BE1010780A6 - Etiketteermachine. - Google Patents

Etiketteermachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1010780A6
BE1010780A6 BE9601004A BE9601004A BE1010780A6 BE 1010780 A6 BE1010780 A6 BE 1010780A6 BE 9601004 A BE9601004 A BE 9601004A BE 9601004 A BE9601004 A BE 9601004A BE 1010780 A6 BE1010780 A6 BE 1010780A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
transport element
labels
substrate
transport
strip
Prior art date
Application number
BE9601004A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Den Bergh Engineering Naamloze
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Den Bergh Engineering Naamloze filed Critical Den Bergh Engineering Naamloze
Priority to BE9601004A priority Critical patent/BE1010780A6/nl
Priority to ES97203656T priority patent/ES2163708T3/es
Priority to DE69706640T priority patent/DE69706640T2/de
Priority to EP97203656A priority patent/EP0852203B1/en
Priority to US08/977,500 priority patent/US5895555A/en
Priority to CA002220788A priority patent/CA2220788A1/en
Priority to JP9332064A priority patent/JPH10167241A/ja
Application granted granted Critical
Publication of BE1010780A6 publication Critical patent/BE1010780A6/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C9/00Details of labelling machines or apparatus
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C9/00Details of labelling machines or apparatus
    • B65C9/08Label feeding
    • B65C9/18Label feeding from strips, e.g. from rolls
    • B65C9/1865Label feeding from strips, e.g. from rolls the labels adhering on a backing strip
    • B65C9/1876Label feeding from strips, e.g. from rolls the labels adhering on a backing strip and being transferred by suction means
    • B65C9/188Label feeding from strips, e.g. from rolls the labels adhering on a backing strip and being transferred by suction means the suction means being a vacuum drum
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65CLABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
    • B65C9/00Details of labelling machines or apparatus
    • B65C9/40Controls; Safety devices
    • B65C9/42Label feed control
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1705Lamina transferred to base from adhered flexible web or sheet type carrier
    • Y10T156/1707Discrete spaced laminae on adhered carrier
    • Y10T156/171Means serially presenting discrete base articles or separate portions of a single article
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1744Means bringing discrete articles into assembled relationship
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1744Means bringing discrete articles into assembled relationship
    • Y10T156/1768Means simultaneously conveying plural articles from a single source and serially presenting them to an assembly station
    • Y10T156/1771Turret or rotary drum-type conveyor
    • Y10T156/1773For flexible sheets

Landscapes

  • Labeling Devices (AREA)

Abstract

Etiketteermachine voor het met tussenafstanden aanbrengen van zelfklevende etiketten (4) die zich na elkaar op een substraat (3) in de vorm van van een band bevinden, op een continu bewegende strook (24), welke machine dus een afpelen aanbrengeenheid (7-8) bezit bestaande uit een afpelmechanisme (7) om de etiketten (4) van dit substraat (3) af te pellen en een transport- mechanisme (8) om het substraat (3) naar voornoemd afpelmechanisme (7) te brengen en de afgepelde etiketten (4) op de strook (24) te brengen, daardoor gekenmerkt dat het transportmechanisme (8) om het substraat (3) naar voornoemd afpelmechanisme (7) te brengen en de afgepelde etiketten (4) over te brengen op de strook (24) minstens één transportelement (13;14) bevat voor het transport van het substraat (3) met etiketten (4) naar het afpelmechanisme (7) of een afgepeld etiket (4) naar de strook (24), aandrijfmiddelen (15-17;16-17) om dit transportelement (13;14) met variabele snelheid aan te drijven en middelen (18-19-20;21-22-23) om zonder rechtstreeks contact het substraat (3) met etiketten (4) tegen een gedeelte van het transportelement (13) en/of een afgepeld etiket (4) met de kleefzijde...

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Etiketteermachine. Deze uitvinding heeft betrekking op een etiketteermachine voor het met tussenafstanden aanbrengen van zelfklevende etiketten die zieh na elkaar op een substraat in de vorm van een band bevinden, op een continu bewegende strook, welke machine dus een afpel- en aanbrengeenheid bezit bestaande uit een afpelmechanisme om de etiketten van dit substraat af te pellen en een transportmechanisme om het substraat naar voornoemd afpelmechanisme te brengen en de afgepelde etiketten op de strook te brengen. 



  Dergelijke machines worden onder meer gebruikt om adresetiketten aan te brengen op brieven die als een continue strook worden gedrukt en nadien op maat gesneden worden. 



  Het probleem bij dergelijke machines is dat de etiketten op het substraat op een veel kleinere afstand, meestal slechts 2 tot 4 mm, van elkaar gelegen zijn dan de afstand die tussen hen moet overblijven wanneer ze op de strook zijn gekleefd en die bijvoorbeeld 30 cm kan bedragen. 



