BE1009419A5 - Kabelorientatiemiddelen. - Google Patents

Kabelorientatiemiddelen. Download PDF

Info

Publication number
BE1009419A5
BE1009419A5 BE9500466A BE9500466A BE1009419A5 BE 1009419 A5 BE1009419 A5 BE 1009419A5 BE 9500466 A BE9500466 A BE 9500466A BE 9500466 A BE9500466 A BE 9500466A BE 1009419 A5 BE1009419 A5 BE 1009419A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cable
orientation means
resilient element
means according
resilient
Prior art date
Application number
BE9500466A
Other languages
English (en)
Inventor
Win Paul De
Original Assignee
Alcatel Contracting Benelux En
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alcatel Contracting Benelux En filed Critical Alcatel Contracting Benelux En
Priority to BE9500466A priority Critical patent/BE1009419A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1009419A5 publication Critical patent/BE1009419A5/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/58Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/26Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor directly on or in walls, ceilings, or floors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op kabeloriëntatiemiddelen voorzien om ten minste één kabel langs ten minste één voorafbepaald pad te leiden welke kabeloriëntatiemiddelen een behuizing bevatten waarop ter ondersteuning van de kabel(s) een verend element is aangebracht. Volgens de uitvinding is genoemde behuizing per genoemde pad voorzien van een kabelterughoudelement, dat een langs genoemd pad opgesteld kopgedeelte bevat, zodanig dat een tussenruimte aanwezig is tussen genoemd kopgedeelte en genoemd verend element, waarvan de dimensie bepaald is door het verend element, welk kopgedeelte voorzien is om de kabel te overbruggen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    "Kabjlorintatiemiddelen"  
Deze uitvinding heeft betrekking op   kabeloriëntatiemidde1en   voorzien om ten minste één kabel langs ten minste een voorafbepaald pad te leiden, welke   kabeloriëntatiemiddelen   een behuizing bevatten waarop ter ondersteuning van de kabel (s) een verend element is aangebracht. 



   Dergelijke   kabeloriëntatiemiddelen   zijn bekend uit het octrooischrift US 4 900 265. Het verend element bevat twee vleugels die zieh elk om een deel van de kabelmantel slaan. Verder zijn deze bekende   kabeloriëntatiemiddelen   per genoemd pad voorzien van een kabelgeleidingselement voor het geleiden van de kabel (s) langs een voorafbepaald pad. 



   Het nadeel van deze   kabeloriëntatiemiddelen   is dat het kabelgeleidingselement een welbepaalde dimensie heeft, zodat het voorzien is voor kabels waarvan de diameter binnen een   zeer   beperkt bereik gelegen is. 



  Indien een kabel met een te kleine diameter voor het betreffende bereik gebruikt wordt, dan ontstaat er een speling tussen de kabel en het geleidingselement. 



   Het doel van de uitvinding is een oplossing te bieden aan genoemd nadeel, door ervoor te zorgen dat de   kabeloriëntatiemiddelen   voorzien zijn voor het geleiden van kabels, binnen een ruimer bereik van diameters, meer bepaald tot een maximum diameterwaarde, en dit zonder speling. 



   Dit doel wordt bereikt doordat genoemde behuizing per genoemde pad voorzien is van een kabelterughoudelement, dat een langs genoemd pad 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 opgesteld kopgedeelte bevat, zodanig dat een tussenruimte aanwezig is tussen genoemd kopgedeelte en genoemd verend element, waarvan de dimensie bepaald is door het verend element, welk kopgedeelte voorzien is om de kabel te overbruggen. 



   Doordat de dimensie van de tussenruimte tussen genoemd kopgedeelte en genoemd verend element bepaald is door het verend element, wordt de kabel, dankzij de daarop door het verend element uitgeoefende kracht, zonder speling geleid. Aangezien de uitwijking van de veer zich aanpast aan de kabeldiameter, passen de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding voor kabels met een uiteenlopend bereik aan diameters. Wanneer het verend element in zijn rustpositie nagenoeg ter hoogte van genoemd kopgedeelte gelegen is, dan komt de maximale uitwijking van het verend element overeen met de maximale diameter van de kabel die geleid kan worden met de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding. 



   Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is genoemd kabelterughoudelement voorzien om genoemde kabel door wegbuigen verwijderbaar te monteren. Dit laat toe de kabel, wanneer hij bijvoorbeeld dient te worden vervangen of versleten is, op een eenvoudige manier te verwijderen. Bovendien wordt de montage van de kabel vereenvoudigd. 



   Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm is genoemd verend element in hoofdzaak kuipvormig en is genoemd kabelterughoudelement telkens in het verlengde gelegen van een rand van het verend element parallel met genoemde pad. Deze verende elementen zijn gemakkelijk te fabriceren en eenvoudig te bedienen. 



   Volgens een derde voorkeursuitvoeringsvorm vormt genoemd kabelterughoudelement een inham voorzien om er een doorheen kruisende kabel in te weerhouden. Op 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 die manier blijft de kabel in zijn pad eenmaal gemonteerd. 



   Volgens een vierde voorkeursuitvoeringsvorm bevatten de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding een deksel voorzien van ten minste een laag geleidend materiaal, voorzien om op genoemd kabelterughoudelement te rusten en om de kabels af te schermen. Op die manier wordt rond het gedeelte van de kabel dat langs het voorafbepaald pad passeert een kooi van Faraday gevormd. 



   Volgens een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm bevatten de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding een deksel, voorzien om op genoemd kabelterughoudelement te rusten en om op de kabels te drukken. Op die manier blijft de kabel nauwkeurig langs het pad gemonteerd en wordt aldus vermeden dat de kabel vervormd wordt. 



   Volgens een zesde voorkeursuitvoeringsvorm bevat genoemde deksel een groef in zijn longitudinale richting, voorzien om een contact te maken tussen genoemde kabel (s) en het verend element of om genoemde kabel (s) tegen het verend element te drukken. Een contact met het verend element zorgt ervoor dat een aardcontact tussen het omhulsel van de kabel via het verend element mogelijk wordt. 



   Volgens een zevende voorkeursuitvoeringsvorm is genoemd verend element door op de behuizing naast elkaar aangebrachte elementen gevormd. Hierdoor dient de gebruiker een kleinere kracht uit te oefenen op de veer bij het monteren of demonteren van de kabel. 



   Volgens een achtste voorkeursuitvoeringsvorm wordt genoemd verend element gevormd door een gemeenschappelijke ziel en naast elkaar opgestelde vleugels. Dit laat een eenvoudige montage toe van het verend element op de behuizing. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Volgens een negende voorkeursuitvoeringsvorm bevat de behuizing ten minste   een   rail, voorzien om verende elementen en kabelterughoudelementen losneembaar te monteren. Dit levert een modulaire uitvoeringsvorm voor   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding. 



   Volgens een tiende voorkeursuitvoeringsvorm bevat ten minste   een   der onderdelen deksel, verend element en kabelterughoudelement, een laag metaal op zijn omhulsel. Via dit onderdeel kan dan een aardingscontact gerealiseerd worden met het omhulsel van de kabel bij het vormen van genoemde kooi van Faraday. 



   De uitvinding zal nu in detail beschreven worden met behulp van de volgende figuren, die voorkeursuitvoeringsvormen weergeven van   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding, waarin : figuur 1 een perspectief zicht weergeeft van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding ; figuur 2 een detail weergeeft van figuur 1, met een daarin aangebrachte kabel ; figuur 3 een perspectief zieht met uiteengenomen onderdelen weergeeft van   kabeloriëntatiemiddelen   in combinatie met connectoren ; figuur 4 een perspectief zieht zoals figuur 3 weergeeft van   kabeloriëntatiemiddelen,   in combinatie met een deksel ; en figuur 5 een modulaire uitvoeringsvorm weergeeft van   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding. 



