BE1009205A5 - Inrichting voor het meten van een afstand. - Google Patents

Inrichting voor het meten van een afstand. Download PDF

Info

Publication number
BE1009205A5
BE1009205A5 BE9500179A BE9500179A BE1009205A5 BE 1009205 A5 BE1009205 A5 BE 1009205A5 BE 9500179 A BE9500179 A BE 9500179A BE 9500179 A BE9500179 A BE 9500179A BE 1009205 A5 BE1009205 A5 BE 1009205A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
measuring
distance
scale
measuring element
arm
Prior art date
Application number
BE9500179A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hillebrant Stefaan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hillebrant Stefaan filed Critical Hillebrant Stefaan
Priority to BE9500179A priority Critical patent/BE1009205A5/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1009205A5 publication Critical patent/BE1009205A5/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B5/00Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques
    • G01B5/02Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques for measuring length, width or thickness

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Length-Measuring Instruments Using Mechanical Means (AREA)

Abstract

Meetinrichting, omvattende een, uit minstens twee losneembaar met elkaar verbonden elementen (1); (5); (8) bestaand, langwerpig meetelement (1), (5), (8), met een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een referentie-uiteinde (9), waarbij elk element (1), (5), (8) een gedeelte van de schaalverdeling omvat, zodat de lengte van het meetelement kan gewijzigd worden. Het referentie-uiteinde (9) kan het puntvormig uiteinde (9) van een losneembaar onderdeel (8) zijn, of de meetzijde (28) van een meetarm (26) van een losneembaar onderdeel (11) zijn. Dit losneembaar onderdeel (11) kan op twee verschillende lengtes gebracht worden opdat bij het meten ten opzichte van een niet-meetzijde van een meetarm (26); (30), de correcte afstand zou afleesbaar zijn. Aan het andere uiteinde (4) van het meetelement (1), (5), (8) kan een losneembaar onderdeel (34) met een uitschuifbaar staafje (36) met schaalverdeling voorzien zijn, terwijl op het meetelement (1), (5), (8) een verschuifbare meetarm (30) losneembaar kan bevestigd zijn.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Inrichting voor het meten van een afstand. 



   De onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een inrichting voor het meten van een afstand, omvattende een langwerpig meetelement, met een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een referentie-uiteinde van het meetelement. 



   Er bestaan diverse soorten meetinrichtingen met deze kenmerken. Bij een eerste soort is het meetelement een stijf staaf-of latvormig geheel met een onveranderbare lengte, waarop een schaalverdeling is aangebracht. 



  Om de afstand tussen twee punten te meten wordt het referentie-uiteinde, dat samenvalt met het nulpunt van de schaalverdeling, ter hoogte van een van beide punten geplaatst, terwijl het meetelement zich in de richting van het andere punt uitstrekt. 



  Als de te meten afstand kleiner is dan de lengte van het meetelement kan de afstand onmiddellijk afgelezen worden op de schaalverdeling tegenover het andere punt. 



  Deze werkwijze is echter alleen mogelijk als het meetelement volgens de verbindingslijn tussen beide punten kan geplaatst worden. Doordat bij sommige metingen, de lengte van het meetelement veel groter is dan de te meten afstand is dit echter niet altijd het geval. De overbodige lengte van het meetelement is er immers dikwijls de oorzaak van dat het meetelement niet volgens de verbindingslijn tussen beide punten kan geplaatst worden. 



  Als de te meten afstand groter is dan de lengte van het meetelement, moet men twee of meer metingen uitvoeren langs de verbindingslijn tussen de twee punten. Deze werkwijze is omslachtig en is bovendien weinig nauwkeurig. 



   Bij een tweede soort gekende meetinrichtingen is het meetelement een systeem van twee of meer telescopisch in- en uitschuifbare buisvormige elementen, met een schaalverdeling die de afstand ten opzichte van het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 referentie-uiteinde aanduidt. 



  Bij deze meetinrichtingen doet het hierboven genoemde probleem zich niet voor. Deze inrichtingen hebben echter het nadeel dat er tussen de verschillende buisvormige elementen een speling is, waardoor een uitgeschoven element zich niet altijd in het verlengde van de naburige elementen uitstrekt. De met deze inrichtingen uitgevoerde metingen zijn hierdoor dikwijls onvoldoende nauwkeurig. 



  Een bijkomend nadeel bestaat erin dat een meetinrichting die over een relatief grote lengte uitschuifbaar is, relatief zwaar is, waardoor de inrichting, vooral bij het meten van kleine afstanden, moeilijk te hanteren is. 



   Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een meetinrichting, die de hierboven aangeduide nadelen niet heeft. 



   Dit doel wordt bereikt bij een inrichting met de in de eerste paragraaf genoemde kenmerken, waarbij het meetelement minstens twee losneembaar met elkaar verbonden elementen met elk een gedeelte van de schaalverdeling omvat, zodat de lengte van het meetelement kan gewijzigd worden. 



   Bij een dergelijke inrichting, volgens deze uitvinding, kan de lengte van het meetelement aangepast worden aan de te meten afstand, zodat de overbodige lengte van het meetelement minimaal is. 



  De inrichting bevat bij elke meting slechts de voor deze meting noodzakelijke elementen, wat ook het gewicht en bijgevolg de hanteerbaarheid van de inrichtng ten goede komt. 



