<Desc/Clms Page number 1>
Dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan. Deze uitvinding heeft betrekking op een dakpan, alsmede op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpan.
Het is bekend dat dakpannen kunnen worden vervaardigd uit verschillende materialen.
Tevens is het bekend dat de levensduur van klassieke dakpannen, die vervaardigd zijn uit gebakken klei, kan worden verlengd door deze te voorzien van een bekleding uit glazuur. Zulke bekleding biedt het voordeel dat een zeer glad oppervlak wordt verkregen waarop vuil, mos en dergelijke zieh minder vlug vastzetten. Bovendien wordt het eigenlijke materiaal van de dakpan beschermd, onder andere tegen de inwerking van allerlei weersinvloeden.
Het nadeel van zulke bekleding uit glazuur bestaat er echter in dat voor het aanbrengen hiervan een kostelijk procédé noodzakelijk is, dit omwille van het feit dat het glazuur moet worden gebakken bij een temperatuur van 1200 C.
Ook is het bekend om betonnen dakpannen te voorzien van een dunne acrylaatlaag, die hoofdzakelijk in het oppervlak indringt, en die de bedoeling heeft kalkuitbloei te verhinderen. Deze betonnen dakpannen hebben echter steeds een vrij poreus oppervlak, waardoor vuil en mos zieh hierop kunnen vastzetten.
De huidige uitvinding beoogt een dakpan, die uit eender welk materiaal kan bestaan, met een bovenzijde die
<Desc/Clms Page number 2>
voordelen oplevert die vergelijkbaar zijn met deze van een dakpan die met een glazuurlaag is voorzien, doch die kan worden vervaardigd zonder dat de noodzaak bestaat aan een kostelijk procédé.
Hiertoe betreft de uitvinding een dakpan, met als kenmerk dat zij minstens aan het bovenoppervlak minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding op basis van polyurethaan.
Zulke bekleding op basis van polyurethaan levert een bijzonder duurzaam en glad oppervlak op, waardoor een bekleding wordt verkregen die qua uitzicht en kenmerken vergelijkbaar is met een glazuurbekleding.
Bovendien heeft zulke polyurethaanbekleding, aangezien zij bestaat uit elastisch materiaal, het voordeel dat zij gemakkelijk de uitzetting en inkrimping van het basismateriaal van de dakpan, die ingevolge van temperatuursschommelingen optreden, kan volgen. Grote spanningen tussen de bekleding en de ondergrond, die ertoe zouden kunnen leiden dat de bekleding afscheurt, zijn dankzij de elastische beweeglijkheid van het polyurethaan uitgesloten.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op uitvoeringen waarbij in het bekledingsmateriaal naast het polyurethaan nog andere materialen aanwezig zijn. Bij voorkeur wordt er wel naar gestreefd dat het aandeel van polyurethaan maximaal is. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de bekleding dan ook volledig of hoofdzakelijk uit zuiver polyurethaan.
<Desc/Clms Page number 3>
Onder het begrip "polyurethaan" dienen ook mengsels van verschillende polyurethanen te worden verstaan.
Meer speciaal geniet het de voorkeur dat voor de voornoemde bekleding gebruik wordt gemaakt van één of meer alifatische polyurethanen. Dergelijke alifatische polyurethanen bieden het voordeel dat zij bijzonder goed bestand zijn tegen UV-licht, hetgeen uiteraard voor een dakbekleding sterk aangewezen is.
Ook geniet het de voorkeur dat tweecomponenten-polyurethanen worden aangewend die uitharden nadat de componenten bij elkaar zijn gevoegd, welke verder bij voorkeur ook nog versneld uitharden onder toevoer van warmte. Zulke polyurethanen harden uit in een korte tijd, waardoor, in een productieprocede, het uitharden on-line mogelijk is.
Het polyurethaan kan in de gewenste kleur worden toegepast.
Vanzelfsprekend kunnen onder of op de voornoemde bekleding op basis van polyurethaan een of meer bijkomende lagen uit andere materialen worden voorzien. Praktisch geniet het de voorkeur dat onder de bekleding een onderlaag wordt aangebracht die bestaat uit of is uitgevoerd op basis van polyacrylat of dergelijke, dit om de eventuele kalkuitbloei te verhinderen.
De uitvinding komt bijzonder tot haar recht wanneer de voornoemde bekleding wordt toegepast in combinatie met dakpannen die bestaan uit een poreus steenachtig materiaal.
Door de poreusheid van zulk materiaal wordt een goede indringing van het bekledingsmateriaal in het oppervlak verkregen, waardoor ook een goede aanhechting ontstaat.