  Bij bekende etiketteermachines is het afpelmechanisme een mes dat zieh onmiddellijk boven de strook bevindt zodat de afgepelde etiketten rechtreeks op de strook vallen waar ze door een rol op deze strook worden gedrukt. Het transportmechanisme bestaat uit een oprolmechanisme met een aangedreven rol waarop het lege substraat wordt opgerold, waardoor bijgevolg het substraat met etiketten afgerold wordt van de rol waarop het gerold was en over het mes getrokken wordt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 In deze bekende etiketteermachines wordt voornoemd probleem opgelost door het trekmechanisme intermitterend aan te drijven en dus het substraat opeenvolgend over een afstand over het mes te trekken. 



  Dit betekent dat telkens een etiket moet worden gekleefd op de strook, de rol van het oprolmechanisme vanuit stilstand zeer snel moet versneld worden tot haar omtreksnelheid en dus de snelheid van het substraat gelijk is aan de snelheid van de strook, tijdens het aanbrengen zelf en dus een korte tijd met deze snelheid moet bewegen en daarna zeer snel terug tot stilstand moet komen. 



  Deze opeenvolging van versnellingen en vertragingen van de band met etiketten heeft voor gevolg dat hoge snelheden van de strook niet haalbaar zijn. Deze strook die met een snelheid die tot 375 m/min bedraagt van de drukmachine komt, moet vertraagd worden. 



  Deze uitvinding heeft een etiketteermachine tot doel die dit nadeel en andere nadelen niet bezit en een zeer hoge snelheid van de strook waarop de etiketten moeten worden aangebracht toelaat. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het transportmechanisme om het substraat naar voornoemd afpelmechanisme te brengen en de afgepelde etiketten over te brengen op de strook minstens   één   transportelement bevat voor het transport van het substraat met etiketten naar het afpelmechanisme of een afgepeld etiket naar de strook ; aandrijfmiddelen om dit transportelement met variabele snelheid aan te drijven en middelen om zonder rechtstreeks contact het substraat met etiketten tegen een gedeelte van het transportelement te houden en/of een afgepeld etiket 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 met de kleefzijde naar buiten, tegen een gedeelte van het transportelement te houden zolang het niet op de strook gekleefd is. 



  Zonder de laatstgenoemde middelen is een transport van het substraat door middel van een transportelement dat snel versneld en terug vertraagd wordt niet nauwkeurig mogelijk door de slip die onvermijdelijk zou ontstaan. 



  Zonder de laatstgenoemde middelen kan het transportelement geen afgepelde etiketten transporteren. Middelen die een rechtstreeks contact de etiketten vereisen zijn niet bruikbaar aangezien de afgepelde etiketten met hun kleefzijde naar buiten door het transportelement getransporteerd worden. 



  Bij voorkeur zijn de middelen om het substraat en/of een afgepeld etiket tegen een gedeelte van het transportelement te houden middelen om minstens een gedeelte van de buitenkant van dit transportelement elektrostatisch op te laden, bijvoorbeeld om een elektrisch niet geleidend buitenoppervlak van het transportelement op te laden. 



  Dit transportelement kan een trommel bevatten en de aandrijfmiddelen kunnen een elektrische motor bevatten die binnenin de trommel gelegen is. 



  Deze trommel kan licht uitgevoerd worden uit composietmateriaal, dit is kunststof versterkt met vezels, dat aan de buitenzijde bekleed is met een elektrostatisch oplaadbare laag. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het transportmechanisme twee transportelementen, waartussen 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 het afpelmechanisme is opgesteld, een eerste transportelement voor het substraat met etiketten en een tweede transportelement om de afgepelde etiketten met hun kleefzijde naar buiten van het eerste transportelement over te nemen en tot op de strook te brengen ; en zijn voornoemde aandrijfmiddelen middelen om de twee transportelementen afzonderlijk aan te drijven met variëerbare snelheid op zulke wijze dat een op de strook aan te brengen etiket eerst door het eerste transportelement tot een tussensnelheid wordt versneld en na het afpellen verder versneld wordt tot de gewenste snelheid voor het kleven op de strook ;

   en bij minstens het tweede transportelement voor de etiketten middelen aanwezig zijn om de etiketten tijdens hun transport door dit transportelement tegen een gedeelte van de buitenkant van de buitenkant van dit tweede transportelement te houden zolang ze niet op de strook gekleefd zijn. 



  Een afgepeld etiket wordt niet rechtstreeks op de strook aangebracht maar op het tweede transportelement, met de kleefzijde naar buiten. Het versnellen van de etiketten kan in twee stappen worden uitgevoerd, een eerste stap door het eerste transportelement en een tweede stap door het tweede transportelement, waardoor de twee transportelementen elk een kleinere versnelling moeten uitvoeren dan wanneer één transportelement de volldige versnelling moet verwezenlijken. 



  De aandrijfmiddelen zijn bij voorkeur zodanig dat de omtreksnelheid van het eerste transportelement kan variëren tussen stilstand en een maximum omtreksnelheid en de omtreksnelheid van het tweede transportelement kan variëren tussen een omtreksnelheid die gelijk is aan of kleiner is dan de maximum omtreksnelheid van het eerste 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 transportelement en de gewenste omtreksnelheid die overeenkomt met de snelheid van het etiket tijdens het aanbrengen op de strook, waarbij op het ogenblik dat een etiket afgepeld wordt beide transportelementen dezelfde omtreksnelheid bezitten. 



