<Desc/Clms Page number 1>
HETEROGENE METATHESEKATALYSATOR
De uitvinding heeft betrekking op een heterogene metathesekatalysator bevattende een drager, een metaalverbinding waarin het metaal is gekozen uit de groep bestaande uit rhenium, molybdeen en wolfraam en een promotor. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor de metathese van olefinen.
Een metathese is een reactie waarbij olefinen omgezet worden naar andere olefinen met een verschillend molecuulgewicht door uitwisseling tussen olefinemoleculen van groepen die zich aan de dubbele binding van het olefinemolecuul bevinden. Bijvoorbeeld wordt 2-penteen door metathese omgezet naar 2-buteen en 3-hexeen tot aan de instelling van het reactie-evenwicht. Bij een heterogene metathesekatalysator is de voor metathese katalytisch actieve metaalverbinding aangebracht op het oppervlak van een vaste drager, waardoor de katalysator gemakkelijk af te scheiden is van het reactiemengsel.
De kwaliteit van een metathesekatalysator wordt voornamelijk gekarakteriseerd door de activiteit, de totale conversie en de stabiliteit. Met activiteit wordt hier en hierna bedoeld de initiële conversiesnelheid van de metathesereactie, met conversie wordt bedoeld de procentuele omzetting van het uitgangsolefine naar de eindprodukten, met totale conversie wordt bedoeld de conversie bij instelling van een reactie-evenwicht, met stabiliteit wordt bedoeld de mate waarin de activiteit de katalysator onder de condities van de metathesereactie op een acceptabel nivo blijft.
Bekende heterogene metathesekatalysatoren bevatten naast de drager en de katalytisch actieve metaalverbinding vaak promotoren om de kwaliteit van de katalysator te verbeteren.
In EP-A-0. 152. 112 is een dergelijke heterogene metathesekatalysator beschreven welke bestaat uit een
<Desc/Clms Page number 2>
wolfraamoxide op een silica drager welke een titaniumhoudende verbinding bevat als promotor ter verhoging van de activiteit van de katalysator.
Nadelen van de bekende heterogene metathesekatalysator zijn dat de activiteit laag is en dat de temperatuur waarbij de katalysator actief is erg hoog is (300-500 C).
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een heterogene metathesekatalysator die een hogere activiteit vertoont en/of bij lage temperaturen actief is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de promotor bestaat uit een niobiumverbinding.
Gebleken is dat de heterogene metathesekatalysator volgens de uitvinding (hierna'katalysator volgens de uitvinding'genoemd) zelfs bij kamertemperatuuur een zeer hoge activiteit, een hoge totale conversie en een goede stabiliteit vertoont. Verder is gebleken dat de katalysator volgens de uitvinding zeer geschikt is voor ringopeningmetathesepolymerisatie en voor acyclische dieenmetathese.
In Catalysis Today, 8 (1990), 1-11 (Tanabe) wordt het gebruik van niobium en niobiumverbindingen beschreven als katalysator of als component in een katalysator voor diverse reacties. Er is echter niet beschreven dat niobium als promotor actief kan zijn in metathesereacties. In het bijzonder wordt hier niet beschreven dat een niobiumverbinding gebruikt kan worden in combinatie met een drager en een katalytische metaalverbinding waarin het metaal is gekozen uit de groep bestaande uit rhenium, molybdeen en wolfraam.
EMI2.1
In J. Chem. Soc., Chem. Comm. (1993), 361-362 wordt een metathesekatalysator beschreven waarin de drager volledig bestaat uit niobiumoxide (NbOg) waarop een wolfraamalkylideenverbinding is aangebracht. Deze metathesekatalysator heeft een lage activiteit in vergelijking met de katalysator volgens de uitvinding.
De niobiumverbinding kan in de katalysator
<Desc/Clms Page number 3>
volgens de uitvinding op verschillende manieren zijn aangebracht. De niobiumverbinding kan bijvoorbeeld zijn aangebracht op een katalysator waarbij de katalytisch actieve metaalverbinding direct is aangebracht op de drager.
Met de meeste voorkeur is in de katalysator volgens de uitvinding het oppervlak van de drager gemodificeerd doordat het geheel of gedeeltelijk is bedekt met een laag van een niobiumverbinding en waarbij het oppervlak van de aldus gemodificeerde drager geheel of gedeeltelijk is bedekt met een laag van de metaalverbinding. Bij voorkeur is hierbij de laag van de niobiumverbinding een niobiumzure monolaag. In deze uitvoeringsvorm heeft de katalysator volgens de uitvinding een bijzonder hoge activiteit. Met een monolaag is wordt hier en hierna bedoeld een laag met een dikte ongeveer gelijk aan de afmeting van een molecuul.
