BE1008809A6

BE1008809A6 - Inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven en werkwijzen voor het behandelen van produkten door middel van microgolven.

Info

Publication number: BE1008809A6
Application number: BE9400953A
Authority: BE
Original assignee: Pro C Ept Naamloze Vennootscha
Priority date: 1994-10-21
Filing date: 1994-10-21
Publication date: 1996-08-06

Abstract

Inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit een microgolfoven met een behuizing (2) die meerdere doorgangen (3 tot 7) vertoont die op modulaire wijze verschillende applikaties toelaten.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven en werkwijzen voor het behandelen van produkten door middel van microgolven. Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven, alsmede op werkwijzen voor het behandelen van produkten door middel van microgolven, meer speciaal het verwarmen, drogen en smelten ervan. 



  De uitvinding heeft hierbij tot doel een inrichting te bieden die bijzonder geschikt is voor het behandelen van kleine hoeveelheden en die universeel kan worden aangewend in laboratoria. 



  Bovendien beoogt de uitvinding een inrichting die in een groot aantal vakgebieden kan worden aangewend, waaronder de chemische nijverheid, de pigmentindustrie, de voedingsnijverheid, de kosmetische sektor en de farmacie. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit een microgolfoven met een behuizing die meerdere doorgangen vertoont die op modulaire wijze verschillende applikaties toelaten. Door het gebruik van twee of meer doorgangen en het feit dat deze doorgangen op modulaire wijze verschillende applikaties toelaten, wordt een zeer universele inrichting bekomen, enerzijds omdat gelijktijdig modules in de verschillende doorgangen kunnen worden geplaatst, en anderzijds omdat deze modules in verschillende onderlinge posities kunnen worden geplaatst, waarbij afhankelijk van het aantal doorgangen en de gekombineerde modules een groot aantal kombinaties mogelijk kan zijn. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Bij voorkeur vertoont de behuizing minstens twee tegenovereenliggende doorgangen.

   



  Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zullen minstens drie doorgangen worden voorzien die stervormig zijn opgesteld. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden zowel de voornoemde twee tegenovereenliggende doorgangen als de voornoemde drie in stervorm opgestelde doorgangen in de behuizing voorzien, en wel zodanig dat de in stervorm opgestelde doorgangen hoofdzakelijk zijdelings uitgeven op de verbindingslijn tussen de eerstgenoemde twee doorgangen. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm geniet het ook de voorkeur dat de axiale richtingen van alle doorgangen elkaar treffen in   een   punt, zodanig dat dit punt, wat het center van de microgolfoven vormt, gemakkelijk van alle zijden te bereiken is. 



  De inrichting van de uitvinding kan met verschillende modules zijn uitgerust. Bij voorkeur is de inrichting uitgerust met   een   of meer modules die naar keuze kunnen worden aangewend en die   een   of meer van volgende elementen omvatten : - louter een afsluitdeksel ; - een kijkvenster ; - een verlichtingselement ; - een microgolfaansluitstuk ; - een druksensor ; - een temperatuurmeter ; - een sproeiinrichting ; - een   monsternamepoort ;   - een gloeidetektor ; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 - een meettoestel om het elektrisch veld te meten ; - een vacuümaansluiting ; - een produktingang   en/of-uitgang ;   - een menger en/of roermiddelen ; - middelen voor het breken en/of malen en/of gelijkstrijken van produkten ; - een kolfhouder ;

   - een kolfhouder die voorzien is van een aandrijving om de kolf te laten wentelen ; - een filterbasis en/of filter en/of filterdroger ; - een inbouwmengketel en/of recipient ; - een reaktorruimte ; - een   vacuümdroger ;   - een statische droger ; - een smeltinrichting ; - een   granulator ;   - een drukaansluiting ; - een reflektor en/of deflektor voor microgolven. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het verwarmen van produkten, die bij voorkeur, doch niet noodzakelijk in de voornoemde inrichting wordt gerealiseerd en die bijzonder voordelig is voor het verwarmen van geringe hoeveelheden van produkten en bijgevolg ook zeer geschikt is om in laboratoria te worden aangewend. 



