BE1012702A3 - Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. - Google Patents

Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. Download PDF

Info

Publication number
BE1012702A3
BE1012702A3 BE9900387A BE9900387A BE1012702A3 BE 1012702 A3 BE1012702 A3 BE 1012702A3 BE 9900387 A BE9900387 A BE 9900387A BE 9900387 A BE9900387 A BE 9900387A BE 1012702 A3 BE1012702 A3 BE 1012702A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
roof tiles
roof
polyurethane
coating
covering
Prior art date
Application number
BE9900387A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cauwenbergh Luc Anna Philomena
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cauwenbergh Luc Anna Philomena filed Critical Cauwenbergh Luc Anna Philomena
Priority to BE9900387A priority Critical patent/BE1012702A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1012702A3 publication Critical patent/BE1012702A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/02Grooved or vaulted roofing elements
    • E04D1/04Grooved or vaulted roofing elements of ceramics, glass or concrete, with or without reinforcement
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B13/00Machines or plants for applying liquids or other fluent materials to surfaces of objects or other work by spraying, not covered by groups B05B1/00 - B05B11/00
    • B05B13/02Means for supporting work; Arrangement or mounting of spray heads; Adaptation or arrangement of means for feeding work
    • B05B13/0221Means for supporting work; Arrangement or mounting of spray heads; Adaptation or arrangement of means for feeding work characterised by the means for moving or conveying the objects or other work, e.g. conveyor belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B11/00Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles
    • B28B11/04Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles for coating or applying engobing layers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B11/00Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles
    • B28B11/04Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles for coating or applying engobing layers
    • B28B11/048Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles for coating or applying engobing layers by spraying or projecting
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/28Roofing elements comprising two or more layers, e.g. for insulation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05CAPPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05C9/00Apparatus or plant for applying liquid or other fluent material to surfaces by means not covered by any preceding group, or in which the means of applying the liquid or other fluent material is not important
    • B05C9/08Apparatus or plant for applying liquid or other fluent material to surfaces by means not covered by any preceding group, or in which the means of applying the liquid or other fluent material is not important for applying liquid or other fluent material and performing an auxiliary operation
    • B05C9/14Apparatus or plant for applying liquid or other fluent material to surfaces by means not covered by any preceding group, or in which the means of applying the liquid or other fluent material is not important for applying liquid or other fluent material and performing an auxiliary operation the auxiliary operation involving heating or cooling
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/29Means for connecting or fastening adjacent roofing elements
    • E04D1/2907Means for connecting or fastening adjacent roofing elements by interfitted sections
    • E04D1/2914Means for connecting or fastening adjacent roofing elements by interfitted sections having fastening means or anchors at juncture of adjacent roofing elements
    • E04D1/2916Means for connecting or fastening adjacent roofing elements by interfitted sections having fastening means or anchors at juncture of adjacent roofing elements the fastening means taking hold directly on adjacent elements of the same row

Abstract

Dakpan, daardoor gekenmerkt dat zij minstens aan de bovenzijde (2) minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding (3) op basis van polyurethaan.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. Deze uitvinding heeft betrekking op een dakpan, alsmede op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. 



  Het is bekend dat dakpannen kunnen worden vervaardigd uit verschillende materialen. 



  Tevens is het bekend dat de levensduur van klassieke dakpannen, die vervaardigd zijn uit gebakken klei, kan worden verlengd door deze te voorzien van een bekleding uit glazuur. Zulke bekleding biedt het voordeel dat een zeer glad oppervlak wordt verkregen waarop vuil, mos en dergelijke zieh minder vlug vastzetten. Bovendien wordt het eigenlijke materiaal van de dakpan beschermd, onder andere tegen de inwerking van allerlei weersinvloeden. 



  Het nadeel van zulke bekleding uit glazuur bestaat er echter in dat voor het aanbrengen hiervan een kostelijk procédé noodzakelijk is, dit omwille van het feit dat het glazuur moet worden gebakken bij een temperatuur van   1200 C.   



  Ook is het bekend om betonnen dakpannen te voorzien van een dunne acrylaatlaag, die hoofdzakelijk in het oppervlak indringt, en die de bedoeling heeft kalkuitbloei te verhinderen. Deze betonnen dakpannen hebben echter steeds een vrij poreus oppervlak, waardoor vuil en mos zieh hierop kunnen vastzetten. 



  De huidige uitvinding beoogt een dakpan, die uit eender welk materiaal kan bestaan, met een bovenzijde die 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 voordelen oplevert die vergelijkbaar zijn met deze van een dakpan die met een glazuurlaag is voorzien, doch die kan worden vervaardigd zonder dat de noodzaak bestaat aan een kostelijk procédé. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een dakpan, met als kenmerk dat zij minstens aan het bovenoppervlak minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding op basis van polyurethaan. 