<Desc/Clms Page number 4>
Een bijzonder goede aanhechting wordt dan ook verkregen bij dakpannen uit beton.
Ook dakpannen uit een gebakken materiaal, zoals klei, laten een goede aanhechting toe.
Het voorgaande sluit echter niet uit dat de bekleding ook op dakpannen die bestaan uit een ander basismateriaal kan worden toegepast.
De onderzijde van de dakpan is bij voorkeur vrij van voornoemde bekleding, zodat het basismateriaal niet luchtdicht van de omgeving wordt afgesloten en nog steeds kan blijven "ademen".
Alhoewel de uitvinding zieh in de eerste plaats richt op een bekleding op basis van polyurethaan, is het volgens een afwijkende uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding niet uitgesloten om een ander materiaal aan te wenden, bij voorkeur op basis van kunststof. Deze bekleding bestaat dan bij voorkeur uit een huidachtige laag met een glad oppervlak om zodoende dezelfde effecten te verkrijgen.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zulke dakpan, met als kenmerk dat zij bestaat in het vormen van de eigenlijke dakpan en het vervolgens op minstens een gedeelte van de bovenzijde aanbrengen van een bekleding op basis van polyurethaan, bij voorkeur tweecomponenten-polyurethaan dat zoals bekend relatief snel uithardt en waarbij men bij voorkeur de bekleding op basis van polyurethaan laat uitreageren onder invloed van warmte. Deze werkwijze laat toe dat de voornoemde dakpannen op een economische wijze kunnen worden geproduceerd.
<Desc/Clms Page number 5>
Volgens een bijzonder aspect wordt de warmte minstens toegevoerd door de dakpannen, voorafgaand aan het aanbrengen van de voornoemde bekleding, op te warmen.
Doordat de dakpannen voorafgaand worden opgewarmd, kan een grote hoeveelheid warmte in het materiaal van de dakpannen worden opgenomen. Deze warmte kan zieh aansluitend over de volledige dakpan verspreiden, waardoor een verwarmingseffect aan het volledig oppervlak kan worden gewaarborgd, ook op plaatsen die bijvoorbeeld door een externe bestraling moeilijk rechtstreeks bereikbaar zijn.
Deze techniek biedt ook het voordeel dat de warmte gedurende relatief lange tijd vrijkomt, waardoor de uitharding ook geruime tijd wordt bevorderd, zonder dat daartoe speciale middelen moeten worden voorzien.
In de plaats van de dakpannen op voorhand te verwarmen, kan uiteraard ook eerst de bekleding worden aangebracht en vervolgens deze worden verwarmd om het uitharden van de polyurethaanbekleding te versnellen. In dat geval dient er wel op gelet te worden dat de verwarming voldoende lang aanhoudt en dat het volledige oppervlak wordt bestreken.
Voor het verwarmen van de dakpannen, voorafgaand aan het aanbrengen van de bekleding, kan een speciaal daartoe bedoelde verwarmingsinrichting worden aangewend.
Volgens een variante kan ook gebruik worden gemaakt van warmte die reeds voorafgaand om een of andere reden in de dakpan werd opgenomen.
In het geval van betonnen dakpannen, kunnen deze dakpannen bijvoorbeeld worden gedroogd in een droogkamer of dergelijke, waar een verhoogde temperatuur heerst, en kan
<Desc/Clms Page number 6>
de bekleding op de dakpannen worden aangebracht nadat zij gedroogd zijn, doch terwijl zij nog warm zijn als gevolg van de droging. Met "warm" wordt hierbij bedoeld op een temperatuur die hoger is dan de normale omgevingstemperatuur.
In het geval van dakpannen uit gebakken klei, kan voor het versnellen van het uithardingsproces van de bekleding gebruik worden gemaakt van de hitte die nog in de dakpannen aanwezig is als een gevolg van het bakken.
Bij voorkeur wordt de bekleding op basis van polyurethaan aangebracht op de dakpannen terwijl deze een temperatuur bezitten tussen ongeveer 40 en 60 C.
Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de bekleding wordt aangebracht in een continu, en in het bijzonder een on-line proces.
In een praktische uitvoering wordt het materiaal voor het vormen van de bekleding op de dakpannen gespoten, al dan niet in verschillende lagen om de gewenste dikte te verkrijgen.
Het spuiten van iedere laag gebeurt bij voorkeur telkens door middel van slechts een spuitmond, dit om te verhinderen dat verschillende spuitbundels elkaar zouden kunnen beïnvloeden, waardoor het materiaal van de bekleding moeilijk gelijkmatig over het oppervlak te verspreiden is.