  Het tweede transportelement kan in beweging blijven met als minimum omtreksnelheid de maximum omtreksnelheid van het eerste transportelement. 



  De etiketteermachine kan een vacuümkamer bevatten die voor het transportelement is opgesteld en een voedingsmechanis me voor het toevoeren van substraat met etiketten aan de vacuümkamer zodanig dat zich daarin steeds een buffervoorraad van substraat met etiketten bevindt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een etiketteermachine volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een vooraanzicht weergeeft van een etiketteermachine volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
III-III in figuur 2, op nog grotere schaal getekend ; figuur 4 een grafiek weergeeft met de rotatiesnelheid van de motoren van de etiketteermachine van de figuren
1 tot 3 in functie van de tijd. 



  De etiketteermachine weergegeven in figuur 1 bevat een verrijdbaar gestel l waarop van boven naar onder in 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 hoofdzaak volgende onderdelen gemonteerd zijn : een drager 2 voor een opgerold substraat 3 met etiketten 4, een voedingsmechanisme 5 voor dit substraat 3, een vacuümkamer 6, en een afpel-en aanbrengeenheid bestaande uit een afpelmechanisme 7 en een transportmechanisme 8. 



  De drager 2 is een horizontale as die bovenaan op het gestel 1 is vastgemaakt en waarop een op zichzelf opgerold of op een rol opgerolde band bestaande uit een substraat 3, bijvoorbeeld uit met siliconen bekleed papier en uit daarop met een kleine afstand van enkele millimeter, bijvoorbeeld 3, 16 mm aangebrachte zelfklevende etiketten 4 die met hun langsrichting dwars op de langsrichting van het substraat 3 gericht zijn. 



  Het voedingsmechanisme 5 bevat een op het gestel 1 gelagerde en door een elektrische motor 9 gedreven trommel 10 en een spanrol 11 tussen de trommel 10 en de drager 2. 



  De vacuümkamer 6 sluit aan op een vacuümpomp 12 en is voldoende groot om een buffervoorraad van het substraat 3 met etiketten 4 te bevatten. In deze vacuümkamer 6 zijn niet in de figuren weergegeven detectoren zoals fotocellen opgesteld die in functie van de voorraad van het substraat 3 in de vacuümkamer 6 de motor 9 van het voedingsmechanisme 5 besturen. 



  Het transportmechanisme 8 bevat twee transportelementen, namelijk een eerste transportelement dat door een trommel 13 gevormd is en een tweede transportelement dat door een trommel 14 gevormd is, waartussen het afpelmechanisme 7 gelegen is. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Het transportmechanisme 8 bevat ook aandrijfmidelen 15-16-17 voor het aandrijven van de trommels 13 en 14 en bestaande uit motoren 15 en 16 en uit een besturing 17 van deze motoren. 



  Het transpormechanimsme 8 bevat verder middelen 18-19-20 om zonder rechtstreeks contact met het substraat 3 dit laatste tijdens zijn transport tegen een gedeelte van de trommel 13 te houden en middelen 21-22-23 om zonder rechtstreeks contact met de afgepelde etiketten 4 deze etiketten 4 tegen een gedeelte van de trommel 14 te houden tot ze op de strook 24 gekleefd zijn. 



  Deze strook 24 is bijvoorbeeld een kettingformulier waarop op regelmatige afstanden van elkaar, bijvoorbeeld op elk blad, een etiket 4 moet gekleefd worden. 



  Zoals in detail weergegeven is in figuur 2 zijn voornoemde middelen 18-19-20 middelen om een gedeelte van de buitenkant van de trommel 13, namelijk zijn mantel, elektrostatisch op te laden en bestaan deze middelen 18-19-20 uit, enerzijds, een elektrisch niet geleidend en elektrostatisch oplaadbare bekleding 18 van de mantel van de trommel 13 en, anderzijds, twee elektroden 19 en 20 waartussen een spanningsveld wordt gecreëerd, die diametraal tegenover elkaar op een kleine afstand van de omtrek van de trommel 13 opgesteld zijn, zodanig dat een van de elektroden tegenover een gedeelte van de trommel 13 gelegen is waarmee het substraat 3 tijdens zijn transport in contact is. 



  Deze elektroden 19 en 20 staan in verbinding met een niet in de figuren weergegeven spanningsbron met een zeer hoge spanning, van bijvoorbeeld 15 kV, die aan de elektroden 19 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 en 20 een tegengestelde maar cyclisch omwisselende polariteit geeft. Deze elektroden 19 en 20 veroorzaken een positieve en een negatieve spanning of elektrostatische lading op verschillende gedeelten van de bekleding 18 van de trommel 13. 



  De elektrostatisch oplaadbare bekleding 18 is in het bijzonder een kunststofbekleding, bijvoorbeeld een folie van hogedrukpolyethyleen. 