   De   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding worden gebruikt om ten minste   een   kabel te leiden, telkens langs   een   voorafbepaald pad. Deze kabels zijn bijvoorbeeld transmissiekabels voor het doorsturen van gegevenssignalen. De   kabeloriëntatie-   middelen volgens de uitvinding zijn ook te gebruiken 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 voor het leiden van elektriciteitskabels, of zelfs PVC of PE buizen, waarin kabels zijn aangebracht. 



   De in figuur 1 weergegeven kabeloriëntatiemiddelen volgens de uitvinding bevatten een behuizing 1, waarop een verend element 2 gemonteerd is. Dit verend element 2 wordt bijvoorbeeld vastgeschroefd op de behuizing 1, maar kan ook bijvoorbeeld hierop gelast worden of met klink- of popnagels bevestigd worden. 



  Volgens een andere uitvoeringsvorm is het verend element en de behuizing uit   een   deel vervaardigd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van spuit- of giettechnieken en hiermee kunststof of metaal te spuiten of te gieten. 



  Aan weerskanten in de langsrichting van het verend element is de behuizing 1 voorzien van kabelterughoudelementen 3. Deze kabelterughoudelementen 3 strekken zieh in hoofdzaak loodrecht   t. o. v.   het bovenvlak van de behuizing 1 uit. 



   Figuur 2 laat een detail zien van figuur 1 waarbij een kabel 5 langs een pad 14 gemonteerd is en door twee kabelterughoudelementen 3 opgesteld langs het pad 14 wordt geleid. De kabel wordt verder ondersteund door het verend element 2. Voor het monteren van een kabel 5 op de   kabeloriëntatiemiddelen   volgens de uitvinding, plaatst de gebruiker de kabel 5 eerst nagenoeg parallel met het pad 14 in de ruimte tussen twee naast elkaar gelegen kabelterughoudelementen 3 en de twee aan de overzijde van het verend element i gelegen kabelterughoudelementen 3. Vervolgens drukt hij op de kabel 5 tegen de veerkracht van het verend element 2 in, zodanig dat het verend element 2 ingedrukt wordt. Hierdoor ontstaat een toegang naar de ruimte gelegen onder het horizontaal kopgedeelte van de twee kabelterughoudelementen 3.

   De gebruiker duwt dan de kabel 5 doorheen deze toegang naar zijn pad 14. Nadien laat de gebruiker de kabel 5 los waardoor het verend element 2 zieh ontspant en de kabel 5 tegen het 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 horizontaal kopgedeelte van de kabelterughoudelementen 3 duwt. 



   Voor het demonteren van de kabel 5, dient de gebruiker op de kabel te drukken tegen de veerkracht van het verend element 2 in, zodanig dat het verend element 2 ingedrukt wordt. Vervolgens wordt de kabel 5 van het pad 14 weggebogen tot hij nagenoeg parallel met het pad   14   naast de terughoudelementen 3 gelegen is. De kabel 5 wordt dan uit de   kabeloriëntatiemiddelen   verwijderd. 



   De kabelterughoudelementen 3 zijn bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in hoofdzaak T-vormig, maar kunnen eveneens een omgekeerde L-vorm bevatten. De kabelterughoudelelementen 3 volgens figuren 1 en 2 bevatten een inham 4, zodanig dat de kabel 5, éénmaal gemonteerd, in de inham geklemd zit. 



   Doordat de kabel 5 ondersteund wordt door een verend element 2, zal   een   bepaalde afmeting van   kabeloriëntatiemiddelen   voorzien zijn voor een reeks kabeldiameters. Het bereik binnen hetwelk de kabeldiameters voor   een   bepaalde afmeting van   kabeloriëntatiemiddelen   mogen variëren, is nagenoeg gelijk aan de maximale verplaatsing van het verend element, voor zover de ruimte gelegen onder het horizontaal kopgedeelte van de   kabeloriëntatiemiddelen   groot genoeg is voor die kabeldiameter. 