  Meer speciaal wordt hierbij een werkwijze beoogt die, afhankelijk van de toepassing, erin voorziet dat dergelijke produkten sneller kunnen gedroogd worden in vergelijking tot konventionele droogmethoden ; dat de produkten niet kunnen aanbakken of aankoeken ; dat geen vloeistof voor het verwarmen noodzakelijk is, in tegenstelling tot de bekende methoden waarbij gebruik wordt gemaakt van een oliebad of een bain-marie ; en dat deze werkwijze voor een groot aantal toepassingen geschikt is. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Door de specifieke eigenschappen van warmte-overdracht door microgolven kan de opwarming zeer snel zonder konduktie worden doorgevoerd. 



  Hiertoe bestaat deze werkwijze volgens de uitvinding erin dat de betreffende produkten in een kolf worden aangebracht deze kolf in een microgolfoven wordt geplaatst en het produkt door middel van microgolven wordt verwarmd. 



  Bij voorkeur wordt het   reeipiëntvorrnige   gedeelte van de kolf hierbij vrij opgehangen in de microgolfoven. 



  Volgens een voorkeurdragende uivoeringsvorm van de werkwijze wordt gebruik gemaakt van een opstelling waarbij de ruimte van de kolf van buitenuit toegankelijk is. Volgens nog een uitvoeringsvorm wordt de kolf in een kolfhouder geplaatst die een beweging van de kolf toelaat, bijvoorbeeld de rotatie ervan door middel van een motor. 



  In de kolf kunnen gelijktijdig door middel van vacuüm de gevormde dampen afgevoerd worden. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het smelten van een produkt, met als kenmerk dat het produkt langs de onderzijde door middel van microgolven wordt afgesmolten. Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het produkt hierbij direkt afgevoerd, bij voorkeur langs onder via een daartoe aangebrachte produktafvoer. Hiertoe kan de   recipiënt   een hellende bodem vertonen. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm wordt tijdens het smelten in een afzuiging van gassen voorzien, bij voorkeur door het kreëren van een vacuüm. Hierdoor worden   gas-en/of   luchtbellen uit het gesmolten produkt verwijderd wat in 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 verschillende toepassingen bijzonder nuttig is, zoals bijvoorbeeld bij de produktie van lippenstift. 



  Deze werkwijze, die volgens de uitvinding zowel in de voornoemde inrichting als in een andere inrichting kan worden gerealiseerd, biedt ten opzichte van klassieke smeltmethoden menig voordeel, zoals : het uniform afsmelten van het te smelten produkt ; de mogelijkheid tot smelten bij een lagere temperatuur zodat geen verbranding, oxydatie of dergelijke van het produkt optreedt ; en geen noodzaak aan externe hittebronnen die een gevaar voor de omgeving kunnen vormen. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 de inrichting uit figuur 1 weergeeft, in een bepaalde toepassing ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur   2 ;   figuur 4 een zieht weergeeft zoals in figuur 3, doch voor een andere stand ; figuren 5 tot 8 schematisch vier inrichtingen volgens de uitvinding weergeven voor verschillende toepassingen. 



  Zoals weergegeven in figuur   1,   heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven, die minstens bestaat uit een microgolfoven met een behuizing 2 die meerdere 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 doorgangen 3 tot 7 vertoont die op modulaire wijze verschillende applikaties toelaten. 



  De behuizing 2 bestaat bij voorkeur uit staal, bijvoorbeeld inox, doch kan in wezen ook uit andere materialen bestaan die een afscherming tegen het naar buiten treden van microgolven bieden. 



  In het weergegeven voorbeeld is de behuizing 2 samengesteld uit een buisdeel 8 waarvan de twee uiteinden de doorgangen 3 en 4 vormen. 



  De doorgangen 5 tot 7 zijn stervormig opgesteld en monden zijdelings in het buisdeel 8 uit. Deze doorgangen zijn bij voorkeur ook door buisdelen 9 tot 11 gevormd. 



