BE1011725A3

BE1011725A3 - Universele t-vormige paal met bijbehorende klemorganen voor het daaraan vastmaken van panelen gelast gaas.

Info

Publication number: BE1011725A3
Application number: BE9800080A
Authority: BE
Inventors: Gerdy Delporte
Original assignee: Bekaert Sa Nv
Priority date: 1998-02-04
Filing date: 1998-02-04
Publication date: 1999-12-07
Also published as: PT935038E; ES2259450T3; EP0935038A1; EP0935038B1

Abstract

De uitvinding betreft een paal met een nagenoeg I-vormige dwarsdoorsnede bestaande uit een middendeel en twee flenzen voor het daarin vastmaken van de randdelen van twee aan de paal aangrenzende panelen gelast gaas, waarbij de flenzen van de I-vormige paal voorzien zijn van uitsparingen voor het daarin opnemen van klemorganen voor daarin opnemen van klemorganen voor het aldus vastmaken van deze randdelen van de panelen aan de paal.

Description

UNIVERSELE I-VORMIGE PAAL MET BIJBEHORENDE KLEMORGANEN VOOR HET DAARAAN VASTMAKEN VAN PANELEN GELAST GAAS De uitvinding heeft betrekking op een paal met een nagenoeg I-vormige dwarsdoorsnede bestaande uit een middendeel en twee flenzen voor het daarin vastmaken van de randdelen van twee aan de paal aangrenzende panelen gelast gaas.

Het vastmaken van panelen gelast gaas aan palen om een afrastering te vormen is algemeen bekend. Speciale palen voor het daaraan vastmaken van panelen gelast gaas zijn o. a. reeds beschreven in de Europese octrooiaanvragen 0368778, 0478454, 0481100 en 0596825.

De Europese octrooiaanvragen 0478454 en 0596825 beschrijven zeer typische palen voor het daaraan vastmaken van panelen gelast gaas, waarbij elke paal in werkelijkheid bestaat uit een dubbele paal. nl. een paal met een ronde of rechthoekige
EMI1.1
dwarsdoorsnede met een daarop aansluitende I-vormige voor het daarin vastmaken van de twee aan de paal aangrenzende panelen gelast gaas.

Een belangrijk nadeel van dergeljke palen volgens de Europese octrooi aanvragen 0478454 en 0596825 i s de speciale vormgeving van de palen, nl. de dubbele structuur van deze palen, waar- door de kostprijs van deze palen nadelig wordt beïnvloed.

Een ander nadeel van de paal volgens de Europese octrooi- aanvraag 0478454 is de gebrekkige verbinding van de panelen gelast gaas aan de paa1 doordat de gebruikte verbindings- organen gemakkelijk los kunnen worden gemaakt, zoals o. a. beschreven in de inleiding van de Europese octrooiaanvraag
0596825.

Een ander nadeel van de paa1 volgens de Europese octrooi- aanvraag 0596825 is de betrekkelijk tijdrovende bewerking

EMI2.1
voor het vastzetten van de panelen aan het middendeel van de I-vormige paal.

De uitvinding heeft tot doel een universeel bruikbare paal van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij de hierboven genoemde nadelen worden opgeheven.

Hiertoe stelt de uitvinding voor, dat de flenzen van de I-vormige paal voorzien zijn van uitsparingen voor het daarin opnemen van klemorganen voor het aldus vastmaken van deze randdelen van de panelen aan de paal.

Andere uitvoeringsvormen en voordelen van de paal volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening. In de tekening tonen : figuur 1. in perspectief, een universele I-vormige paal volgens de uitvinding met een bijbehorend klemorgaan voor het vastmaken van een drie- dimensioneel paneel gelast gaas aan de paal ; figuur 2, in perspectief, dezelfde paal als in figuur 1 voor het daaraan vastmaken van een vlak paneel gelast gaas :

figuur 3, in perspectief, een gewijzigde uitvoeringsvorm van de I-vormige paal volgens de uitvinding met een ander type bijbehorend klemorgaan : figuur 4, in perspectief. een universele I-vormige paal volgens de uitvinding met een daarbij behorende afsluitdop : figuur 5, in perspectief, een detailzicht van een klem-
EMI2.2
orgaan volgens figuur 1 ; figuren 6a en 6b, in bovenaanzicht, een paal met een daarbijbehorend klemorgaan in open en gesloten toestand ; figuur 7, in perspectief, analoog als figuur 5, een detail- zicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm van een klemorgaan volgens de uitvinding :

en

figuur 8, in perspectief. analoog als figuur 4, nog een andere uitvoeringsvorm van een paal volgens de uitvinding met een bijbehorende afsluitdop en klemorgaan.

