BE1012904A6 - METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier. - Google Patents

METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier. Download PDF

Info

Publication number
BE1012904A6
BE1012904A6 BE9900620A BE9900620A BE1012904A6 BE 1012904 A6 BE1012904 A6 BE 1012904A6 BE 9900620 A BE9900620 A BE 9900620A BE 9900620 A BE9900620 A BE 9900620A BE 1012904 A6 BE1012904 A6 BE 1012904A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gripper belt
gripper
detector
guide block
belt
Prior art date
Application number
BE9900620A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9900620A priority Critical patent/BE1012904A6/en
Priority to EP00965972A priority patent/EP1212479A1/en
Priority to PCT/EP2000/008886 priority patent/WO2001020066A1/en
Priority to CN00813035A priority patent/CN1375021A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012904A6 publication Critical patent/BE1012904A6/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/271Rapiers
    • D03D47/272Rapier bands
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/275Drive mechanisms
    • D03D47/276Details or arrangement of sprocket wheels
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/277Guide mechanisms

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Radiation Pyrometers (AREA)

Abstract

Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband (1) voor een grijperweefmachine, waarbij een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1) gemeten wordt.Method and device for determining the wear of a gripper belt (1) for a gripper weaving machine, wherein a value representative of the temperature of the gripper belt (1) is measured.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. 



  De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine. 



  Teneinde de sleet van een grijperband te bepalen is het gekend uit US 4982767 de grijperband te voorzien van elementen die verdeeld over de dikte en volgens de lengte van de grijperband zijn opgesteld. Deze elementen zijn voorzien om een optisch, een elektrisch of een magnetisch signaal te geven dat een indicatie is voor de sleet van de grijperband. Dergelijke elementen wijzigen de structuur van de grijperband aanzienlijk, waardoor dergelijke grijperband minder geschikt is om aangewend te worden bij snellopende grijperweefmachines. 



  Een andere manier om de sleet van een grijperband te bepalen is gekend uit US 5318077. Hierbij wordt een gedeelte van de bovenzijde van de grijperband niet geleid door de geleidingsblokken ter hoogte van het aandrijfrad, en wordt de sleet bepaald door de positie van het voornoemde gedeelte te meten. Deze werkwijze vereist dat een gedeelte van de grijperband niet geleid wordt door de geleidingsblokken, waardoor het gedeelte van de grijperband dat wel geleid wordt meer aan sleet onderworpen is. 



  Het doel van de uitvinding is een werkwijze en een inrichting die toelaat de sleet van de grijperband te bepalen waarbij de structuur van de grijperband, alsook 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de vorm van geleidingen, willekeurig kunnen gekozen worden, en die toelaat het ogenblik dat de grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. 



  Tot het doel van de uitvinding bevat de werkwijze het bepalen van de sleet van de grijperband door het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband. 



  Deze werkwijze voor het bepalen van de sleet laat toe de structuur van de grijperband optimaal te kiezen om toe te laten een grijper met dergelijke grijperband in het weefvak te brengen, laat toe de vorm van de geleidingen optimaal te kiezen om de grijperband te geleiden, en laat toe het ogenblik dat de grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband bepaald door het meten van de temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. Deze temperatuur is eenvoudig en nauwkeurig te meten. 



  Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband bepaald door het verschil in temperatuur te bepalen tussen de gemeten temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband en een tweede gemeten temperatuur ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. Dit biedt als voordeel dat de sleet van de grijperband   onafhankelijk   van omgevingsinvloeden kan bepaald 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 worden, hetgeen voordelig is om het ogenblik dat een grijperband versleten is nauwkeurig te bepalen. 



  Tot het doel van de uitvinding bevat de inrichting voor het bepalen van de sleet van de grijperband middelen voor het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de middelen een detector die opgesteld is ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok samenwerkt met de grijperband. 



  Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevatten de middelen tevens een tweede detector die opgesteld is in een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok samenwerkt met een grijperband, en een eenheid om de waarde voor het verschil te bepalen tussen de gemeten temperatuur met de eerste detector die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de grijperband samenwerkt met een geleidingsblok en de gemeten temperatuur met de tweede detector. 