Op zieh is uit Catalysis Today, 8 (1990) 57-66 (Shirai et. al. ) een katalysator bekend welke bestaat uit silica dat is bedekt met een niobiumverbinding. Hierin wordt beschreven dat deze katalysator gebruikt kan worden als katalysator voor dehydrogenering, dehydratatie en verestering van ethanol. Er is niet beschreven dat deze katalysator, in combinatie met een metaalverbindingen waarin het metaal is gekozen uit de groep bestaande uit rhenium, molybdeen en wolfraam, gebruikt kan worden als heterogene metathesekatalysator.
De drager in de katalyssator volgens de uitvinding is een vaste stof met een groot specifiek oppervlak. Het specifieke oppervlak van de (al of niet gemodificeerde) drager bedraagt bij voorkeur tenminste 50 m2/g. Om een hoge activiteit te verkrijgen is het specifieke oppervlak bij voorkeur groter dan 150 m2/g en met nog meer voorkeur groter dan 300 m2/g. Bij voorkeur wordt als drager een metaaloxide gebruikt. Geschikte dragers bestaan uit een of meer van de dragermaterialen gekozen uit de groep bestaande uit silica, alumina,
<Desc/Clms Page number 4>
magnesia, titania, zirconia of mengoxides daarvan. Met de meeste voorkeur bestaat de drager in hoofdzaak uit silica.
Bij voorkeur heeft het oppervlak van het silica een gehalte hydroxylgroepen van 2-5 OH per nm2. Met meer voorkeur is het gehalte hydroxylgroepen aan het oppervlak groter dan 3 en met nog meer voorkeur groter dan 4, 5 OH per run2. Het voordeel hiervan is een hogere activiteit van de katalysator volgens de uitvinding. In het bijzonder kan zo een hoge bedekkingsgraad van de laag van de niobiumverbinding op het oppervlak van de drager gerealiseerd worden.
Bij voorkeur is de laag van de metaalverbinding een monolaag welke het oppervlak van de al of niet met een niobiumverbinding gemodificeerde drager bij voorkeur geheel bedekt. Hierdoor wordt een grotere activiteit verkregen. De hoeveelheid metaalverbinding in de katalysator bedraagt bij voorkeur l tot 10 gew. %, met meer
EMI4.1
voorkeur 3 tot 8 gew. en met de meeste voorkeur 4 tot 8 gew. (ten opzichte van het gewicht van de drager, de niobiumverbinding en de metaalverbinding).
Bij voorkeur is in de katalysator volgens de uitvinding het metaal in de metaalverbinding wolfraam.
Gebleken is dat de voordelen van de uitvinding beter tot uitdrukking komen met wolfraam.
Bij voorkeur wordt de katalysator volgens de uitvinding geactiveerd door reactie met een alkylerende organometaalverbinding (hierna activator genoemd). Het voordeel hiervan is dat de katalysator een hoge activiteit heeft bij lagere temperaturen. Een verder voordeel is dat deze activering bij lage temperatuur kan worden uitgevoerd. Hierdoor bestaat minder risico dat eventueel aanwezige temperatuurgevoelige organische liganden van de katalytisch actieve metaalverbinding afgesplitst worden.
Goede resultaten worden bereikt met als activator een aluminiumalkyl-verbinding of een Grignardverbinding. Met de meeste voorkeur is de activator een isobutyl-aluminiumdihalogenide.
<Desc/Clms Page number 5>
Bij voorkeur wordt de katalysator geactiveerd kort v66r dat deze in kontakt wordt gebracht met het olefine. De hoeveelheid activator is bij voorkeur meer dan 0, 01 mmol en bij voorkeur minder dan 2 mmol per 100 mg katalysator. Bij voorkeur is de hoeveelheid minder dan 1 en met de meeste voorkeur minder dan 0, 5 mmol per 100 mg katalysator. De molverhouding activator ten opzichte van de hoeveelheid katalytisch actief metaal is bij voorkeur groter dan 1 en bij voorkeur kleiner dan 200, met meer voorkeur kleiner dan 100 en met de meeste voorkeur kleiner dan 75. Gebleken is dat een te grote hoeveelheid activator organometaalverbinding een negatieve invloed kan hebben op de activiteit van de katalysator. De optimale hoeveelheid is door de vakman eenvoudig vast te stellen.
Indien de activiteit van de katalysator volgens de uitvinding tijdens de metathesereactie teruggelopen is kan deze activiteit weer worden verhoogd door een nieuwe toevoeging van activator aan de katalysator.
Voor de metaalverbinding in de katalysator volgens de uitvinding komen verscheidene verbindingen in aanmerking. Goede resultaten worden behaald met metaaloxiden, metaalhalogeniden en organometaalcomplexen.
Bij voorkeur bevat de metaalverbinding een of meer organische liganden zoals alkyl, aryl, alkoxy, aryloxy, carbonyl, alkylideen of n-gebonden koolwaterstoffen.