  Zulke bekleding op basis van polyurethaan levert een bijzonder duurzaam en glad oppervlak op, waardoor een bekleding wordt verkregen die qua uitzicht en kenmerken vergelijkbaar is met een glazuurbekleding. 



  Bovendien heeft zulke polyurethaanbekleding, aangezien zij bestaat uit elastisch materiaal, het voordeel dat zij gemakkelijk de uitzetting en inkrimping van het basismateriaal van de dakpan, die ingevolge van temperatuursschommelingen optreden, kan volgen. Grote spanningen tussen de bekleding en de ondergrond, die ertoe zouden kunnen leiden dat de bekleding afscheurt, zijn dankzij de elastische beweeglijkheid van het polyurethaan uitgesloten. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op uitvoeringen waarbij in het bekledingsmateriaal naast het polyurethaan nog andere materialen aanwezig zijn. Bij voorkeur wordt er wel naar gestreefd dat het aandeel van polyurethaan maximaal is. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de bekleding dan ook volledig of hoofdzakelijk uit zuiver polyurethaan. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Onder het begrip "polyurethaan" dienen ook mengsels van verschillende polyurethanen te worden verstaan. 



  Meer speciaal geniet het de voorkeur dat voor de voornoemde bekleding gebruik wordt gemaakt van één of meer alifatische polyurethanen. Dergelijke alifatische polyurethanen bieden het voordeel dat zij bijzonder goed bestand zijn tegen UV-licht, hetgeen uiteraard voor een dakbekleding sterk aangewezen is. 



  Ook geniet het de voorkeur dat tweecomponenten-polyurethanen worden aangewend die uitharden nadat de componenten bij elkaar zijn gevoegd, welke verder bij voorkeur ook nog versneld uitharden onder toevoer van warmte. Zulke polyurethanen harden uit in een korte tijd, waardoor, in een   productieprocede,   het uitharden on-line mogelijk is. 



  Het polyurethaan kan in de gewenste kleur worden toegepast. 



  Vanzelfsprekend kunnen onder of op de voornoemde bekleding op basis van polyurethaan   een   of meer bijkomende lagen uit andere materialen worden voorzien. Praktisch geniet het de voorkeur dat onder de bekleding een onderlaag wordt aangebracht die bestaat uit of is uitgevoerd op basis van polyacrylat of dergelijke, dit om de eventuele kalkuitbloei te verhinderen. 



  De uitvinding komt bijzonder tot haar recht wanneer de voornoemde bekleding wordt toegepast in combinatie met dakpannen die bestaan uit een poreus steenachtig materiaal. 



  Door de poreusheid van zulk materiaal wordt een goede indringing van het bekledingsmateriaal in het oppervlak verkregen, waardoor ook een goede aanhechting ontstaat. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Een bijzonder goede aanhechting wordt dan ook verkregen bij dakpannen uit beton. 



  Ook dakpannen uit een gebakken materiaal, zoals klei, laten een goede aanhechting toe. 



  Het voorgaande sluit echter niet uit dat de bekleding ook op dakpannen die bestaan uit een ander basismateriaal kan worden toegepast. 



  De onderzijde van de dakpan is bij voorkeur vrij van voornoemde bekleding, zodat het basismateriaal niet luchtdicht van de omgeving wordt afgesloten en nog steeds kan   blijven "ademen".   



  Alhoewel de uitvinding zieh in de eerste plaats richt op een bekleding op basis van polyurethaan, is het volgens een afwijkende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding niet uitgesloten om een ander materiaal aan te wenden, bij voorkeur op basis van kunststof. Deze bekleding bestaat dan bij voorkeur uit een huidachtige laag met een glad oppervlak om zodoende dezelfde effecten te verkrijgen. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zulke dakpan, met als kenmerk dat zij bestaat in het vormen van de eigenlijke dakpan en het vervolgens op minstens een gedeelte van de bovenzijde aanbrengen van een bekleding op basis van polyurethaan, bij voorkeur tweecomponenten-polyurethaan dat zoals bekend relatief snel uithardt en waarbij men bij voorkeur de bekleding op basis van polyurethaan laat uitreageren onder invloed van warmte. Deze werkwijze laat toe dat de voornoemde dakpannen op een economische wijze kunnen worden geproduceerd. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Volgens een bijzonder aspect wordt de warmte minstens toegevoerd door de dakpannen, voorafgaand aan het aanbrengen van de voornoemde bekleding, op te warmen.

