<Desc/Clms Page number 1>
"Meubel"
Deze uitvinding heeft betrekking op een meubel bevattende een eerste module, een tweede module en een derde module, waarbij elke module voorzien is van een opbergvolume voor het opbergen van voorwerpen, waarbij de eerste module scharnierend verbonden is met de tweede module door middel van eerste scharnieren en de derde module scharnierend verbonden is met de tweede module door middel van tweede scharnieren, waarbij genoemde modules draaibaar opgesteld zijn tussen een open stand en een gesloten stand van het meubel.
Dergelijke meubels zijn bekend waarbij de tweede module de hoofdmodule vormt, en de eerste en derde modules als deuren fungeren die toelaten de hoofdmodule te sluiten. De deuren hebben eveneens een opbergvolume, zodanig dat voorwerpen ofwel in de hoofdmodule, ofwel in één der deuren opgenomen kunnen worden.
Buiten het openen en sluiten van de deuren, laat het bestaande meubel niet toe verschillende geometrische vormen te bekomen van het meubel.
De uitvinding heeft tot doel een meubel te voorzien dat toelaat verschillende geometrische vormen te bekomen.
Hiertoe is het meubel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat genoemd meubel een vierde module bevat die scharnierend verbonden is met de derde module door middel van derde scharnieren, waarbij in de gesloten stand van het meubel, de derde scharnieren voorzien zijn buiten het vlak gevormd door de eerste en tweede scharnieren.
<Desc/Clms Page number 2>
Door het voorzien van een vierde module scharnierend verbonden met de derde module, waarbij de derde scharnieren buiten het vlak gelegen zijn gevormd door de andere scharnieren, kan men door het verplaatsen van de modules ten opzichte van elkaar allerlei geometrische vormen bekomen. In het bijzonder kan elk module individueel ten opzichte van de andere verdraaid worden, alhoewel deze verbonden is met één van de andere modules. Een volledig gesloten meubel kan men dus omvormen tot een deels open meubel of een volledig open meubel, door het verdraaien van de modules ten opzichte van elkaar.
In het bijzonder bevat elk der modules een grondvlak met ten minste twee zijden, welke zijden twee zijden van een rechthoek vormen, en zijn genoemde eerste en tweede scharnieren enerzijds, en/of genoemde tweede en derde scharnieren, anderzijds, opgesteld in een verticaal vlak door één der diagonalen van genoemde rechthoek. In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de eerste, tweede en derde scharnieren opgesteld volgens een hoek van ongeveer 90 graden in de gesloten stand van het meubel. Hierdoor zijn de scharnieren in het bijzonder afwisselend voorzien ter hoogte van de voorzijden en de achterzijden van de modules. Dit verhoogt nog het aantal mogelijke standen van de modules ten opzichte van elkaar en laat dus toe nog meer geometrische vormen te verkrijgen.
Bij voorkeur is ten minste één der modules onderaan voorzien van een glijorgaan. In het bijzonder wordt genoemde glijorgaan gevormd door ten minste één wiel. Dit vergemakkelijkt de verplaatsing van de modules ten opzichte van elkaar. Wanneer elk der modules voorzien is van een glijorgaan, bekomt men een mobiel geheel die eenvoudig te verplaatsen is.
Om het aantal standen te verhogen voorziet men, volgens een alternatieve uitvoeringsvorm, dat ten minste drie van genoemde
<Desc/Clms Page number 3>
modules gelijke ondervlakken bevatten, en genoemde modules gevormd worden door prismatische lichamen. In het bijzonder zijn alle modules gelijkvormig en bevatten identieke onder- en bovenvlakken.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de tweede, derde en vierde modules gelijkvormig en bevatten identieke onder- en bovenvlakken en zijn voorzien om, in de gesloten toestand van het meubel, genoemde eerste module ten minste gedeeltelijk in te sluiten.
De eerste module vormt dus een centrale module in de gesloten stand van het meubel.
Details met betrekking tot de uitvinding worden hierna beschreven met verwijzing naar de volgende figuren.
Figuur 1 is een perspectiefzicht van een eerste meubel volgens de uitvinding.
Figuren 2 en 3 zijn horizontale doorsneden door het meubel van figuur 1 in de volledig open en gesloten stand van het meubel.