Het is gebleken dat een de katalysator volgens de uitvinding waarin de metaalverbinding een of meer organische liganden bevat een hoge activiteit heeft bij een lagere temperatuur.
Bij voorkeur is in de katalysator volgens de uitvinding de metaalverbinding op de drager aangebracht door reactie met een organometaalcomplex met de formule : M (X) n (R) p-n, waarin : M : W, Re, Mo
<Desc/Clms Page number 6>
X : halogeen R : al of niet verschillende groepen gekozen uit de groep bestaande uit alkyl, aryl, alkoxy, aryloxy, carbonyl, alkylideen of n-gebonden koolwaterstoffen. n = l tot (p-l), p = 5 of 6.
Afhankelijk van de aard van de aan het metaal verbonden groepen en de reactiecondities kunnen in de katalysator verkrijgbaar door bovengenoemde reactie 1 tot 3 (meestal 2) van de X- of R-groepen afgesplitst zijn en vervangen door een binding met de drager. Daarnaast kunnen nog verdere X- of R-groepen afgesplitst zijn.
Bij voorkeur zijn in de katalysator zoals verkrijgbaar door bovengenoemde reactie de eventueel nog aanwezige halogeenliganden vervangen door oxyliganden. Dit kan op eenvoudige wijze gebeuren door de katalysator bloot te stellen aan vochtige lucht. Een katalysator met oxyliganden heeft een hogere activiteit. n-gebonden koolwaterstoffen zijn bijvoorbeeld ngebonden alkenen, aromatische ringen of ionogene cyclische alkenen met een aromatisch karakter. Goede resultaten worden verkregen wanneer het organometaalcomplex een of meer n-gebonden allyl-of cyclopentadienylgroepen bevat, zoals bijvoorbeeld het cyclopentadienylcomplex n- CsHsW (CO) 3Cl.
Bij voorkeur bevat het organometaalcomplex twee tot vier en met de meeste voorkeur twee al of niet gesubstitueerde aryloxygroepen. Het is gebleken dat deze aryloxygroepen tijdens de reactie met de gemodificeerde drager gebenden blijven'aan het metaal en een gunstige invloed hebben op de activiteit en de selectiviteit van de katalysator. Een verder voordeel is dat deze katalysator zeer geschikt is voor ringopeningmetathesepolymerisatie en voor acyclische dieenmethathese. Bij voorkeur zijn de Rgroepen 2, 6-digesubstitueerde phenoxygroepen. De substituenten zijn bij voorkeur halogenen of alkylgroepen.
Verder is gebleken dat de stabiliteit en de selectiviteit van de katalysator volgens de uitvinding
<Desc/Clms Page number 7>
verbeterd is als de R-groep 12 of meer koolstofatomen bevat. Dit is in het bijzonder het geval wanneer R een bidentaat ligand is. Met een bidentaat ligand wordt bedoeld een organische groep welke op twee plaatsen gebonden is aan het katalytisch actieve metaal. Bij voorkeur wordt hiervoor een gesubstitueerde biphenyldioxy groep gebruikt, zoals bijvoorbeeld 5, 5'-dimethoxy-3, 3'-di- t-butyl-2, 2'-biphenyldioxy (MBPD). Een verder voordeel hiervan is dat de katalysator, indien deze v66r de metathesereactie geactiveerd wordt, langer actief blijft bij eenzelfde hoeveelheid activator en bovendien dat de activiteit van de katalysator niet of minder nadelig wordt beinvloed door een overmaat aan activator.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de katalytisch actieve metaalverbinding een metaalalkylideencomplex. Het voordeel hiervan is dat de katalysator op zichzelf al een goede activiteit heeft bij lage temperatuur zonder activering met een alkylerende organometaalverbinding.
De katalysator volgens de uitvinding kan eventueel nog andere bestanddelen bevatten. Zo kan de katalysator co-componenten bevatten voor verdere verbetering van de activiteit of voor andere doeleinden dan katalyse van de metathesereactie. Een ander doel is bijvoorbeeld isomerisatie van tijdens de metathesereactie verkregen olefinen (bijvoorbeeld met MgO of V205).
De uitvoeringsvorm van de katalysator volgens de uitvinding met de meeste voorkeur (de'best mode') bevat een silica drager, welke is gemodificeerd met een het oppervlak van de drager geheel of gedeeltelijk bedekkende niobiumzure monolaag en een het oppervlak van de gemodificeerde drager geheel of gedeeltelijk bedekkende, wolfraamverbinding welke bij voorkeur aryloxy-of alkoxyliganden bevat en welke is geactiveerd met een aluminiumalkylverbinding.
Verder is gebleken dat een katalysator bevattende een silica drager welke geheel of gedeeltelijk
<Desc/Clms Page number 8>
is bedekt met een monolaag van een wolfraamverbinding welke een of meer organische liganden, bij voorkeur aryloxy-of alkoxyliganden, bevat en welke is geactiveerd met een aluminiumalkylverbinding ook al een hogere metatheseactiviteit heeft bij lage temperaturen in vergelijking met de tot nu toe bekende katalysatoren.