  Verder kunnen de verschillende elementen ook zonder speling met elkaar verbonden worden, zodat het meetelement zich ongeacht het aantal met elkaar verbonden elementen-steeds volgens een rechte lijn uitstrekt. De aanpasbaarheid van de lengte van het meetelement heeft bij deze inrichting dus geen enkel verlies aan nauwkeurigheid als gevolg. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Bij een bijzondere uitvoeringsvorm eindigt het meetelement aan het referentie-uiteinde met een losneembaar onderdeel, waarvan het vrije uiteinde puntvormig is, terwijl dit puntvormig uiteinde het referentie-uiteinde van het meetelement is. 



   Doordat het referentie-uiteinde puntvormig is kan het op moeilijk bereikbare punten geplaatst worden, zoals bijvoorbeeld in een tussen twee wanden gevormde hoek. 



  Doordat ook dit onderdeel losneembaar is kan de meetinrichting gemakkelijk omgevormd worden tot de hierboven omschreven uitvoeringsvorm, of tot een hierna omschreven uitvoeringsvorm. 



   Bij een andere bijzondere uitvoeringsvorm is de meetinrichting voorzien van een meetelement dat een zich volgens de richting van de op dat meetelement voorziene schaalverdeling uitstrekkend staafje draagt, waarbij het staafje voorzien is van een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van het van het referentie-uiteinde weg gerichte uiteinde van het staafje, waarbij het staafje volgens zijn lengterichting verschuifbaar is en zich met het genoemde uiteinde kan uitstrekken voorbij het andere uiteinde van het meetelement, waarbij de afstand tussen het genoemde uiteinde van het staafje en het dwarsvlak door het genoemde andere uiteinde van het meetelement voor verschillende posities van het staafje afleesbaar is op de schaalverdeling van het staafje,

   en waarbij de dikte van het staafje minstens ter hoogte van het genoemde uiteinde kleiner is dan de dikte van het meetelement. 



   Deze uitvoeringsvorm van de uitvinding laat toe om te meten zonder overbodige lengte van de meetinrichting. Men verbindt een maximaal aantal elementen zodat een meetelement met een kleinere lengte dan de te meten afstand bekomen wordt. Vervolgens voorziet men het verschuifbaar staafje op het meetelement. Voor het meten van de afstand tussen twee punten wordt het referentie-uiteinde van het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 meetelement in kontakt gebracht met het ene punt, waarna men het meetelement in de richting van het andere punt richt en het staafje verschuift tot zijn van het referentie-uiteinde weg gericht uiteinde in kontakt komt met het andere punt. Door de op de schaalverdeling van het staafje afgelezen waarde op te tellen bij de lengte van het meetelement bekomt men de afstand tussen de twee punten. 



   Bij nog een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de meetinrichting volgens deze uitvinding draagt het meetelement een eerste losneembare meetarm ; met een zich dwars op de schaalverdeling uitstrekkende meetzijde, terwijl de meetarm volgens de lengterichting van het meetelement kan verschoven worden, en terwijl de afstand tussen de meetzijde van de meetarm en het ermee evenwijdige vlak door het referentie-uiteinde, voor verschillende posities van de eerste meetarm afleesbaar is op de schaalverdeling. 



   Als de afstand moet gemeten worden tussen twee punten, waarvan de verbindingslijn niet bereikbaar is voor het meetelement kan deze bijzondere uitvoeringsvorm een oplossing bieden. Als men bijvoorbeeld de hoogte van een kegel boven een horizontaal steunoppervlak wil meten plaatst men het meetelement met zijn referentie-uiteinde op het steunoppervlak van de kegel in een vertikale stand en verschuift men de meetarm tot de genoemde zijde op de top van de kegel rust. De hoogte van de kegel kan dan op de schaalverdeling van het meetelement afgelezen worden. 



   Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de meetinrichting volgens deze uitvinding draagt het meetelement een tweede, losneembare meetarm, waarvan een meetzijde zich dwars op de schaalverdeling uitstrekt in hetzelfde vlak als het referentie-uiteinde van het meetelement. 



  Met deze uitvoeringsvorm van de meetinrichting kan men de afstand meten tussen elke twee willekeurige punten van om 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 het even welk voorwerp, ongeacht de vorm van dit voorwerp. 



  De meting gebeurt volgens het principe van een schuifmaat. De tweede meetarm wordt in kontakt gebracht met het ene punt en de eerste meetarm wordt verschoven tot deze in kontakt komt met het andere punt. De afstand tussen de twee punten is dan af te lezen op de schaalverdeling van het meetelement. Zowel buitenmaten (lengtes, hoogtes, breedtes, diktes,...) als binnenmaten (bijvoorbeeld de diameter van een opening) kunnen gemeten worden. 



   Doordat zowel de eerste als de tweede meetarm losneembaar zijn, is de meetinrichting op eenvoudige wijze omvormbaar tot een als hierboven beschreven meetinrichting zonder meetarmen, een meetinrichting met enkel een eerste meetarm, of een meetinrichting met een eerste en een tweede meetarm. 