Figuur 1 toont een universele I-vormige paal 1 volgens de uitvinding. De paal 1 vertoont een nagenoeg I-vormige dwarsdoorsnede bestaande uit een middendeel 2 en twee flenzen 3 en 4. De paal is bij voorkeur vervaardigd uit plaatstaal met bijvoorbeeld een dikte van 1 tot 2 mm. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de paal 1 te vormen uit plaatstaal door de plaat tot het gewenste I-profiel te plooien en daarna dicht te lassen. Het is ook mogelijk de paal 1 te vormen uit holle, geëxtrudeerde buizen. De paal 1 vertoont bij voorkeur een holle structuur. De flenzen 3 en 4 van de I-vormige paal 1 zijn aan de binnenzijde voorzien van op regelmatige afstanden van elkaar aangebrachte uitsparingen of openingen 5 en 6.

Het zal duidelijk zijn, dat de openingen of uitsparingen 5 niet noodzakelijk op regelmatige afstanden van elkaar moeten worden aangebracht. De uitsparingen of openingen 5 en 6 kunnen in het plaatstaal worden aangebracht door het plaatstaal ter plaatse van de gewenste openingen over het grootste deel van de omtrek van de openingen door te snijden en daarna ter plaatse weg te drukken in de holle ruimte van de paal 1. Dit is bijvoorbeeld duidelijk weergegeven bij de paal 1 in figuur 8. Het doel van deze uitsparingen of openingen 5 en 6 zal hierna worden toegelicht.

Figuur 1 toont hoe een driedimensioneel paneel gelast gaas 7 tussen de flenzen 3 en 4 van de paal 1 wordt vastgezet. Het paneel 7 bestaat uit aan elkaar gelaste langsdraden 8 en dwarsdraden 9. Het paneel 7 is in dwarsrichting daarvan voorzien van indeukingen 10 om het een hogere stijfheid te geven. De diepte van de indeukingen 10 stemt nagenoeg overeen met de afstand tussen de flenzen 3 en 4. De diepte van de indeukingen 10 is bij voorkeur kleiner dan de afstand tussen

de flenzen 3 en 4. Met behulp van speciale klemorganen 11 wordt het paneel 7 vastgemaakt aan de paal 1.

Elk klemorgaan 11 is voorzien van een gleufvormige languitsparing 12 en tenminste twee uitsteeksels of pennen 13 en 14. De afmetingen van de pennen 13 en 14 zijn aangepast aan de afmetingen van de openingen 5 en 6 in de flenzen 3 en 4, zodat deze pennen 13 en 14 stevig kunnen worden opgenomen in deze openingen 5 en 6.

In figuur 1 wordt getoond hoe met een dergelijk klemorgaan 11 een paneel 7 tussen de flenzen 3 en 4 van de paal aan de I-vormige paal 1 wordt vastgemaakt. De langsuitsparing 12 van het klemorgaan 11 wordt over de randlangsdraad 8 geschoven en met behulp van bijvoorbeeld een hamer worden de pennen 13 en 14 in de openingen 5 en 6 in de flenzen 3 en 4 vastgedrukt.

Het is bijvoorbeeld mogelijk om een drietal klemorganen over de volledige hoogte van de paal 1 aan te brengen zodat het onmogelijk is om het paneel 7 nog in de vertikale richting te verplaatsen.