  De middelen 21-22-23 die bij de trommel 14 behoren zijn op analoge manier middelen om de buitenkant van de trommel 14 elektrostatisch op te laden die gevormd zijn door, enerzijds, een zelfde elektrisch geleidende en elektrostatisch oplaadbare bekleding 21 van de mantel van de trommel 14 en, anderzijds, twee elektroden 22 en 23 waartussen een cyclisch van richting wisselend spanningsveld wordt gevormd waarbij een elektrode tegenover het gedeelte van de trommel 14 opgesteld is waardoor een etiket 4 getransporteerd wordt en de andere elektrode diametraal ertegenover gelegen is. 



  In een variante kan de elektrische oplading van de elektrostatisch oplaadbare bekleding 18 of 21 verkregen worden door in plaats van twee elektroden slechts   één   enkele elektrode te gebruiken die de trommel 13 of 14 grotendeels omringt terwijl tussen de uiteinden van deze elektrode dan een ontlader is opgesteld. 



  De trommel 13 bestaat uit een zeer dunne wand, van bijvoorbeeld 0, 6 mm dik, uit een zeer sterk en licht materiaal, in het bijzonder een composietmateriaal, dit is kunststof versterkt met vezels zoals glasvezels of 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 koolstofvezels, waarbij de mantel aan de buitenkant bekleed is met voornoemde bekleding 18 respectievelijk 21. 



  Het totale gewicht van de trommel 13 is uiterst klein, bijvoorbeeld minder dan 50 g zodat de inertie van deze trommel 13 ook zeer klein is. 



  De trommel 13 is, zoals in detail is weergegeven in figuur 3 aan een uiteinde open en nabij dit uiteinde door middel van lagers 25 gelagerd rond de behuizing 26 van de motor 15 die deze trommel 13 aandrijft en die zich dus binnen de trommel 13 bevindt. 



  Deze motor 15 is onder tussenkomst van zijn behuizing 26 vastgemaakt op het   gestel l.   De as 27 van deze motor 15 is vastgemaakt aan het gesloten uiteinde van de trommel 13. 



  De trommel 14 is identiek aan de trommel 13 en op dezelfde manier draaibaar gemonteerd rond de motor 16 die hem aandrijft. 



  De snelheid waarmee de motor 15 de trommel 13 aandrijft of de motor 16 de trommel 14 aandrijft kan beperkt worden door verhitting van de motor 15 of 16. Om een hoger snelheid toe te laten kan in dergelijke gevallen een koelmechanimse voorzien zijn om de motor 15 of 16 op negatieve temperaturen te onderkoelen. 



  Het afpelmechanisme 7 bestaat uit een mes 28 dat tussen de trommels 13 en 14 is vastgemaakt aan het gestel l en praktisch tegen de trommel 14 een rand bezit waarrond het substraat 3 door een boven het mes 28 opgestelde rol 29 gedwongen wordt over een hoek van nagenoeg 180 graden om te plooien. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Tussen zijn voornoemde rand en de trommel 13 vormt het mes 28 een geleiding voor het substraat 3 met de etiketten 4. 



  Boven de trommel 13 zijn nog een aantal geleidingsrollen 30 aangebracht voor het geleiden van het substraat 3 van de vacuümkamer 6 naar de trommel 13 en een aantal geleidingsrollen 31 voor het geleiden van het lege substraat 3 vanaf de rol 29, over een gedeelte van de omtrek van de trommel 13 en verder naar een afvoermechanisme 32 dat bestaat uit twee rollen 33 en 34 waartussen het substraat 3 geklemd wordt en die aangedreven worden door motoren 35. 



  Deze rollen 33 en 34 kunnen in een variante vervangen worden door messen. 



  Onder dit afvoermechanisme 32 is een afvoergoot 36 gelegen die uitgeeft op een afvalbak of op een oprolmechanisme voor het lege substraat 3. 



  Voornoemde besturing 17 bestuurt de motoren 15 en 16 voor het aandrijven van de trommels 13 en 14 afzonderlijk in functie van gegevens die op een ermee verbonden besturingspaneel 37 door de gebruiker worden ingebracht en in functie van gegevens van twee detectoren 38 en 39 en een encoder 40. 



  De detectoren 38 en 39 die een etiket 4 kunnen detecteren en bijvoorbeeld fotocelen zijn, zijn respectievelijk juist voorbij de rand van het mes 28, daar waar een losgemaakt etiket 4 de trommel 14 raakt en op een afstand daarvan tegenover de trommel 14, opgesteld. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 De encoder 40 is tegenover de strook 24 gelegen en detecteert merktekens om zo informatie te geven over de positie en dus over de snelheid van de strook 24. 



  De besturing 17 bestuurt de motoren 15 en 16 op zulkdanige wijze dat de trommels 13 en 14 in tegengestelde zin aangedreven worden met een variërende snelheid, waarbij de trommel 13 kan versneld worden van stilstand tot een bepaalde snelheid en trommel 14 van nagenoeg deze bepaalde snelheid kan versneld worden tot zijn omtreksnelheid die gelijk is aan de snelheid van de strook 24, zoals hierna bij de uiteenzetting van de werking meer in detail zal beschreven worden. 



  De werking van de hiervoor beschreven etiketteermachine is eenvoudig en als volgt. 