De dakpannen worden bij voorkeur zodanig gepositioneerd dat gelijktijdig in een cyclus de onderrand en de bovenzijde worden behandeld. Bij voorkeur worden zij hiertoe ietwat
<Desc/Clms Page number 7>
schuin gepositioneerd ten opzichte van de gebruikte spuitmond of spuitmonden.
Praktisch gezien zullen de dakpannen opeenvolgend gedeeltelijk over elkaar worden gelegd alvorens de bekleding hierop wordt aangebracht, dit bij voorkeur met hun onderste uiteinde op telkens het bovenste uiteinde van de voorafgaande dakpan. Dit biedt, zoals hierna uiteengezet, verschillende voordelen.
Een eerste voordeel bestaat erin dat wanneer de dakpannen op een horizontale transportband of dergelijke worden verplaatst, deze automatisch ietwat schuin komen te liggen waardoor niet alleen de bovenzijde, doch ook de onderrand gemakkelijk bereikbaar is voor het erop spuiten van het bekledingsmateriaal.
Een tweede voordeel bestaat erin dat geen bekledingsmateriaal tussen de opeenvolgend getransporteerde dakpannen op de onderliggende transportband of dergelijke kan terechtkomen, waardoor deze onmogelijk kan worden vervuild. Polyurethaan is immers een product dat bij vervuiling vrijwel niet meer te verwijderen is.
Een derde voordeel bestaat erin dat de dakpannen na het aanbrengen van de bekleding van elkaar kunnen worden geschoven op een zodanige wijze dat zij over elkaar worden geschuurd. Eventuele afgelopen druppels of dergelijke die zieh aan de onderrand bevinden, worden hierdoor opengeveegd.
Alhoewel de voornoemde werkwijze vooral tot haar recht komt bij het aanbrengen van een polyurethaanbekleding of een andere vergelijkbare kunststofbekleding, is het duidelijk dat de voornoemde technieken van spuiten, drogen en over-
<Desc/Clms Page number 8>
lappend transporteren ook van nut kunnen zijn bij het aanbrengen van eender welke andere bekleding op dakpannen. In een bijzondere afwijkende uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding zal deze dan ook worden aangewend voor het aanbrengen van eender welke bekleding voor dakpannen.
Tenslotte heeft de uitvinding eveneens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke dakpannen, met als kenmerk dat zij minstens middelen bevat om de dakpannen op te warmen, alsmede een spuitinrichting voor het aanbrengen van het materiaal van de bekleding op de dakpannen terwijl deze nog opgewarmd zijn.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een dakpan volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft ; figuur 2 in een blokschema de voorkeurdragende werkwijze weergeeft voor het vervaardigen van de uitvinding ; figuur 3 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 4 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 3 met F4 is aangeduid ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 ; figuur 6 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 3.
<Desc/Clms Page number 9>
Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een dakpan 1, waarbij het bijzondere erin bestaat dat zij minstens aan de bovenzijde 2 minstens gedeeltelijk is voorzien van een bekleding 3 op basis van polyurethaan. Deze bekleding 3 strekt zieh normalerwijze minstens over het gedeelte van de bovenzijde 2 uit dat bij het vormen van een dakbekleding door middel van dergelijke dakpannen 1 zichtbaar blijft.
Onder de bekleding 3 kan eventueel een niet weergegeven onderlaag, bijvoorbeeld uit polyacrylaat, aanwezig zijn.
De dakpan 1 zelf bestaat bij voorkeur uit beton, doch zoals uiteengezet in de inleiding zijn andere materialen niet uitgesloten.
Dergelijke dakpannen 1 worden bij voorkeur vervaardigd volgens de werkwijze die schematisch in een blokschema in figuur 2 is afgebeeld. Zoals weergegeven in deze figuur bestaat de werkwijze in zulk geval in opeenvolgend drie basisstappen, respectievelijk een eerste stap 4 waarin de eigenlijke dakpan 1 wordt gevormd, een tweede stap 5 waarin de dakpan 1 wordt opgewarmd, en een derde stap 6 waarin de bekleding 3 wordt aangebracht op de dakpan 1 terwijl deze nog opgewarmd is, zodanig dat de uitharding van het polyurethaan wordt geaccelereerd door de warmte die nog vrijkomt uit de dakpan 1.
Deze stappen 4-5-6 hoeven niet noodzakelijk in een continu proces te worden uitgevoerd. De eigenlijke fabricage in stap 4 kan bijvoorbeeld op een andere plaats worden verwezenlijkt dan de stappen 5 en 6 die noodzakelijk zijn voor het op voordelige wijze aanbrengen van de bekleding 3.