   Het verend element 2 bevat bij voorkeur een gemeenschappelijke ziel 6 en aan weerskanten daarvan naast elkaar opgestelde vleugels 7 die onderdeel zijn van het verend element. Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de vleugels door op de behuizing naast elkaar aangebrachte elementen gevormd. 



   Het verend element 2 is bij voorkeur zodanig gedimensioneerd dat de nagenoeg parallel met de kabelterughoudelementen 3 opgestelde randen 8 zo dicht mogelijk nabij de kabelterughoudelementen 3 gelegen zijn, zonder dat zij de kabelterughoudelementen 3 raken. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  In de rusttoestand van het verend element 2 zijn deze randen 8 nagenoeg ter hoogte van de onderste rand van het horizontaal deel van de kabelterughoudelementen 3 gelegen. Dit verzekert een goede klemming van de kabel 5 tussen het kopgedeelte van de kabelterughoudelementen 3 en het verend element 2. Bovendien gaat de kabel 5 hierdoor slechts in geringe mate doorbuigen. 



   De nagenoeg loodrecht met de kabelterughoudelementen 3 gelegen randen 9 van de vleugels 7 van het verend element 2 (met uitzondering van diegene gelegen aan de uiteinden van de behuizing   1)   zijn bij voorkeur telkens ter hoogte van het verticale opstaande deel van de kabelterughoudelementen gelegen. 



  Hierdoor vermijdt men dat de kabel 5, bij zijn montage, in contact zou komen met die randen 9, waardoor de kabel 5 beschadigd zou kunnen worden. 



   In doorsnede heeft het verend element 2 de vorm van een open kuip, nl. een horizontale ziel 6 en aan weerskanten daarvan twee schuin opgestelde vleugels 7. Deze vorm is door eenvoudig plooien te produceren. 



  Bovendien vereist zulk een verend element 2 een niet al te grote kracht om ingedrukt te worden, zodat de gebruiker de kabel 5 gemakkelijk kan monteren en verwijderen, zonder een grote kracht te moeten uitoefenen. 



   Elke vleugel 7 vormt drie vlakken, waarbij een eerste vlak 7.   1 t. o. v.   de ziel een hoek a gelegen tussen 60 en 850 vormt. Een tweede vlak 7. 2, dat aansluit bij het vlak 7. 1, vormt een hoek ss   t. o. v.   de ziel gelegen tussen 20 en 450. Een derde vlak   7.   3,   dat t. o. v.   het vlak   7. 2   een hoek-y vormt gelegen tussen 5 en 300. Bij het monteren van de kabel wordt op de vlakken 7. 2 een neerwaartse kracht uitgeoefend, waardoor de vlakken 7. 1 van elkaar wegbuigen. Het volstaat dus om een geringe kracht op het verend element 2 uit te oefenen en zodoende een ruime toegang te krijgen tot genoemde inham 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 4 van het terughoudelement 3.

   Bij het loslaten van de kabel 5, gaan de vlakken   7. 1   weer naar hun rustpositie terugkeren en zodoende de vlakken   7. 2   opwaarts laten bewegen. Doordat de kabel 5 op de vlakken   7. 2   rust, wordt de kabel 5 hierdoor in de inham 4 geklemd. Het feit dat vlak   7.     3 t. o. v. vlak 7. 2   weggebogen is, heeft tot gevolg dat de rand van het verend element 2 niet in contact komt met de kabel 5 en zodoende deze niet kan beschadigen. Doordat de kabel 5 op de vlakken 7. 2 rust, wordt hij op een ruim gedeelte over zijn pad 14 binnen de   kabeloriëntatiemiddelen   ondersteund. 



