<Desc/Clms Page number 1>
KUIP VOOR EEN KOOKAPPARAAT
Huidige uitvinding heeft betrekking op een kuip voor een kookapparaat.
Tot nu toe gebruikt men voor de kuipen van friteuses slechts een materiaal om de binnenoppervlakte ervan te vormen of te bekleden.
Gedurende het koken van voedsel in olie is er een hardnekkige vernislaag gevorm op randen van de kuip boven of bij het oliepeil. Beneden het oliepeil, wirdt er een lichte vernislaag gevormd, maar die laatste vernislaag is niet hardnekkig.
Die vernislaag boven het oliepeil doet zieh voor door het neerslaan van oliedampen en het polymeriseren ervan.
Om dit probleem proberen op te lossen heeft men voorgesteld friteuses met uitneembare kuip waarbij het reinigen of wassen ervan vergemakkelijkt is. Bij voorkeur, werd de uitneembare kuip in roestvrij staal uitgevoerd daar dit materiaal onovertroffen is qua schoonmaakbaarheid. Een nadeel van zulke kuipen is dat roestvrijstaal niet het beste materiaal is qua warmtegeleiding.
Huidige uitvinding heeft betrekking op een kuip die qua schoonmaakbaarheid en warmtegeleiding naar de olie of kookmedium uitstekend is.
De kuip volgens de uitvinding is bestemd om een kookmiddel te bevatten waarin voedsel gekookt kan worden en gebonden te worden aan een verwarmingselement voor het opwarmen van het kookmiddel en het koken van het voedsel.
<Desc/Clms Page number 2>
De binnenoppervlakte van de kuip bevat tenminste twee delen, waarvan een eerste of onderste, bijvoorbeeld een deel dat beneden het kookmiddelpeil ligt, in een materiaal dat goede eigenschappen qua warmtegeleiding bezit, terwijl een tweede deel dat boven bovengenoemde eerste of onderste deel ligt in een materiaal uitgevoerd is dat minder warmtegeleider is dan bovengenoemde onderste of eerste deel.
Bovengenoemde tweede deel is bij voorkeur in een materiaal uitgevoerd dat goede eigenschappen qua schoonmaakbaarheid bezit.
De binnenoppervlakte van de bodem van de kuip is in een uitvoeringsvorm tenminste gedeeltelijk uitgevoerd in een materiaal dat een betere warmte geleider is dan materiaal dat gebruikt is om tenminste gedeeltelijk de binnen laterale wand van de kuip uit te voeren.
Het materiaal dat goede eigenschappen qua warmtegeleiding bezit is b. v. aluminium, terwijl het tweede deel van de binnenoppervlakte van de kuip in roestvrij staal uitgevoerd is.
Volgens een andere uitvoeringsvorm dekt het eerste deel dat goede eigenschappen qua warmtegeleiding bezit een deel van de kuip dat uitgevoerd is in een materiaal dat minder warmtegeleider is dan bovengenoemd eerste deel.
Bij voorkeur is de kuip van een warmteelement voorzien dat tenminste gedeeltelijk in de nabijheid van het eerste deel gelegen is of op dat eerste deel aangebracht is.
De kuip toont dan b. v. een opening waardoor een orgaan zich kan uitstrekken om energie naar het verwarmingselement te voeren.
In een uitvoeringsvorm is de kuip een pot waarin het eerste deel gelegen is om tenminste
<Desc/Clms Page number 3>
gedeeltelijk de bodem van de kuip te vormen. Een verbindingselement verbindt het eerste deel en de pot, welk verbindingselement het demonteren van het eerste deel en de pot toelaat en bij voorkeur een uitzettingsbeweging tussen het eerste deel en de pot toelaat.
Een ring in een hitte bestendig materiaal kan gebruikt worden tussen de pot en het eerste deel om een afdichting te vormen.
De uitvinding heeft nog betrekking op een kookapparaat, zoals een friteuse, die van een kuip volgens de uitvinding voorzien is.
Andere kenmerken en details van kuipen volgens de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen.