  Voorkeurdragend worden de eerste detector en de tweede detector in een blok voorzien die bestaat uit warmtegeleidend materiaal, en die in contact is met of eendelig is uitgevoerd met een geleidingsblok die samenwerkt met de grijperband. Hierbij wordt de eerste detector voorzien in een positie in de blok nabij de positie waar de grjperband door de geleidingsblok wordt geleid, terwijl de tweede detector in de blok voorzien wordt in de meest verwijderde positie van de grijperband.

   

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 Teneinde de kenmerken en verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de uitvinding hiertoe nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin Figuur 1 een grijperweefmachine met een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband volgens de uitvinding weergeeft Figuur 2 een doorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 weergeeft Figuur 3 een variante voor een gedeelte van figuur 1 weergeeft. 



  In figuur 1 is een gedeelte van een grijperweefmachine weergegeven die een grijperband 1 bevat die omheen een aandrijfrad 2 wordt geleid en die door middel van twee geleidingsblokken 3 en 4 in contact met het aandrijfrad 2 wordt gehouden. De geleidingsblokken 3 en 4 zijn hierbij plaatvormig uitgevoerd en worden elk vast bevestigd tegen een blok 5 en 13. De blokken 5 en 13 worden elk vast bevestigd aan het niet weergegeven freem van de grijperweefmachine. 



  Verder is een inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband 1 voorzien, die middelen bevat voor het meten van de temperatuur van de grijperband 1. Deze middelen bevatten een eerste detector 6 die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de grijperband 1 samenwerkt met een geleidingsblok 3. Hiertoe wordt de eerste detector 6 bevestigd in de blok 5 nabij de positie waar de grijperband 1 door de geleidingsblok 3 wordt geleid. In het weergegeven voorbeeld is dit nabij de positie waar de gr1jperband 1 overgaat van een stand 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
 EMI5.1 
 omheen het aandrijfrad 2 naar een stand waarbij de grijperband 1 zieh rechtlijnig uitstrekt. 



  Verder bevatten de middelen tevens een tweede detector 7 die opgesteld is ter hoogte van een positie verwijderd van de voornoemde positie waar de grijperband 1 samenwerkt met een geleidingsblok 3. 



  Hiertoe wordt de detector 7 bevestigd in de bovenste hoek van de blok 5, die gelegen is boven het gedeelte van de grijperband 1 dat zieh omheen het aandrijfrad 2 bevindt. Hierdoor bevindt deze detector 7 zieh in de meest verwijderde positie van de grijperband 1. 



  De blok 5 waarin de eerste detector 6 en de tweede detector 7 zijn voorzien bestaat uit materiaal, zoals bijvoorbeeld aluminium. Deze blok 5 is in contact met de geleidingsblok 3 die bestaat uit warmtegeleidend sleetvast materiaal, zoals bijvoorbeeld staal, en die samenwerkt met de grijperband 2, zodat warmte die ontstaat door wrijving tussen de grijperband 1 en de geleidingsblok 3 naar de detectoren 6 en 7 wordt geleid. 



  Verder bevatten de middelen een eenheid 8 om de temperatuur gemeten door de eerste detector 6, om de temperatuur gemeten door de tweede detector 7, en om het verschil tussen de gemeten temperatuur met de eerste detector 6 en de gemeten temperatuur met de tweede detector 7 te bepalen. De eenheid 8 is ook verbonden met een weergave-eenheid 9 om bijvoorbeeld de drie voornoemde temperaturen weer te geven. 



  De ultvinding gaat uit van het principe dat in geval de grljperband 1 verslijt en zodoende dunner wordt, de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 positie van de grijperband 1 ten opzichte van de geleidingsblok 3 en dus ook de onderlinge wrijving tussen de geleidingsblok 3 en de grijperband 1 wijzigt. 



  Deze toename van de sleet heeft bij dergelijke weefmachines voor gevolg dat de wrijving tussen de grijperband en de geleidingsblok 3 toeneemt, zodat de warmte die ontstaat ten gevolge van deze wrijving eveneens toeneemt. Hierdoor is het mogelijk de sleet van de grijperband 1 te bepalen door een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband 1 te meten. 



