BE1010320A6

BE1010320A6 - Meerbereikweegschaal op voertuig.

Info

Publication number: BE1010320A6
Application number: BE9600495A
Authority: BE
Original assignee: Solid Bvba
Priority date: 1996-06-04
Filing date: 1996-06-04
Publication date: 1998-06-02

Abstract

Een voertuig (1) welke middelen bezit om haar lading te wegen, met het kanmerkt dat voornoemde middelen een meerbereikweegschaal (2) is, welke een combinatie is van minstens twee elkaar aanvullende weegéénheden, waarbij één weegeenheid A (3) een lading weegt nadat het geladen is, en waarbij minstens één weegeenheid B (4) een lading weegt tussen het begin en het einde van de laadcyclus, waarbij weegeenheid A (3) een groter weegbereik heeft en een grotere gewichtséénheid hanteert, en een weegeenheid B (4) een kleiner weegbereik heeft en een kleinere gewichtséénheid hanteert, waarbij de mogelijke praktische bruikbare weegresultaten (5) van voornoemde weegeenheden A en B, als men ze in waarde van klein naar groot op één lijn stelt, elkaar in waarde maximaal deels overlappen, waarbij de lading van voertuig (1) in haar laadcyclus minstens twee weegeenheden (A en B), achtereenvolgens passeert en/of belast, eerst een weegeenheid B (4), vervolgens een weegeenheid A (3), waarbij ze minstens door één weegeenheid A en/of B gewogen kan worden.

Description

BESCHRIJVING : Meerbereikweegschaal op voertuig
Een voertuig welke is ingelicht met middelen welke de lading kunnen wegen tijdens of na het laden is bekend.

Een probleem welke zieh hierbij dikwijls stelt 1s de nauwkeurigheid van de weeginrichting over een grote range van weegresultaten.

Vb. een gewicht van 2kgr nauwkeurig wegen, maar tevens een gewicht van 15. 000 kgr juist wegen met éénzelfde gewichtseenheid.

2 kgr moet minstens per kgr gewogen worden, 15000 kgr kan niet per kgr gewogen worden met een normale weegschaal.

Intervalwegingen kunnen hier een uitweg bieden, maar worden niet goedgekeurd door de Europese Ijknormen.

De uitvinding biedt hier een oplossing door er in te voorzien dat de laadcyclus minstens twee weegeenheden bezit waardoor de lading of weeglast passeert. Door deze weegeenheden elks een deel van de range te geven welke noodzakelijk is voor de praktijk, bekomt men een meerbereikweegschaal welke een oplossing biedt voor voornoemde probleem. vb. Weegeenheid B van 0 kgr tot 250 kgr- weegeenheid 0, 5 kgr
Weegeenheid A van 251 kgr tot 20. 000 kgr- weegeenheid 10 kgr Naargelang het te wegen gewicht of naargelang de verpakking of type van container, kiest men voor weegeenheid A of B.

De uitvinding kan er ook in voorzien dat de weegeenheid B bv weegt van 0 tot 500 kgr, en de weegeenheid A weegt vanaf bv. 200 kgr, zodat zij elkaar maximaal deels overlappen.

Dit kiezen kan verder geautomatiseerd worden via bv. een boordcomputer of PLC.

De weegeenheid A is een totaalweging van de laadbak.

De weegeenheid B is een weging in de laadcyclus, bv. geïntegreerd in de laadinrichting zoals een laadklep of een laadkip-installatie van bv. een afvalverzamelvoertuig.

De aanwezigheid van een totaalweging (opbouwweging) van de laadbak geeft het voordeel dat men extra totaalwegingen kan uitvoeren ten allen tijden. Dit kan interessant zijn bv. voor een afvalvoertuig dat bv. per straat, per regio of per gemeente een subtotaal wil maken.

Tegelijkertijd geeft de uitvinding de mogelijkheid om ook kleine detailwegingen te doen langs de weegeenheid A.