  De axiale richtingen van de doorgangen 3 tot 7, respektievelijk van de buisdelen 8 tot 11, snijden elkaar in   een   punt 12. De axiale richtingen van de doorgangen 5 tot 7 vormen onderling bij voorkeur hoeken verschillend van 1200, zodat alle hoeken en standen door de modules bereikbaar zijn. 



  De doorgangen 3 tot 7, en dus ook de buisdelen 8 tot 11, zijn bij voorkeur rond. Aan deze doorgangen 3 tot 7 zijn bevestigingsmiddelen aangebracht die, zoals hierna beschreven, verschillende applikaties toelaten. In het weergegeven voorbeeld van figuur 1 bestaan deze bevestigingsmiddelen uit flenzen 13 tot 17. 



  Om bepaalde accessoires, afhankelijk van hun toepassing, op verschillende wijzen in de behuizing 2 te kunnen aanbrengen, wordt gebruik gemaakt van doorgangen waarvan minstens een aantal met elkaar overeenstemmen, hetzij qua grootte, hetzij qua bevestigingsmiddelen. In het weer- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gegeven voorbeeld stemmen de doorgangen 3 en 4 met elkaar overeen, alsook de doorgangen 5,6 en 7. 



  Zoals beschreven in de inleiding kan de inrichting 1 worden voorzien van verschillende modules die een groot aantal applikaties toelaten. 



  Teneinde de uitvinding verder te verduidelijken, zijn hierna enkele bijzondere uitvoeringsvormen en toepassingen beschreven. 



  In figuren 2 en 3 is een inrichting 1 afgebeeld die is uitgerust met een kolf 18 waarin een produkt 19 kan worden behandeld. 



  Hiertoe is de inrichting voorzien van een module 20 die in dit geval in de doorgang 3 is gemonteerd, welke is voorzien van een kolfhouder 21 die de voornoemde kolf 18 ondersteunt. De kolfhouder 21 is aangebracht op een afsluitplaat 22 die tegen de betreffende flens 13 is gemonteerd, bijvoorbeeld door middel van bouten 23 of dergelijke. Het is duidelijk dat in de plaats van bouten ook andere bevestigingselementen kunnen worden aangewend, zoals bijvoorbeeld snelkoppelingen. 



  De kolfhouder 21 vertoont bij voorkeur een doorgang 24, waardoorheen een buisvormig gedeelte 25 steekt, waarop de kolf 18 met zijn schacht 26 is aangebracht,   een   en ander zodanig dat een toegang geboden wordt tot de binnenruimte van de kolf 18. 



  De kolfhouder 21 is, zoals weergegeven in figuren 2 en 3 bij voorkeur ook voorzien van middelen 27 die toelaten om de kolf 18 te laten bewegen, bij voorkeur rond zijn langsas te laten wentelen, zoals bijvoorbeeld een elektrische motor 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 28 en een koppeling 29 tussen de motor 28 en het voornoemde buisvormige gedeelte 25. 



  De betreffende module 20 kan, zoals weergegeven in de figuren 2 en 3, voorzien zijn van een vacuümaansluiting 30, die via een leiding 31 in verbinding kan staan met een vacuümpomp 32, die al dan niet deel kan uitmaken van de inrichting 1. 



  De module 20 kan nog met andere accessoires zijn uitgerust, zoals bijvoorbeeld een roerstang 33 die hetzij manueel, hetzij automatisch kan bevolen worden, of een temperatuursensor. 



  De microgolven worden toegevoerd via een module 34 met een microgolfaansluitstuk 35, dat via een geleidingskanaal 36 in verbinding staat met een microgolfgenerator 37, die ofwel een bestaande en ook voor andere doeleinden aangewende generator 37 kan zijn, alsook een generator 37 die specifiek deel uitmaakt van de inrichting 1. 



  Het is duidelijk dat deze generator 37 kan uitgerust zijn met verschillende kontrolemiddelen om het uitgestuurd vermogen te meten en te kontroleren, enerzijds, om de inrichting 1 te beveiligen, en anderzijds, om de behandeling, in dit geval van het produkt 19, te sturen. 