Figuur 2 toont hoe een vlak paneel gelast gaas 7 met een zelfde klemorgaan 11 aan eenzelfde I-vormige paal 1 wordt vastgemaakt. Het is duidelijk dat dezelfde I-vormige paal 1 met dezelfde klemorganen 11 wordt gebruikt voor het vastzetten van een totaal ander paneel gelast gaas 7 aan de paal 1. Dit toont meteen de universele toepassing van de nieuwe paal 1 en de daarbijbehorende klemorganen 11 aan voor het vastzetten van panelen gelast gaas aan de paal 1 volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een sterk gewijzigde uitvoeringsvorm van de paal 1 met I-vormige dwarsdoorsnede. waarbij eveneens een gewijzigde uitvoeringsvorm van de klemorganen 11 wordt gebruikt. Twee klemorganen 11 aan weerszijden van het middendeel 2 van de paal 1 worden nu vervangen door een

U-vormig klemorgaan 11, waarbij de beide uiteinden 15 van de benen 16 van het U-vormig klemorgaan 11 vasthaken in de daarmee samenwerkende openingen 6 in de achterste flens 4 van
EMI5.1
de I-vormige paal 1. Figuur 4 toont een licht gewijzigde uitvoeringsvorm van de in de figuren 1 en 2 weergegeven paal 1. waarbij de holle, I-vormige paal 1 kan worden voorzien van een aan de dwarsdoorsnede van de paal 1 aangepaste afsluitdop 17 met haken 18.

De afsluitdop 17 kan op klemmende wijze over het uiteinde van de paal 1 worden geschoven en vastgezet. waarbij dan de holle ruimte van de paal 1 volledig wordt afgedicht door de afsluitdop 17. Bij het vastmaken van de twee aan de paal 1 aangrenzende panelen 7 worden deze panelen 7 eerst met de bovenste dwarsdraad 9 opgehangen aan de haken 18 van de op de paal 1 aangebrachte afsluitdop 17 waardoor de afsluitdop 17 nog steviger wordt vastgedrukt in de holle paal 1. De eigenlijke klemorganen 11 worden daarna aangebracht in de daarbijbehorende openingen 5 en 6 in de flenzen 3 en 4. Na de montage van de klemorganen 11, kan de afsluitdop 17 niet meer worden verwijderd van de holle paal 1.

Het is duidelijk, dat het plaatsen en vastmaken van de panelen 7 aan de daarbijbehorende paal 1 dank zij de ophanging van de panelen 7 aan de haken 18 op eenvoudige wijze door een persoon kunnen worden uitgevoerd.

Figuur 5 toont in perspectief een detailzicht van een klemorgaan 11 met gleufvormige uitsparing 12 en twee pennen of uitsteeksels 13 en 14, waarbij de randlangsdraad 8 van een paneel 7 in de gleufvormige uitsparing 12 is opgenomen. Het klemorgaan 11 is bij voorkeur uit een harde kunststof vervaardigd en zoals uit figuur 5 blijkt, is het mogelijk om er voor te zorgen dat de pennen 13 en 14 in het klemorgaan 11 kunnen worden gedrukt om het aanbrengen van de pennen 13 en 14 in de daarbijbehorende uitsparingen 5 en 6 te vergemakkelijken.

Het klemmend vermogen van de pennen 13 en 14 kan op verschillende wijzen worden verkregen ; o. a. door de juiste

keuze van het materiaal van het klemorgaan 11. de dikte van het klemorgaan, ... zoals algemeen bekend is in de kunststoftechnologie.

Figuren 6a en 6b tonen in bovenaanzicht of in dwarsdoorsnede een deel van een paal 1 met een daarbijbehorend klemorgaan 11 met een daarin opgenomen randlangsdraad 8 voor en na het
EMI6.1
vastklemmen van het klemorgaan 11 in de flenzen 3 en 4 van de I-vormige paal 1.

Figuur 7 toont in perspectief een detailzicht van een gewij- zigde uitvoeringsvorm van een klemorgaan 11 volgens de uitvinding. Het klemorgaan 11 is opnieuw voorzien van een langsuitsparing 12 voor het daarin opnemen van een randlangsdraad 8. maar het klemorgaan 11 is bovendien voorzien van een dwarsuitsparing 19 voor het daarin opnemen van een dwarsdraad 9. Bij een vlak paneel gelast gaas, zoals in figuur 2 is weergegeven, of bij een driedimensioneel paneel gelast gaas, waarbij de hoogte van de indeukingen 10 kleiner is dan de afstand tussen de flenzen 3 en 4 van de paal 1 ; is het nu mogelijk om het paneel 7 ten opzichte van de paal 1 te draaien over een zekere hoek rond de randlangsdraad 8. Dit kan nuttig zijn wanneer de afrastering een niet rechtlijnig verloop moet vertonen.