   Doordat de dakpannen voorafgaand worden opgewarmd, kan een grote hoeveelheid warmte in het materiaal van de dakpannen worden opgenomen. Deze warmte kan zieh aansluitend over de volledige dakpan verspreiden, waardoor een verwarmingseffect aan het volledig oppervlak kan worden gewaarborgd, ook op plaatsen die bijvoorbeeld door een externe bestraling moeilijk rechtstreeks bereikbaar zijn. 



  Deze techniek biedt ook het voordeel dat de warmte gedurende relatief lange tijd vrijkomt, waardoor de uitharding ook geruime tijd wordt bevorderd, zonder dat daartoe speciale middelen moeten worden voorzien. 



  In de plaats van de dakpannen op voorhand te verwarmen, kan uiteraard ook eerst de bekleding worden aangebracht en vervolgens deze worden verwarmd om het uitharden van de polyurethaanbekleding te versnellen. In dat geval dient er wel op gelet te worden dat de verwarming voldoende lang aanhoudt en dat het volledige oppervlak wordt bestreken. 



  Voor het verwarmen van de dakpannen, voorafgaand aan het aanbrengen van de bekleding, kan een speciaal daartoe bedoelde verwarmingsinrichting worden aangewend. 



  Volgens een variante kan ook gebruik worden gemaakt van warmte die reeds voorafgaand om   een   of andere reden in de dakpan werd opgenomen. 



  In het geval van betonnen dakpannen, kunnen deze dakpannen bijvoorbeeld worden gedroogd in een droogkamer of dergelijke, waar een verhoogde temperatuur heerst, en kan 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de bekleding op de dakpannen worden aangebracht nadat zij gedroogd zijn, doch terwijl zij nog warm zijn als gevolg van de droging.   Met "warm" wordt   hierbij bedoeld op een temperatuur die hoger is dan de normale omgevingstemperatuur. 



  In het geval van dakpannen uit gebakken klei, kan voor het versnellen van het uithardingsproces van de bekleding gebruik worden gemaakt van de hitte die nog in de dakpannen aanwezig is als een gevolg van het bakken. 



  Bij voorkeur wordt de bekleding op basis van polyurethaan aangebracht op de dakpannen terwijl deze een temperatuur bezitten tussen ongeveer 40 en   60 C.   



  Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de bekleding wordt aangebracht in een continu, en in het bijzonder een on-line proces. 



  In een praktische uitvoering wordt het materiaal voor het vormen van de bekleding op de dakpannen gespoten, al dan niet in verschillende lagen om de gewenste dikte te verkrijgen. 



  Het spuiten van iedere laag gebeurt bij voorkeur telkens door middel van slechts   een   spuitmond, dit om te verhinderen dat verschillende spuitbundels elkaar zouden kunnen beïnvloeden, waardoor het materiaal van de bekleding moeilijk gelijkmatig over het oppervlak te verspreiden is. 



  De dakpannen worden bij voorkeur zodanig gepositioneerd dat gelijktijdig in   een   cyclus de onderrand en de bovenzijde worden behandeld. Bij voorkeur worden zij hiertoe ietwat 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 schuin gepositioneerd ten opzichte van de gebruikte spuitmond of spuitmonden. 



  Praktisch gezien zullen de dakpannen opeenvolgend gedeeltelijk over elkaar worden gelegd alvorens de bekleding hierop wordt aangebracht, dit bij voorkeur met hun onderste uiteinde op telkens het bovenste uiteinde van de voorafgaande dakpan. Dit biedt, zoals hierna uiteengezet, verschillende voordelen. 



  Een eerste voordeel bestaat erin dat wanneer de dakpannen op een horizontale transportband of dergelijke worden verplaatst, deze automatisch ietwat schuin komen te liggen waardoor niet alleen de bovenzijde, doch ook de onderrand gemakkelijk bereikbaar is voor het erop spuiten van het bekledingsmateriaal. 



  Een tweede voordeel bestaat erin dat geen bekledingsmateriaal tussen de opeenvolgend getransporteerde dakpannen op de onderliggende transportband of dergelijke kan terechtkomen, waardoor deze onmogelijk kan worden vervuild. Polyurethaan is immers een product dat bij vervuiling vrijwel niet meer te verwijderen is. 



  Een derde voordeel bestaat erin dat de dakpannen na het aanbrengen van de bekleding van elkaar kunnen worden geschoven op een zodanige wijze dat zij over elkaar worden geschuurd. Eventuele afgelopen druppels of dergelijke die zieh aan de onderrand bevinden, worden hierdoor opengeveegd. 