Verder is gebleken dat deze katalysator geschikt is voor de metathese van gefunctionaliseerde olefinen.
Voorkeursuitvoeringsvormen en daarmee samenhangende voordelen van de katalysator volgens de uitvinding zijn van overeenkomstige toepassing op deze katalysator.
Gefunctionaliseerde olefinen zijn olefinen die n of meer groepen met heteroatomen bevatten, zoals bijvoorbeeld onverzadigde carbonzuren, carbonzuuresters, alcoholen, nitrilen of halogenen.
De katalysator volgens de uitvinding kan op verschillende manieren worden bereid. Zo kan deze worden bereid door op een precursor, bestaande uit de katalytisch actieve metaalverbinding op een drager, een niobiumverbinding als promotor aan te brengen. Dit kan op verschillende op zich bekende wijzen gebeuren, bijvoorbeeld door chemische reactie van de precursor met een niobiumverbinding of door een niobiumverbinding vanuit een oplossing op de precursor te precipiteren, door drenking in of besproeiing met een oplossing gevolgd door droging en verhitting. Bij voorkeur wordt de katalysator volgens de uitvinding bereid door een niobiumverbinding op een drager aan te brengen en daarna op de aldus gemodificeerde drager de katalytisch actieve metaalverbinding aan te brengen.
Geschikte methoden voor het aanbrengen van een niobiumverbinding, in het bijzonder een niobiumzure monolaag, op een drager zijn omschreven in bovengenoemde publicatie van Shirai et. al.
Met de meeste voorkeur wordt de heterogene metathesekatalysator volgens de uitvinding bereid volgens een werkwijze welke de volgende stappen omvat : (a) het in een oplosmiddel, onder water-en zuurstofvrije
<Desc/Clms Page number 9>
condities, laten reageren van een drager met Nb (0-R) s (R is alkyl, aryl of alkylaryl) (b) het behandelen van het in (a) verkregen reactieproduct met een oplossing van een ammoniumzout, (c) het verwarmen van het in (b) verkregen reactieproduct bij een temperatuur tussen 100 en 3000C onder verlaagde druk, (d) het bevochtigen van het in (c) verkregen reactieproduct met water, (e) het verwarmen van het in (d) verkregen reactieproduct bij een temperatuur tussen 100 en 3000C onder verlaagde druk, (f) het aanbrengen op de in (e) verkregen gemodificeerde drager van de metaalverbinding.
In de stappen (a) tot en met (e) wordt een niobiumzure monolaag gevormd. Bij voorkeur wordt de drager, bij voorkeur silica, voor de reactiestap (a) verwarmd bij een een temperatuur tussen 100 en 3000C teneinde een hoog gehalte hydroxylgroepen aan het oppervlak te verkrijgen en het fysisch geadsorbeerde water te verwijderen.
Het onder (a) genoemde oplosmiddel is een voor de reactie inert oplosmiddel, zoals bijvoorbeeld n-hexaan.
Bij voorkeur is de O-R groep in stap (a) een ethoxide. Bij voorkeur wordt tussen stap (a) en (b) het in (a) verkregen reactieproduct verwarmd bij een temperatuur tussen 100 en 3000C onder verlaagde druk teneinde de hechtingsreactie te bevorderen en te completeren.
Het aanbrengen van de katalytisch actieve metaalverbinding op de gemodificeerde drager (stap f) kan gebeuren op voor dragermaterialen zoals silica en alumina bekende wijzen. Bij voorkeur wordt de katalytisch actieve metaalverbinding aangebracht door chemisorptie op de gemodificeerde drager van een verbinding van het metaal, zoals een metaalhalogenide of een organometaalverbinding.
Hierbij wordt een monolaag van de katalytisch actieve metaalverbinding op de gemodificeerde drager gevormd.
<Desc/Clms Page number 10>
Gebleken is dat dergelijke katalysatoren actiever zijn. De reactie van de metaalverbinding met de gemodificeerde drager kan plaats vinden door de drager, onder water-en zuurstofvrije condities, in een oplosmiddel in contact te brengen met het organometaalcomplex en het reactiemengsel te refluxen. Het oplosmiddel is bij voorkeur een bij lage temperatuur kokend inert oplosmiddel, zoals bijvoorbeeld n-hexaan.
Met de heterogene metathesekatalysator volgens de uitvinding is het mogelijk bij lage temperatuur een zeer snelle en zeer hoge metatheseconversie te bereiken met een goede selectiviteit. De uitvinding heeft derhalve tevens betrekking op een werkwijze voor de metathese van olefinen waarbij gebruik wordt gemaakt van een heterogene metathesekatalysator volgens de uitvinding. Bij voorkeur is hierbij de temperatuur beneden 100OC, met meer voorkeur is de temperatuur van de metathesereactie beneden 500C en met de meeste voorkeur beneden 30oC. Het voordeel van een lage metathesereactietemperatuur is enerzijds dat de procesvoering om energietechnische redenen economisch aantrekkelijker is en anderzijds dat de metathesereactie selectiever is.