Figuur 8 toont in perspectief, analoog als in figuur 4, nog een licht gewijzigde uitvoeringsvorm van een paal 1 volgens de uitvinding met een bijbehorende afsluitdop 17 en een klemorgaan 11. Het klemorgaan 11 is voorzien van een gleufvormige langsuitsparing 12 voor het daarin opnemen van een randlangsdraad 8 en eveneens van een dwarsuitsparing 19 voor het eventueel daarin opnemen van een dwarsdraad 9. Het klemorgaan 11 is eveneens voorzien van vier kleine pennen of uitsteeksels 13 en 14. De afmetingen van deze pennen 13 en 14 zijn aangepast aan de afmetingen van de openingen of uitsparingen 5 en 6 in de flenzen 3 en 4 ; waarbij tijdens montage de twee pennen 13 in twee uitsparingen 5 en de twee pennen 14

in twee uitsparingen 6 worden geklemd.

De afsluitdop 17 vertoont een aan de dwarsdoorsnede van de paal 1 aangepaste vorm, waardoor de holle ruimte van de paal 1 volledig wordt afgedicht wanneer de dop 17 op de paal 1 wordt gedrukt. De afsluitdop 17 is voorzien van twee haken 18 voor het daarin opnemen van de bovenste dwarsdraad 9 van de twee aan de paal 1 grenzende panelen 7.

Claims

EMI8.1

CONCLUSIES 1. Paal (1) met een nagenoeg I-vormige dwarsdoorsnede bestaande uit een middendeel (2) en twee flenzen (3, 4) voor het daarin vastmaken van de randdelen van twee aan de paal (1) aangrenzende panelen (7) gelast gaas, met EMI8.2 het kenmerk, dat de flenzen (3, 4) van de I-vormige paal (1) voorzien 6) voor het daarin opnemen van klemorganen (11) voor het aldus vast- maken van deze randdelen van de panelen (7) aan de paal (1).
2. Paal (1) volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat tenminste één flens (3. 4) van de paal (1) een holle structuur vertoont.
3. Paal (1) volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk, dat de paal (1) een holle structuur vertoont.
4. Paal volgens een of meer der conclusies 1 - 3, met het kenmerk. dat elk klemorgaan (11) voorzien is van een gleufvormige langsuitsparing (12) voor het daarin opnemen van een randlangsdraad (8) van een aan de paal (1) aangrenzend paneel (7) gelast gaas en van tenminste twee uitsteeksels (13, 14). die aangepast zijn aan de uitsparingen (5. 6) van de flenzen (3, 4) voor het aldus klemmend opnemen van deze uitsteeksels (13,14) in de uitsparingen (5. 6) van de flenzen (3. 4).
5. Paal volgens een of meer der conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat elk klemorgaan (11) nagenoeg U-vormig is uitgevoerd, waarbij de beide benen (16) van het U-vormig klemorgaan (11) samenwerken met de uitsparingen (5.
6) in de flenzen (3. 4) van de paal (1) voor het aldus vastmaken van het klemorgaan (11) aan de paal (1). <Desc/Clms Page number 9> 6. Paal volgens conclusie 4. met het kenmerk. dat elk klemorgaan (11) voorts voorzien is van een dwarsuit- sparing (19) voor het daarin opnemen van een dwarsdraad (9) van een aan de paal (1) aangrenzend paneel (7) gelast gaas.
7. Paal volgens een of meer der conclusies 1. 6. met het kenmerk, dat de paal (1) voorzien is van een aan de dwarsdoorsnede van de paal (1) aangepaste afsluitdop (17) met haken (18) voor het daarin opnemen van de bovenste dwarsdraad (9) van de twee aan de paal (1) aangrenzende panelen (7).