   Voor wat betreft de met behulp van een meetarm uitgevoerde metingen moet echter het volgende opgemerkt worden. Een meetarm kan voorzien zijn van twee evenwijdige, zich loodrecht op de schaalverdeling uitstrekkende zijden. Als de zijde van de meetarm die in kontakt gebracht wordt met een van de twee punten, niet de meetzijde is, is de afgelezen waarde niet korrekt. 



   Bij een meting met behulp van een eerste meetarm moet de dikte van deze meetarm bij de afgelezen waarde opgeteld worden, als de meetzijde de naar het referentieuiteinde gerichte zijde van de meetarm is, terwijl ten opzichte van de andere zijde wordt gemeten. 



   Als de meetzijde de van het referentie-uiteinde weg gerichte zijde is, terwijl ten opzichte van de andere zijde wordt gemeten, moet de dikte van de eerste meetarm van de afgelezen waarde afgetrokken worden. 



   Bij een meting met behulp van een tweede meetarm moet de dikte van deze meetarm afgetrokken worden van de afgelezen waarde als de meetzijde de van het meetelement weg gerichte zijde is, terwijl gemeten wordt ten opzichte 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 van de andere zijde. 



   Als de meetzijde de naar het meetelement toe gerichte zijde is, terwijl gemeten wordt ten opzichte van de andere zijde, moet de dikte van deze meetarm opgeteld worden bij de afgelezen waarde. 



   Bij een meetinriching met enkel een eerste meetarm, waarvan de meetzijde de van het referentieuiteinde weg gerichte zijde is wordt de hierboven uiteengezette moeilijkheid opgelost door, volgens deze uitvinding een meetelement te voorzien dat op twee verschillende lengtes kan gebracht worden, zodat de op de schaalverdeling afleesbare afstand overeenkomt met de werkelijke afstand als het meetelement op zijn kleinste lengte gebracht is, en zodat deze afleesbare afstand gelijk is aan de werkelijke afstand verminderd met de lengteverandering van het meetelement, als het meetelement op zijn grootste lengte gebracht is, terwijl de lenteverandering van het meetelement gelijk is aan de dikte van de eerste meetarm. 



  Als ten opzichte van de meetzijde gemeten wordt, wordt het meetelement op zijn kleinste lengte gebracht. Als ten opzichte van de andere zijde van de meetarm gemeten wordt, wordt het meetelement op zijn grootste lengte gebracht. 



  In beide gevallen kan de korrekte afstand afgelezen worden op de schaalverdeling. 



   Bij een meetinrichting met een eerste meetarm, waarvan de meetzijde de van het referentie-uiteinde weg gerichte zijde is, en met een tweede meetarm, waarvan de meetzijde de van het meetelement weg gerichte zijde is, wordt de hoger uiteengezette moeilijkheid opgelost als bij de in de vorige paragraaf omschreven uitvoeringsvorm met verlengbaar meetelement de lengteverandering gelijk is aan de dikte van de eerste meetarm, de dikte van de tweede meetarm, of de som van de diktes van beide meetarmen. 



   Als men meet ten opzichte van de meetzijden van 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 beide meetarmen wordt het meetelement op zijn kleinste lengte gebracht. In alle andere gevallen wordt het meetelement op zijn grootste lengte gebracht, waarbij de lengteverandering moet gelijk zijn aan de dikte (of de som van de diktes) van de   meetarm (en),   waarvan niet de meetzijde gebruikt wordt. Zodoende kan telkens de korrekte afstand afgelezen worden op de schaalverdeling. 



   Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de meetinrichting volgens deze uitvinding, is de hierboven genoemde lengteverandering regelbaar. Zo kan men de inrichting aanpassen in functie van het gewenste gebruik van de niet-meetzijden van   een   of twee meetarmen. 



   De verlengbaarheid van het meetelement wordt bij voorkeur bekomen doordat het meetelement aan het referentie-uiteinde eindigt met een losneembaar onderdeel met twee volgens de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen, zodat het meetelement op de twee verschillende lengtes kan gebracht worden, terwijl het vrije uiteinde van dit onderdeel, het referentie-uiteinde van het meetelement is. 



   Door de verschuifbare delen naar elkaar toe te schuiven, zodat ze tegen elkaar aansluiten bekomt men de kleinste lengte van het meetelement. Door de verschuifbare delen van elkaar weg te schuiven ontstaat tussen beide delen een tussenruimte met een welbepaalde afstand tussen beide delen. Het meetelement bereikt zo zijn grootste lengte. Doordat de tussenruimte zich binnen het verloop van de schaalverdeling bevindt, is de op de schaalverdeling afgelezen afstand gelijk aan de werkelijke afstand, verminderd met de lengteverandering van het meetelement. 



  Doordat het in deze paragraaf beschreven onderdeel losneembaar is, kan de meetinrichting gemakkelijk omgevormd worden tot een van de hierboven omschreven uitvoeringsvormen zonder verlengbaar meetelement. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



   In een andere bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de meetinrichting volgens deze uitvinding kan elke meetarm die op het meetelement voorzien is, verdraaien omheen dat meetelement. 



  Elke meetarm kan dus verdraaid worden in een loodrecht op de schaalverdeling gelegen vlak. 