  Volgens een eerste mogelijkheid wordt bepaald dat een grijperband 1 voldoende dun of versleten is, in geval de gemeten temperatuur door de detector 6 een bepaalde waarde overschrijdt. Deze waarde wordt bijvoorbeeld via een ingave-eenheid 10 aan de eenheid 8 ingegeven. De eenheid 8 werkt bijvoorbeeld samen met stuurmiddelen 11 om bijvoorbeeld de weefmachine te stoppen indien de waarde van de gemeten temperatuur de ingegeven waarde overschrijdt.

   Op een analoge wijze kunnen de stuurmiddelen 11 bijvoorbeeld een waarschuwingssignaal genereren, een lamp laten branden, teneinde de bediener attent te maken op een versleten grijperband Volgens een tweede voorkeurdragende mogelijkheid wordt bepaald dat de grijperband 1 voldoende versleten is, in geval het verschil tussen de gemeten temperatuur met de detector 6 en de gemeten temperatuur met de detector 7 een bepaalde waarde overschrijdt, die bijvoorbeeld via de ingave-eenheid 10 aan de eenheid 8 werd ingegeven. 



  Dit is voordelig omdat het op die manier mogelijk is omgevingsinvloeden uit te sluiten, bijvoorbeeld een 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 
 EMI7.1 
 verhoogde temperatuur in de weefzaal. Het gemeten verschil in temperatuur is hierdoor in hoofdzaak alleen veroorzaakt door toegenomen wrijving ten gevolge van de sleet van de grijperband 1. Dit gemeten verschil is een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband 1 in functie van de temperatuur van de omgeving. Dit temperatuursverschil ontstaat doordat de detectoren 6 en 7 op een afstand van elkaar worden voorzien, en warmte geleid wordt doorheen de blok 5. 



  Deze warmte wordt geleid vanaf een positie nabij de detector 6 of nabij de warmteproductie door de wrijving tussen de grijperband 1 en de geleidingsblok 3 naar een positie nabij de detector 7 waar de geproduceerde warmte aan de omgeving wordt afgegeven. 



  Volgens een variante uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de geleidingsblok voor de grijperband 1 en de blok voor de detectoren eendelig als geleidingsblok 12 uitgevoerd. De grijperband 1 wordt langsheen deze geleidingsblok 12 geleid, terwijl de detectoren 6 en 7 op analoge wijze als in figuur 1 in deze geleidingsblok 12 aangebracht worden en samenwerken met de eenheid 8. 



  Volgens een niet weergegeven uitvoeringsvorm kunnen de detectoren 6 of 7 eveneens voorzien worden ter hoogte van de in figuur 1 weergegeven blok 13 waaraan de geleidingsblok 4 voor het geleiden van de grijperband 1 is voorzien. Volgens nog een niet weergegeven variante uitvoeringsvorm kunnen de detectoren voor het meten van de temperatuur van de grijperband 1 eveneens voorzien worden ter hoogte van een andere geleidingsblok 14 voor de grijperband 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Er is vastgesteld dat bij een nieuwe grijperband de gemeten waarde voor de temperatuur relatief hoog is. Na een inloopperiode van enkele uren neemt de temperatuur echter een bepaalde regimewaarde aan, die naarmate de sleet van de grijperband 1 stijgt eveneens stijgt.

   De kritische waarde voor de sleet van gekende grijperbanden wordt bekomen na een tijdsverloop in de orde van grootte van tienduizend of meer uur. 



  De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding laat toe voor elke grijperband te bepalen of die vervangen hoeft te worden, en zodoende de grijperband zo lang als mogelijk te laten functioneren. De uitvinding is tevens voordelig ten opzichte van een werkwijze waarbij elke grijperband systhematisch na een aantal uren wordt vervangen. De uitvinding laat immers toe een grijperband die vroegtijdig versleten is op te sporen waardoor een breuk van die grijperband kan vermeden worden, terwijl een grijperband die laattijdig versleten is zo lang als mogelijk kan blijven functioneren. 



  De inrichting en de werkwijze volgens de uitvinding beperken   zich   uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kunnen binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Method and device for determining the wear of a gripper belt for a gripper weaving machine.



  The invention relates to a method and a device for determining the wear of a gripper belt for a gripper weaving machine.



  In order to determine the wear of a gripper belt, it is known from US 4982767 to provide the gripper belt with elements which are arranged over the thickness and according to the length of the gripper belt. These elements are provided to give an optical, an electrical or a magnetic signal that is indicative of the wear of the gripper belt. Such elements considerably change the structure of the gripper belt, so that such gripper belt is less suitable for use in fast-moving gripper weaving machines.



