BE1008423A6

BE1008423A6 - Anti-diefstal en car-jacking beveiliging.

Info

Publication number: BE1008423A6
Application number: BE9400660A
Authority: BE
Original assignee: Peeters Ivan
Priority date: 1994-07-13
Filing date: 1994-07-13
Publication date: 1996-05-07

Abstract

Door het ingeven van een eerste code kan de motor van een voertuig gestart worden. Na het starten van de motor moet een tweede code ingegeven worden. Wanneer dit niet gebeurt, zal na een bepaalde tijd een signaal gegeven worden om aan te duiden dat de tweede code niet is ingegeven. Er is dan nog de tijd voorzien om de tweede code in te geven. Gebeurt dit niet zal de motor gedurende een bepaalde tijd stilvallen. Indien de tweede code niet is ingegeven, begint de tijd maar te lopen vanaf het moment dat een bepaalde handeling is uitgevoerd en het voertuig een zekere snelheid heeft bereikt en/of een zekere afstand heeft afgelegd.

Description

ANTI-DIEFSTAL EN CAR-JACKING BEVEILIGING

* Het betreft een combinatie van bepaalde eenvoudige systemen waarmee men tracht te voorkomen dat een voertuig wordt gestolen, zowel door inbraak of door car-jacking.

* De ontwikkelingen op het gebied van autobeveiliging en alarmsystemen hebben de jongste jaren een enorme vlucht gekend. Het aantal mechanische en elektronische beveiligingen zijn niet meer te tellen.

* Bepaalde systemen die op de markt zijn gegooid bieden wel een relatieve goede bescherming tegen diefstal door inbraak, maar niet tegen car-jacking. De systemen die de laatste tijd hun opgang maken zijn vooral van mechanische en minder van elektronische aard ; in het bijzonder, blijkt het zogenaamde Mul-T-lock systeem vrij doeltreffend te zijn.

* Zoals eerder vermeld zijn er systemen op de markt die relatief doeltreffend zijn tegen diefstal door inbraak, maar niet tegen car-jacking, dat de laatste tijd een grote opgang kent. De bedoeling van deze uitvinding is vooral het aanvullen van een bestaand systeem dat voorkomt dat de dief in het bezit van de wagen komt en daartoe de bestuurder, onder bedreiging, dwingt zijn sleutels af te geven.

* Het grote voordeel t.o.v. bestaande systemen is dat, als de dief de wagen aan de praat krijgt, hij niet weet of de wagen een anti-car-jacking systeem heeft. Valt de wagen dan stil en beseft de dief dat de wagen is uitgerust met een anti-carjacking systeem, zal hij niet weten hoe deze uit te schakelen, noch over de nodige tijd beschikken om deze op het spoor te komen. Hij kan evenmin uittesten of de wagen bij stilstand een anti-car-jacking systeem heeft, wat het hem nog moeilijker maakt.

BESCHRIJVING

Het systeem is eigenlijk samengesteld uit gekende systemen en kan op ontelbare manieren worden uitgevoerd.

Bij het instappen van de wagen moet er eerst een code worden ingegeven. Dit kan gebeuren door gebruik te maken van een 4cijferige pincode. Indien deze niet wordt ingegeven blijft de stroomtoevoer onderbroken en start de wagen niet. Na het starten van de wagen moet er nog een tweede code worden ingegeven. Deze code kan ingegeven worden door (bijvoorbeeld) gebruik te maken van de hendel van de ruitenwissers. Door deze hendel in de richting van de bestuurder te trekken op een zodanige manier dat de ruitensproeiers juist niet worden bediend en volgens een bepaalde code (bijvoorbeeld kort lang kort) kan men nog een tweede code meegeven. Indien deze code niet wordt ingegeven, zal er na bijvoorbeeld 30 seconden een signaal gegeven worden ter verwittiging dat de tweede code niet werd ingegeven. Er is dan een tijd voorzien van (bijvoorbeeld) 5 seconden.

Daarna wordt de brandstoftoevoer onderbroken en valt de motor stil gedurende bijvoorbeeld een half uur, waarna de procedure terug kan gevolgd worden. De tijd van 30 seconden begint maar eerst te lopen als de wagen sneller rijdt dan bijvoorbeeld 5 km/uur, waardoor het niet mogelijk is voor een potentiële dief om te testen of er een anti-car-jacking systeem opzit, zolang de wagen stilstaat.