  Hierdoor kan men de meetarm verdraaien in de richting van het punt, waarmee de meetarm in kontakt gebracht moet worden, en hoeft men niet het meetelement om zijn lengteas te verdraaien. De meetinrichting wordt hierdoor bijzonder gebruiksvriendelijk. Zo vermijdt men bijvoorbeeld dat de schaalverdeling op het meetelement en/of de eventuele cijferaanduidingen op die schaalverdeling zieh niet meer langs de zichtbare zijde van het meetelement bevinden, doordat men dat meetelement diende te verdraaien om zijn lengteas. 



   Bij voorkeur heeft het meetelement een cylindrische vorm. Een dergelijk meetelement is het gemakkelijkst te hanteren. Bovendien kan men een meetarm zeer gemakkelijk verdraaibaar maken omheen een cylindrisch meetelement. Het volstaat bijvoorbeeld om die meetarm te voorzien van een ring, door dewelke het meetelement zieh kan uitstrekken, zodat de meetarm samen met de ring omheen het cylindrisch meetelement kan verdraaien. 



   Volgens deze uitvinding wordt eveneens voorzien in een set onderdelen, dewelke voorzien zijn voor het vormen van een inrichting, voor het meten van een afstand, volgens een van de hierboven omschreven uitvoeringsvormen. 



   Deze set onderdelen omvat minstens twee langwerpige elementen bevat met een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een uiteinde, waarbij deze elementen in elkaars verlengde losneembaar met elkaar kunnen verbonden worden, zodat een meetelement gevormd wordt. 



   Bij voorkeur bevat deze set onderdelen ook een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 of meerdere van de volgende onderdelen : een eerste meetarm die losneembaar op een langwerpig element kan voorzien worden, zodat deze meetarm volgens de lengterichting van het meetelementen verschuifbaar is, en zodat de meetarm een zieh dwars op de schaalverdeling uitstrekkende zijde heeft, waarbij de afstand tussen deze zijde en het ermee evenwijdige vlak door een uiteinde van het meetelement voor verschillende posities van de meetarm afleesbaar is op de schaalverdeling.

   een onderdeel met twee volgens de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen, waarbij het ene deel voorzien is van middelen om het onderdeel losneembaar te verbinden met het uiteinde van een langwerpig element, en waarbij het andere deel op het vrije uiteinde een zieh dwars op de lengterichting uitstrekkende tweede meetarm heeft. 



  - een onderdeel met een puntvormig uiteinde, dat met het andere uiteinde losneembaar kan verbonden worden met een uiteinde van een langwerpig element. 



  - een langwerpig element met een schaalverdeling, dat losneembaar kan verbonden worden met ofwel het onderdeel met puntvormig uiteinde, ofwel het onderdeel met twee verschuifbare delen, waarbij de schaalverdeling de afstand aanduidt ten opzichte van het puntvormig uiteinde, respectievelijk ten opzichte van een zijde van de tweede meetarm, van de respectievelijke met het langwerpig element verbonden onderdelen. 



  - een onderdeel met een volgens zijn lengterichting verschuifbaar staafje dat voorzien is van een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een uiteinde van het staafje, waarbij het onderdeel losneembaar kan verbonden worden met een uiteinde van een langwerpig element, zodat het staafje zieh volgens de richting van de op het langwerpig element voorziene 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 schaalverdeling uitstrekt, en met het genoemde uiteinde voorbij een uiteinde van het langwerpig element kan verschoven worden, waarbij de afstand tussen het genoemde uiteinde van het staafje en het dwarsvlak door het genoemde uiteinde van het langwerpig element voor verschillende posities van het staafje afleesbaar is op de schaalverdeling van het staafje,

   en waarbij de dikte van het staafje minstens ter hoogte van het genoemde uiteinde kleiner is dan de dikte van het langwerpig element. 



  Met deze onderdelen kan men verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding vormen. De gebruiker kan bijgevolg zelf die meetinrichting samenstellen die het best geschikt is voor de uit te voeren meting. 



   Deze uitvinding wordt verder verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde en niet beperkende beschrijving van een voorkeurdragende set onderdelen voor het vormen van meerdere uitvoeringsvormen van de meetinrichting volgens deze uitvinding. 



   In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan figuur 1 de verschillende onderdelen van de set voorstelt, met aanduiding van hun posities ten opzichte van elkaar, bij het samenstellen van de meetinrichting volgens deze uitvinding ; figuur 2 een dwarsdoorsnede voorstelt van het onderdeel met twee volgens de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen, voor het op twee verschillende lengtes brengen van het meetelement. 



   Een set onderdelen volgens deze uitvinding (zie figuur   1)   omvat een aantal (bijvoorbeeld drie) cylindrische 
 EMI10.1 
 metalen staven (1) met een lengte van vijftig centimeter. Op deze staven (1) is een schaalverdeling aangebracht met cijfers die de afstand aanduiden ten opzichte van een referentie-uiteinde (2). De staven   (1)   zijn aan het 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 referentie-uiteinde (2) voorzien van een tap (3) met schoefdraad, en zijn aan het andere uiteinde (4) voorzien van en boring met schroefdraad (niet aangeduid op figuur   1)   waarin een tap (3) van een andere staaf   (1)   of van een ander onderdeel kan geschroefd worden. Op   figuur l   is slechts een van die staven   (1)   voorgesteld. 