  Een rol van substraat 3 met etiketten 4 wordt op de drager 2 geplaatst en het begin van het substraat 3 wordt over het voedingsmechanisme 5 en de vacuümkamer 6 tot in de afpelen aanbrengeenheid 7-8 gebracht. 



  De strook 24 waarop de etiketten 4 moeten worden aangebracht, wordt langs de onderkant van de trommel 14 geleid. 



  Op het besturingspaneel 37 worden de verschillende parameters ingesteld zoals afmetingen van de etiketten 4, hun onderlinge afstand en de afstand tussen de etiketten op de strook 24. 



  Nadat de machine gestart werd, zorgt het voedingsmechanisme 5 ervoor dat er voldoende voorraad van het substraat 3 in de vacuümkamer 6 aanwezig is opdat het substraat 3 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 spanningsloos aan het transportmechanisme 8 zou toegevoegd worden. 



  De besturing 17 bestuurt de motor 15 van de trommel 13 zo dat het rotatiesnelheid ervan   varieert   volgens de lijn 41 in de grafiek weergegeven in figuur 4 die het toerental per minuut V weergeeft in functie van de tijd t in milliseconden. 



  Hierdoor wordt het substraat 3 met de etiketten 4 erop, dat door de elektrostatische oplading van de bekleding 18 tengevolge van het elektrische veld tussen de elektroden 19 en 20 tegen de trommel 13 wordt getrokken, zonder enige slip met deze trommel 13 mee verplaatst zoals in figuur 2 is aangeduid door de pijlen 42. Hierbij wordt de trommel 13 versneld van stilstand tot een maximum snelheid V1 die overeenkomt met een intermediaire snelheid van een etiket 4 en bijvoorbeeld 800 toeren per minuut bedraagt. 



  Deze versnelling wordt door de besturing 17 gestart op het ogenblik dat ze een signaal van de encoder 40 ontvangt. De trommel 13 wordt een korte tijd met zijn voornoemde maximum snelheid gewenteld en daarna gestopt. 



  De volledige hiervoor beschreven versnelling en vertraging van de trommel 13 geschiedt in enkele milliseconden en komt overeen met de afmeting volgens de omtrek van de trommel 13 van   één   etiket 4 en een tussenafstand tussen twee etiketten 4. 



  Dit betekent dat tijdens deze cyclus   één   etiket 4 voorbij de rand van het mes 28 geduwd en getrokken wordt en dus één etiket 4 door dit mes 28 afgepeld wordt en, in de periode dat de trommel 13 met zijn maximum snelheid V1 wentelt en 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 het etiket 4 dus met de intermediaire snelheid verplaatst wordt, overgedragen wordt aan de trommel   14.   



  Het lege substraat 3 wordt over dezelfde afstand verplaatst als het etiket 4 tijdens de hiervoor beschreven verplaatsing ervan, en het lege substraat wordt door de elektrostatische lading van de bekleding 18 van de trommel 13 tegen deze laatste aangetrokken, aan de tegenoverliggende kant als het substraat 3 met de etiketten 4 en dus naar het afvoermechanisme 32 gebracht. 



  Op het ogenblik van de overdracht van het afgepelde etiket 4 bestuurt de besturing 17 de motor 16 van de trommel 14 op zulkdanige wijze dat deze trommel 14 op voornoemde maximum snelheid in tegengestelde zin wentelt en dus de omtreksnelheid van deze trommel 14 gelijk is aan VI. 



  Juist voordien werd, zoals weergegeven door de lijn 43 in de grafiek van figuur 4, de trommel 14 vertraagd van een hoger toerental, bijvoorbeeld 1150 toeren per minuut tot voornoemde snelheid. 



  Zodra de detector 38 detecteert dat een etiket 4 voorbij is, hetgeen betekent dat dit etiket 4 zich volledig op de trommel 14 bevindt, met de lijmlaag naar buiten, doet de besturing 17 de motor 16 versnellen tot zijn maximumsnelheid V2. 



  Dit etiket 4 wordt door de elektrostatische oplading van de bekleding 21 tengevolge van het elektrische veld tussen de elektroden 22 en 23 tegen de trommel 14 getrokken en met deze trommel 14 mee verplaatst zoals in figuur 2 weergegeven is door de pijlen. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 De versnelling start wanneer de detector 39 het begin van het etiket 4 waarneemt, dit is na een wenteling van ongeveer 38  van de trommel 14, waarna deze trommel 14 verder gedreven wordt met zijn maximum snelheid V2, die overeenkomt met een omtreksnelheid die gelijk is aan de snelheid van de strook 24, gedurende voldoende tijd opdat het etiket 4 de strook 24 zou bereiken en door het contact van deze strook 24 met de trommel 14 op de strook 24 zou worden gekleefd. 



  Daarna beveelt de besturing 17 opnieuw het vertragen van de motor 16 tot de tussensnelheid VI zoals weergegven door de lijn 43 in figuur 4. 



  De hiervoor beschreven cyclus wordt herhaald voor het aanbrengen van een volgend etiket 4 op de strook 24. 