Hoewel de voordelen van de uitvinding met name tot uitdrukking komen bij lage temperatuur worden ook bij hoge temperaturen, bijvoorbeeld in een gasfaseproces, zeer goede resultaten behaald.
De uitvinding wordt in het navolgende gelllustreerd aan de hand van voorbeelden. De katalysatoren werden getest door meting van de conversie als functie van de tijd bij de metathese van 2-penteen (2P) naar 2-buteen (2-B) en 3-hexen (3-H). De activiteit oftewel de initi le conversiesnelheid is de conversie 5 minuten na aanvang van de reactie. Alle hierna beschreven handelingen werden, tenzij anders vermeld, verricht onder uitsluiting van lucht in een Argonatmosfeer (atmosferische druk).
<Desc/Clms Page number 11>
Metina van de conversie
Tijdens de metathesereactie werden op verschillende tijdstippen monsters genomen van het gas boven het reactiemengsel. Het gasmonster werd geanalyseerd met gaschromatografie-massaspectrometrie (GC-MS : Varian Finnigan-Matt). De concentratie van de componenten werd uit de GC-piekoppervlakken berekend via een responsfactor welke vantevoren voor iedere component was bepaald. De
EMI11.1
conversie werd berekend als de fractie (in mol%) van de som van de reactieproducten (bij 2-penteen (2-P) 2-buteen (2-B) plus 3-hexeen (3-H)). Doordat de gasfase, door de hogere vluchtigheid van 2-B, rijker is aan 2-B dan de vloeistoffase kunnen conversiewaarden boven 50% ontstaan.
Bereidina van een aemodificeerde draaer : niobiumzure monolaaa op silicai 1, 1128 g NbCls en 30 ml n-Hexaan werden in een driehalskolf van 100 ml gebracht. Aan de suspensie werd 1, 202 ml EtOH onder constant roeren toegevoegd. Vervolgens werd die suspensie gedurende 1 uur gerefluxt. Hierbij ontstond een heldere oplossing van het Nb (OEt) g. De niobiumzure monolaag op silica (Si02) werd bereid uitgaande van deze Nb (OEt) . 6 g Silica (PolyporR, specifiek oppervlak : 345 m2g-1) werd vooraf verwarmd bij 473K gedurende 2 uur om een OH-concentratie te verkrijgen van ongeveer 5 OH run-2 (bepaald met infraroodanalyse volgens Anal. Chem. 1989,61, 41-47). Vervolgens werd de hexaanoplossing van Nb (OEt), overgebracht naar het silica.
De kolf, waarin zich het Nb (OEt), bevond, werd nagespoeld met 40 ml droge n-hexaan waarna dit volume werd toegevoegd aan de silica. De verkregen suspensie werd 1 uur gerefluxt. Na refluxen en bezinken van het reactieproduct werd de bovenstaande vloeistof verwijderd en werd het reactieproduct vervolgens 3 maal gewassen met n-hexaan.
Vervolgens werd het reactieproduct gedurende 1 uur verwarmd bij 473K onder vacuÜm om de hechtingsreactie te bevorderen. Het behandelde silica werd vervolgens
<Desc/Clms Page number 12>
behandeld met een 1M NHOH oplossing om de Nb-OC2Hs eenheden om te zetten in Nb-O-NH4 + eenheden. Na 1 uur rustig roeren werd de bovenstaande oplossing verwijderd.
De verkregen ammoniumkationen werden vervolgens afgesplitst bij 473K onder vacuÜm gedurende 1 uur. Daarna werd het met Nb gemodifieerde silica behandeld met 5 ml H20 en verwarmd bij 473K onder vacuÜm gedurende 2 uur waarbij de niobiumzure monolaag werd gevormd.
Veraeliikend experiment A: SiO2/WCl4(-O-2, 6-C6H3Br2)2 1, 45 g WCl6 en 30 ml CCl werden in een kolf gebracht waarna druppelsgewijs een oplossing van 1, 8473 g C6H3Br2OH in 30 ml CCl werd toegevoegd over een periode van 15 minuten. Tijdens de substitutie van Cl door het fenolderivaat werd de kleur van de oplossing donkerrood gekleurd. Het reactiemengsel werd 3 uur gerefluxt waarna het oplosmiddel onder verminderde druk en bij 800C werd verwijderd. 5 gram silica, dat vooraf gecalcineerd was bij 3000C gedurende 6 uren, werd verwarmd bij 1200C onder verminderde druk om fysisch geadsorbeerd water te verwijderen. Een oplossing van 0, 5 g van het bovenomschreven WCl (O-2, 6-C6H3Br2) 2 in 40 ml CCl werd overgebracht naar de voorbehandelde silica.