   Verder omvat de set onderdelen nog   een   cylindrische metalen staaf (5) die zieh enkel onderscheidt van de hierboven beschreven staven   (1),   doordat zijn lengte vijfenveertig centimeter bedraagt, en doordat de cijfers op de schaalverdeling beginnen bij vijf centimeter en eindigen met vijftig centimeter. 



   Een ander onderdeel van de set is een cylindrisch metalen staafje (8) met schaalverdeling, waarvan het ene uiteinde (9) puntvormig is, en waarvan het andere uiteinde (10) voorzien is van een boring met schroefdraad voor een tap (3). De lengte van dit staafje is vijf centimeter. 



   Het staafje (8) van vijf centimeter is voorzien om verbonden te worden met de staaf (5) van vijfenveertig centimeter. Dit gebeurt door de laatstgenoemde staaf (5) met zijn tap (3) in de boring van het staafje (8) van vijf centimeter te schroeven, tot de uiteinden van de respectievelijke staven (5), (8) tegen elkaar aansluiten. Zo bekomt men een meetelement (5), (8) met een puntvormig referentie-uiteinde (9) en met een lengte van vijftig centimeter. 



   Dit meetelement (5), (8) kan nog verlengd worden door een staaf   (1)   van vijftig centimeter met zijn tap (3) in de boring van de staaf (5) van vijfenveertig centimeter te schroeven tot de uiteinden van deze respectievelijke staven (1), (5) tegen elkaar aansluiten. 



  Zo bekomt men een meetelement (1), (5), (8) met een puntvormig referentie-uiteinde (9) en met een lengte van een meter. Op dezelfde wijze kunnen bijkomende staven   (1)   van vijftig centimeter verbonden worden met het meetelement 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 (1), (5), (8) om het meetelement telkens vijftig centimeter te verlengen. 



   Een ander onderdeel (11) van de set, omvat een eerste en een tweede cylindrisch deel (12), (13), dewelke zo met elkaar verbonden zijn dat ze volgens hun lengterichting ten opzichte van elkaar kunnen verschoven worden. Zo kan dit onderdeel (11) op twee verschillende lengtes gebracht worden. 



   Het eerste deel (12) is aan zijn vrije uiteinde voorzien van een boring (14) met schroefdraad voor een tap (3), en heeft over een zekere lengte vanaf zijn andere uiteinde een kleinere diameter (zie figuur 2). Dit gedeelte (15) met kleinere diameter is verschuifbaar in een eerste cylindrische holte (16) van het tweede deel (13) voorzien, zodat het eerste deel (12) volgens zijn lengterichting ten opzichte van het tweede deel (13) kan verschuiven. 



  Deze holte (16) wordt van een tweede zich in het verlengde van de eerste holte (16) uitstrekkende holte (17) in het tweede deel (13) gescheiden door een wand (18), waarin een boring voorzien is. Een schroef (19) bevindt zich met de kop (20) in de tweede holte (17), strekt zieh met de steel (20') doorheen de boring in de wand (18) uit, en is in een boring (21) in het gedeelte (15) met kleinere diameter van het eerste deel (12) geschroefd. 



  Tussen de kop (20) en de wand (18) is een zekere afstand (a) tussengelaten. Het eerste deel (12) kan bijgevolg verschoven worden ten opzichte van het tweede deel (13) totdat de kop (20) van de schroef (19) tegen de wand (18) stoot. Dit eerste deel (12) kan dus over een afstand (a) verschoven worden ten opzichte van het tweede deel (13). 



  Door de schroef (19) dieper of minder diep in het deel (12) te schroeven kan de afstand (a) verkleind of vergroot worden. 



  De boring (21) waarin de schroef (19) geschroefd is, mondt 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 uit in de boring (14) met schroefdraad aan het vrije uiteinde van het eerste deel (12). 



  Via de boring (14) aan het vrije uiteinde kan men een van schroefdraad voorziene pen (22) in de boring (19) tot tegen het uiteinde van de steel van de schroef (19) schroeven, om te beletten dat de instelling van de afstand (a) verloren gaat. 



   In de wand van het tweede deel (13) is een van schroefdraad voorziene boring voorzien die uitmondt in de eerste holte (16) van dit tweede deel. 



  In deze boring is een van schroefdraad voorziene en met de hand verdraaibare pen (23) voorzien. Deze pen (23) kan tot tegen het gedeelte (14) met kleinere diameter van het eerste deel (12) geschroefd worden om beide delen (12), (13) in een vaste positie ten opzichte van elkaar te blokkeren. 



   De tweede holte (17) van het tweede deel (13) mondt uit in het vrije uiteinde van dit deel (13). Met een doorheen de wand van het tweede deel (13) voorziene pen (24) met schroefdraad kan een in de tweede holte (17) gebracht stuk (25) dat een meetarm (26) draagt, in deze holte (17) vastgehouden worden. De meetarm (26) is met een schroef (27) aan het stuk (25) bevestigd. 



   Dit onderdeel (11) kan dus op twee verschillende lengtes gebracht worden. Zijn kleinste lengte (als beide delen (12), (13) tegen elkaar geschoven zijn) bedraagt vijf centimeter. Zijn grootste lengte (als beide delen (12), (13) over de afstand (a) van elkaar weg geschoven zijn) bedraagt dan (5 + a) centimeter. 