In die tekeningen, tonen : figuur l een aanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van een kuip volgens de uitvinding ; figuren 2 en 3 in perspectief en doorsnede de pot en de plaat die de kuip van de uitvoeringsvorm van figuur 1 vormen.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een friteuse met kuip 1 volgens de uitvinding. Die kuip 1 bestaat uit twee delen, namelijk een onderste 2 in de vorm van een plaat en een bovenste 3 in de vorm van een pot.
De pot 3 die b. v. in roestvrij staal uitgevoerd is bezit op een van zijn uiteinden een ringvormige kop 4 die bestemd is zieh op de wanden 5 van de friteuse te steunen.
0 Onderaan de pot 3, b. v. op de plaat 2 uitgevoerd in aluminium, is er een verwarmingselement 10 aangebracht.
<Desc/Clms Page number 4>
Daar roestvrij staal gebruikt is voor de pot 3 en daar roestvrij staal boven het oliepeil 0 ligt, kan de kuip 1 uitstekend gereinigd worden. Bij voorkeur is die kuip 1 uitneembaar van de friteuse maar zelfs door het gebruik van zo een kuip die vast is of waarvan de twee delen samen vast zijn, kan men een uitstekend reinigen van de kuip bekomen.
Het is ook van belang vast te stellen dat roestvrij staal (zoals chroomnikkelstaal) een vele lagere warmtegeleidingscoefficient (t 15 W/mK) heeft dan aluminium ( 210 W/mK), waarbij het leiden van warmte naar de kop 4 of bovenste rand van de kuip verlaagd is.
In de uitvoeringsvorm, heeft de diepgedrukte inox pot een dusdanig gevormde bodem 23 die een drukgegoten verwarmingsplaat 2 met dichting 24 hierin aan de binnenzijde kan gevestigd worden door middel van b. v. een centrale schroef 25 (streep lijn). De inox bodem 22 is voorzien van de nodige uitsparingen zoals een afgedichte opening 28 voor een thermostaatsensor 30 en opening 26 om de connector 27 doorgang te verlenen (om energie naar de verwarmingsplaat 24 te voeren).
De inox pot 3 is een normale roestvrije pot met aangepaste en geperforeerde bodem, gerealiseerd in austhenitisch chroomnikkelstaal, glanzend gepolijst.
Met een gebruikelijke wanddikte van 0, 7 mm weegt deze pot ongeveer 0, 9 kg.
De aluminium bodemplaat bevat het verwarmingselement 10 en wordt onder druk gegoten in een corrosiebestendige legering.
Deze alu-plaat kan eventueel behandeld worden met PTFE of met een andere temperatuurbestendige coating, maar een gewone gepolijste uitvoering is beter schoon te maken.
Met een gemiddelde wanddikte van 6 mm weegt deze plaat minder dan 450 gram, zodat de gehele
<Desc/Clms Page number 5>
samenstelling van de pot met ingebouwde aluminium bodemplaat niet zwaarder is dan bestaande drukgegoten kuipen.
Aan de buitenzijde lijkt de hier beschreven uitneembare kuip 1 op een gebruikelijke roestvrije pot, zonder kwetsbare uitsteeksels, en aan de binnenzijde ziet de gebruiker een vlakke bodem, volledig in metaal, waarvan het centrale gedeelte in gepolijst aluminium een 6-tal mm hoger ligt en een iets ander aspect heeft dan de rest van de bodem en wanden in glanzend roestvrij staal.
De aluminium bodemplaat 2 heeft bij voorkeur een overspoten stalen verwarmingselement. Met de hoge toegelaten vermogensdensiteit hiervan kan een kortere weerstand genomen worden en een goede neutrale plaats voor de thermostaatsensor kan vrijgehouden worden.
De elementuitgangen zijn waterdicht afgewerkt, en naar beneden geplooid om doorheen een opening in de roestvrije bodem met de connector in verbinding te kunnen komen. Zoals in de geschetste uitvoering zal de inox kuipbodem deze contactpennen rondom volledig afschermen hetgeen elk gevaar voor beschadiging uitsluit.
De lineaire uitzettingscoëfficienten van roestvrij staal en aluminium verschillen niet zo veel, maar door het mogelijk grote temperatuurverschil tussen de bodemplaat en kuipbodem tijdens de opwarmfaze kan er een uitzettingsverschil tot 1, 2 mm verwacht worden.