<Desc/Clms Page number 10>
De voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze werkwijze, alsmede de daarbij bij voorkeur aangewende inrichting 7 worden hierna nader beschreven aan de hand van figuren 3 tot 6.
De inrichting 7 bevat zoals weergegeven in figuur 3 minstens middelen 8 om de dakpannen 1 op te warmen, alsmede een spuitinrichting 9 voor het aanbrengen van het materiaal van de bekleding 3, met andere woorden het vloeibare polyurethaan 10 op de dakpannen 1. Verder is zij eveneens uitgerust met transportmiddelen, meer speciaal transportbanden 11-12-13, om de dakpannen 1 nadat zij opgewarmd zijn langs de spuitinrichting 9 te verplaatsen, waarbij deze transportmiddelen een gedeelte 14 bevatten om de dakpannen 1 een weinig overlappend op elkaar aan te brengen, alvorens zij aan de spuitinrichting 9 worden gepresenteerd, alsmede een gedeelte 15 om deze dakpannen 1 na het spuiten opnieuw van elkaar te halen.
De middelen 8 bestaan in het weergegeven voorbeeld uit een speciaal daartoe bedoelde verwarmingsinrichting 16 die een geforceerde warmeluchtstroom 17 over de dakpannen 1 blaast, terwijl deze over de transportband 11 onder deze verwarmingsinrichting 16 worden voorbijgevoerd. Het is duidelijk dat volgens een variante ook een verwarmingsinrichting van een andere soort kan worden aangewend, bijvoorbeeld met een hittestralingsbron, zoals een of meer infraroodstralers, gasstralers of dergelijke.
Het gedeelte 14 is meer in detail in figuur 4 afgebeeld. Om te verkrijgen dat de dakpannen 1 overlappend over elkaar worden aangebracht, meer speciaal met hun onderrand 18 op het bovenste gedeelte 19 van de vorige dakpan 1, bij voorkeur met de onderrand 18 in de transportrichting
<Desc/Clms Page number 11>
gericht, is de tweede transportband 12 met zijn uiteinde iets lager gesitueerd dan het uiteinde van de eerste transportband 11 en wordt de eerste transportband 11 met een grotere transportsnelheid aangedreven dan de tweede transportband 12. Als een gevolg hiervan worden de dakpannen 1 met hun onderrand 18 telkens wanneer de vorige dakpan 1 met het gedeelte 19 naar beneden valt op de lager gelegen transportband 12, over dit gedeelte 19 geschoven.
Om te verkrijgen dat de dakpannen l over een welbepaalde afstand Al over elkaar komen te liggen, bevat het gedeelte 14 middelen die de overlappingsbeweging beperken. Deze middelen bestaan in het weergegeven voorbeeld uit synchroon met de transportband 12 meebewegende aanslagen 20.
Deze aanslagen 20 bestaan uit nokken die op een ketting 21 zijn bevestigd die een gedeelte 22 vertoont dat zieh parallel aan de transportband 12 uitstrekt en met dezelfde snelheid wordt aangedreven, dit via niet weergegeven overbrengingen die bij voorkeur met eenzelfde aandrijfmotor gekoppeld zijn.
Opgemerkt wordt dat de aanslagen 20 op een zodanige afstand van elkaar gemonteerd zijn dat de verkregen overlapping, met andere woorden de afstand Al steeds kleiner is dan de minimale overlapping die wordt toegepast bij het realiseren van een dakbekleding door middel van deze dakpannen 1.
De spuitinrichting 9 is in het weergegeven voorbeeld uitgerust met twee volgens de transportrichting achter elkaar opgestelde spuitmonden 23-24. Deze spuitmonden 23-24 maken deel uit van spuitmengkoppen waarin de twee componenten van het polyurethaan met elkaar worden gemengd.
De toevoer van deze componenten gebeurt vanuit
<Desc/Clms Page number 12>
respectievelijke reservoirs 25-26. Volgens varianten is het niet uitgesloten om slechts één spuitmond of meer dan twee spuitmonden, al dan niet achter elkaar, aan te wenden.
Ter plaatse van het gedeelte 15 worden de gedeeltelijk op elkaar liggende dakpannen 1 opnieuw van elkaar gehaald doordat de transportband 13 aan een grotere snelheid wordt aangedreven dan de transportband 12.
De werking van de inrichting kan eenvoudig uit de tekeningen en de voorgaande beschrijving van de opbouw van de inrichting 7 worden afgeleid, doch wordt duidelijkheidshalve hierna nog in detail toegelicht.
De dakpannen 1 worden door middel van de transportband 11 continu toegevoerd. Zij bevinden zieh op dat moment hoofdzakelijk vlak achter elkaar.