  Door de besturing 17 worden de snelheden van de trommels 13 en 14 juist op elkaar afgestemd zodanig dat een etiket 4 dus eerst tot op een tussensnelheid wordt versneld op de trommel 13, op deze snelheid overgenomen wordt door de trommel 14 en vervolgens verder versneld tot snelheid van de strook 24 om bij deze snelheid op de continu bewegende strook 24 te worden gekleefd. 



  De snelheid van deze strook 24 kan door de versnelling in twee stappen en de kleine inertie van de trommels 13 en 14 die een snelle versnelling mogelijk maken, relatief hoog zijn. 



  De trommel 10 van het voedingsmechanisme 5 kan in een variante op analoge manier geconstrueerd zijn rond de motor 9 als de trommels 13 en 14 en dus ook een elektrostatisch 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 oplaadbare bekleding bevatten die door elektroden kan worden opgeladen. 



  Het is niet noodzakelijk dat het substraat 3 met de etiketten 4 tegen een gedeelte van de trommel 13 gehouden wordt door elektrostatische oplading. Andere middelen kunnen hiertoe worden aangewend in zoverre ze weinig of geen weerstand bieden tegen de veranderingen in snelheid van de trommel 13 of met andere woorden geen rechtstreeks contact maken met dit substraat. 



  Hetzelfde geldt voor de etiketten 4 tegen de trommel 14, alhoewel hier moet rekening gehouden worden dat het etiket met zijn lijm naar buiten gericht is en dus geen elementen tegen deze lijmlaag mogen gebracht worden. 



  Zo kunnen in een variante voornoemde middelen om een gedeelte van de trommel 13 of 14 elekrostatisch op te laden vervangen worden door middelen om een vacuüm te creëren aan de binnenkant van de trommel 13 of 14 die dan van op zijn buitenkant uitgevende openingen is voorzien. 



  Deze uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke etiketteermachine kan in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