De demonteerbare assemblage van de plaat bij middel van een centrale schroef laat deze beweging toe, zonder probleem voor de dichtheid, b. v. door het gebruik van een gepaste pakkingring tussen plaatrand en draagvlak.
Een niet demonteerbare assemblage is ook mogelijk door de alubodem in de inox pot te verbinden
<Desc/Clms Page number 6>
met behulp van een hittebestendige silicoonlijm 8.
Een ander belangrijk verschil tussen een kuip in alu en in roestvrij staal is de te verwachten temperatuur van de buitenwand, zodat we met de zeer lage thermische geleidbaarheid van de inox kuipwanden een beduidend koelere friteuse bekomen.
Figuur 2 toont ook een plaatselijke wandverdunning 31 van de aluminiumplaat, ter hoogte van de thermostaatsensor, opdat deze eerder de olietemperatuur dan wel de bodemtemperatuur zou meten.
Dit toont een van de grote voordelen van de aludrukgiettechniek in verband met de beoogde warmtehuishouding.
Het verwarmingselement 10 bevindt zich in een waterdichte kamer 32 die tussen de bodem 23 van de pot 3 en de plaat 2 gedefinieerd is. Het verwarmingselement 10 raakt de bodem 22 niet aan waarbij een lucht isolatie tussen het verwarmingselement 10 en de bodem 23 bekomen is. Die isolatie wordt door een luchtfilm of laag bekomen die bij voorkeur een dikte lager dan 5 mm, (b. v.
EMI6.1
van 1 à 2 mm) heeft.
De minimale afstand tussen het verwarmingselement en de bodem 23 is dus bij voorkeur lager dan 5 mm, in het bijzonder dan 2 mm.
<Desc / Clms Page number 1>
FAIRING FOR A COOKING MACHINE
The present invention relates to a tub for a cooking appliance.
Until now, only one material has been used for fryer tubs to shape or cover its inner surface.
While cooking food in oil, a stubborn layer of varnish has formed on the edges of the tub above or near the oil level. Below the oil level, a light layer of varnish is formed, but the last layer of varnish is not persistent.
This varnish layer above the oil level occurs through the precipitation of oil vapors and their polymerization.
To attempt to solve this problem, it has been proposed that fryers with removable tubs facilitate cleaning or washing them. Preferably, the removable tub was constructed in stainless steel as this material is unsurpassed in cleanability. A disadvantage of such tubs is that stainless steel is not the best material for heat conduction.
The present invention relates to a tub which is excellent in cleanability and heat conduction to the oil or cooking medium.
The bowl according to the invention is intended to contain a cooking medium in which food can be cooked and to be bound to a heating element for heating the cooking medium and cooking the food.
<Desc / Clms Page number 2>
The inner surface of the tub contains at least two parts, of which a first or lower part, for example a part below the cooking medium level, in a material having good heat conduction properties, while a second part above the above first or bottom part is in a material it has been designed that there is less heat conductor than the above-mentioned lower or first part.
The above-mentioned second part is preferably made of a material which has good cleanability properties.
The inner surface of the bottom of the tub, in one embodiment, is at least partially constructed from a material that is a better heat conductor than material used to at least partially form the inner lateral wall of the tub.
The material that has good heat conduction properties is b. v. aluminum, while the second part of the inner surface of the tub is made of stainless steel.
According to another embodiment, the first part which has good heat conduction properties covers a part of the tub which is made of a material which is less heat conductive than the above first part.
Preferably, the tub is provided with a heating element which is located at least partly in the vicinity of the first part or which is arranged on that first part.
The cockpit then shows b. v. an opening through which an member may extend to carry energy to the heating element.
In one embodiment, the tub is a pot in which the first part is located at least
<Desc / Clms Page number 3>
partially form the bottom of the tub. A connecting element connects the first part and the pot, which connecting element allows disassembly of the first part and the pot and preferably allows an expansion movement between the first part and the pot.
A ring in a heat resistant material can be used between the pot and the first part to form a seal.
The invention further relates to a cooking appliance, such as a deep fat fryer, which is provided with a tub according to the invention.
Other features and details of tubs according to the invention will flow from the following description which refers to the accompanying drawings.
In those drawings: figure 1 shows a cross-sectional view of an embodiment of a tub according to the invention; figures 2 and 3 in perspective and cross-section of the pot and the plate forming the tub of the embodiment of figure 1.