Op het ogenblik dat zij onder de verwarmingsinrichting 16 passeren, worden zij verwarmd, waarna de opgenomen hitte zieh gelijkmatig kan verdelen.
Doordat de transportband 11 sneller beweegt dan de transportband 12, alsmede door het hoogteverschil tussen deze transportbanden 11-12, wordt verkregen dat iedere dakpan 1 op het ogenblik dat deze de transportband 11 begint te verlaten over het gedeelte 19 van de vorige dakpan 1 wordt geschoven tot zij in contact komt met de dan aanwezige aanslag 20, waardoor een overlapping met de constante afstand Al wordt gerealiseerd.
De dakpannen 1 passeren vervolgens onder de spuitmonden 23 en 24. Doordat de dakpannen 1 op de weergegeven wijze gedeeltelijk over elkaar liggen, wordt verkregen dat geen
<Desc/Clms Page number 13>
polyurethaan op de transportband 12 terechtkomt en dat de onderrand 18 een weinig schuin gericht is ten opzichte van de spuitmonden 23 en 24 en dus ook kan worden bereikt door middel van deze spuitmonden 23-24.
Zoals afgebeeld in figuur 6 is de transportband 12 bij voorkeur smaller dan de breedte van de dakpannen 1, zodanig dat, indien dit gewenst is, met spuitbundels kan worden gewerkt die een iets breder oppervlak bestrijken dan de dakpannen 1, zonder dat daarbij de transportband 12 wordt vervuild. Het is echter duidelijk dat ook een smaller oppervlak kan worden bestreken dan de breedte van de dakpan
EMI13.1
l.
Doordat de dakpannen 1 op dat ogenblik nog een verhoogde temperatuur hebben, volgt een relatief vlugge uitharding van de bekleding 3. Opgemerkt wordt wel dat de transportband 12 na de spuitmonden 23-24 bij voorkeur een lengte heeft van enkele meters, om toe te laten dat de uitharding zieh inderdaad kan voltrekken, alvorens de dakpannen 1 van elkaar worden gehaald in het gedeelte 15 en verder worden behandeld, bijvoorbeeld worden gestapeld op een palet.
In het gedeelte 15 worden de dakpannen 1 bij voorkeur zodanig van elkaar gehaald dat zij over elkaar schuren, waardoor eventueel polyurethaan dat aan de onderrand 18 naar beneden uitgelopen is, als het ware opengesmeerd wordt, waardoor de vorming van aflopen en slecht uithardende gedeelten wordt voorkomen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke dakpan, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardiging hiervan,
<Desc/Clms Page number 14>
kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld beperkt de uitvinding zieh niet tot enkelvoudige dakpannen, doch kan zij ook worden toegepast in meervoudige dakpannen, met andere woorden eendelige uitvoeringen die het uitzicht hebben van meerdere naast en/of boven elkaar gelegen dakpannen.
Alhoewel de dakpannen 1 en/of de bekleding 3 bij voorkeur worden verwarmd om de uitharding te versnellen, is het duidelijk dat de werkwijze ook kan worden gerealiseerd zonder opwarming, waarbij dan geen versnelde uitharding plaatsvindt.
Ook kunnen de dakpannen zijdelings naast elkaar onder de spuitinrichting worden getransporteerd, al dan niet overlappend. Tevens kunnen de dakpannen zijdelings worden gespoten, bijvoorbeeld terwijl zij aan een haak hangen.
Ook andere technieken voor het aanbrengen van de bekleding zijn niet uitgesloten.
Het is duidelijk dat de bekleding op dakpannen van allerlei vorm kan worden aangebracht.
<Desc / Clms Page number 1>
Roof tile, as well as method and device for manufacturing such a roof tile. This invention relates to a roof tile, as well as to a method and a device for manufacturing such a roof tile.
It is known that roof tiles can be made from different materials.
It is also known that the service life of traditional roof tiles made from fired clay can be extended by providing it with a glaze coating. Such a coating offers the advantage that a very smooth surface is obtained on which dirt, moss and the like can fix less quickly. Moreover, the actual material of the roof tile is protected, among other things against the effects of all kinds of weather influences.
However, the disadvantage of such a glaze coating is that a costly process is required for applying this, because the glaze must be baked at a temperature of 1200 DEG C.
It is also known to provide concrete roof tiles with a thin acrylic layer, which penetrates mainly into the surface, and which is intended to prevent lime eruption. These concrete roof tiles, however, always have a fairly porous surface, so that dirt and moss can adhere to them.