Figuur 4 illustreert een aantal mogelijke standen van het meubel volgens figuur 1.
Figuren 5 en 6 illustreren schematisch horizontale doorsneden door een tweede meubel volgens de uitvinding, bevattende acht modules, in de volledig open en gesloten stand van het meubel.
Figuren 7 en 8 illustreren schematisch horizontale doorsneden door een derde meubel volgens de uitvinding, bevattende modules met driehoekige grondvlakken, in de volledig open en gesloten stand van het meubel.
Figuren 9 en 10 illustreren schematisch horizontale doorsneden door een vierde meubel volgens de uitvinding, bevattende modules met grondvlakken in de vorm van cirkelsegmenten, in de volledig open en gesloten stand van het meubel.
<Desc/Clms Page number 4>
Figuur 11 illustreert schematisch een perspectiefzicht van een vijfde meubel volgens de uitvinding, met vijf modules waarvan één centraal gelegen is in de gesloten stand van het meubel.
Figuren 12 en 13 illustreren schematisch horizontale doorsneden door het meubel van figuur 11 in de volledig open en gesloten stand van het meubel.
Figuren 14 tot 16 illustreren schematisch horizontale doorsneden door een zesde meubel volgens de uitvinding, bevattende rechthoekige modules, in een basisstand, de volledig gesloten en volledig open standen van het meubel.
Figuren 17 tot 19 illustreren schematisch horizontale doorsneden door een zevende meubel volgens de uitvinding, bevattende driehoekige modules, in een basisstand, de volledig open en volledig gesloten standen van het meubel.
Figuur 20 is een perspectiefzicht van een achtste meubel volgens de uitvinding, met een intern draaibaar gestel.
Figuren 21 en 22 zijn horizontale doorsneden door één der modules van het meubel volgens figuur 20 in twee standen van het intern gestel.
Figuur 23 is een perspectiefzicht met uiteengenomen onderdelen van een gedeelte van een module volgens het meubel van figuur 20.
In tegenstelling tot de figuren 1 tot 3 en 20 tot 23, wordt de dikte van de wanden in de overige figuren weergegeven door één enkele lijn in plaats van twee parallelle lijnen.
In figuur 1 wordt een perspectiefzicht weergegeven van een eerste meubel volgens de uitvinding. Het meubel bevat vier balkvormige modules 1 - 4. Elk module is opgebouwd uit een linkerzijwand 9, een rechterzijwand 10, een bovenwand 11, een grondwand 12 en een achterwand 13 die met elkaar verbonden zijn. Elk module definieert een
<Desc/Clms Page number 5>
bepaald opbergvolume, waarin voorwerpen opgeborgen kunnen worden.
Elk module heeft ten minste één open front, waaruit de voorwerpen kunnen gehaald worden. Desgewenst kan de open front afgesloten worden door middel van een deur. In het bijzonder is het opbergvolume zodanig gedimensioneerd om bijvoorbeeld CD's of video cassettes op te bergen.
Onder de grondwand 12 zijn wielen 14 bevestigd, die toelaten het meubel op een efficiënte manier te verplaatsen. Bij voorkeur zijn de wielen met een as bevestigt op het ondervlak, waarbij de as 360 kan roteren, om de mobiliteit van het geheel te verbeteren. Ten minste één wiel per module kan desgewenst van een remmechanisme voorzien worden, om de module in een bepaalde stand te blokkeren. In plaats van wielen kunnen andere glijorganen voorzien worden, zoals bijvoorbeeld glijders. Glijders zijn best te gebruiken wanneer het meubel volgens de uitvinding op dik of hoogpolig tapijt moet verplaatst worden.
Volgens de uitvinding wordt nu elk module 1 - 4 door middel van scharnieren met een volgend module verbonden. Dit wordt duidelijk geïllustreerd in figuur 2. De rechterzijwand 10 van de eerste module 1 is scharnierend verbonden met de linkerzijwand 9 van de tweede module 2 door middel van eerste scharnieren 15. Op analoge manier wordt de tweede module 2 met de derde module 3 door middel van tweede scharnieren 16 en de derde module 3 met de vierde module 4 door middel van derde scharnieren 17 verbonden. De eerste en derde scharnieren 15 en 17 zijn ter hoogte van het open front van de modules voorzien, terwijl de tweede scharnier 16 ter hoogte van de achterwand
13 van de modules voorzien is. Bij voorkeur zijn de scharnieren zodanig opgesteld dat zij, in de gesloten stand van het meubel, onzichtbaar zijn.
