<Desc/Clms Page number 1>
Machine voor het planten van plantgoed in"perspotjes"
Deze uitvinding heeft betrekking op een machine voor her planten van plantgced in een kubusvormige aardkluit : de zogenaamde "perspotjes", waarin we verschillende soorten bladgroenten, zoals bv. sla, andijvie, e.d. aangeboden krijgen.
De uitvinding is bestemd om re worden gemonteerd op een inrichting voor her-net de nodige tussenafstand in de grond vormen van plantgaten.
Het doel van de uitvinding is een nieuwe en originele machine voor te schrijven die met technisch betrouwbare middelen plantjes in de daartoe door een synchroon met deze uitvinding werkende inrichting gemaakte piantgaen op correcte diepte kan deponeren.
De machine is eveneens ontworpen om in uitstekende omstandigheden een zeer hoge plantcapaciteit te bereiken. Tenslotte beoogt de machine volgens de uitvinding jonge plantjes met aan de wortel gehechte aardkluit op de gewenste planzdiepte brengen.
Cm deze doeleinden conform de uitvinding te verwezenlijken, bestaat : de machine hoofdzakelijk uit een tussen twee konisch toelopende geleidingen
EMI1.1
bewegende transportband, waarop de planter de plantjes deponeert, waarna deze verplaatst worden in de richting van een uitduwer, die de plantjes een voor een dwars van de transportband duwt, en ze alzo boven een verticaal geplaatste plantkoker
<Desc/Clms Page number 2>
positioneert, boven op de aanslag van een scharnierende doseerklep, die om beurten onderaan de koker een plantje (uit de vorige slag van de machine) deponeert in een plantgat, enkel met behulp van de zwaartekracht, om daarna (in de volgende slag van de machine) het plantje op de aanslag van de scharnierende doseerklep,
die de koker bovenaan afsluit in de plantkoker te laten vallen, tot tegen een aanslagveer, die onderaan de scharnierende doseerklep zit.
Deze gehele plantmachine wordt op zeer eenvoudige, en bedrijfszekere manier mechanisch aangedreven en gesynchroniseerd door de op-en neer bewegende stamper die de plantgaten in de grond duwt, gedurende een halve werkslag, en door de zwaartekracht aangedreven gedurende de volgende halve werkslag.
Volgens een uitstekend functionerende uitvoeringsvorm is de hogergenoemde scharnierende doseerklep een geplooide stalen lat, onderaan voorzien van een bladveer, om het plantgoed, wanneer dit van de aanslag van de doseerklep in de plantkoker valt, te vertragen zonder beschadiging, en in de koker te houden, tot op het moment van synchronisatie boven het plantgat.
Deze benodigde synchronisatie plantgatplantgoed wordt louter mechanisch gerealiseerd, door de aandrijfstang van de machine, die omlaag geduwd wordt door de plantgatstamper van de dragende machine, en die bij het omlaag duwen, aan de andere kant van zijn scharnierpunt, een aanslag van de doseerklep wegtrekt, waardoor deze laatste doseerklep onderaan opengetrokken wordt door middel van twee trekveren.
De synchronisatie tussen het plaatsen van het plantgoed op de transportband, en het
<Desc/Clms Page number 3>
positioneren boven de plantkoker met behulp van de uitduwer geschied op zeer eenvoudige mechanische wijze door middel van een kettingkettingwieloverbrening enerzijds, die ervoor zorgt dat er bij elke slag van de machine een plantje voor de uitduwer geplaatst is, en door middel van een hefboomsysteem dat door dezelfde kettingwieloverbrenging aangedreven wordt, en dat de uitduwer bekrachtigd via een bij overbelasting ontkoppelbare nok.
Volgens een uitstekend functionerende uitvoeringsvorm is de hogergenoemde transportband een band vervaardigd uit textiel.
Volgens een variante hiervan is hogergenoemde transportband een rubberen band, al dan niet voorzien van profilering.
Volgens een tweede variante is hogergenoemde transportband een metalen band.
De specifieke details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een machine voor het planten van planten in een kubusvormige aardkluit, de zogenaamde perspotjes. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven, en beperkt de uitvinding niet.
De cijfers waarnaar in de tekst verwezen wordt hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een perspectiefvoorstelling van de volledige machine volgens de uitvinding, volledig vrijgemaakt van de omgeving.
Figuur 2 geeft een detail van het bovenaanzicht in de plantkoker.
Figuur 3 geeft een perspectiefzicht op de transportband, de uitduwer en de trechter bovenaan de plantkoker
<Desc/Clms Page number 4>
Figuur 4 geeft een achteraanzicht van de machine.
Figuur 5 geeft een detail van de doseerklep, onderaan voorzien van een bladveer, gemonteerd in de plantkoker.
Figuur 6 toont ons in 3 stappen de beweging van het hefboomsysteem, dat de uitduwer bedient.
Figuur 7 toont ons in 3 stappen de mogelijke verplaatsing van het onderste gedeelte van de plantkoker, de zogenaamde plantkokerverlenging voorzien van wielen om het grondprofiel te volgen, en voorzien van aanaardingsmessen, om de geplante plantjes aan te aarden.
Figuur 8 toont ons in twee stappen de beweging van de transportband bij elke plantslag van de machine.