  Meer speciaal kan de microgolfgenerator 37 zijn uitgerust met een cirkulator, die beschadiging van de generator door gereflekteerde golven uitsluit ; met temperatuurkontrolemiddelen en/of met drukkontrolemiddelen. 



  Overigens is de voornoemde module 34 ook weer gevormd door een afsluitplaat 38 die analoog als de afsluitplaat 22 op de betreffende flens 15 van de doorgang 5 is bevestigd. De module 34 is in dit geval ook nog uitgerust met een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 verlichtingselement 39 dat de binnenruimte van de microgolfoven   verlicht.   



  In figuur 3 is duidelijkheidshalve slechts   een   van de doorgangen 5 tot 7 weergegeven. Het is duidelijk dat de doorgangen 6 en 7 ook met modules 40 kunnen uitgerust zijn, zoals afsluitdeksels. De doorgang 3 is in het voorbeeld uitgerust met een module 41 met een kijkglas, zodat de verlichte kolf 18 en het hierin aanwezige produkt 19 kan worden geobserveerd. Zulke module met een kijkglas kan een volledig glazen plaat beslaan, afgeschermd voor de doorlaat van microgolven. 



  De inrichting 1 kan volgens de uitvinding ook worden voorzien van middelen die een positionering van de voornoemde behuizing 2 in verschillende standen toelaat. 



  Zoals weergegeven in figuur 4, kunnen dit middelen zijn die toelaten om de inrichting 1 te kantelen, die in het weergegeven voorbeeld bestaan uit losmaakbare scharnierkoppelingen 42 en 43, zodanig dat door het aanbrengen van een tussenstuk 44 een wenteling rond de ene of andere scharnierkoppeling, in dit geval de scharnierkoppeling 42, kan worden gerealiseerd. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde middelen ook van andere aard kunnen zijn en in andere bewegingen kunnen voorzien. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is het geheel zodanig opgevat dat de behuizing 2 rond haar langsas kan worden gewenteld, volgens pijl R in figuur 2, en zodoende in verschillende hoekposities kan worden geplaatst. In de eenvoudigste uitvoeringsvorm kan de behuizing 2 hiertoe in steunen zijn opgelegd, zodanig dat zij door het opnemen en verdraaien in een andere hoekpositie kan worden geplaatst. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  In figuren 5 tot 8 zijn nog vier uitvoeringsvormen weergegeven, waarbij gebruik is gemaakt van een behuizing 2 die gelijkaardig is als deze van figuur   1,   waarbij in deze gevallen het buisvormig gedeelte 8 rechtop is geplaatst, en waarbij de doorgangen 3 tot 7 allen even groot zijn. Ter verduidelijking zijn de doorgangen 5 en 6 recht tegenover elkaar afgebeeld. 



  In figuur 5 is een opstelling weergegeven als filterdroger. 



  Op de doorgang 4 is een module 45 aangesloten die is voorzien van een filterbasis 46 en een onder deze filterbasis 46 aangebrachte afzuigopening 47 die toelaat dat door middel van een pomp 48 een onderdruk onder de filterbasis 46 wordt gekreëerd. De module 45 is eveneens voorzien van een trechtervormig geleidingsstuk 49 dat op de filterbasis 46 uitmondt, wat bijvoorbeeld uit glas kan bestaan. 



  Op de doorgang 3 is een module 50 geplaatst met roermiddelen die tot tussen het geleidingsstuk 49 reiken, meer speciaal een roerarm 51, waarop ook een roterende reflektor en/of deflektor 52 voor microgolven kan gemonteerd zijn, die beide door middel van een motor 53 worden aangedreven. Deze roermiddelen kunnen multifunktioneel zijn, waarmee bedoeld wordt dat zij zowel een roerfunktie, een gladstrijkfunktie, bijvoorbeeld voor het gladstrijken van een gevormde uitgefiltreerde massa, als een breekfunktie, bijvoorbeeld voor het breken van een gedroogde filterkoek, kunnen uitoefenen. De roerarm 51 kan op en neer beweegbaar zijn. 