   Figuur 3 geeft een perspectief voorstelling weer met uiteengenomen delen van de   kabeloriëntatie-   middelen volgens figuren 1 en 2 in combinatie met connectorenelementen 10, die op een plaat 11 bevestigd worden. De connectoren 10 zijn onmiddellijk na de kabelterughoudelementen 3 opgesteld zodat de kabel 5 die het kabelterughoudelement 3 verlaat nagenoeg aansluitbaar is op de connector 10. Doordat de kabel door de   kabeloriëntatiemiddelen   nauwkeurig georiënteerd werd, kan hij nauwkeurig op de connector worden aangesloten. Connectoren die voor deze toepassing bijvoorbeeld gebruikt worden zijn IDC ("Insulation Displacement Connector") connectoren 21, die elk verbonden zijn met een RJ-45 aansluitconnector 22. Op deze RJ-45 aansluitconnectoren 22 kunnen dan toestellen aangesloten worden. 



   Figuur 4 geeft een perspectief voorstelling weer, zoals figuur 3, in combinatie met een deksel 12. 



  Het deksel 12 is voorzien om op de kabels 5 te drukken, en zodoende de kabel tussen het deksel 12 en het verend element 2 vast te houden,   een   en ander zodanig dat elke kabel 5 nauwkeurig langs zijn pad blijft. Het deksel 12 kan ook voorzien zijn om kabels 5, in het bijzonder kabels 5 met een metalen omhulsel, af te schermen, waarbij het deksel 12 samen met de behuizing 1 en/of de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 plaat 11 dan een kooi van Faraday zal vormen. Hiervoor bevatten het deksel 12 en de behuizing 1 en/of de plaat 11 een laag geleidend materiaal. 



   Bij voorkeur is het deksel 12 voorzien van een groef 13 in zijn longitudinale richting, zodanig dat een goed contact gerealiseerd kan worden tussen de kabels en het verend element 2. 



   Het materiaal waarmee de kabeloriëntatiemiddelen volgens de uitvinding gemaakt zijn kan zowel metaal, een synthetisch materiaal als een combinatie van die twee materialen zijn. Ten minste   een   van de onderdelen deksel 12, verend element 2 en terughoudelement 3 bevat bij voorkeur een laag metaal op zijn omhulsel, zodat men via dit onderdeel een aardingscontact kan realiseren met kabels voorzien van een metalen omhulsel. 



   De in figuur 5 weergegeven   kabeloriëntatie-   middelen geven een modulaire uitvoeringsvorm volgens de uitvinding weer. Op een voetstuk 15 zijn ten minste   een,   maar bij voorkeur twee rails of groeven 20 aangebracht, waarop kabelterughoudelementen 17 te monteren zijn. De kabelterughoudelementen 17 zijn hetzij verschuifbaar hetzij middels inklikken te monteren. De kabelterughoudelementen 17 bevatten elk een basis 18 en aan weerszijden twee omgekeerde L-vormen 19 die zieh nagenoeg loodrecht t. o. v. de basis 18 uitstrekken 11. Op elk kabelterughoudelement 17 is een verend element 16 voorzien. Het verend element 16 is qua opbouw analoog aan het verend element 2 weergegeven in figuur 2 en is opgesteld, in rusttoestand van het verend element, binnen de ruimte begrensd door de kabelterughoudelementen 17.

   Volgens een andere uitvoeringsvorm steekt het verend element 16 uit langs   een   kant van de basis 18 en dus uit de ruimte begrensd door de kabelterughoudelementen 17 zodanig dat de rand van het verend element 16 parallel met het pad niet in 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 contact komt met de kabel 5 en zodoende deze niet kan beschadigen. Het bovenoppervlak van het verend element is als het ware verschoven, waardoor aan de ene kant een uitsteeksel ontstaat en aan de andere kant een uitsparing,   een   en ander zodanig dat de opeenvolgende elementen sluitend naast elkaar op te stellen zijn. 