Figure 1 shows an embodiment of a deep fryer with tub 1 according to the invention. The tub 1 consists of two parts, namely a bottom 2 in the form of a plate and an upper 3 in the form of a pot.
The pot 3 that b. For example, in stainless steel it has an annular head 4 on one of its ends, which is intended to rest on the walls 5 of the fryer.
0 At the bottom of the pot 3, b. v. on the plate 2 made of aluminum, a heating element 10 is arranged.
<Desc / Clms Page number 4>
Since stainless steel has been used for the pot 3 and since stainless steel is above the oil level 0, the tub 1 is easy to clean. Preferably, the tub 1 is removable from the fryer, but even by using such a tub that is fixed or whose two parts are fixed together, an excellent cleaning of the tub can be obtained.
It is also important to note that stainless steel (such as chromium-nickel steel) has a much lower thermal conductivity (t 15 W / mK) than aluminum (210 W / mK), conducting heat to the head 4 or top edge of the fairing is lowered.
In the embodiment, the deep-pressed stainless steel pot has a bottom-shaped 23 that a pressure-molded heating plate 2 with seal 24 can be located on the inside by means of b. v. a central screw 25 (dashed line). The stainless steel bottom 22 is provided with the necessary recesses such as a sealed opening 28 for a thermostat sensor 30 and opening 26 to allow the connector 27 to pass (to supply energy to the heating plate 24).
The stainless steel pot 3 is a normal stainless pot with an adapted and perforated bottom, made of austhenitic chrome-nickel steel, glossy polished.
With a usual wall thickness of 0.7mm, this pot weighs around 0.9kg.
The aluminum base plate contains the heating element 10 and is cast under pressure in a corrosion resistant alloy.
This aluminum sheet can optionally be treated with PTFE or with another temperature-resistant coating, but an ordinary polished version is easier to clean.
With an average wall thickness of 6 mm, this plate weighs less than 450 grams, so that the whole
<Desc / Clms Page number 5>
composition of the pot with built-in aluminum bottom plate is no heavier than existing pressure-molded tubs.
On the outside, the removable tub 1 described here resembles a conventional stainless pot, with no fragile protrusions, and on the inside the user sees a flat bottom, entirely in metal, of which the central part in polished aluminum is 6 mm higher and has a slightly different aspect than the rest of the bottom and walls in shiny stainless steel.
The aluminum bottom plate 2 preferably has an over-molded steel heating element. With the high permissible power density, a shorter resistance can be taken and a good neutral place for the thermostat sensor can be kept free.
The element outlets have a watertight finish and are folded down to allow the connector to be connected through an opening in the stainless bottom. As in the sketched version, the stainless steel tub bottom will completely shield these contact pins all around, which precludes any risk of damage.
The linear expansion coefficients of stainless steel and aluminum do not differ that much, but due to the possible large temperature difference between the bottom plate and tub bottom during the heating phase, an expansion difference of up to 1.2 mm can be expected.
The dismountable assembly of the plate by means of a central screw allows this movement, without problem for the density, b. v. by using an appropriate grommet between plate edge and bearing surface.
A non-demountable assembly is also possible by connecting the aluminum bottom in the stainless steel pot
<Desc / Clms Page number 6>
using a heat resistant silicone adhesive 8.
Another important difference between a tub in aluminum and in stainless steel is the expected temperature of the outer wall, so that we obtain a significantly cooler fryer with the very low thermal conductivity of the stainless steel walls.
Figure 2 also shows a local wall thinning 31 of the aluminum plate, at the height of the thermostat sensor, so that it would rather measure the oil temperature or the bottom temperature.
This shows one of the major advantages of the aluminum pressure casting technique in connection with the intended heat management.
The heating element 10 is located in a watertight chamber 32 defined between the bottom 23 of the pot 3 and the plate 2. The heating element 10 does not touch the bottom 22, whereby an air insulation between the heating element 10 and the bottom 23 is obtained. That insulation is obtained by an air film or layer, which preferably has a thickness of less than 5 mm (e.g.
EMI6.1
from 1 to 2 mm).
The minimum distance between the heating element and the bottom 23 is therefore preferably less than 5 mm, in particular less than 2 mm.