Het reactiemengsel werd gedurende 4 uur, onder goed roeren, gerefluxt. De verkregen katalysator werd vervolgens gefiltreerd en gewassen met Cl1..
Metina van de conversie
100 mg katalysator werd aan de lucht overgebracht naar de reactor en werd gedurende 2 uur gedroogd onder verminderde druk bij 110-120OC om het fysisch geadsorbeerd water te verwijderen. Verdere handelingen werden onder Ar-atmosfeer verricht. Na afkoelen werd vervolgens 9, 65 ml chloorbenzeen (PhCl) en 0, 1 ml isobutylaluminium-dichloride (iBAC) (2, 78 M) in de reactor gebracht waarna, na een activeringsperiode van 10 minuten, 0, 25 ml 2-P werd toegevoegd. De reactie werd
<Desc/Clms Page number 13>
uitgevoerd op kamertemperatuur. De gemeten conversie als functie van de tijd is weergegeven in Tabel l. De katalysator bleek overigens eveneens actief voor metathese van methyloleaat.
Tabel l : Conversie van 2-P als funtie van de tijd verkregen met SiO2/WCl4(-O-2, 6- C6H3Br2)2/iBAC katalysator.
EMI13.1
<tb>
<tb>
Tijd <SEP> Conversie
<tb> (min) <SEP> (%)
<tb> 5 <SEP> 50
<tb> 10 <SEP> 67
<tb> 20 <SEP> 82
<tb> 40 <SEP> 83
<tb> 60 <SEP> 83
<tb> 180 <SEP> 84 <SEP>
<tb>
EMI13.2
Voorbeeld I Br, 0, g van de gemodificeerde drager (SiO/NbOg), bereid volgens bovenomschreven werkwijze, werd gedurende 2 uur bij 2000C onder vacuÜm verwarmd. Een hexaanoplossing van WCl. (-O-2, 6-C6H3Br2) 2' bereid volgens de werkwijze omschreven in vergelijkend experiment A, werd aan de gemodificeerde drager toegevoegd. De suspensie werd vervolgens 2 uur gerefluxt. Het SiC/NbO ; oppervlak kleurde diep rood. Na bezinking van het reactieproduct werd de bovenstaande vloeistof verwijderd en werd het reactieproduct vervolgens 3 maal gewassen met n-hexaan en onder vacuÜm bij 1200C gedroogd.
Met gravimetrische analyse werd bepaald dat de katalysator 5% wolfraam bevat.
<Desc/Clms Page number 14>
Metina van de conversie
100 mg van de gedroogde katalysator werd onder Ar-atmosfeer overgebracht naar het reactorvat. Hieraan werd 9, 4 ml PhCl en 0, 1 ml iBAC (2, 78 M) toegevoegd waarna, na een activatieperiode van 10 minuten, 0, 5 ml 2-P werd toegevoegd. De reactie werd uitgevoerd op kamertemperatuur. De gemeten conversie als functie van de tijd is weergegeven in Tabel 2.
EMI14.1
Tabel 2 Conversie van 2-P als functie van de tijd verkregen met SiO/NbO/WCl-O--CgHgBr/iBAC katalysator
EMI14.2
<tb>
<tb> Tijd <SEP> (min. <SEP> ) <SEP> %-conversie
<tb> 5 <SEP> 61
<tb> 10 <SEP> 75
<tb> 20 <SEP> 82
<tb> 40 <SEP> 84
<tb> 60 <SEP> 83
<tb> 240 <SEP> 86
<tb>
EMI14.3
Uit Voorbeeld I blijkt dat de katalysator volgens de uitvinding, zelfs bij een dubbele hoeveelheid 2-P, na 5 min. een hogere conversie en dus een beduidend hogere activiteit heeft dan de. katalysator van vergelijkend voorbeeld A.
Veraeliikend experiment B : Si0/WCl(-O-2, 6-C (t-Bu) 2. :
Aan 0, 225 g WC1, in 30 ml hexaan werd druppelsgewijs een oplossing van 2, 6-di-t-Butylfenol (HO- 2, 6-C, H3 (t-Bu) 2) (0, 2328 g ; 1, 13. 10-3 mol) in n-hexaan toegevoegd over een periode van 15 minuten. Tijdens de substitutie van Cl door het fenoxide, werd de kleur van de
<Desc/Clms Page number 15>
oplossing donker paars. Het reactiemengsel werd 2 uur geroerd waarna onder verminderde druk het solvent verwijderd werd.