  Another way to determine the wear of a gripper belt is known from US 5318077. Here, a part of the upper side of the gripper belt is not guided by the guide blocks at the height of the drive wheel, and the wear is determined by the position of the aforementioned part to measure. This method requires that a portion of the gripper belt is not guided by the guide blocks, whereby the portion of the gripper belt that is guided is more subject to wear.



  The object of the invention is a method and a device that allows to determine the wear of the gripper belt, wherein the structure of the gripper belt, as well as

 <Desc / Clms Page number 2>

 the shape of guides, can be chosen arbitrarily, and which allows to accurately determine the moment that the gripper belt is worn out.



  For the purpose of the invention, the method comprises determining the wear of the gripper belt by determining a value representative of the temperature of the gripper belt.



  This method for determining the slit allows the structure of the gripper belt to be optimally chosen to allow a gripper with such a gripper belt to be introduced into the weaving compartment, allows the shape of the guides to be optimally chosen to guide the gripper belt, and allows accurate determination of the moment that the gripper belt is worn out.



  According to a preferred embodiment, a value representative of the temperature of the gripper belt is determined by measuring the temperature at a position where a guide block cooperates with the gripper belt. This temperature can be measured easily and accurately.



  According to the most preferred embodiment, a value representative of the temperature of the gripper belt is determined by determining the difference in temperature between the measured temperature at a position where a guide block cooperates with the gripper belt and a second measured temperature at a position removed of the position where the guide block cooperates with the gripper belt. This offers the advantage that the wear of the gripper belt can be determined independently of environmental influences

 <Desc / Clms Page number 3>

 
 EMI3.1
 which is advantageous to accurately determine the moment that a gripper belt is worn out.



  For the purpose of the invention, the device for determining the wear of the gripper belt comprises means for determining a value representative of the temperature of the gripper belt.



  According to a preferred embodiment, the means comprise a detector arranged at a position where a guide block cooperates with the gripper belt.



  According to the most preferred embodiment, the means also comprise a second detector arranged in a position away from the position where the guide block cooperates with a gripper belt, and a unit for determining the value for the difference between the measured temperature with the first detector which is is positioned at a position where the gripper belt cooperates with a guide block and the measured temperature with the second detector.



  Preferably, the first detector and the second detector are provided in a block consisting of thermally conductive material, which is in contact with or is in one piece with a guide block cooperating with the gripper belt. Here, the first detector is provided in a position in the block near the position where the gripper belt is guided through the guide block, while the second detector in the block is provided in the most remote position of the gripper belt.

   

 <Desc / Clms Page number 4>

 
 EMI4.1
 In order to more clearly present the features and further advantages of the invention, the invention is further elucidated for this purpose on the basis of drawings with exemplary embodiments, in which Figure 1 shows a gripper weaving machine with a device for determining the wear of a gripper belt according to the invention Figure 2 represents a section along line II-II in Figure 1. Figure 3 shows a variant for a part of Figure 1.



  Figure 1 shows a part of a gripper weaving machine which comprises a gripper belt 1 which is guided around a drive wheel 2 and which is kept in contact with the drive wheel 2 by means of two guide blocks 3 and 4. The guide blocks 3 and 4 are of plate design and are each fixedly attached to a block 5 and 13. The blocks 5 and 13 are each fixedly attached to the frame of the gripper weaving machine, not shown.



  Furthermore, a device for determining the wear is provided with a gripper belt 1, which comprises means for measuring the temperature of the gripper belt 1. These means comprise a first detector 6 which is arranged at a position where the gripper belt 1 cooperates with a guide block 3. For this purpose, the first detector 6 is mounted in the block 5 near the position where the gripper belt 1 is guided through the guide block 3. In the example shown, this is near the position where the grip belt 1 changes from a position

 <Desc / Clms Page number 5>

 
 EMI5.1
 around the driving wheel 2 to a position where the gripper belt 1 extends linearly.



  The means also further comprise a second detector 7 which is arranged at a position remote from the aforementioned position where the gripper belt 1 cooperates with a guide block 3.



  To this end, the detector 7 is mounted in the upper corner of the block 5, which is located above the portion of the gripper belt 1 that surrounds the drive wheel 2. As a result, this detector 7 is in the most remote position of the gripper belt 1.