   Door dit onderdeel (11) te verbinden met de staaf (5) van vijfenveertig centimeter bekomt men een meetelement (5), (11) waarop de schaalverdeling de afstand aanduidt ten opzichte van de meetzijde (28) van de meetarm (26), als het onderdeel (11) op zijn kleinste lengte gebracht is. 



  Deze meetzijde (28) is de van het meetelement (5), (11) weg 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 gerichte zijde van de meetarm (26). 



   Als men meet ten opzichte van de niet-meetzijde (29) leest men een waarde af die overeenstemt met de werkelijke afstand vermeerderd met de dikte (d) van de meetarm (26). Om ervoor te zorgen dat men de korrekte waarde kan aflezen op de schaalverdeling, volstaat het om het onderdeel (11) op zijn grootste lengte te brengen waarbij de afstand (a) moet gelijk zijn aan de dikte (d) van de meetarm (26). 



   Deze set onderdelen omvat ook nog een andere meetarm (30) waarop aan een uiteinde een holle bus (31) bevestigd is, waardoor een staaf (1), (5) zich kan uitstrekken. 



  Deze meetarm (30) kan met de bus (31) over een meetelement (1), (5), (8) verschoven worden. 



  De meetzijde (32) van de verschuifbare meetarm (30) is de van de bus (31) weg gerichte zijde. 



  Op de schaalverdeling kan de positie van deze meetzijde (32) afgelezen worden. De afgelezen waarde is de afstand tussen de meetzijde (32) van de verschuifbare meetarm (30) en het referentie-uiteinde (9) of de meetzijde (28) van de meetarm (26) van het verlengbaar onderdeel (11), als dit onderdeel (11) op zijn kleinste lengte gebracht is. 



  De verschuifbare meetarm (30) kan door middel van een pen (33), die in een boring doorheen de wand van de bus (31) tot tegen de staaf (1), (5) kan geschroefd worden, vastgezet worden. 



   Tenslotte omvat deze set onderdelen nog een schuifstuk (34). Dit schuifstuk (34) omvat een plat basisstuk (35) met op de onderzijde een tap (3) met schroefdraad, dewelke past in de boring van een van de hoger beschreven onderdelen (1), (5). 



  Evenwijdig met deze tap (3) is een boring voorzien doorheen het basisstuk (35). In deze boring zit een verschuifbaar cylindrisch staafje (36) met een beperkte diameter. Op het 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 
 EMI15.1 
 staafje (36) is een schaalverdelng voorzien. 



  Als het schuifstuk op het uiteinde van een staaf (1), (5) bevestigd is kan men langs de onderzijde van het basisstuk (35), op de schaalverdeling van het staafje (36) de afstand aflezen tussen het bovenste uiteinde (37) van het staafje (36) en het genoemde uiteinde van de staaf (1), (5). Door deze waarde op te tellen bij de lengte van het meetelement 
 EMI15.2 
 (1), (5), (8) waarvan deze staaf (1), (5) deel uitmaakt, bekomt men de afstand tussen het referentie-uiteinde (9) van het meetelement (1), (5), (8) en het bovenste uiteinde (37) van het staafje (36). 



   Met deze set onderdelen   (l),   (5), (8), (11), (30), (34), kan men een groot aantal verschillende meetinrichtingen vormen. Men kan telkens die meetinrichting vormen die het best geschikt is voor de uit te voeren meting. Men kan de lengte van het meetelement zo aanpassen aan de te meten afstand dat men een minimale overbodige lengte heeft, men kan het schuifstuk (34) gebruiken als de meetomstandigheden geen overbodige lengte toelaten, men kan naar keuze   n of twee meetarmen (26), (30) voorzien, men kan het verlengbaar onderdeel (11) voorzien als men zowel ten opzichte van een meetzijde als ten opzichte van een niet-meetzijde moet meten en de verlengbaarheid (a) ervan regelen, enz. 



   Door zijn grote aanpasbaarheid is deze meetinrichting voor een groot aantal toepassingsgebieden geschikt, zoals bijvoorbeeld : de archeologie, de geneeskunde, de bouwnijverheid, de metaalconstuctie, enz....

Claims (5)