Conclusies.
1.-Etiketteermachine voor het met tussenafstanden aanbrengen van zelfklevende etiketten (4) die zieh na elkaar op een substraat (3) in de vorm van van een band bevinden, op een continu bewegende strook (24), welke machine dus een afpel- en aanbrengeenheid (7-8) bezit bestaande uit een afpelmechanisme (7) om de etiketten (4) van dit substraat (3) af te pellen en een transportmechanisme (8) om het substraat (3) naar voornoemd afpelmechanisme (7) te brengen en de afgepelde etiketten (4) op de strook (24) te brengen, daardoor gekenmerkt dat het transportmechanisme (8) om het substraat (3) naar voornoemd afpelmechanisme (7) te brengen en de afgepelde etiketten (4) over te brengen op de strook (24) minstens één transportelement (13 ;
2.-Etiketteermachine volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen (18-19-20 ; 21-22-23) om het substraat (3) en/of een afgepeld etiket (4) tegen een gedeelte van het transportelement (13 ; 14) te houden middelen zijn om minstens een gedeelte van de buitenkant <Desc/Clms Page number 17> van dit transportelement (13 ; 14) elektrostatisch op te laden.
3.-Etiketteermachine volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen (18-19-20 ; 21-22-23) middelen zijn om een elektrisch niet geleidend buitenoppervlak van dit transportelement (13 ; 14) elektrostatisch op te laden.
4.-Etiketteermachine volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen (18-19-20 ; 21-22-23) om elektrostatisch op te laden een elektrostatische oplaadbare bekleding (18 ; 21) van het transportelement (13 ; 14) bevatten en twee tegenover elkaar aan weerszijden van dit transportelement (13 ; 14) geplaatste elektroden (19 en 20 ; 22 en 23).
5.-Etiketteermachine volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen om het substraat (3) en/of een afgepeld etiket (4) tegen een gedeelte van het transportelement (13 ; 14) te houden, middelen zijn om een vacuüm binnen het transportelement (13 ; 14), dat van op zijn buitenkant uitgevende openingen vooraien is, te creëren.
6.-Etiketteermachine volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het transportelement (13 ; 14) een trommel bevat.
7.-Etiketteermachine volgens conclusie 6, daardoor EMI17.1 gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (15-17 16-17) van een trommel (13 een elektrische motor (15 bevatten die binnenin de trommel (13 opgesteld is. <Desc/Clms Page number 18>
;8.-Etiketteermachine volgens conclusie 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de trommel (13 ; 14) uitgevoerd is uit composietmateriaal.
9.-Etiketteermachine volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat het transportmechanisme (8) twee transportelementen (13 en 14) bevat, waartussen het afpelmechanisme (7) is opgesteld, een eerste transportelement (13) voor het substraat (3) met etiketten (4) en een tweede transportelement om de afgepelde etiketten (4) met hun kleefzijde naar buiten van het eerste transportelement (13) over te nemen en tot op de strook (24) te brengen ; dat voornoemde aandrijfmiddelen (15-17 ;
16-17) middelen zijn om de twee transportelementen (13 en 14) afzonderlijk aan te drijven met variëerbare snelheid op zulke wijze dat een op de strook (24) aan te brengen etiket (4) eerst door het eerste transportelement (13) tot een tussensnelheid (VI) wordt versneld en na het afpellen verder versneld wordt tot de gewenste snelheid (V2) voor het kleven op de strook (24) ; en dat bij minstens het tweede transportelement (14) middelen (21-22-23) aanwezig zijn om de etiketten (4) tijdens hun transport door dit transportelelement (14) tegen een gedeelte van de buitenkant van dit tweede transportelement (14) te houden zolang ze niet op de strook (24) gekleefd zijn.
10.-Etiketteermachine volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (15-16-17) zodanig zijn dat de omtreksnelheid van het eerste transportelement (13) kan variëren tussen stilstand en een maximum omtreksnelheid en de omtreksnelheid van het tweede transportelement (14) kan variëren tussen een omtreksnelheid die gelijk is aan of kleiner is dan de maximumsnelheid van het eerste transportelement (13) en de gewenste omtreksnelheid die <Desc/Clms Page number 19> overeenkomt met de snelheid van het etiket (4) tijdens het aanbrengen op de strook (24), waarbij op het ogenblik dat een etiket (4) afgepeld wordt beide transportelementen (13 en 14) dezelfde omtreksnelheid bezitten.
11.-Etiketteermachine volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het transportmechanisme (8) middelen (18-19-20) bevat om het substraat (3) met etiketten (4) tijdens zijn transport tegen een gedeelte van het eerste transportelement (13) te houden.
12.-Etiketteermachine volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat voornoemde middelen (18-19-20) gelijkaardig zijn aan de middelen (21-22-23) om de etiketten (4) tegen een gedeelte van het tweede transportelement (14) te houden.
13.-Etiketteermachine volgens conclusies 6 en 9, daardoor gekenmerkt dat beide transportelementen (13 en 14) trommels zijn en de aandrijfmiddelen (15-17 ; 16-17) deze trommels in tegengestelde zin aandrijven.
14.-Etiketteermachine volgens een van de conclusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (15-17 ; 16-17) een besturing (17) bevatten die aangesloten is op een encoder (40) die gegevens over de strook (24) detecteert en op twee detectoren (38 en 39) die opgesteld zijn tegenover het tweede transportelement (14), waarvan er één (38) opgesteld is tegenover de plaats waar een afgepeld etiket (4) met dit transportelement (14) in contact komt.
14) bevat voor het transport van het substraat (3) met etiketten (4) naar het afpelmechanisme (7) of een afgepeld etiket (4) naar de strook (24) ; aandrijfmiddelen (15-17 ; 16-17) om dit transportelement (13 ; 14) met variabele snelheid aan te drijven en middelen (18-19-20 ; 21-22-23) om zonder rechtstreeks contact het substraat (3) met etiketten (4) tegen een gedeelte van het transportelement (13) en/of een afgepeld etiket (4) met de kleefzijde naar buiten, tegen een gedeelte van het transportelement (14) te houden zolang het etiket (4) niet op de strook (24) gekleefd is.
15.-Etiketteermachine volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze een vacuümkamer (6) bevat die voor het transportelement (13 ; 14) is opgesteld en een voedingsmechanisme (5) voor het toevoeren van substraat <Desc/Clms Page number 20> (3) met etiketten (4) aan de vacuümkamer (6) zodanig dat zieh daarin steeds een buffervoorraad van substraat (3) met etiketten (4) bevindt.
BE9601004A 1996-12-03 1996-12-03 Etiketteermachine. BE1010780A6 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9601004A BE1010780A6 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Etiketteermachine.
ES97203656T ES2163708T3 (es) 1996-12-03 1997-11-22 Maquina de etiquetar.
DE69706640T DE69706640T2 (de) 1996-12-03 1997-11-22 Etikettiervorrichtung
EP97203656A EP0852203B1 (en) 1996-12-03 1997-11-22 Labelling machine
US08/977,500 US5895555A (en) 1996-12-03 1997-11-24 Labelling machine
CA002220788A CA2220788A1 (en) 1996-12-03 1997-12-02 Labelling machine
JP9332064A JPH10167241A (ja) 1996-12-03 1997-12-02 ラベル貼り機

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9601004A BE1010780A6 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Etiketteermachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010780A6 true BE1010780A6 (nl) 1999-01-05