  Alhoewel de voornoemde werkwijze vooral tot haar recht komt bij het aanbrengen van een polyurethaanbekleding of een andere vergelijkbare kunststofbekleding, is het duidelijk dat de voornoemde technieken van spuiten, drogen en over- 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 lappend transporteren ook van nut kunnen zijn bij het aanbrengen van eender welke andere bekleding op dakpannen. In een bijzondere afwijkende uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding zal deze dan ook worden aangewend voor het aanbrengen van eender welke bekleding voor dakpannen. 



  Tenslotte heeft de uitvinding eveneens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpannen, met als kenmerk dat zij minstens middelen bevat om de dakpannen op te warmen, alsmede een spuitinrichting voor het aanbrengen van het materiaal van de bekleding op de dakpannen terwijl deze nog opgewarmd zijn. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een dakpan volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft ; figuur 2 in een blokschema de voorkeurdragende werkwijze weergeeft voor het vervaardigen van de uitvinding ; figuur 3 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur   4 ;   figuur 6 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 3. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een dakpan   1,   waarbij het bijzondere erin bestaat dat zij minstens aan de bovenzijde 2 minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding 3 op basis van polyurethaan. Deze bekleding 3 strekt zieh normalerwijze minstens over het gedeelte van de bovenzijde 2 uit dat bij het vormen van een dakbekleding door middel van dergelijke dakpannen 1 zichtbaar blijft. 



  Onder de bekleding 3 kan eventueel een niet weergegeven onderlaag, bijvoorbeeld uit polyacrylaat, aanwezig zijn. 



  De dakpan 1 zelf bestaat bij voorkeur uit beton, doch zoals uiteengezet in de inleiding zijn andere materialen niet uitgesloten. 



  Dergelijke dakpannen 1 worden bij voorkeur vervaardigd volgens de werkwijze die schematisch in een blokschema in figuur 2 is afgebeeld. Zoals weergegeven in deze figuur bestaat de werkwijze in zulk geval in opeenvolgend drie basisstappen, respectievelijk een eerste stap 4 waarin de eigenlijke dakpan 1 wordt gevormd, een tweede stap 5 waarin de dakpan 1 wordt opgewarmd, en een derde stap 6 waarin de bekleding 3 wordt aangebracht op de dakpan 1 terwijl deze nog opgewarmd is, zodanig dat de uitharding van het polyurethaan wordt geaccelereerd door de warmte die nog vrijkomt uit de dakpan 1. 



  Deze stappen 4-5-6 hoeven niet noodzakelijk in een continu proces te worden uitgevoerd. De eigenlijke fabricage in stap 4 kan bijvoorbeeld op een andere plaats worden verwezenlijkt dan de stappen 5 en 6 die noodzakelijk zijn voor het op voordelige wijze aanbrengen van de bekleding 3. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  De voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze werkwijze, alsmede de daarbij bij voorkeur aangewende inrichting 7 worden hierna nader beschreven aan de hand van figuren 3 tot 6. 



  De inrichting 7 bevat zoals weergegeven in figuur 3 minstens middelen 8 om de dakpannen 1 op te warmen, alsmede een spuitinrichting 9 voor het aanbrengen van het materiaal van de bekleding 3, met andere woorden het vloeibare polyurethaan 10 op de dakpannen 1. Verder is zij eveneens uitgerust met transportmiddelen, meer speciaal transportbanden 11-12-13, om de dakpannen 1 nadat zij opgewarmd zijn langs de spuitinrichting 9 te verplaatsen, waarbij deze transportmiddelen een gedeelte 14 bevatten om de dakpannen 1 een weinig overlappend op elkaar aan te brengen, alvorens zij aan de spuitinrichting 9 worden gepresenteerd, alsmede een gedeelte 15 om deze dakpannen 1 na het spuiten opnieuw van elkaar te halen. 



  De middelen 8 bestaan in het weergegeven voorbeeld uit een speciaal daartoe bedoelde verwarmingsinrichting 16 die een geforceerde warmeluchtstroom 17 over de dakpannen 1 blaast, terwijl deze over de transportband 11 onder deze verwarmingsinrichting 16 worden voorbijgevoerd. Het is duidelijk dat volgens een variante ook een verwarmingsinrichting van een andere soort kan worden aangewend, bijvoorbeeld met een hittestralingsbron, zoals   een   of meer infraroodstralers, gasstralers of dergelijke. 