De tweede code moet enkel worden ingegeven wanneer één van de deuren is geopend geweest, dus niet wanneer de auto stilstaat met de gesloten deuren en terug vertrekt. Het is dus een gewoonte dat de bestuurder zichzelf moet aanleren en het is voor elke wagen verschillend. Eens dat de bestuurder deze zich deze gewoonte heeft eigen gemaakt, kan hij bij aankoop van een andere wagen, hetzelfde systeem in de nieuwe wagen overbrengen, wat uiteraard zeer gemakkelijk is.

Het systeem werkt dus als volgt :

Bij het instappen van de wagen moet er een code worden ingegeven. Dan kan de motor gestart worden. Vervolgens moet er een tweede code gegeven worden, want de deur is open geweest. Indien deze tweede code niet wordt ingegeven, zal achter een welbepaalde tijd een signaal worden gegeven dat aangeeft dat de tweede code niet is ingegeven. Indien na het gegeven signaal de tweede code niet wordt ingegeven binnen een welbepaalde tijd, in de grootorde van enkele seconden, valt de motor stil. Het duurt dan nog zekere tijd vooraleer de motor terug kan gestart worden. Dit kan gebeuren door gebruik te maken van een derde code of door de voorgaande procedure te volgen.

Voor de eerste code of startcode kan men verschillende systemen gebruiken, zoals daar zijn : het mul-T-lock-systeem, het pin-code-systeem, een code gevormd door opeeenvolgende handelingen (bijvoorbeeld tweemaal gaspedaal indrukken, gevolgd door éénmaal de ontkoppelingspedaal indrukken), enz....

Voor de tweede code wordt er bij voorkeur gebruik gemaakt van het systeem van codevorming door opeenvolgende handelingen.

1

Valt de motor stil omdat de tweede code niet is ingegeven, kan men nog extra beveiligen door gebruik te maken van een alarmsysteem. Het alarmsysteem kan dan uitgeschakeld worden door gebruik te maken van een derde code.

Het signaal dat verkregen wordt door het niet ingeven van de tweede code kan zowel visueel als auditief als een combinatie van beide zijn.

Het systeem kan nog aangevuld worden met een typisch geluidssignaal. Indien de deur wordt geopend, krijgt men een typisch signaal te horen. Dit geeft het volgend voordeel : indien er geen signaal wordt gebruikt weet de potentiële dief niet of er een anti-car-jacking-systeem aanwezig is. Indien het signaal wel wordt gebruikt in combinatie met een anti-car-jackingsysteem, wordt de dief vlugger ontmoedigd of men kan alleen het typisch signaal gebruiken, zodat de dief tevergeefs op zoek gaat naar een anti-car-jacking-systeem.

Claims

CONCLUSIES

1. Na het ingeven van de eerste code kan de motor van het voertuig gestart worden. Daarna moet een tweede code worden ingegeven. Indien dit niet gebeurt, wordt na een bepaalde tijd een signaal gegeven om aan te duiden dat de tweede code niet werd ingegeven. Indien de tweede code binnen een bepaalde tijd niet is ingegeven valt de motor stil.

De tweede code moet elke keer worden ingegeven na het uitvoeren van een bepaalde handeling, zoals telkens een deur geopend is geweest, men van neutraal overgaat naar eerste versnelling,...

Het is een gewoonte dat de chauffeur zich eigen moet maken.

2. Systeem volgens conclusie 1., maar i.p.v. de eerste code wordt een mechanisch systeem gebruikt.

3. Systeem volgens conclusie 1., maar aangevuld met een alarmsysteem bij het stilvallen van de motor, omdat de tweede code niet is ingegeven.

4. Systeem volgens conclusie 3., maar aangevuld met een derde code om het alarmsysteem te kunnen uitschakelen.

5. Systeem volgens conclusie 1., maar de tijd begint pas te lopen als de wagen een zekere snelheid heeft bereikt.

6. Systeem volgens conclusie 1., maar de tijd begint pas te lopen als de wagen een zekere afstand heeft afgelegd.

7. Systeem volgens conclusie 1., maar aangevuld met een typerend signaal, indien een deur wordt geopend.