   De montage van een kabel 5 in de   kabeloriëntatiemiddelen   geschiedt op analoge wijze zoals reeds beschreven. Door modulair de verschillende kabelterughoudelementen 17 tegen elkaar aan te schuiven, zoals weergegeven in figuur 5 is het mogelijk om de kabels dichter tegen elkaar op te stellen. 



   In de weergegeven figuren hebben de kabelterughoudelementen een inham zodat de kabel nauwkeurig langs zijn pad blijft. In plaats van de inham zou het verend element ter hoogte van het pad een speciale vorm kunnen aannemen, bijvoorbeeld een kleine groef waarin de kabel past, zodat de kabel nauwkeurig langs zijn pad blijft. 



   De terughoudelementen zijn aan weerskanten in de langsrichting van het verend element opgesteld. Het zou ook mogelijk zijn slechts aan   een   kant van het verend element kabelterughoudelementen te voorzien. 



   Het verend element kan eventueel uit een gemeenschappelijke ziel en aan weerskanten daarvan twee doorlopende vleugels vervaardigd zijn in plaats van uit een gemeenschappelijke ziel en naast elkaar opgestelde individuele vleugels. 



   Verder kan het verend element een boogvorm vertonen in plaats van vleugels met drie vlakken zoals weergegeven in de figuren. 



   Het verend element duwt elke kabel tegen twee tegenover elkaar gelegen terughoudelementen. Volgens een andere uitvoeringsvorm duwt het verend element slechts tegen een terughoudelement.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES 1. Kabeloriëntatiemiddelen voorzien om ten minste een kabel langs ten minste één voorafbepaald pad te leiden, welke kabeloriëntatiemiddelen een behuizing bevatten waarop ter ondersteuning van de kabel (s) een verend element is aangebracht, daardoor gekenmerkt dat genoemde behuizing per genoemde pad voorzien is van 0. en kabelterughoudelement, dat een langs genoemd pad opgesteld kopgedeelte bevat, zodanig dat een tussenruimte aanwezig is tussen genoemd kopgedeelte en genoemd verend element, waarvan de dimensie bepaald is door het verend element, welk kopgedeelte voorzien is om de kabel te overbruggen. EMI11.1
  2. 2. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat genoemd kabelterughoudelement voorzien is om genoemde kabel door wegbuigen verwijderbaar te monteren.
  3. 3. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemd verend element in hoofdzaak kuipvormig is en dat genoemd kabelterughoudelement telkens in het verlengde gelegen is van een rand van het verend element parallel met genoemde pad.
  4. 4. Kabeloriëntatiemiddelen volgens één van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd kabelterughoudelement in hoofdzaak T-vormig is.
  5. 5. Kabe10riëntatiemiddelen volgens een van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat genoemd kabelterughoudelement in hoofdzaak een omgekeerde L-vorm vertoont.
  6. 6. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat genoemd kabelterughoudelement een inham vormt voorzien om er een doorheen kruisende kabel in te weerhouden. <Desc/Clms Page number 12>
  7. 7. Kabeloriëntatiemiddelen volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze een deksel voorzien van ten minste een laag geleidend materiaal bevatten, voorzien om op genoemd kabelterughoudelement te rusten en om de kabels af te schermen.
  8. 8. Kabelorientatiemiddelen volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat ze en deksel bevatten, voorzien om op genoemd kabelterughoudelement te rusten en om op de kabels te drukken.
  9. 9. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusie 7 respectievelijk 8, daardoor gekenmerkt dat genoemde deksel een groef bevat in zijn longitudinale richting, voorzien om een contact te maken tussen genoemde kabel (s) en het verend element respectievelijk om genoemde kabel (s) tegen het verend element te drukken.
  10. 10. Kabeloriëntatiemiddelen volgens den van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd verend element door op de behuizing naast elkaar aangebrachte elementen gevormd is.
  11. 11. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat genoemd verend element gevormd wordt door een gemeenschappelijke ziel en naast elkaar opgestelde vleugels.
  12. 12. Kabeloriëntatiemidde1en volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de behuizing ten minste een rail bevat, voorzien om verende elementen en kabelterughoudelementen losneembaar te monteren.
  13. 13. Kabeloriëntatiemiddelen volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat ten minste een der onderdelen, verend element en kabelterughoudelement, een laag metaal bevat op zijn omhulsel.
BE9500466A 1995-05-22 1995-05-22 Kabelorientatiemiddelen. BE1009419A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500466A BE1009419A5 (nl) 1995-05-22 1995-05-22 Kabelorientatiemiddelen.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500466A BE1009419A5 (nl) 1995-05-22 1995-05-22 Kabelorientatiemiddelen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009419A5 true BE1009419A5 (nl) 1997-03-04