2 gram silica werd gedroogd bij 2000C gedurende 2 uur in een Ar-atmosfeer. Een oplossing van WCI. (0-2, 6-C6H3 {t-Bu) 2) 2 werd toegevoegd aan het voorbehandelde silica waarna de suspensie 2 uur werd gerefluxt. Het silica werd roodbruin gekleurd, terwijl de oplossing kleurloos werd. Na bezinken van het reactieprodukt werd de bovenstaande vloeistof verwijderd. Het reactieproduct werd vervolgens 3 maal gewassen met n-hexaan en vervolgens onder vacuÜm bij 1200C gedroogd. De katalysator bevatte 5, 2 % wolfraam.
Metina van de conversie
100 mg van de katalysator werd onder argonatmosfeer overgebracht naar de reactor. 9, 65 ml PhCl en 0, 1 ml iBAC (2, 78 M) werd in de reactor gebracht waarna, na een activeringsperiode van 10 minuten, 0, 25 ml 2-P werd toegevoegd.
Na de laatste monstername (180 min. ) werd de reactor vacuüm gezogen gedurende 10 minuten en lichtjes opgewarmd om 2-B, 2-P en 3-H te verwijderen. Vervolgens werd opnieuw 0, 25 ml 2-P toegevoegd zonder vooraf te activeren met iBAC. Deze procedure werd daarna nogmaal herhaald. De gemeten conversie als functie van de tijd van de drie opeenvolgende metathesereacties is weergegeven in Tabel 3.
<Desc/Clms Page number 16>
Tabel 3 : Conversie van 2-P als functie van de tijd en de hoeveelheid 2-P met Si02/WCl2 (0-2, 6- C6H3tBu2) 2/iBAC als katalysator.
EMI16.1
<tb>
<tb>
Tijd <SEP> (min) <SEP> le <SEP> maal <SEP> 2e <SEP> maal <SEP> 3e <SEP> maal
<tb> 0, <SEP> 25 <SEP> ml <SEP> 2-P <SEP> 0, <SEP> 25 <SEP> ml <SEP> 2-P <SEP> 0, <SEP> 25 <SEP> ml <SEP> 2-P
<tb> 5 <SEP> 30 <SEP> 16 <SEP> 2
<tb> 10 <SEP> 48 <SEP> 29 <SEP> 6
<tb> 20 <SEP> 56 <SEP> 39 <SEP> 9
<tb> 40 <SEP> 70 <SEP> 43 <SEP> 10
<tb> 60 <SEP> 71 <SEP> 47 <SEP> 10
<tb> 120 <SEP> 72 <SEP> 53 <SEP> 10
<tb> 180 <SEP> 71 <SEP> 53 <SEP> 10
<tb>
EMI16.2
Voorbeeld II f-O-2, Aan 0, in 30 ml n- hexaan werd druppelsgewijs een oplossing van 2, 6 di-tButylfenol (HO-2, 6-C6H3(t-Bu)2) (0,0420 g; 2,0375.10-4 mol) in n-hexaan toegevoegd over een periode van 5 minuten waarna het reactiemengsel 2 uur werd gerefluxt.
Tijdens de substitutie van Cl door het fenoxide, werd de kleur van de oplossing donker paars. 0, 52 g van de gemodificeerde drager (Si02/Nb2Os) werd gedurende 2 uur bij 2000C onder vacuüm verwarmd. Daarna werd hieraan de hexaanoplossing van WCl (-O-2, 6-C6H3 (t-Bu) 2) 2 toegevoegd waarna het reactiemengsel 2 uur werd gerefluxt. De gemodificeerde drager werd bruin gekleurd, terwijl de oplossing kleurloos werd. Na bezinking van het reactieproduct werd de bovenstaande vloeistof verwijderd en werd het reactieproduct vervolgens 3 maal gewassen met n-hexaan en onder vacuüm bij 1200C gedroogd. De katalysator bevatte 3, 6% wolfraam.
<Desc/Clms Page number 17>
MetinQ van de conversie
50 mg van de gedroogde katalysator (Si02/Nb20s/WCl (-0-2, 6-C6H3 (t-Bu) :) 2) werd onder Aratmosfeer overgebracht naar het reactorvat. Hieraan werd 4, 4 ml PhCl en 0, 1 ml iBAC (2, 78 M) toegevoegd waarna, na een activeringsperiode van 10 minuten, 0, 5 ml 2-P werd toegevoegd. De reactie werd uitgevoerd op kamertemperatuur. Na het bereiken van het evenwicht werd de oplossing verwijderd onder vacuüm. Het bereiken van het evenwicht werd vastgesteld als de conversie in de tijd niet significant meer toenam. Aan de droge katalysator werd opnieuw 4, 5 ml PhCl en 0, 5 ml 2-P toegevoegd zonder vooraf te activeren met iBAC waarna opnieuw de metatheseactiviteit werd gemeten. Deze bewerking werd 4 maal herhaald.
De gemeten conversie als functie van de tijd van de 5 opeenvolgende metathesereacties is weergegeven in Tabel 4.