The present invention contemplates a roof tile which can consist of any material, with a top side thereof
<Desc / Clms Page number 2>
offers advantages comparable to those of a roof tile covered with a glaze layer, but which can be produced without the need for a costly process.
To this end the invention relates to a roof tile, characterized in that it is at least partially provided with a polyurethane-based coating at least on the upper surface.
Such a polyurethane-based coating results in a particularly durable and smooth surface, whereby a coating is obtained that is comparable in appearance and characteristics to an enamel coating.
Moreover, since it consists of elastic material, such polyurethane coating has the advantage that it can easily follow the expansion and contraction of the base material of the roof tile which occur as a result of temperature fluctuations. Large tensions between the coating and the substrate, which could cause the coating to tear, are excluded thanks to the elastic mobility of the polyurethane.
It is clear that the invention also relates to embodiments in which other materials are present in the coating material in addition to the polyurethane. Preferably, the aim is that the proportion of polyurethane is maximum. In the most preferred embodiment, the coating therefore consists entirely or mainly of pure polyurethane.
<Desc / Clms Page number 3>
The term "polyurethane" should also be understood to mean mixtures of different polyurethanes.
More specifically, it is preferable that one or more aliphatic polyurethanes are used for the aforementioned coating. Such aliphatic polyurethanes offer the advantage that they are particularly resistant to UV light, which is of course highly recommended for a roof covering.
It is also preferred that two-component polyurethanes are used which cure after the components have been combined, which further preferably also cure faster with the addition of heat. Such polyurethanes cure in a short time, which makes hardening on-line possible in a production process.
The polyurethane can be used in the desired color.
Naturally, one or more additional layers of other materials can be provided under or on the aforementioned polyurethane-based coating. In practice, it is preferable for an underlayer to be applied underneath the coating, which layer consists of or is based on polyacrylate or the like, in order to prevent any lime bleed.
The invention is particularly useful when the aforementioned covering is used in combination with roof tiles that consist of a porous stony material.
Due to the porosity of such material, a good penetration of the coating material into the surface is obtained, as a result of which a good adhesion is also obtained.
<Desc / Clms Page number 4>
Particularly good adhesion is therefore obtained with concrete roof tiles.
Roof tiles from a baked material, such as clay, also allow good adhesion.
The foregoing, however, does not exclude that the covering can also be applied to roof tiles that consist of a different base material.
The underside of the roof tile is preferably free of the aforementioned covering, so that the base material is not sealed airtightly from the environment and can still "breathe".
Although the invention primarily focuses on a polyurethane-based coating, according to a different embodiment of the present invention, it is not excluded to use a different material, preferably based on plastic. This coating then preferably consists of a skin-like layer with a smooth surface in order to obtain the same effects.
The invention also relates to a method for manufacturing such a roof tile, characterized in that it consists in forming the actual roof tile and subsequently applying a coating based on polyurethane, preferably two-component, on at least a part of the top side. polyurethane which, as is known, hardens relatively quickly and whereby the polyurethane-based coating is preferably reacted under the influence of heat. This method allows the aforementioned roof tiles to be produced in an economical manner.
<Desc / Clms Page number 5>
According to a special aspect, the heat is supplied at least by heating the roof tiles prior to applying the aforementioned covering.
Because the roof tiles are pre-heated, a large amount of heat can be absorbed in the material of the roof tiles. This heat can subsequently spread over the entire roof tile, whereby a heating effect can be guaranteed on the entire surface, also in places that are difficult to reach directly, for example due to external irradiation.
This technique also offers the advantage that the heat is released for a relatively long time, whereby the curing is also promoted for a considerable time, without special means having to be provided for this purpose.
Instead of heating the roof tiles in advance, it is of course also possible to first apply the coating and then heat it to accelerate the curing of the polyurethane coating. In that case, care must be taken that the heating is maintained for a sufficiently long time and that the entire surface is covered.
For heating the roof tiles, prior to applying the covering, a heating device specially intended for this purpose can be used.
According to a variant, use can also be made of heat that has already been incorporated into the roof tile for some reason.
In the case of concrete roof tiles, these roof tiles can, for example, be dried in a drying room or the like, where there is an elevated temperature, and
<Desc / Clms Page number 6>
the covering is applied to the roof tiles after they have been dried, but while they are still warm as a result of the drying. By "warm" is meant at a temperature that is higher than the normal ambient temperature.
In the case of baked clay roof tiles, use can be made of the heat still present in the roof tiles as a result of firing to speed up the curing process of the coating.
The polyurethane-based coating is preferably applied to the roof tiles while they have a temperature between approximately 40 and 60 C.