Family

ID=3890123

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9601004A BE1010780A6 (nl) 1996-12-03 1996-12-03 Etiketteermachine.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5895555A (nl)
EP (1) EP0852203B1 (nl)
JP (1) JPH10167241A (nl)
BE (1) BE1010780A6 (nl)
CA (1) CA2220788A1 (nl)
DE (1) DE69706640T2 (nl)
ES (1) ES2163708T3 (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1175348B1 (en) * 1999-05-06 2005-09-14 Sonoco Ltd. Label transfering system
US6814217B2 (en) 2000-02-02 2004-11-09 The Procter And Gamble Company Method and apparatus utilizing servo motors for placing parts onto a moving web
US6450321B1 (en) 2000-07-21 2002-09-17 The Procter & Gamble Company Method and apparatus utilizing servo motors for placing parts onto a moving web
US6543505B1 (en) 2000-04-21 2003-04-08 Koch Equipment, Llc Empty package detector for labeling apparatus
US6811019B2 (en) * 2001-06-29 2004-11-02 The Procter & Gamble Company Method and apparatus utilizing servo motors for placing parts onto a moving web
US8012279B2 (en) * 2003-09-20 2011-09-06 Herma Gmbh Labeling method and device
UA76793C2 (en) * 2004-05-28 2006-09-15 Serhii Oleksandrovy Zhuravliov Method and machine for application of labels from infinite polymeric tape on the containers
US8100253B2 (en) 2009-06-30 2012-01-24 The Procter & Gamble Company Methods and apparatuses for transferring discrete articles between carriers
KR101211781B1 (ko) * 2009-12-23 2012-12-12 삼성에스디아이 주식회사 라벨 부착 장치
WO2011091851A1 (en) * 2010-01-29 2011-08-04 Sidel S.P.A. Labelling machines applying self-adhesive labels
US8820513B2 (en) 2012-04-16 2014-09-02 The Procter & Gamble Company Methods for transferring discrete articles
US8607959B2 (en) 2012-04-16 2013-12-17 The Procter & Gamble Company Rotational assemblies and methods for transferring discrete articles
US8720666B2 (en) 2012-04-16 2014-05-13 The Procter & Gamble Company Apparatuses for transferring discrete articles
US8833542B2 (en) 2012-04-16 2014-09-16 The Procter & Gamble Company Fluid systems and methods for transferring discrete articles
CN104736112A (zh) 2012-10-23 2015-06-24 宝洁公司 用于将离散制品传送到纤维网上的方法
US9463942B2 (en) 2013-09-24 2016-10-11 The Procter & Gamble Company Apparatus for positioning an advancing web
US9682830B2 (en) 2015-01-02 2017-06-20 The Procter & Gamble Company Apparatuses for transferring articles and methods of making the same
US9475654B2 (en) 2015-01-02 2016-10-25 The Procter & Gamble Company Apparatuses for transferring articles and methods of making the same
US9428343B2 (en) 2015-01-02 2016-08-30 The Procter & Gamble Company Apparatuses for transferring articles and methods of making the same
US9511951B1 (en) 2015-06-23 2016-12-06 The Procter & Gamble Company Methods for transferring discrete articles
US9511952B1 (en) 2015-06-23 2016-12-06 The Procter & Gamble Company Methods for transferring discrete articles

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US287957A (en) * 1883-11-06 Electrical apparatus for and method of controlling paper
DE2853033A1 (de) * 1978-12-08 1980-06-12 Dieter Delecate Vorrichtung zum herstellen von folien- kraftfahrzeugschildern
US4347094A (en) * 1979-04-05 1982-08-31 Sawara Mfg. Works Co., Ltd. Label applying apparatus
US4842660A (en) * 1986-03-28 1989-06-27 New Jersey Machine, Inc. Continuous motion pressure sensitive labeling system and method
DE9102676U1 (nl) * 1991-03-06 1991-05-23 Krones Ag Hermann Kronseder Maschinenfabrik, 8402 Neutraubling, De
EP0568414B1 (en) * 1992-04-23 1997-06-04 Fujikura Ltd. Apparatus and method for manufacturing of flexible flat cable by bonding sheet material

Also Published As

Publication number Publication date
DE69706640T2 (de) 2002-05-02
ES2163708T3 (es) 2002-02-01
US5895555A (en) 1999-04-20
DE69706640D1 (de) 2001-10-18
CA2220788A1 (en) 1998-06-03
EP0852203A1 (en) 1998-07-08
JPH10167241A (ja) 1998-06-23
EP0852203B1 (en) 2001-09-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010780A6 (nl) Etiketteermachine.
EP0031383B1 (en) Apparatus for adhering labels
US4707211A (en) Linerless thermal label printer and applicator
JP2567280B2 (ja) 直線型ラベル貼付機械
US5776289A (en) Apparatus and method for applying labels using static electrical attraction
US5674345A (en) Linerless label printer applicator
US4680080A (en) Apparatus for producing labels
US3721601A (en) Address labeler means
US5497701A (en) Method and apparatus for printing linerless media having an adhesive backing
US7036763B2 (en) Winding apparatus and method for performing a change of winding tube in a winding apparatus
US5256239A (en) Continously moving web pressure-sensitive labeler
US5322230A (en) Method and apparatus for preparing a replacement paper roll for flying roll change, particularly to supply paper to a rotary printing press
US4003780A (en) Tape dispensing apparatus
US4252307A (en) Sheet feed and transport
US3309960A (en) Photographic reproducing apparatus
JPH0132089B2 (nl)
JPH04255341A (ja) 封筒を作成する方法および装置
JP2001315732A (ja) ラベル貼り付け装置
US3611671A (en) Packaging apparatus
US4281335A (en) Electrostatic label printing system
GB2046699A (en) Method and apparatus for labelling and/or applying foil blanks to bottles
NL8800973A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van prentbriefkaarten alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
WO1996030886A1 (en) Improvements in and relating to lamination of sheet materials
JPH02282035A (ja) ラベル貼着装置
US6230778B1 (en) Device for applying labels to flat mail items

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *VAN DEN BERGH ENG. N.V.

Effective date: 20021203