  Verder is in figuur 5 nog een module 34 zichtbaar, analoog als in figuur 2, alsmede een module 54 die is voorzien van een vacuümaansluiting 55, die met de voornoemde vacuümpomp 32 is verbonden. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  In figuur 6 is een opstelling weergegeven waarbij het geheel is opgevat als een zogenaamde "high shear en/of low shear mixer droger". Hierbij is op de doorgang 4 een module 56 aangebracht met een recipiënt 57, al dan niet met een deksel 58. De doorgangen 3,5 en 6 zijn met dezelfde modules voorzien als in figuur 5. 



  In figuur 7 is een opstelling weergegeven, waarbij een module 59 is toegepast die een reaktorruimte 60 draagt, terwijl aan de tegenoverliggende zijde een module 61 is aangewend die uitsluitend van een microgolfaansluitstuk 35 is voorzien. Bij wijze van voorbeeld is de module 59 tevens uitgerust met roermiddelen, zoals een door middel van een motor 62 aangedreven agitatie-element 63. 



  De reaktor is bij voorkeur gemaakt uit een transparant materiaal voor microgolven, zoals kwarts of een andere glassoort. De reaktor kan ook druk-en vacuümbestendig zijn en kan verschillende openingen hebben voor het uitvoeren van metingen en voor het vullen en ledigen van de reaktorruimte 60. 



  Het is duidelijk dat de opstelling ook kan uitgevoerd worden met aandrijvingen die zieh bovenaan of aan de zijkant bevinden, voor het aandrijven van de roermiddelen of andere elementen. 



  In figuur 8 is een opstelling weergegeven, waarbij de inrichting 1 is voorzien van een smeltinrichting 64. Zij is hierbij uitgerust met een module 65 die samenwerkt met een recipient 66 waarin het te smelten produkt 67 kan worden aangebracht ; een module 61, analoog als in figuur 7, voor de toevoer van de microgolven ; en een module 54, analoog als in figuur 5, voor het afzuigen van smeltdampen. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



  De weergegeven opstelling van figuur 8 laat toe de in de inleiding uiteengezette werkwijze van smelten te realiseren, dit door de modules 61 en 64 onderling zodanig te lokaliseren dat de verwarming door de toegevoerde microgolven langs de onderzijde 68 van de   recipiënt   66 plaatsvindt. Het is evenwel duidelijk dat deze werkwijze ook in andere inrichtingen kan worden gerealiseerd, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een recipiënt 66 die aan de onderzijde 68 van een afvoer 69 voor gesmolten produkt 67 is voorzien. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de recipiënt 66 een hellende bodem 70 vertoont, met een helling die bij voorkeur 5   ä   150 bedraagt. 



  Het is duidelijk dat tussen de verschillende modules en de behuizing 2 adaptiestukken kunnen worden aangebracht, wat bijvoorbeeld in het geval van een behuizing 2 zoals afgebeeld in figuur 1 het voordeel biedt dat modules die op de flenzen 13 en 14 passen, dan ook op de flenzen 15,16 en 17 kunnen worden gemonteerd. 



  De adaptiestukken alsmede de voornoemde afsluitplaten zijn uiteraard microgolfdicht en kunnen bestaan uit metaal, of uit glas waarin eventueel metaalgaas is aangebracht. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch de voornoemde inrichting en de voornoemde werkwijzen kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies.

1. - Inrichting voor het uitvoeren van behandelingen onder toevoer van microgolven, met als kenmerk dat zij minstens bestaat uit een microgolfoven met een behuizing (2) die meerdere doorgangen (3 tot 7) vertoont die op modulaire wijze verschillende applikaties toelaten.

2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) minstens twee tegenovereenliggende doorgangen (3-4) vertoont.

3.-Inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) minstens drie doorgangen (5-6-7) vertoont die stervormig zijn opgesteld.

4.-Inrichting volgens konklusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) is voorzien van zowel de voornoemde twee tegenovereenliggende doorgangen (3-4) als de voornoemde drie in stervorm opgestelde doorgangen (5-6-7), waarbij de in stervorm opgestelde doorgangen (5-6-7) hoofdzakelijk zijdelings uitgeven op de verbindingslijn tussen de eerstgenoemde twee doorgangen (3-4).