  The block 5 in which the first detector 6 and the second detector 7 are provided consists of material, such as, for example, aluminum. This block 5 is in contact with the guide block 3 which consists of heat-conducting wear-resistant material, such as for example steel, and which cooperates with the gripper belt 2, so that heat generated by friction between the gripper belt 1 and the guide block 3 is transferred to the detectors 6 and 7. led.



  The means further comprises a unit 8 for measuring the temperature measured by the first detector 6, for measuring the temperature measured by the second detector 7, and for measuring the difference between the measured temperature with the first detector 6 and the measured temperature with the second detector 7 determine. The unit 8 is also connected to a display unit 9 to display, for example, the three aforementioned temperatures.



  The ultimate invention is based on the principle that in case the tire band 1 wears out and thus becomes thinner, the

 <Desc / Clms Page number 6>

 
 EMI6.1
 The position of the gripper belt 1 relative to the guide block 3 and thus also the mutual friction between the guide block 3 and the gripper belt 1 changes.



  With such weaving machines, this increase in the wear has the result that the friction between the gripper belt and the guide block 3 increases, so that the heat generated as a result of this friction also increases. This makes it possible to determine the wear of the gripper belt 1 by measuring a value representative of the temperature of the gripper belt 1.



  According to a first possibility, it is determined that a gripper belt 1 is sufficiently thin or worn, if the measured temperature by the detector 6 exceeds a certain value. This value is, for example, input to unit 8 via an input unit 10. The unit 8 cooperates, for example, with control means 11, for example to stop the weaving machine if the value of the measured temperature exceeds the entered value.

   In an analogous manner, the control means 11 can, for example, generate a warning signal, let a lamp burn, in order to alert the operator to a worn-out gripper belt. According to a second preferred possibility, it is determined that the gripper strap 1 is sufficiently worn, in case the difference between the measured temperature with the detector 6 and the measured temperature with the detector 7 exceeds a certain value which, for example, was input to the unit 8 via the input unit 10.



  This is advantageous because it is possible in this way to exclude environmental influences, e.g.

 <Desc / Clms Page number 7>

 
 EMI7.1
 elevated temperature in the weaving room. The measured difference in temperature is hereby mainly caused only by increased friction due to the wear of the gripper belt 1. This measured difference is a value representative of the temperature of the gripper belt 1 as a function of the temperature of the environment. This temperature difference arises because the detectors 6 and 7 are provided at a distance from each other, and heat is conducted through the block 5.



  This heat is conducted from a position near the detector 6 or near the heat production by the friction between the gripper belt 1 and the guide block 3 to a position near the detector 7 where the produced heat is released to the environment.



  According to a variant embodiment according to Figure 3, the guide block for the gripper belt 1 and the block for the detectors are formed in one piece as a guide block 12. The gripper belt 1 is guided along this guide block 12, while the detectors 6 and 7 are arranged in this guide block 12 in an analogous manner as in Figure 1 and cooperate with the unit 8.



  According to an embodiment not shown, the detectors 6 or 7 can also be provided at the level of the block 13 shown in Figure 1, on which the guide block 4 for guiding the gripper belt 1 is provided. According to yet another variant embodiment, the detectors for measuring the temperature of the gripper belt 1 can also be provided at the level of another guide block 14 for the gripper belt

 <Desc / Clms Page number 8>

 It has been established that with a new gripper belt the measured value for the temperature is relatively high. After a run-in period of a few hours, however, the temperature assumes a certain regime value, which also rises as the wear of the gripper belt 1 rises.

   The critical value for the wear of known gripper belts is obtained after a lapse of time in the order of magnitude of ten thousand or more hours.



  The method and device according to the invention makes it possible to determine for each gripper belt whether it needs to be replaced, and thus to allow the gripper belt to function as long as possible. The invention is also advantageous over a method in which each gripper belt is replaced systematically after a number of hours. After all, the invention makes it possible to detect a gripper belt that is worn out prematurely, so that a breakage of said gripper belt can be avoided, while a gripper belt that is worn out late can continue to function as long as possible.



  The device and method according to the invention are of course not limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but can be embodied according to different variants within the scope of the invention.