Family

ID=3889002

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500466A BE1009419A5 (nl) 1995-05-22 1995-05-22 Kabelorientatiemiddelen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009419A5 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2028761A (en) * 1978-09-04 1980-03-12 Weidmueller Kg C Guiding and marking member for electrical cables
EP0191673A1 (fr) * 1985-01-23 1986-08-20 Alcatel Cit Boîtier métallique de connecteur multicontact enfichable
US4900265A (en) * 1988-12-21 1990-02-13 Ant Nachrichtentechnik Gmbh Arrangement for orderly guidance of cable ends

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2028761A (en) * 1978-09-04 1980-03-12 Weidmueller Kg C Guiding and marking member for electrical cables
EP0191673A1 (fr) * 1985-01-23 1986-08-20 Alcatel Cit Boîtier métallique de connecteur multicontact enfichable
US4900265A (en) * 1988-12-21 1990-02-13 Ant Nachrichtentechnik Gmbh Arrangement for orderly guidance of cable ends

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1316587C (en) Device for holdng connector banks in telecommunication systems
US4634216A (en) Device for quickly connecting optical fibers
US5636306A (en) Universal grounding clip
US8882533B2 (en) Electrical connector having poke-in wire contact
NL1004116C2 (nl) Inrichtingen voor het ondersteunen van een elektrisch apparaat.
KR20050063796A (ko) 평면 가요성 케이블과 구성요소 사이의 커넥터 장치
JPH0346776A (ja) 電気コネクタ
EP0428294A2 (en) Deflectable contact for providing positive surface contact for shielding electromagnetic interference
EP1446995A1 (en) Electrical connector
NL9202301A (nl) Connector met verbeterde afscherming.
BE1009419A5 (nl) Kabelorientatiemiddelen.
US4519668A (en) Wire terminal connector
US4878639A (en) Mounting bracket for a conductor of electrical apparatus
US20090247010A1 (en) Method and Apparatus to Provide Electromagnetic Interference Shielding of Optical-Electrical Module
NL8600397A (nl) Klemorgaan voor een substraat-randconnectorsamenstel, en van een dergelijk klemorgaan voorzien substraat-randconnectorsamenstel.
PL182040B1 (pl) Urzadzenie do mocowania aparatów elektrycznychwedzi szyny podtrzymujacej (50), oraz PL PL PL PL
KR101425225B1 (ko) 중계 커넥터
EP1436765B1 (de) Adapter zum kontaktieren von chipkarten
JPS6153835B2 (nl)
US6580607B1 (en) Electronic component mounting assembly and portions thereof
EP0498599A1 (en) Optical fiber distribution module
KR0119367B1 (ko) 가변용 백플레인
US5969330A (en) Smart card reader with hinged cover and cover actuating surface
DE3530722A1 (de) Antennensteckdose
NL8902750A (nl) Isolatiedoorsnijdingscontact.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: S.A. ALCATEL CABLING SYSTEMS N.V. ACS

Effective date: 20000531