  Het gedeelte 14 is meer in detail in figuur 4 afgebeeld. Om te verkrijgen dat de dakpannen 1 overlappend over elkaar worden aangebracht, meer speciaal met hun onderrand 18 op het bovenste gedeelte 19 van de vorige dakpan   1,   bij voorkeur met de onderrand 18 in de transportrichting 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 gericht, is de tweede transportband 12 met zijn uiteinde iets lager gesitueerd dan het uiteinde van de eerste transportband 11 en wordt de eerste transportband 11 met een grotere transportsnelheid aangedreven dan de tweede transportband 12. Als een gevolg hiervan worden de dakpannen 1 met hun onderrand 18 telkens wanneer de vorige dakpan 1 met het gedeelte 19 naar beneden valt op de lager gelegen transportband 12, over dit gedeelte 19 geschoven. 



  Om te verkrijgen dat de dakpannen l over een welbepaalde afstand Al over elkaar komen te liggen, bevat het gedeelte 14 middelen die de overlappingsbeweging beperken. Deze middelen bestaan in het weergegeven voorbeeld uit synchroon met de transportband 12 meebewegende aanslagen 20. 



  Deze aanslagen 20 bestaan uit nokken die op een ketting 21 zijn bevestigd die een gedeelte 22 vertoont dat zieh parallel aan de transportband 12 uitstrekt en met dezelfde snelheid wordt aangedreven, dit via niet weergegeven overbrengingen die bij voorkeur met eenzelfde aandrijfmotor gekoppeld zijn. 



  Opgemerkt wordt dat de aanslagen 20 op een zodanige afstand van elkaar gemonteerd zijn dat de verkregen overlapping, met andere woorden de afstand Al steeds kleiner is dan de minimale overlapping die wordt toegepast bij het realiseren van een dakbekleding door middel van deze dakpannen 1. 



  De spuitinrichting 9 is in het weergegeven voorbeeld uitgerust met twee volgens de transportrichting achter elkaar opgestelde spuitmonden 23-24. Deze spuitmonden 23-24 maken deel uit van spuitmengkoppen waarin de twee componenten van het polyurethaan met elkaar worden gemengd. 



  De toevoer van deze componenten gebeurt vanuit 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 respectievelijke reservoirs 25-26. Volgens varianten is het niet uitgesloten om slechts één spuitmond of meer dan twee spuitmonden, al dan niet achter elkaar, aan te wenden. 



  Ter plaatse van het gedeelte 15 worden de gedeeltelijk op elkaar liggende dakpannen 1 opnieuw van elkaar gehaald doordat de transportband 13 aan een grotere snelheid wordt aangedreven dan de transportband 12. 



  De werking van de inrichting kan eenvoudig uit de tekeningen en de voorgaande beschrijving van de opbouw van de inrichting 7 worden afgeleid, doch wordt duidelijkheidshalve hierna nog in detail toegelicht. 



  De dakpannen 1 worden door middel van de transportband 11 continu toegevoerd. Zij bevinden zieh op dat moment hoofdzakelijk vlak achter elkaar. 



  Op het ogenblik dat zij onder de verwarmingsinrichting 16 passeren, worden zij verwarmd, waarna de opgenomen hitte zieh gelijkmatig kan verdelen. 



  Doordat de transportband 11 sneller beweegt dan de transportband 12, alsmede door het hoogteverschil tussen deze transportbanden 11-12, wordt verkregen dat iedere dakpan 1 op het ogenblik dat deze de transportband 11 begint te verlaten over het gedeelte 19 van de vorige dakpan 1 wordt geschoven tot zij in contact komt met de dan aanwezige aanslag 20, waardoor een overlapping met de constante afstand Al wordt gerealiseerd. 



  De dakpannen 1 passeren vervolgens onder de spuitmonden 23 en 24. Doordat de dakpannen 1 op de weergegeven wijze gedeeltelijk over elkaar liggen, wordt verkregen dat geen 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 polyurethaan op de transportband 12 terechtkomt en dat de onderrand 18 een weinig schuin gericht is ten opzichte van de spuitmonden 23 en 24 en dus ook kan worden bereikt door middel van deze spuitmonden 23-24. 



  Zoals afgebeeld in figuur 6 is de transportband 12 bij voorkeur smaller dan de breedte van de dakpannen   1,   zodanig dat, indien dit gewenst is, met spuitbundels kan worden gewerkt die een iets breder oppervlak bestrijken dan de dakpannen   1,   zonder dat daarbij de transportband 12 wordt vervuild. Het is echter duidelijk dat ook een smaller oppervlak kan worden bestreken dan de breedte van de dakpan 
 EMI13.1 
 l. 



  Doordat de dakpannen 1 op dat ogenblik nog een verhoogde temperatuur hebben, volgt een relatief vlugge uitharding van de bekleding 3. Opgemerkt wordt wel dat de transportband 12 na de spuitmonden 23-24 bij voorkeur een lengte heeft van enkele meters, om toe te laten dat de uitharding zieh inderdaad kan voltrekken, alvorens de dakpannen 1 van elkaar worden gehaald in het gedeelte 15 en verder worden behandeld, bijvoorbeeld worden gestapeld op een palet. 