5.-Inrichting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de behuizing (2) bestaat uit een buisdeel (8) waarvan de uiteinden de voornoemde tegenovereenliggende doorgangen (3-4) vormen en dat de overige drie doorgangen (5-6-7) bestaan uit buisdelen (9-10-11) die zijdelings op het eerstgenoemde buisdeel (8) zijn aangebracht. <Desc/Clms Page number 14>

6.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de axiale richtingen van alle doorgangen (3 tot 7) doorheen eenzelfde punt (12) gaan.

7.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat alle doorgangen gelijkvormig en even groot zijn.

8.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de doorgangen (3 tot 7) voorzien zijn van bevestigingsmiddelen voor het aanbrengen van modules.

9.-Inrichting volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de bevestigingsmiddelen bestaan uit flenzen (13 tot 17).

10.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgerust met modules (20-34-40-41-45-50-54-56-59-61-65) die met de doorgangen (3 tot 7) kunnen samenwerken en die onderling verplaatsbaar zijn tussen twee of meer van de doorgangen (3 tot 7).

11.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgerust met een of meer modules (20-34-40-41-45-50-54-56-59-61-65) die met een of meer van de doorgangen (3 tot 7) kunnen samenwerken en die een of meer van de volgende elementen omvatten : - louter een afsluitdeksel ; - een kijkvenster ; - een verlichtingselement (19) ; - een microgolfaansluitstuk (35) ; - een druksensor ; - een temperatuurmeter ; - een sproeiinrichting ; <Desc/Clms Page number 15> - een monsternamepoort ; - een gloeidetektor ; - een meettoestel om het elektrisch veld te meten ; - een vacuümaansluiting (30-55) ;

- een produktingang en/of-uitgang ; - een menger en/of roermiddelen ; - middelen voor het breken en/of malen en/of gelijkstrijken van produkten ; - een kolfhouder (21) ; - een kolfhouder (21) die voorzien is van een aan- drijving om een kolf (18) te laten wentelen ; - een filterbasis (46) en/of filter en/of filterdroger ; - een inbouwmengketel en/of recipiënt (57-66) ; - een reaktorruimte (60) ; - een vacuümdroger ; - een statische droger ; - een smeltinrichting (64) ; - een granulator ; - een druktoevoer ; - een reflektor en/of deflektor voor microgolven.

12.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen die toelaten om de behuizing (2) in verschillende posities in te stellen.

13.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van een microgolfgenerator (37).

14.- Werkwijze voor het verwarmen van produkten, daardoor gekenmerkt dat de betreffende produkten in een kolf (18) worden aangebracht, deze kolf (18) in een microgolfoven <Desc/Clms Page number 16> wordt geplaatst en het produkt (19) door middel van microgolven wordt verwarmd.

15.-Werkwijze volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat het reeipiëntvormige gedeelte van de kolf (18) vrij wordt opgehangen in de microgolfoven.

16.-Werkwijze volgens konklusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een opstelling waarbij de ruimte van de kolf (18) van buitenuit toegankelijk is.

17.-Werkwijze volgens konklusie 14,15 of 16, daardoor gekenmerkt dat de kolf (18) in een kolfhouder (21) geplaatst wordt die een beweging van de kolf (18) toelaat.

18.- Werkwijze voor het smelten van een produkt, daardoor gekenmerkt dat het produkt (67) langs de onderzijde door middel van microgolven wordt afgesmolten.

19.- Werkwijze volgens konklusie 18, daardoor gekenmerkt dat het gesmolten produkt (67) direkt langs onder wordt afgevoerd.

20.-Werkwijze volgens konklusie 19, daardoor gekenmerkt dat het produkt wordt aangebracht in een recipiënt (66) die van een hellende bodem (70) en een hierop aansluitende afvoer (69) voor gesmolten produkt (67) is voorzien.

21.-Werkwijze volgens konklusie 20, daardoor gekenmerkt dat tijdens het smelten in een afzuiging van gassen wordt voorzien, meer speciaal door het kreëren van een vacuüm.