More specifically, it is preferred that the coating be applied in a continuous, and in particular an on-line, process.
In a practical embodiment, the material for forming the covering is sprayed onto the roof tiles, whether or not in different layers to obtain the desired thickness.
The spraying of each layer is preferably done in each case by means of only one nozzle, in order to prevent that different spray bundles could influence each other, as a result of which the material of the coating is difficult to spread evenly over the surface.
The roof tiles are preferably positioned such that the lower edge and the upper side are treated simultaneously in a cycle. For this purpose they preferably become somewhat
<Desc / Clms Page number 7>
positioned obliquely with respect to the nozzle or nozzles used.
In practical terms, the roof tiles will be successively partially overlapped before the covering is applied to them, preferably with their lower end on the upper end of the preceding roof tile. This offers various advantages, as explained below.
A first advantage consists in that when the roof tiles are moved on a horizontal conveyor belt or the like, they automatically come to lie somewhat obliquely, so that not only the top side, but also the bottom edge is easily accessible for spraying the covering material onto it.
A second advantage consists in that no covering material can end up between the successively transported roof tiles on the underlying conveyor belt or the like, whereby it cannot possibly be contaminated. Polyurethane is, after all, a product that can hardly be removed in the event of pollution.
A third advantage consists in that the roof tiles can be moved apart after the covering has been applied in such a way that they are sanded over each other. Any past drops or the like that are located at the bottom edge are swept open as a result.
Although the aforementioned method especially comes into its own when applying a polyurethane coating or other comparable plastic coating, it is clear that the aforementioned techniques of spraying, drying and transferring
<Desc / Clms Page number 8>
smooth transportation can also be useful when applying any other covering to roof tiles. In a particularly deviating embodiment of the method of the invention, it will therefore be used for applying any covering for roof tiles.
Finally, the invention also relates to a device for manufacturing such roof tiles, characterized in that it comprises at least means for heating the roof tiles, and a spraying device for applying the material of the coating to the roof tiles while it is still heated up. to be.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a few preferred embodiments are described below as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a roof tile according to the invention in cross section; Figure 2 shows in a block diagram the preferred method for manufacturing the invention; figure 3 schematically represents a device according to the invention; figure 4 represents on a larger scale the part which is indicated by F4 in figure 3; figure 5 represents a section according to line V-V in figure 4; figure 6 represents a section on a larger scale according to line VI-VI in figure 3.
<Desc / Clms Page number 9>
As shown in Figure 1, the invention relates to a roof tile 1, the special feature being that it is at least partially provided with a covering 3 based on polyurethane at least on the upper side 2. This covering 3 normally extends at least over the part of the upper side 2 which remains visible when forming a roof covering by means of such roof tiles 1.
Underneath the coating 3, an underlayer, for example made of polyacrylate, may optionally be present.
The roof tile 1 itself preferably consists of concrete, but as explained in the introduction, other materials are not excluded.
Such roof tiles 1 are preferably manufactured according to the method which is shown schematically in a block diagram in Figure 2. As shown in this figure, the method in such a case consists of successively three basic steps, respectively a first step 4 in which the actual roof tile 1 is formed, a second step 5 in which the roof tile 1 is heated, and a third step 6 in which the covering 3 becomes applied to the roof tile 1 while it is still heated, such that the curing of the polyurethane is accelerated by the heat that is still released from the roof tile 1.
These steps 4-5-6 do not necessarily have to be carried out in a continuous process. The actual fabrication in step 4 can for instance be realized at a different location than the steps 5 and 6 which are necessary for the advantageous application of the covering 3.
<Desc / Clms Page number 10>
The preferred embodiment of this method, as well as the preferably used device 7, will be described in more detail below with reference to Figures 3 to 6.
As shown in Figure 3, the device 7 comprises at least means 8 for heating the roof tiles 1, as well as a spraying device 9 for applying the material of the covering 3, in other words the liquid polyurethane 10 on the roof tiles 1. Furthermore, it is also equipped with conveying means, more in particular conveyor belts 11-12-13, for moving the roof tiles 1 after they have been heated along the spraying device 9, said conveying means comprising a part 14 for arranging the roof tiles 1 slightly overlapping on each other, before they are presented to the spraying device 9, as well as a part 15 to separate these roof tiles 1 again after spraying.
In the example shown, the means 8 consist of a heating device 16 specially intended for this purpose, which blows a forced hot air stream 17 over the roof tiles 1, while they are passed over the conveyor belt 11 underneath this heating device 16. It is clear that, according to a variant, a heating device of a different kind can also be used, for example with a heat radiation source, such as one or more infrared radiators, gas radiators or the like.
