijperband 1 voldoende dun of versleten is, in geval de gemeten temperatuur door de detector 6 een bepaalde waarde overschrijdt. Deze waarde wordt bijvoorbeeld via een ingave-eenheid 10 aan de eenheid 8 ingegeven. De eenheid 8 werkt bijvoorbeeld samen met stuurmiddelen 11 om bijvoorbeeld de weefmachine te stoppen indien de waarde van de gemeten temperatuur de ingegeven waarde overschrijdt. Op een analoge wijze kunnen de stuurmiddelen 11 bijvoorbeeld een waarschuwingssignaal genereren, een lamp laten branden, teneinde de bediener attent te maken op een versleten grijperband Volgens een tweede voorkeurdragende mogelijkheid wordt bepaald dat de grijperband 1 voldoende versleten is, in geval het verschil tussen de gemeten temperatuur met de detector 6 en de gemeten temperatuur met de detector 7 een bepaalde waarde overschrijdt, die bijvoorbeeld via de ingave-eenheid 10 aan de eenheid 8 werd ingegeven. Dit is voordelig omdat het op die manier mogelijk is omgevingsinvloeden uit te sluiten, bijvoorbeeld een <Desc/Clms Page number 7> EMI7.1 verhoogde temperatuur in de weefzaal. Het gemeten verschil in temperatuur is hierdoor in hoofdzaak alleen veroorzaakt door toegenomen wrijving ten gevolge van de sleet van de grijperband 1. Dit gemeten verschil is een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband 1 in functie van de temperatuur van de omgeving. Dit temperatuursverschil ontstaat doordat de detectoren 6 en 7 op een afstand van elkaar worden voorzien, en warmte geleid wordt doorheen de blok 5. Deze warmte wordt geleid vanaf een positie nabij de detector 6 of nabij de warmteproductie door de wrijving tussen de grijperband 1 en de geleidingsblok 3 naar een positie nabij de detector 7 waar de geproduceerde warmte aan de omgeving wordt afgegeven. Volgens een variante uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de geleidingsblok voor de grijperband 1 en de blok voor de detectoren eendelig als geleidingsblok 12 uitgevoerd. De grijperband 1 wordt langsheen deze geleidingsblok 12 geleid, terwijl de detectoren 6 en 7 op analoge wijze als in figuur 1 in deze geleidingsblok 12 aangebracht worden en samenwerken met de eenheid 8. Volgens een niet weergegeven uitvoeringsvorm kunnen de detectoren 6 of 7 eveneens voorzien worden ter hoogte van de in figuur 1 weergegeven blok 13 waaraan de geleidingsblok 4 voor het geleiden van de grijperband 1 is voorzien. Volgens nog een niet weergegeven variante uitvoeringsvorm kunnen de detectoren voor het meten van de temperatuur van de grijperband 1 eveneens voorzien worden ter hoogte van een andere geleidingsblok 14 voor de grijperband <Desc/Clms Page number 8> Er is vastgesteld dat bij een nieuwe grijperband de gemeten waarde voor de temperatuur relatief hoog is. Na een inloopperiode van enkele uren neemt de temperatuur echter een bepaalde regimewaarde aan, die naarmate de sleet van de grijperband 1 stijgt eveneens stijgt. De kritische waarde voor de sleet van gekende grijperbanden wordt bekomen na een tijdsverloop in de orde van grootte van tienduizend of meer uur. De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding laat toe voor elke grijperband te bepalen of die vervangen hoeft te worden, en zodoende de grijperband zo lang als mogelijk te laten functioneren. De uitvinding is tevens voordelig ten opzichte van een werkwijze waarbij elke grijperband systhematisch na een aantal uren wordt vervangen. De uitvinding laat immers toe een grijperband die vroegtijdig versleten is op te sporen waardoor een breuk van die grijperband kan vermeden worden, terwijl een grijperband die laattijdig versleten is zo lang als mogelijk kan blijven functioneren. De inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding beperken zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kunnen binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.
Claims (10)
1. Werkwijze voor het bepalen van de sleet van een grijperband (1) voor een grijperweefmachine, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1) bevat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het meten van de temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1) bevat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen bevat van het verschil in gemeten temperatuur tussen de gemeten temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband en een tweede gemeten temperatuur ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1).
4. Inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine, daardoor gekenmerkt dat de inrichting middelen (6, bevat voor het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1).
5. Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen een detector (6) bevatten die opgesteld is ter hoogte van een positie waar een
<Desc/Clms Page number 10>
EMI10.1
geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1).
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de middelen tevens een tweede detector (7) bevatten die opgesteld is ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1), en dat de middelen tevens een eenheid (8) bevatten om de waarde voor het verschil te bepalen tussen de gemeten temperatuur met een eerste detector (6) die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1) en de gemeten temperatuur met de tweede detector (7).
7. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de eerste detector (6) en de tweede detector (7) in een blok (5, bestaande uit warmtegeleidend materiaal worden voorzien.
8. Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de blok (5) waarin de detectoren (6, zijn voorzien in contact is met een geleidingsblok (3) voor de grijperband (1).
9. Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de blok (12) waarin de detectoren (6, zijn voorzien bestaat uit een geleidingsblok voor de grijperband
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de eerste detector (6) in een positie in de blok (5, wordt voorzien nabij de positie waar de grijperband (1) door de geleidingsblok (3, wordt
<Desc/Clms Page number 11>
geleid, terwijl de tweede detector (7) in de blok (5, 12) voorzien wordt in de meest verwijderde positie van de grijperband (1).