    

Claims (10)

EMI9.1 Conclusies.EMI9.1 Conclusions. 1. Werkwijze voor het bepalen van de sleet van een grijperband (1) voor een grijperweefmachine, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1) bevat. Method for determining the wear of a gripper belt (1) for a gripper weaving machine, characterized in that the method comprises determining a value representative of the temperature of the gripper belt (1). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het meten van de temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1) bevat. Method according to claim 1, characterized in that the method comprises measuring the temperature at a position where a guide block (3) cooperates with the gripper belt (1). 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het bepalen bevat van het verschil in gemeten temperatuur tussen de gemeten temperatuur ter hoogte van een positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband en een tweede gemeten temperatuur ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar de geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1). Method according to claim 1 or 2, characterized in that the method comprises determining the difference in measured temperature between the measured temperature at a position where a guide block (3) cooperates with the gripper belt and a second measured temperature at the level of a position away from the position where the guide block (3) cooperates with the gripper belt (1). 4. Inrichting voor het bepalen van de sleet van een grijperband voor een grijperweefmachine, daardoor gekenmerkt dat de inrichting middelen (6, bevat voor het bepalen van een waarde representatief voor de temperatuur van de grijperband (1). Device for determining the wear of a gripper belt for a gripper weaving machine, characterized in that the device comprises means (6) for determining a value representative of the temperature of the gripper belt (1). 5. Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen een detector (6) bevatten die opgesteld is ter hoogte van een positie waar een <Desc/Clms Page number 10> EMI10.1 geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1). Device according to claim 4, characterized in that the above-mentioned means comprise a detector (6) which is arranged at a position where a  <Desc / Clms Page number 10>    EMI10.1  guide block (3, cooperates with the gripper belt (1). 6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de middelen tevens een tweede detector (7) bevatten die opgesteld is ter hoogte van een positie verwijderd van de positie waar een geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1), en dat de middelen tevens een eenheid (8) bevatten om de waarde voor het verschil te bepalen tussen de gemeten temperatuur met een eerste detector (6) die opgesteld is ter hoogte van een positie waar de geleidingsblok (3, samenwerkt met de grijperband (1) en de gemeten temperatuur met de tweede detector (7). Device according to claim 4 or 5, characterized in that the means also comprise a second detector (7) which is arranged at a position away from the position where a guide block (3) cooperates with the gripper belt (1), and that the means also comprising a unit (8) for determining the value for the difference between the measured temperature with a first detector (6) arranged at a position where the guide block (3) cooperates with the gripper belt (1) and the measured temperature with the second detector (7). 7. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de eerste detector (6) en de tweede detector (7) in een blok (5, bestaande uit warmtegeleidend materiaal worden voorzien. Device according to one of claims 4 to 6, characterized in that the first detector (6) and the second detector (7) are provided in a block (5) consisting of heat-conducting material. 8. Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de blok (5) waarin de detectoren (6, zijn voorzien in contact is met een geleidingsblok (3) voor de grijperband (1). Device according to claim 7, characterized in that the block (5) in which the detectors (6) are provided is in contact with a guide block (3) for the gripper belt (1). 9. Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de blok (12) waarin de detectoren (6, zijn voorzien bestaat uit een geleidingsblok voor de grijperbandDevice according to claim 7, characterized in that the block (12) in which the detectors (6) are provided consists of a guide block for the gripper belt 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de eerste detector (6) in een positie in de blok (5, wordt voorzien nabij de positie waar de grijperband (1) door de geleidingsblok (3, wordt <Desc/Clms Page number 11> geleid, terwijl de tweede detector (7) in de blok (5, 12) voorzien wordt in de meest verwijderde positie van de grijperband (1). Device according to claim 8 or 9, characterized in that the first detector (6) is provided in a position in the block (5) near the position where the gripper belt (1) is moved by the guide block (3)  <Desc / Clms Page number 11>  while the second detector (7) in the block (5, 12) is provided in the most remote position of the gripper belt (1).
BE9900620A 1999-09-16 1999-09-16 METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier. BE1012904A6 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900620A BE1012904A6 (en) 1999-09-16 1999-09-16 METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier.
EP00965972A EP1212479A1 (en) 1999-09-16 2000-09-12 Method and device for monitoring the wear of a rapier band
PCT/EP2000/008886 WO2001020066A1 (en) 1999-09-16 2000-09-12 Method and device for monitoring the wear of a rapier band
CN00813035A CN1375021A (en) 1999-09-16 2000-09-12 Method and device for monitoring the wear of a rapier band