The portion 14 is shown in more detail in Figure 4. In order to obtain that the roof tiles 1 are overlapped over each other, more particularly with their lower edge 18 on the upper part 19 of the previous roof tile 1, preferably with the lower edge 18 in the direction of transport
<Desc / Clms Page number 11>
the second conveyor belt 12 is situated with its end slightly lower than the end of the first conveyor belt 11 and the first conveyor belt 11 is driven at a higher transport speed than the second conveyor belt 12. As a result, the roof tiles 1 with their lower edge 18 each time the previous roof tile 1 falls with the part 19 down on the lower conveyor belt 12, slid over this part 19.
In order to obtain that the roof tiles 1 come to lie over a certain distance A1, the part 14 comprises means which limit the overlap movement. In the example shown, these means consist of stops 20 moving synchronously with the conveyor belt 12.
These stops 20 consist of cams mounted on a chain 21 which has a portion 22 which extends parallel to the conveyor belt 12 and is driven at the same speed, this via transmissions (not shown) which are preferably coupled to the same drive motor.
It is noted that the stops 20 are mounted at such a distance from each other that the resulting overlap, in other words the distance A1 is always smaller than the minimum overlap that is applied when realizing a roof covering by means of these roof tiles 1.
In the example shown, the spraying device 9 is equipped with two nozzles 23-24 arranged one behind the other in the direction of transport. These nozzles 23-24 form part of spray mixing heads in which the two components of the polyurethane are mixed together.
The supply of these components is done from
<Desc / Clms Page number 12>
respective reservoirs 25-26. According to variants, it is not excluded to use only one nozzle or more than two nozzles, whether or not one after the other.
At the location of the part 15, the partially superimposed roof tiles 1 are again separated from each other because the conveyor belt 13 is driven at a greater speed than the conveyor belt 12.
The operation of the device can easily be deduced from the drawings and the foregoing description of the structure of the device 7, but for the sake of clarity it will be explained in detail below.
The roof tiles 1 are supplied continuously by means of the conveyor belt 11. At that moment they are mainly situated one behind the other.
The moment they pass under the heating device 16, they are heated, after which the absorbed heat can evenly distribute.
Because the conveyor belt 11 moves faster than the conveyor belt 12, as well as due to the difference in height between these conveyor belts 11-12, it is obtained that each roof tile 1 is slid over the part 19 of the previous roof tile 1 at the moment that it starts to leave the conveyor belt 11 until it comes into contact with the then present stop 20, whereby an overlap with the constant distance A1 is realized.
The roof tiles 1 then pass under the nozzles 23 and 24. Because the roof tiles 1 partially overlap in the manner shown, it is obtained that no
<Desc / Clms Page number 13>
polyurethane ends up on the conveyor belt 12 and that the lower edge 18 is slightly inclined with respect to the nozzles 23 and 24 and can therefore also be achieved by means of these nozzles 23-24.
As shown in Fig. 6, the conveyor belt 12 is preferably narrower than the width of the roof tiles 1, such that, if desired, spray bundles can be used which cover a slightly wider surface than the roof tiles 1, without thereby affecting the conveyor belt 12 gets polluted. However, it is clear that a narrower surface can be covered than the width of the roof tile
EMI13.1
l.
Because the roof tiles 1 still have an elevated temperature at that moment, a relatively rapid hardening of the covering 3 follows. It is noted that the conveyor belt 12 after the nozzles 23-24 preferably has a length of a few meters, to allow that the curing can indeed take place before the roof tiles 1 are separated from each other in the section 15 and further treated, for example, stacked on a pallet.
In the section 15, the roof tiles 1 are preferably separated from each other in such a way that they rub over each other, whereby any polyurethane that has run down at the bottom edge 18 is, as it were, lubricated open, thereby preventing the formation of run-offs and poorly hardening sections. .
The present invention is by no means limited to the embodiments described by way of example and shown in the figures, but such roof tile, as well as method and device for the manufacture thereof,
<Desc / Clms Page number 14>
can be realized in different variants without departing from the scope of the invention.
For example, the invention is not limited to single roof tiles, but it can also be used in multiple roof tiles, in other words one-piece designs that have the appearance of several roof tiles located next to and / or above each other.
Although the roof tiles 1 and / or the covering 3 are preferably heated to accelerate the curing, it is clear that the method can also be realized without heating, in which case no accelerated curing takes place.
The roof tiles can also be transported laterally next to each other under the spraying device, whether or not overlapping. The roof tiles can also be sprayed laterally, for example while they are hanging on a hook.
Other techniques for applying the coating are also not excluded.
It is clear that the covering can be applied to roof tiles of all kinds.