EMI17.1
Tabel 4 Conversie van 2-P als functie van de tijd verkregen met Si02/Nb2Os/WC14 BU2) als katalysator
EMI17.2
<tb>
<tb> :Aantal <SEP> 2-P- <SEP> Tijd <SEP> %-conversie
<tb> addities <SEP> (0,5 <SEP> ml) <SEP> (min.)
<tb> 1 <SEP> maal <SEP> 5 <SEP> 55
<tb> 20 <SEP> 70
<tb> 2 <SEP> maal <SEP> 5 <SEP> 63
<tb> 20 <SEP> 69
<tb> 3 <SEP> maal <SEP> 5 <SEP> 55
<tb> 20 <SEP> 64
<tb> 4 <SEP> maal <SEP> 5 <SEP> 62
<tb> 20 <SEP> 68
<tb> 90 <SEP> 78
<tb> 5 <SEP> maal <SEP> 5 <SEP> 57
<tb> 30 <SEP> 60
<tb>
<Desc/Clms Page number 18>
Uit de resultaten van Voorbeeld II blijkt dat de katalysator volgens de uitvinding in vergelijking met de katalysator uit vergelijkend experiment B een hogere initiële conversie heeft, zelfs bij een dubbele hoeveelheid substraat en de helft van de hoeveelheid katalysator.
Verder blijkt dat de activiteit niet significant is afgenomen na 5 opeenvolgende addities van 0, 5 ml 2-P terwijl de activiteit van de katalysator uit vergelijkend experiment B na 2 addities van 0, 25 ml 2-P nagenoeg verdwenen is.
EMI18.1
Uit Basset, J. Mol. Cat., 76 (1992), 287-295 kan worden berekend dat bij metathese van 2-P met een NbOg/CHReOg katalysator 2, 5 mol 2-B per minuut per mol katalytisch metaal wordt gevormd. Uit Voorbeeld II kan worden berekend dat met de katalysator volgens de uitvinding 3, 63 mol 2-B per minuut per mol katalytisch metaal wordt gevormd (berekening : 5 maal 4, 63 mmol 2-B per 9, 79. 10-3 mmol wolfraam in 165 minuten). De katalysator volgens de uitvinding heeft dus een significant hogere activiteit.
Veraeliikend experiment C : SiO/WO
Een katalysator werd bereid door impregnatie van silica met een waterige oplossing van NHWO gevold door droging en calcinering bij 600oC.
Metina van de conversie
100 mg van deze katalysator werd overgebracht naar de reactor en gedurende 2 uur gedroogd onder vacuum bij 110-120 C om het fysisch geadsorbeerd water te verwijderen. Onder Argonatmosfeer werd 10 ml PhCl en 0, 2
EMI18.2
ml (2, waarna, na een activeringsperiode van 10 minuten, 0, ml 2-P werd toegevoegd. De reactie werd uitgevoerd op kamertemperatuur. De gemeten conversie als functie van de tijd is weergegeven in Tabel 5.
<Desc/Clms Page number 19>
Tabel 5 : Conversie van 2-P als functie van de tijd verkregen met SiO2/WO3/iBAC als katalysator :
EMI19.1
<tb>
<tb> Tijd <SEP> (min) <SEP> % <SEP> conversie
<tb> 5 <SEP> 14 <SEP>
<tb> 10 <SEP> 25
<tb> 20 <SEP> 36
<tb> 40 <SEP> 53
<tb> 60 <SEP> 59
<tb>
Voorbeeld III: SiO2/Nb2O5/WO3
De katalysator bereid in Voorbeeld I werd geoxideerd bij 400 C. Hierbij werd een katalysator verkregen waarin het wolfraam geoxideerd is tot W03.
Metina van de conversie
Aan 50 mg van deze katalysator werd 10 ml PhCl en 0, 1 ml iBAC (2, 78M) toegevoegd waarna, na een activeringsperiode van 10 minuten, 0, 5 ml 2-P werd toegevoegd. De reactie werd uitgevoerd op kamertemperatuur. De gemeten conversie als functie van de tijd is weergegeven in Tabel 6.
EMI19.2
Tabel 6 Conversie van 2-P als functie van de tijd verkregen met SiO/NbOjs/WOg/iBAC als :katalysator :
EMI19.3
<tb>
<tb> Tijd <SEP> (min) <SEP> Conversie <SEP> (%)
<tb> 5 <SEP> 12
<tb> 15 <SEP> 27
<tb> 120 <SEP> 56
<tb> 160 <SEP> 69 <SEP>
<tb>
<Desc/Clms Page number 20>
Uit Voorbeeld III blijkt dat de katalysator volgens de uitvinding bij een dubbele hoeveelheid 2-P substraat en de helft van de hoeveelheid katalysator een conversie heeft welke vergelijkbaar is met die van de katalysator uit vergelijkend experiment C. De katalysator heeft derhalve een circa 4 maal hogere activiteit.