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900620A BE1012904A6 (en) 1999-09-16 1999-09-16 METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012904A6 true BE1012904A6 (en) 2001-05-08

Family

ID=3892092

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900620A BE1012904A6 (en) 1999-09-16 1999-09-16 METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1212479A1 (en)
CN (1) CN1375021A (en)
BE (1) BE1012904A6 (en)
WO (1) WO2001020066A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1016120A6 (en) * 2004-07-14 2006-03-07 Picanol Nv METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE SLOT OF A GRAPER CARRIER AND GRAPER CARRIER.
DE102005000977A1 (en) * 2005-01-07 2006-07-20 Siemens Ag Theft warning device for e.g. motor vehicle, has energy storage maintaining energy supply to data processing unit and transmitting unit in case of non-suitable operating voltage, where energy storage is formed by double layer capacitors
IT201900009372A1 (en) * 2019-06-18 2020-12-18 Itema Spa TEXTILE FRAME INCLUDING AN OPTICAL DEVICE FOR MONITORING THE STATE OF WEAR OF THE CALIPER CONTROL BELTS
IT201900009357A1 (en) 2019-06-18 2020-12-18 Itema Spa METHOD OF CHECKING THE WEFT INSERTION SYSTEM OF A CLIP-ON TEXTILE LOOM
CN113266579B (en) * 2021-05-24 2023-01-24 合肥工业大学 Shielding pump isolation sleeve burst protection method and device and shielding pump

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1217546B (en) * 1988-05-10 1990-03-30 Vamatex Spa MOTOR BELT OF THE MOTOR OF PLIERS OF WEFT TRANSPORT IN WEAVING FRAMES WITHOUT SHUTTLES SUITABLE TO ALLOW THE DETECTION OF ITS STATE OF WEAR
JPH0571941A (en) * 1991-09-11 1993-03-23 Tsudakoma Corp Wear detection device of rapier band
JPH05156548A (en) * 1991-12-09 1993-06-22 Tsudakoma Corp Method for preventing breakage of band of band rapier loom and apparatus therefor

Also Published As

Publication number Publication date
CN1375021A (en) 2002-10-16
EP1212479A1 (en) 2002-06-12
WO2001020066A1 (en) 2001-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1012904A6 (en) METHOD AND APPARATUS FOR DETERMINING THE Sleet OF A TIE FOR GRABS A rapier.
KR101227320B1 (en) A method for detecting the vibrations of a roll stand
US4184145A (en) Brake apparatus using light conductors to control remote wear indicators
WO2016075981A1 (en) Conveyor belt wear monitoring system
EP2741984B1 (en) Monitoring system for transport chains for conveyors of articles
WO2016174941A1 (en) Conveyor belt wear monitoring system
CN101868310A (en) Device for regenerating molding sand
CN107866918A (en) The load detecting device that the shearing device of ingot and the shearing device of ingot use
KR101407027B1 (en) Belt thickness measuring system
BE1009609A6 (en) Wear plates.
KR20160036421A (en) Elongation check system for power chain
JP2011046522A (en) Abrasion measuring device of sheave groove of elevator hoisting machine
SU665783A3 (en) Devkcg for&#39;measwrkng and monitorkng alignment of open-ended mould and supporving rollers of&#39;radial type continuous-ccsting mahing
KR101928013B1 (en) A measuring equipment of rolling roll chalk
CA2899668A1 (en) Optical monitoring system
KR20130098491A (en) Hot rolling apparatus
ITMI982663A1 (en) DEVICE ON A CARD FOR SHARPENING THE DRUM GASKET.
JP6314642B2 (en) Device and method for measuring running resistance of conveyor belt
JP3130053B2 (en) How to optimize the surface quality of continuous castings
CN210260568U (en) Belting is put to steel aluminium strip
CN214132834U (en) Brake pad brake lining detection device
US2559800A (en) Tensiometer
US2373056A (en) Precision balance
CN209605707U (en) One kind being used for automobile side coaming part detection device
JP2022000324A (en) Method for predicting remaining life of saw belt and belt saw machine

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20040930

RE Patent lapsed

Effective date: 20040930