Dit is weergegeven in figuur 3. De scharnieren laten toe twee met elkaar verbonden modules over een hoek van 180 graden te verplaatsen. Het aantal te plaatsen scharnieren en de juiste positionering daarvan zal
<Desc/Clms Page number 6>
afhankelijk zijn van de dimensies en het gewicht van het geheel. Er worden bijvoorbeeld typisch telkens twee tot vier scharnieren voorzien die volgens een verticale as opgesteld zijn.
In plaats van de zijwanden scharnierend te verbinden kan men de boven- en grondwanden scharnierend verbinden. Een combinatie van beiden is eveneens mogelijk.
In figuur 2 wordt het meubel geïllustreerd in de volledig open stand, terwijl in figuur 3 het meubel in de volledig gestoten stand geïllustreerd wordt. Men merkt op dat de drie scharnieren niet in eenzelfde vlak gelegen zijn, noch in de open, noch in de gesloten stand.
In de gesloten stand definieert men nu een hoek a gevormd door de drie scharnieren. Deze hoek a is ongeveer gelijk aan 90 graden.
Een mobiel geheel wordt dus verkregen waarbij elk module telkens over een hoek van 180 graden kan verdraaid worden ten opzichte van elk der naastgelegen modules. In figuur 4 worden een aantal mogelijke standen geïllustreerd van het meubel volgens figuur 1.
Men kan opmerken dat in bepaalde standen, de drie scharnieren wel in eenzelfde vlak gelegen zijn.
Het aantal modules is niet beperkt tot vier. Zo kan men bijvoorbeeld meer dan vier modules met elkaar verbinden. In principe is het maximum aantal modules onbeperkt, maar in de praktijk wordt het aantal bepaald in funktie van de handelbaarheid en het gebruik van het geheel. In figuren 5 en 6 is een uitvoeringsvorm weergegeven met acht modules, en dit in de open en gesloten stand.
De vorm van de modules is niet beperkt tot vierkantige doorsneden. In figuren 7 en 8 wordt een uitvoeringsvorm geïllustreerd met driehoekige grondvlakken, in de open en gesloten stand van het meubel. In figuren 9 en 10 wordt een uitvoeringsvorm geïllustreerd met grondvlakken in de vorm van een cirkelsegment, tevens in de open en gesloten stand van het meubel.
<Desc/Clms Page number 7>
De modules kunnen eenzelfde hoogte vertonen, zoals geïllustreerd in figuur 1, of verschillende hoogten, zoals geïllustreerd in figuur 11. Figuren 12 en 13 illustreren een horizontale doorsnede door de vijf modules 1 - 5 van figuur 11.
De eerste module 1 vertoont een vierkantige doorsnede, terwijl de tweede tot vijfde modules 2 - 5 een rechthoekige doorsnede vertonen. In deze uitvoeringsvorm is de eerste module 1, in de gesloten stand van het meubel, centraal gelegen en ingesloten door de tweede tot vijfde module 2 - 5. Er valt op te merken dat de hierboven gedefinieerde hoek a kleiner is dan 90 graden. Daarentegen is de hoek 0 gedefinieerd door rechten gaande door de tweede, derde en vierde scharnieren 16 - 18 gelijk aan 90 graden. Een dergelijke meubel laat toe een groot aantal opbergvolumes te verkrijgen die in de gesloten toestand van het meubel, een aanzienlijke hoeveelheid plaats bespaart.
Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van het meubel volgens figuren 11 tot 13, wordt de vijfde module weggelaten. In dat geval zal het rechthoekig tweede module 2 kleiner zijn dan de derde en vierde modules, zodanig dat in de gesloten toestand van het meubel, het geheel een rechthoekige doorsnede vertoont.