  In het gedeelte 15 worden de dakpannen 1 bij voorkeur zodanig van elkaar gehaald dat zij over elkaar schuren, waardoor eventueel polyurethaan dat aan de onderrand 18 naar beneden uitgelopen is, als het ware opengesmeerd wordt, waardoor de vorming van aflopen en slecht uithardende gedeelten wordt voorkomen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardiging hiervan, 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo bijvoorbeeld beperkt de uitvinding zieh niet tot enkelvoudige dakpannen, doch kan zij ook worden toegepast in meervoudige dakpannen, met andere woorden eendelige uitvoeringen die het uitzicht hebben van meerdere naast en/of boven elkaar gelegen dakpannen. 



  Alhoewel de dakpannen 1 en/of de bekleding 3 bij voorkeur worden verwarmd om de uitharding te versnellen, is het duidelijk dat de werkwijze ook kan worden gerealiseerd zonder opwarming, waarbij dan geen versnelde uitharding plaatsvindt. 



  Ook kunnen de dakpannen zijdelings naast elkaar onder de spuitinrichting worden getransporteerd, al dan niet overlappend. Tevens kunnen de dakpannen zijdelings worden gespoten, bijvoorbeeld terwijl zij aan een haak hangen. 



  Ook andere technieken voor het aanbrengen van de bekleding zijn niet uitgesloten. 



  Het is duidelijk dat de bekleding op dakpannen van allerlei vorm kan worden aangebracht.

Claims (26)