Detailbeschrijving :
EMI2.1
t Een voertuig 1 welke middelen bezit om haar lading te wegen, met het kenmerk dat voornoemde middelen een meerbereikweegschaal 2 is, welke een combinatie is van minstens twee elkaar aanvullende weegéénheden, waarbij een weegeenheid A 3 een lading weegt nadat het geladen is, en waarbij minstens een weegeenheid B 4 een lading weegt tussen het begin en het einde van de laadcyclus, waarbij weegeenheid A 3 een groter weegbereik heeft en een grotere gewichtseenheid hanteert, en een weegeenheid B 4 een kleiner weegbereik heeft en een kleinere gewichtseenheid hanteert, waarbij de mogelijke praktische bruikbare weegresultaten 5 van voornoemde weegeenheden A en B, als men ze in waarde van klein naar groot op een lijn stelt,

elkaar in waarde maximaal deels overlappen, Mogelijke praktische weegresultaten zijn waardes die gemeten worden boven een grens waaronder de relatieve afwijking te groot kan worden, welke grens het minimaal weegvermogen van een weegtoestel inhoudt.

In een verdere uitwerking van de uitvinding passeert en/of belast de lading van voertuig 1 in haar laadcyclus achtereenvolgens

minstens twee weegeenheden (A en B), eerst een weegeenheid B 4, vervolgens een weegeenheid A (3), waarbij ze minstens door een weegeenheid A en/of B gewogen kan worden.

De uitvinding kan er verder in voorzien dat de weegeenheid A 3 een weging doet van de ganse laadbak met evt. toebehoren en laadinrichtingen, gesteund aan het chassis van het voertuig 1.

Verder kan de uitvinding erin voorzien dat de weegeenheid B 4 een laadinrichting 6 houdt, gesteund aan het voertuig 1 eventueel via de laadbak 7.

Ook kan de uitvinding erin voorzien dat de weegeenheid B 4 geintegreerd is in een laadinrichting 6, waarbij ze minstens een ) deel van de voornoemde laadinrichting 6 waaraan of waarop de te wegen lading is geplaatst, houdt, gesteund aan het andere deel van voornoemde laadinrichting 6.

Hierbij kan de weeginstallatie van het type zijn, zoals beschreven wordt in het Europese octrooi nr 0483922.

) De uitvinding biedt verder de mogelijkheid dat de lading een container 9 is welke kan geplaatst worden op of aan een laadinrichting 6 zoals een laadkipinstallatie van een afvalvoertuig.

De uitvinding kan er verder in voorzien dat de lading tijdens het passeren aan een weegeenheid B (4) een container (9) bevat, en bij het aankomen op een wegeenheid A (3) uitgekipt is uit voornoemde container (9).

In een verdere uitwerking kan de uitvinding er in voorzien dat voornoemde laadinrichting 6 een indentificatieapparaat 8 bezit welke een te laden container identificeert en uit de identificatiegegevens bepaald welke weegeenheid hierbij van toepassing is.

Verder voorziet de uitvinding in de mogelijkheid dat met de eerste weegresultaten uit de weegeeheid B 4 wordt afgeleid dat weegeenheid

A 3 van toepassing is. Vb. als gevolgtrekking uit een te hoog gewicht, wat omwille van de nauwkeurigste praktische weegresultaten best kan gewogen worden door weegeenheid B 4.

In een nog verdere uitwerking van de uitvinding kan er in voorzien worden dat een Container welke te zwaar is voor weegeenheid B (4), automatisch geweigerd wordt door de laadinrichting (6) om te laden onder bepaalde omstandigheden.

In een nog verdere uitwerking voorziet de uitvinding in de mogelijkheid dat de weegresultaten van beide weegeenheden A en B afzonderlijk worden getotaliseerd in een afzonderlijk geheugen, en dat het voertuig (1) beschikt over een computer welke opslag )doet van de weeggegevens gekoppeld aan de opgenomen identficatiegegevens, en dat het voertuig (1) beschikt over een computer welke de sturing doet van de aanwezige weegeenheden.

Figuurbeschrijving : FIG. 1 : Afbeelding van een afvalverzamelvoertuig met laadinrichting over de cabine heen.

Laadbak 7 kan een vaste bak, een kipbak of een afrolcontainer zijn.

De weegeenheid A 3 zijn hier weegkomponenten welke gemonteerd zitten tussen het chassis van voetuig 1 en de laadbak 7.

De weegeenheid B 4 zijn weegkomponenten welke gesitueerd zijn in de aangrijpingsvorken van de laadinrichting 6 FIG. 2 : Afbeelding van een afvalverzamelvoertuig met laadinrichting achteraan.