Onder gesloten toestand van het meubel verstaat men dat de modules zodanig gepositioneerd zijn dat al de opbergruimten ingesloten zijn door zij- enlof achterwanden van de modules. Dit stemt dus overeen met de posities weergegeven in de figuren 3,6, 8, 10, 13, 15 en 19. In de uitvoeringsvormen van figuren 15 en 19, zijn de opbergruimten nog toegankelijk in de gesloten stand van het meubel, aangezien er een vrije ruimte 19 gevormd wordt die omsloten is door de modules.
De uitvoeringsvorm geïllustreerd in de figuren 17 tot 19 onderscheidt zich van de uitvoeringsvorm van de figuren 7 en 8 doordat de open front voorzien is ter hoogte van de schuine zijde van het
<Desc/Clms Page number 8>
grondvlak. In de uitvoeringsvorm van de figuren 7 en 8 is de open front voorzien ter hoogte van één of beide rechthoekszijden van het grondvlak van de modules. De open fronten zijn aangegeven door dunnere lijnen in de figuren.
In ten minste één der modules kan men een intern draaibaar gestel voorzien. In figuren 20 tot 23 wordt een uitvoeringsvorm geïllustreerd waarbij in elk der modules 1 - 4 een intern gestel 20 - 24 draaibaar opgesteld is. De interne gestellen 20 - 24 zijn bovendien verschuifbaar tussen een open stand, geïllustreerd in figuur 21, en een gesloten stand, geïllustreerd in figuur 22. In de open stand, is het gestel draaibaar opgesteld, terwijl in de gesloten stand het gestel geblokkeerd blijft in de module. Om de positie van figuur 22 te bereiken vertrekkende van de positie van figuur 21, draait men eerst het gestel over een hoek van 180 graden. Vervolgens verschuift men het gestel in de richting van de hoek gevormd door de linkerzijwand 9 en de achterwand 13.
Om de verplaatsing van het gestel in de module toe te laten, zijn de volgende elementen voorzien. De grondwand 24 van het gestel is voorzien van een pen 25 die door een centrale opening 28 van een draaischijf 26 verplaatsbaar is in een sleuf 29 voorzien in de grondwand 12 van de module. De schijf 26 is verder voorzien van rolmiddelen 27, bijvoorbeeld rollagers, en heeft als funktie het gestel te ondersteunen en de draaiende beweging van het gestel ten opzichte van de module te geleiden. Om het gestel in de open en gesloten stand te verankeren voorziet men verende elementen 30 en 31, waarvan het verend uiteinde zich uitstrekt in de sleuf 29. Het verend element is bijvoorbeeld gevormd door een houder waarin een veer zich bevindt. De veer is opgespannen tussen een regelschroef en een verend uiteinde, bijvoorbeeld een kogel.
Wanneer men het gestel verplaatst van de gesloten stand (figuur 22) naar de open stand (figuur 21), moet men de pen 25
<Desc/Clms Page number 9>
verschuiven voorbij het verend element 31 tegen de veerkracht om het gestel uit de gesloten stand te verschuiven. Vervolgens verschuift men de pen voorbij het tweede verend element 30, om het gestel in de open stand te verankeren.
Het voordeel van de uitvoeringsvorm van de figuren 20 tot 23 is dat elk gestel kan afgesloten worden onafhankelijk van de positie van de module. In figuur 22 wordt deze afgesloten stand geïllustreerd, waarbij het open front van het gestel tegen één van de wanden van de module wordt gepositioneerd. De bergruimte kan op die manier stofvrij worden gehouden.
De inrichting volgens de uitvinding is niet beperkt tot een meubel om CD's of video cassettes of dergelijke op te bergen. Het meubel kan eveneens fungeren als toonbank, als bureau of als wand, waarin opbergruimten worden voorzien.
REFERENTIES IN DE FIGUREN 1 - 8 modules 9 linkerzijwand 10 rechterzijwand 11 bovenwand 12 grondwand 13 achterwand 14 wielen
15 eerste scharnieren
16 tweede scharnieren
17 derde scharnieren
18 vierde scharnieren
19 vrije ruimte
20 - 23 gestellen
24 grondwand gestel
<Desc/Clms Page number 10>
25 pen 26 schijf 27 rollagers 28 opening 29 sleuf 30 - 31 verende elementen