  1. CONCLUSIES 1. Inrichting voor het meten van een afstand, omvattende een langwerpig meetelement (1), (5), (8) met een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een referentie-uiteinde (9), waarbij het meetelement minstens twee losneembaar met elkaar verbonden elementen (1) ;
    (5) ; (8) met elk een gedeelte van de schaalverdeling omvat, zodat de lengte van het meetelement kan gewijzigd worden, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (8) een eerste losneembare meetarm (30) draagt ; dat deze meetarm (30) een zich dwars op de schaalverdeling uitstrekkende meetzijde (32) heeft en volgens de lengterichting van het meetelement (1), (5), (8) kan verschoven worden, en dat de afstand tussen de meetzijde (32) van de meetarm (30) en het ermee evenwijdige vlak door het referentie- uiteinde (9), voor verschillende posities van de eerste meetarm (30) afleesbaar is op de schaalverdeling.
  2. 2. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (11) een tweede, losneembare meetarm (26) draagt, waarvan een meetzijde (28) zich dwars op de schaalverdeling uitstrekt in hetzelfde vlak als het referentie-uiteinde van het meetelement (1), (5), (11).
  3. 3. Inrichting voor het meten van een afstand volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (11) op twee verschillende lengtes kan gebracht worden, zodat de op de schaalverdeling afleesbare afstand overeenkomt met de werkelijke afstand als het meetelement (1), (5), (11) op zijn kleinste lengte gebracht is, en zodat deze afleesbare <Desc/Clms Page number 17> EMI17.1 afstand gelijk is aan de werkelijke afstand verminderd met de lengteverandering (a) van het meetelement (1), (5), (11), als het meetelement op zijn grootste lengte gebracht is ; en dat de lengteverandering (a) van het meetelement ofwel gelijk is aan de dikte (d) van de eerste meetarm (30), ofwel gelijk is aan de dikte (d) van de tweede meetarm (26), ofwel gelijk is aan de som (2d) van de diktes (d) van beide meetarmen (30), (26).
  4. 4. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de lengteverandering (a) regelbaar is.
    5. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (11) aan het referentie-uiteinde eindigt met een losneembaar onderdeel (11) met twee volgens de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen (12), (13), zodat het meetelement (1), (5), (11) op de twee verschillende lengtes kan gebracht worden ; en dat het vrije uiteinde van dit onderdeel (11), het referentie-uiteinde van het meetelement (1), (5), (11) EMI17.2 is. 6. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke meetarm (30), (26) kan verdraaien omheen het meetelement (1), (5), (8) ; (1), (5), (11).
    7. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (8) aan het referentie-uiteinde (9) eindigt met een losneembaar onderdeel (8), waarvan het vrije uiteinde (9) puntvormig is, en dat dit puntvormig uiteinde (9) het referentie-uiteinde van het <Desc/Clms Page number 18> meetelement (1), (5), (8) is.
    8. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (8) een zich volgens de richting van de op dat meetelement (1), (5), (8) voorziene schaalverdeling uitstrekkend staafje (36) draagt ; dat het staafje (36) voorzien is van een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van het van het referentie-uiteinde (9) weg gerichte uiteinde (37) van het staafje (36) ;
    dat het staafje (36) volgens zijn lengterichting, verschuifbaar is en zich met het genoemde uiteinde (37) kan uitstrekken voorbij het andere uiteinde (4) van het meetelement (1), (5), (8) ; dat de afstand tussen het genoemde uiteinde (37) van het staafje (36) en het dwarsvlak door het genoemde andere uiteinde (4) van het meetelement (1), (5), (8) voor verschillende posities van het staafje (36) afleesbaar is op de schaalverdeling van het staafje (36), en dat de dikte van het staafje minstens ter hoogte van het genoemde uiteinde (37) kleiner is dan de dikte van het meetelement (1), (5), (8).
    9. Inrichting voor het meten van een afstand, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het meetelement (1), (5), (8) ; (1), (5), (11) een cylindrische vorm heeft.
    10. Set onderdelen voor het vormen van een inrichting, zoals omschreven in een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze set minstens twee langwerpige elementen (1), (5), (8) bevat met een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een uiteinde (9), waarbij deze elementen (1) ;
    (5) ; (8) in elkaars <Desc/Clms Page number 19> EMI19.1 verlengde losneembaar met elkaar kunnen verbonden worden, zodat een meetelement (1), (5), (8) gevormd wordt, en dat deze set een eerste meetarm (30) bevat die losneembaar op een langwerpig element (1), (5), (8) kan voorzien worden, zodat deze meetarm (30) volgens de lengterichting van het meetelement (1), (5), (8) verschuifbaar is, en zodat de meetarm (30) een zieh dwars op de schaalverdeling uitstrekkende zijde (32) heeft, waarbij de afstand tussen deze zijde (32) en het ermee evenwijdige vlak door een uiteinde (9) van het meetelement (1), (5), (8) voor verschillende posities van de meetarm (30) afleesbaar is op de schaalverdeling.
    11. Set onderdelen voor het vormen van een inrichting, volgens conclusie 10, met het kenmerk dat deze set ook een of meerdere van de volgende onderdelen bevat : - een onderdeel (11) met twee volgens de lengterichting ten opzichte van elkaar verschuifbare delen (12), (13), waarbij het ene deel (12) voorzien is van middelen (14) om het onderdeel (11) losneembaar te verbinden met het uiteinde (2), (6) van een langwerpig element (1), (5), en waarbij het andere deel (13) op het vrije uiteinde een zieh dwars op de lengterichting uitstrekkende tweede meetarm (26) heeft.
    - een onderdeel (8) met een puntvormig uiteinde (9), dat met het andere uiteinde (10) losneembaar kan verbonden worden met een uiteinde (2), (6) van een langwerpig element (1), (5).
    - een langwerpig element (5) met een schaalverdeling, dat losneembaar kan verbonden worden met ofwel het onderdeel (8) met puntvormig uiteinde (9), ofwel het onderdeel (11) met twee verschuifbare delen (12), (13), waarbij de schaalverdeling de afstand <Desc/Clms Page number 20> aanduidt ten opzichte van het puntvormig uiteinde (9), respectievelijk ten opzichte van een zijde (28) van de tweede meetarm (26), van de respectievelijke met het langwerpig element (5) verbonden onderdelen (8), (11). een onderdeel (34) met een volgens zijn lengterichting verschuifbaar staafje (36) dat voorzien is van een schaalverdeling die de afstand aanduidt ten opzichte van een uiteinde (37) van het staafje (36), waarbij het onderdeel (34) losneembaar kan verbonden worden met een uiteinde (4) ; (7) ; (10) van een langwerpig element (1) ;
  5. (5) ; (8), zodat het staafje (36) zieh volgens de richting van de op het langwerpig element (1) ; (5) ; (8) voorziene schaalverdeling uitstrekt, en met het genoemde uiteinde (37) voorbij een uiteinde (4) ; (7) ; (10) van het langwerpig element (1) ; (5) ; (8) kan verschoven worden, waarbij de afstand tussen het genoemde uiteinde (37) van het staafje (36) en het dwarsvlak door het genoemde uiteinde (4) ; (7) ; (10) van het langwerpig element (1) ; (5) ; (8) voor verschillende posities van het staafje (36) afleesbaar is op de schaalverdeling van het staafje (36), en waarbij de dikte van het staafje (36) minstens ter hoogte van het genoemde uiteinde (37) kleiner is dan de dikte van het langwerpig element (1) ; (5) ; (8).
BE9500179A 1995-03-02 1995-03-02 Inrichting voor het meten van een afstand. BE1009205A5 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500179A BE1009205A5 (nl) 1995-03-02 1995-03-02 Inrichting voor het meten van een afstand.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500179A BE1009205A5 (nl) 1995-03-02 1995-03-02 Inrichting voor het meten van een afstand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009205A5 true BE1009205A5 (nl) 1996-12-03