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9900620A BE1012904A6 (nl) | 1999-09-16 | 1999-09-16 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. |
EP00965972A EP1212479A1 (de) | 1999-09-16 | 2000-09-12 | Verfahren und vorrichtung zum überwachen der abnutzung eines greiferbandes |
PCT/EP2000/008886 WO2001020066A1 (de) | 1999-09-16 | 2000-09-12 | Verfahren und vorrichtung zum überwachen der abnutzung eines greiferbandes |
CN00813035A CN1375021A (zh) | 1999-09-16 | 2000-09-12 | 用于检测履带磨损的方法和装置 |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9900620A BE1012904A6 (nl) | 1999-09-16 | 1999-09-16 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1012904A6 true BE1012904A6 (nl) | 2001-05-08 |
Family
ID=3892092
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9900620A BE1012904A6 (nl) | 1999-09-16 | 1999-09-16 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1212479A1 (nl) |
CN (1) | CN1375021A (nl) |
BE (1) | BE1012904A6 (nl) |
WO (1) | WO2001020066A1 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
BE1016120A6 (nl) * | 2004-07-14 | 2006-03-07 | Picanol Nv | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperdrager en grijperdrager. |
DE102005000977A1 (de) * | 2005-01-07 | 2006-07-20 | Siemens Ag | Diebstahlwarneinrichtung eines mobilen Systems |
IT201900009357A1 (it) * | 2019-06-18 | 2020-12-18 | Itema Spa | Metodo di controllo del sistema di inserimento trama di un telaio tessile a pinze |
IT201900009372A1 (it) * | 2019-06-18 | 2020-12-18 | Itema Spa | Telaio tessile comprendente un dispositivo ottico di monitoraggio dello stato di usura dei nastri di comando delle pinze |
CN113266579B (zh) * | 2021-05-24 | 2023-01-24 | 合肥工业大学 | 一种屏蔽泵隔离套管爆裂保护方法、装置及屏蔽泵 |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT1217546B (it) * | 1988-05-10 | 1990-03-30 | Vamatex Spa | Nastro di comando del moto di pinze di trasporto della trama in telai di tessitura senza navette atto a consentire il rilevamento del suo stato di usura |
JPH0571941A (ja) * | 1991-09-11 | 1993-03-23 | Tsudakoma Corp | レピアバンドの摩耗検知装置 |
JPH05156548A (ja) * | 1991-12-09 | 1993-06-22 | Tsudakoma Corp | バンドレピア織機のバンド破断防止方法と装置 |
-
1999
- 1999-09-16 BE BE9900620A patent/BE1012904A6/nl not_active IP Right Cessation
-
2000
- 2000-09-12 EP EP00965972A patent/EP1212479A1/de not_active Withdrawn
- 2000-09-12 WO PCT/EP2000/008886 patent/WO2001020066A1/de not_active Application Discontinuation
- 2000-09-12 CN CN00813035A patent/CN1375021A/zh active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2001020066A1 (de) | 2001-03-22 |
CN1375021A (zh) | 2002-10-16 |
EP1212479A1 (de) | 2002-06-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1012904A6 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. | |
KR101227320B1 (ko) | 롤 스탠드의 진동 감지 방법 | |
US4184145A (en) | Brake apparatus using light conductors to control remote wear indicators | |
GB2071310A (en) | Measuring Belt Extension | |
ITRM930265A1 (it) | Procedimento ed apparecchio per la indicazione della pericolosita' della situazione di guida di un veicolo determinata dalla velocita'. | |
US20220268338A1 (en) | Device comprising an energy chain and a sliding table | |
CA2844934C (en) | Monitoring system for transport chains for conveyors of articles | |
WO2016174941A1 (ja) | コンベヤベルトの摩耗モニタリングシステム | |
CN111879646A (zh) | 刮痕磨耗试验装置以及方法 | |
CN107866918A (zh) | 锭料的切断装置及锭料的切断装置使用的载荷检测装置 | |
CN111412235A (zh) | 一种浮动式制动器车辆的摩擦片磨损监测系统及方法 | |
KR101610517B1 (ko) | 동력체인 신율 검사 시스템 | |
KR101407027B1 (ko) | 컨베이어 벨트 두께 측정장치 | |
KR101928013B1 (ko) | 압연롤 초크의 측정장치 | |
US9587995B2 (en) | Optical monitoring system | |
WO2015042434A9 (en) | Knife sensor apparatus for cutting sheet material | |
KR101466637B1 (ko) | 벨트 두께 측정 장치가 구비된 벨트 컨베이어 및 이를 이용한 벨트 두께 측정 방법 | |
ITMI982663A1 (it) | Dispositivo su una carda per l'affilatura della guarnizione deltamburo. | |
JP6314642B2 (ja) | コンベヤベルトの走行抵抗力測定装置および方法 | |
JP3130053B2 (ja) | 連続鋳造材の表面品質を最適化する方法 | |
CN214132834U (zh) | 一种刹车片制动器衬片检测装置 | |
US2559800A (en) | Tensiometer | |
US2373056A (en) | Precision balance | |
SU823969A1 (ru) | Способ определени износа тел | |
KR101304789B1 (ko) | 롤 하중 측정장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20040930 |
|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20040930 |