De weegeenheid A 3 zijn hier weegkomponenten welke gemonteerd zitten tussen het chassis van voertuig 1 en de laadbak 7.

De weegeenheid B 4 zijn weegkomponenten welke gesitueerd zijn in de aangrijpingsvorken van de laadinrichting 6 FIG. 3 : Afbeelding van de achterzijde een afvalverzamelvoertuig met laadinrichting achteraan.

De laadinrichting 6 is hier gans geplaatst op weegkomponenten welke de weegeenheid B 4 vormen.

De weging geschiedt dus als tarra de volledige laadinrichting 6 met container 9.

Claims

CONCLUSIES : 1. Een voertuig (1) welke middelen bezit om haar lading te wegen, met h e t k e n m e r k d a t, voornoemde middelen een meerbereikweegschaal (2) is, welke een EMI6.1 combinatie is van 1111nstens twee elkaar aanvullende weegeénheden,waarbij een weegeenheid A (3) een lading weegt nadat het geladen is, en waarbij minstens een weegeenheid B (4) een lading weegt tussen het begin en het einde van de laadcyclus, waarbij weegeenheid A (3) een groter weegbereik heeft en een grotere gewiclitséénheid hanteert, en een weegeenheid B (4) een kleiner weegbereik heeft en een kleinere gewichtseenheid hanteert, waarbij de mogelijke praktische bruikbare weegresultaten (5) van voornoemde weegeenheden A en B,

als men ze in waarde van klein naar groot op een lijn stelt, elkaar in waarde maximaal deels overlappen.
2. Uitvinding volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de lading van voertuig (1) in haar laadcyclus minstens twee weegeenheden (A en B), achtereenvolgens passeert en/of belast, eerst een weegeenheid B (4), vervolgens een weegeenheid A (3), waarbij ze minstens door een weegeenheid A en/of B gewogen wordt.
3. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdere vorige conclusie, met het kenmerk dat de weegeenheid A (3) een weging doet van de ganse laadbak met evt. toebehoren en laadinrichtingen, gesteund aan het chassis vnn het voertuig (1). <Desc/Clms Page number 7>
4. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdeie vorige conclusies, met het kenmerk dat de weegeenheid B (4) een laadinrichting (6) houdt, gesteund aan het voertuig (l) eventueel via de laadbak (7).
5. Uitvinding volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de weegeenheid B (4) geïntegreerd is in een laadinrichting (6), waarbij ze minstens een deel van de voornoemde laadinrichting (6) waaraan of waarop de te wegen lading is geplaatst, houdt, gesteund aan het andere deel van voornoemde Jaadinrichtlng (6).
6. Uitvinding volgens een samengaan van een of meeidere vorige conclusies, met het kenmerk dat de lading tijdens het passeren t aan een weegeenheid B (4) in de landinrichting (6) een container (9) bevat, en bij het. aankomen op een uegeenheid A (3) uitgekipt is uit voornoemde container (9). EMI7.1
7. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdere vorigeconclusies, met het kenmerk dat voornoemde laadinrichting (6) een indentificatieapparaat (8) bezit welke een te laden container identificeert en uit de identificatiegegevens bepaald welke weegeenheid hierbij van ) toepassing is. EMI7.2
8. Uitvinding volgens een samengaan van één of meerdere vorige conclusies, met het kenmerk dat met de eerste weegresultaten uit de weegeeheid B (4) wordt afgeleid dat weegeenheid A (3) van toepassing is.
9. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdeie vorige <Desc/Clms Page number 8> conclusies, met het kenmerk ddt een container welke te zwaar is voor weegeenheid B (4), automatisch geweigerd wordt door de laadinrichting (6) om te laden onder bepaalde omstandigheden.
10. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdere vorige concJusies, met het kenmerk dat de weegresultaten van beide EMI8.1 weegeenheden A en B afzonderlijk worden getutaliseerd in eenafzonderlijk gelangen.
11. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdere vorige conclusies, met het kenmerk dat het voertuig (l) beschikt over een computer welke opslag doet van de weeggegevens gekoppeld aan de opgenomen identficatiegegevens.
12. Uitvinding volgens een samengaan van een of meerdere vorige conclusies, met het kenmerk dat het voertniq (l) beschikt over een computer welke de sturing doet van de aanwezige weegeenheden.