Figuur 9 toont ons in vier stappen de beweging van de uitduwer, van het begin van een plantslag, tot bij overbelasting.'
Om zich een duidelijk beeld te vormen van de machine volgens de uitvinding, moet men zich eerst voorstellen dat aan de werking van deze machine onmiddellijk een inrichting voorafgaat die zorgt voor het op regelmatige afstand aanbrengen van plantgaten in de grond. Een dergelijke inrichting is bekend en behoort niet tot het wezen van deze uitvinding. Een voorbeeld van een voor het aanbrengen van plantgaten bruikbare inrichting wordt beschreven in het Belgisch octrooi 731. 080 ten name van aanvrager.
Het is dan ook essentieel dat de thans beschreven machine voor het planten in vooraf aangebrachte plantgaten nauw synchroon met deze inrichting moet kunnen werken.
<Desc/Clms Page number 5>
Men zal dus steeds voor ogen houden dat de machine volgens de uitvinding op een raam is bevestigd dat deel uitmaakt van de inrichting voor het aanbrengen van plantgaten. Synchroon met de aandrijving van deze inrichting werkt dus ook de machine die hierna zal worden beschreven.
Sommige frameonderdelen waarop de essentiële elementen van de machine volgens de uitvinding worden gemonteerd, zijn in bepaalde figuren gedeeltelijk of geheel weggelaten. Een voorbeeld van hiervan is frameonderdeel 1
De te planten'perspotjes', die op een correcte wijze in plantgaten moeten worden gedeponeerd,. worden door een of meer bedienaars van de machine op de transportband 2 geplaatst. De plantjes, die tot de in de aanhef genoemde categorie kunnen behoren, worden door deze transportband 2 tussen twee konisch toelopende geleidingen 3 voortgeduwd in de richting van de plantkoker 4 alwaar het eerste plantje op de transportband tegen de aanslag 5 gepositioneerd blijft.
Hierna is het de uitduwer 6 die het plantje dwars bovenop de aanslag van de doseerklep 7 in de vultrechter 8 van plantkoker 4 duwt.
Het is hierbij aansluitend van zeer groot belang dat bij dit uitduwen noch het perspotje, noch het plantje beschadigd worden. Vermits de uitduwer 6 na het uitduwen automatisch ontkoppeld wordt van de aandrijving, doordat volgrol 9, bij het einde van de nuttige werkslag van de uitduwer 6, hefboom 10 zal ontkoppelen van uitduwer 6, door tegen een schuine aanslag aan te lopen, wordt aan deze eis op een eenvoudige en volledige mechanische manier tegemoet gekomen.
<Desc/Clms Page number 6>
Dit alles gebeurt tijdens een halve werkslag, nl. het naar beneden duwen van bedieningshandle 11 door de plantgatstamper van de met de uitvinding samenwerkende machine voor het maken van plantgaten.
Ondertussen zal de handle 11 echter ook kettingwieltje 12 omlaag trekken, waardoor ketting 13 over de dubbele afstand zal bewegen, enerzijds over het in deze richting in vrijloop draaiende kettingwiel 14 dat dient voor aandrijving van de transportband 2, en anderzijds om hefboom 10 te bewegen (om op zijn beurt uitduwer 6 te bedienen).
Tegelijkertijd trekken de trekveren 15 de doseerklep 7 in die positie, dat de aanslag van de doseerklep de bovenkant van de plantkoker 4 afsluit, terwijl de onderkant van de doseerklep 7 voorzien van bladveer 16, de plantkoker onderaan vrijmaakt, waardoor het plantje uit de vorige werkslag in het ervoor voorziene plantgat kan vallen.
Bij de volgende halve werkslag, nl. het terug naar boven bewegen van de plantgatstamper, zal het het tegengewicht 17 zijn, dat handle 11, en kettingwieltje 12 terug omhoog doet bewegen.
Hierdoor zal ketting 13 over de dubbele afstand van het kettingwieltje omhoog bewegen, en hierbij het kettingwiel 14, en ook transportband 2 verplaatsen, waardoor een volgend plantje tot tegen de aanslag 5 geduwd wordt. Tegelijk valt het plantje dat klaarstaat boven de aanslag van doseerklep 7, bij het wegtrekken van deze aanslag in de plantkoker 4 naar beneden, om onderaan in de plantkoker afgeremd te worden door de bladveer 16 van doseerklep 7, en daar gepositioneerd blijven
<Desc/Clms Page number 7>
tot wanneer deze doseerklep de opening onderaan de plantkoker zal vrijmaken, en dit om de plantsynchronisatie te verwezenlijken.
Ondertussen volgen de wielen 18, die schuivend gemonteerd zijn met de plantkokerverlenging over de plantkoker 4, het profiel van het grondoppervlak waarin geplant wordt, terwijl de aanaardingsmessen 19 de grond na het planten zijdelings omwoelt om alzo een vorm van aanaarden te realiseren.
Uit de hierboven gegeven beschrijving van de machine volgens de uitvinding blijkt dus hoe met technisch betrouwbare middelen, niet alleen een correcte plantafstand kan worden gegarandeerd, synchroon met de pas aangebrachte plantgaten, maar wordt het neerzetten van de plant tot op de gewenste diepte in de plantgaten verzekerd.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvorm, en wijzigingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht, voor zover deze binnen het raam vallen van de hieraan toegevoegde conclusies.