Family

ID=3888822

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500179A BE1009205A5 (nl) 1995-03-02 1995-03-02 Inrichting voor het meten van een afstand.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009205A5 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB219503A (en) * 1923-08-01 1924-07-31 Arthur John Charles Brookes Improved combination extending length measuring bars or gauges
AU545554B2 (en) * 1980-06-06 1985-07-18 Pittop Mining & Hardware Supplies Pty. Limited Measuring stick
EP0168764A2 (de) * 1984-07-14 1986-01-22 Robert Merkt Bausatz zum Herstellen einer Montagelehre für Rohrleitungen insbesondere Rohrleitungen für hydraulische oder pneumatische Schalt- bzw. Arbeitskreise
DE8703471U1 (nl) * 1987-03-07 1987-04-30 Drogatz, Juergen, 6800 Mannheim, De
DE3621973A1 (de) * 1986-07-01 1988-01-14 Seca Gmbh Teleskop-messstab mit zwei teleskopisch ineinander verschiebbaren messstabteilen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB219503A (en) * 1923-08-01 1924-07-31 Arthur John Charles Brookes Improved combination extending length measuring bars or gauges
AU545554B2 (en) * 1980-06-06 1985-07-18 Pittop Mining & Hardware Supplies Pty. Limited Measuring stick
EP0168764A2 (de) * 1984-07-14 1986-01-22 Robert Merkt Bausatz zum Herstellen einer Montagelehre für Rohrleitungen insbesondere Rohrleitungen für hydraulische oder pneumatische Schalt- bzw. Arbeitskreise
DE3621973A1 (de) * 1986-07-01 1988-01-14 Seca Gmbh Teleskop-messstab mit zwei teleskopisch ineinander verschiebbaren messstabteilen
DE8703471U1 (nl) * 1987-03-07 1987-04-30 Drogatz, Juergen, 6800 Mannheim, De

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU195756U1 (ru) Мерная вилка - полнотомер
EP0239134B1 (en) A linear measuring displacement device
US3262211A (en) Marking device
BE1009205A5 (nl) Inrichting voor het meten van een afstand.
US4660292A (en) Combination measuring device, level and plumb
US5210955A (en) Cylinder bore measuring apparatus
US5430951A (en) Retractable tape with telescoping arms
EP0922927B1 (en) Measuring device for vehicles
US5735058A (en) Measuring rule
NL7808975A (nl) Meter, geschikt voor bepaling van de radius van het deel van een voorwerp, waarvan de cirkelcilinder de geometrische basisvorm is.
US3430347A (en) Extension trammel
DE3990155C1 (de) Meßzirkel
US8677635B1 (en) Tailoring point-to-point measurement tool
US4265021A (en) Distance measuring instrument
US1342288A (en) Drill and wire gage
BE1003506A3 (nl) Ijkmaat voor meettoestel met verschuifbare nonius.
US2866270A (en) Angle determinator and bisector
NL8502291A (nl) Meet- en aftekeninstrument.
US1105149A (en) Tree-measuring instrument.
EP0570459A1 (en) Method and device for determining the weight of pigs
RU135406U1 (ru) Прибор для измерения диаметра ствола дерева
US3075290A (en) Universal gage
RU197794U1 (ru) Вилка мерная - реласкоп
US2453276A (en) Manual pocket square
CN216283087U (zh) 一种孔距速测游标卡尺

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: HILLEBRANT STEFAAN

Effective date: 19980331