Conclusies.
1. - Dakpan, daardoor gekenmerkt dat zij minstens aan de bovenzijde (2) minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding (3) op basis van polyurethaan.
2.-Dakpan volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bekleding (3) volledig of hoofdzakelijk volledig bestaat uit polyurethaan.
3.-Dakpan volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde bekleding (3) gebruik maakt van één of meer alifatische polyurethanen.
4.-Dakpan volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat onder de voornoemde bekleding (3) op basis van polyurethaan een onderlaag is aangebracht, meer speciaal polyacrylat.
5.-Dakpan volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een poreus steenachtig materiaal, meer speciaal beton of een gebakken materiaal, zoals klei.
6.-Dakpan volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bekleding in de plaats van polyurethaan een ander materiaal, bij voorkeur uit kunststof, bevat dat in een laag met een glad oppervlak voorziet.
7.-Werkwijze voor het vervaardigen van een dakpan volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in het vormen van de eigenlijke dakpan (1) en <Desc/Clms Page number 16> het vervolgens op minstens een gedeelte van de bovenzijde (2) aanbrengen van een bekleding (3) op basis van polyurethaan.
8.-Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat men de bekleding (3) op basis van polyurethaan laat uitreageren onder invloed van warmte.
9.-Werkwijze volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de warmte minstens wordt toegevoerd door de dakpannen (1), voorafgaand aan het aanbrengen van de voornoemde bekleding (3) op te warmen.
10.-Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat voor het opwarmen een speciaal daartoe bedoelde verwarmingsinrichting (16) wordt aangewend.
11.-Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat voor het uitharden van de bekleding (3) gebruik wordt gemaakt van warmte die reeds voorafgaand in de dakpannen (1) werd opgenomen omwille van een andere reden in het productieproeédé.
12.-Werkwijze volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat zij wordt toegepast op dakpannen (1) die vervaardigd zijn uit een uithardend materiaal, zoals beton ; dat het uithardend materiaal wordt gedroogd door de dakpannen (1) bijvoorbeeld in een verwarmde droogkamer op te warmen ; en dat de dakpannen (1) aansluitend aan het drogen worden voorzien van de voornoemde bekleding (3) op basis van polyurethaan, waarbij de tijdens het droogproces in de dakpannen (1) opgenomen warmte wordt benut voor de uitharding van het polyurethaan. <Desc/Clms Page number 17>
13.-Werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de bekleding (3) op basis van EMI17.1 polyurethaan wordt aangebracht op de dakpannen (1), terwijl deze een temperatuur bezitten tussen ongeveer 40 en 60 C.
14.-Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot 13, daardoor gekenmerkt dat het aanbrengen van de bekleding (3) gebeurt in een continu en/of on-line proces.
15.-Werkwijze volgens één van de conclusies 7 tot 14, daardoor gekenmerkt dat het materiaal voor het vormen van de bekleding (3) op de dakpannen (1) wordt gespoten.
16.-Werkwijze volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het materiaal opeenvolgend in verschillende lagen wordt gespoten.
17.-Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot 16, daardoor gekenmerkt dat vooraleer de bekleding (3) op de dakpannen (1) wordt aangebracht deze opeenvolgend gedeeltelijk over elkaar worden gelegd, bij voorkeur met een overlapping (AI) die kleiner is dan de minimale overlapping die wordt toegepast bij het realiseren van een dakbekleding door middel van deze dakpannen (1).
18.-Werkwijze volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat de dakpannen (1) met hun onderrand (18) over het bovenste gedeelte (19) van telkens een andere dakpan (1) worden gelegd.
19.-Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat de dakpannen (1) overlappend op elkaar worden aangebracht door ze van een eerste transportband (11) op een tweede transportband (12) te brengen, waarbij <Desc/Clms Page number 18> de tweede transportband (12) met zijn uiteinde iets lager gesitueerd is dan het uiteinde van de eerste transportband (11) en waarbij de eerste transportband (11) een grotere snelheid vertoont dan de tweede transportband (12).
20.- Werkwijze volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de dakpannen (1) bij de overgang van de eerste transportband (11) naar de tweede transportband (12), meer speciaal bij het realiseren van de overlapping, in hun overlappingsbeweging worden beperkt door middel van met de tweede transportband (12) meebewegende aanslagen (20).
21.-Werkwijze volgens één van de conclusies 17 tot 20, daardoor gekenmerkt dat de dakpannen (1), na het aanbrengen van de voornoemde bekleding (3), van elkaar worden geschoven op een zodanige wijze dat zij over elkaar worden geschuurd. EMI18.1
22.-Werkwijze volgens één van de conclusies 7 tot 21, daardoor gekenmerkt dat gelijktijdig in één cyclus de onderrand (18) en de bovenzijde (2) worden behandeld, bij voorkeur doordat de dakpannen (1) ietwat schuin worden gepositioneerd ten opzichte van de gebruikte spuitmond of spuitmonden (23-24).
23.-Werkwijze volgens een van de conclusies 7 tot 22, daardoor gekenmerkt dat voor de bekleding (3) een materiaal op basis van polyurethaan, of polyurethaan wordt aangewend dat bestaat uit twee componenten die met elkaar reageren en dat beide componenten onmiddellijk voor het aanbrengen worden gemengd, bijvoorbeeld in het geval van aanbrengen door spuiten worden gemengd in een mengspuitkop. <Desc/Clms Page number 19>
24.-Werkwijze volgens een van de conclusies 8 tot 23, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend voor het aanbrengen van een bekleding verschillend van polyurethaan op dakpannen.
25.-Inrichting voor het vervaardigen van een dakpan volgens de werkwijze van een van de conclusies 7 tot 24, daardoor gekenmerkt dat zij minstens middelen (8) bevat om de dakpannen (1) op te warmen, alsmede een spuitinrichting (9) voor het aanbrengen van het materiaal van de bekleding (3) op de dakpannen (1) terwijl deze nog opgewarmd zijn.
26.-Inrichting volgens conclusie 25, daardoor gekenmerkt dat zij transportmiddelen bevat om de dakpannen (1) nadat zij opgewarmd zijn langs de spuitinrichting (9) te verplaatsen, waarbij deze transportmiddelen een gedeelte (14) bevatten om de dakpannen (1) een weinig overlappend op elkaar aan te brengen, alvorens zij aan de spuitinrichting (9) worden gepresenteerd, alsmede een gedeelte (15) om deze dakpannen (1) na het spuiten opnieuw van elkaar te halen.
BE9900387A 1999-06-02 1999-06-02 Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. BE1012702A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900387A BE1012702A3 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900387A BE1012702A3 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012702A3 true BE1012702A3 (nl) 2001-02-06

Family

ID=3891946

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900387A BE1012702A3 (nl) 1999-06-02 1999-06-02 Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012702A3 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2005301408B2 (en) * 2004-11-04 2012-04-05 Manufacturing Systems Limited Tile coating and process therefor
WO2023079400A1 (en) * 2021-11-04 2023-05-11 Flooring Industries Limited, Sarl Method and device for applying a coating or impregnating agent to the edge of a decorative panel

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2226716A1 (de) * 1971-06-02 1972-12-28 N.V. Machinefabriek V.H. Johs. Aberson, Ölst (Niederlande) Vorrichtung zum Besanden von Tonbällen zur Herstellung von Handformsteinen
DE2637445A1 (de) * 1976-08-20 1978-02-23 Fritz Schiffer Dachpfanne
GB2030890A (en) * 1978-09-25 1980-04-16 Redland Technology Ltd Improvements in concrete building products
JPS58147447A (ja) * 1982-02-25 1983-09-02 Dainippon Toryo Co Ltd 着色セメント瓦の製造方法
US4443590A (en) * 1981-07-01 1984-04-17 Takeda Chemical Industries, Ltd. Composition for polyurethane resins and production of the same
US4478894A (en) * 1981-11-30 1984-10-23 Takeda Chemical Industries, Inc. One-pack type thermosetting polyurethane coating composition
US4999218A (en) * 1988-08-18 1991-03-12 Basf Aktiengesellschaft Prevention of efflorescence phenomena on mineral substrates
FR2710672A1 (fr) * 1993-09-28 1995-04-07 Cph Procédé de fabrication d'éléments de revêtement de surface et éléments de revêtement ainsi obtenus.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2226716A1 (de) * 1971-06-02 1972-12-28 N.V. Machinefabriek V.H. Johs. Aberson, Ölst (Niederlande) Vorrichtung zum Besanden von Tonbällen zur Herstellung von Handformsteinen
DE2637445A1 (de) * 1976-08-20 1978-02-23 Fritz Schiffer Dachpfanne
GB2030890A (en) * 1978-09-25 1980-04-16 Redland Technology Ltd Improvements in concrete building products
US4443590A (en) * 1981-07-01 1984-04-17 Takeda Chemical Industries, Ltd. Composition for polyurethane resins and production of the same
US4478894A (en) * 1981-11-30 1984-10-23 Takeda Chemical Industries, Inc. One-pack type thermosetting polyurethane coating composition
JPS58147447A (ja) * 1982-02-25 1983-09-02 Dainippon Toryo Co Ltd 着色セメント瓦の製造方法
US4999218A (en) * 1988-08-18 1991-03-12 Basf Aktiengesellschaft Prevention of efflorescence phenomena on mineral substrates
FR2710672A1 (fr) * 1993-09-28 1995-04-07 Cph Procédé de fabrication d'éléments de revêtement de surface et éléments de revêtement ainsi obtenus.

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 007, no. 263 (C - 196) 24 November 1983 (1983-11-24) *

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2005301408B2 (en) * 2004-11-04 2012-04-05 Manufacturing Systems Limited Tile coating and process therefor
WO2023079400A1 (en) * 2021-11-04 2023-05-11 Flooring Industries Limited, Sarl Method and device for applying a coating or impregnating agent to the edge of a decorative panel
BE1029899B1 (nl) * 2021-11-04 2023-06-05 Flooring Ind Ltd Sarl Methode en apparaat voor het aanbrengen van een coating of impregneermiddel op de rand van een decoratief paneel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1090206A (en) Method and apparatus for coating tile
CA2310731A1 (en) Method for producing thermoset webs from particles of thermoplastic polymer materials
US20050089372A1 (en) Method of forming an inlaid pattern in an asphalt surface
CH638267A5 (de) Fassadenplatte.
US8617638B2 (en) Method of manufacturing photoluminescent pavers at a paver manufacturing facility
CN102414032A (zh) 制造地板或家具饰面、墙面等的装饰纸和/或板的方法和装置
BE1012702A3 (nl) Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan.
CZ424598A3 (cs) Způsob dekorace materiálů podobných kameni a zařízení k provádění tohoto způsobu
US5813183A (en) Method of coating
US20070054058A1 (en) Surface treatment system
US3953623A (en) Process of selectively coating earthenware articles
EP1454762A1 (en) Method of decorating a flat element and decorated flat element
PT864686E (pt) Processo e dispositivo para o revestimento de uma estrutura plana com forma de faixa
JP3321206B2 (ja) 建築物表面仕上用シートの製造方法
WO2004011219A1 (en) Method for surface treatment of a substrate
ES2203285B1 (es) Sistema de autolimpieza para elementos de transporte utilizados en la aplicacion de adhesivos mediante sistema continuo.
EP4219109A1 (en) Method and device for reinforcement in laminar materials
JP2517690B2 (ja) 装飾ウエブ、シ―トまたはパネルの製造法
JPS60176982A (ja) 熨斗瓦のミスト施釉装置
JPH0667796B2 (ja) タイルの施釉方法
JP3323744B2 (ja) 建築板の塗装方法及び塗装装置
JPH11114463A (ja) 建築材の塗装方法及び装置
JP2007210135A (ja) 化粧材及びその製造方法
US7820091B1 (en) Embedded vinyl products and method of producing same
JPH0315154Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: VAN CAUWENBERGH LUC ANNA PHILOMENA

Effective date: 20010630