<Desc/Clms Page number 1>
KALENDER
De uitvinding verschaft een kalender waarmee men voor een lange tijd de weekdagen van de gregoriaanse kalender kan bepalen.
Deze bepaling geschiedt door instelling van twee verplaatsbare jarendragers ten opzichte van een eeuwendrager.
Met de aan de hand van de tekening beschreven uitvoeringsvormen kan men de weekdagen bepalen vanaf 1600 (in 1583 werd de gregoriaanse kalender ingevoerd) tot 4000, het jaar waarin een bijzondere uitzondering voorkomt.
In de tekening stellen voor :
Figuren 1 en 2 een perspectivisch aanzicht respectievelijk een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van de kalender volgens de uitvinding ;
Figuren 3 en 4 een vooraanzicht respectievelijk een achteraanzicht van de kalender van figuur 1i
Figuren 5 en 7 een vooraanzicht respectievelijk een achteraanzicht van de eeuwendrager ;
Figuren 6 en 8 een vooraanzicht respectievelijk een achteraanzicht van de beide jarendragers ;
Figuren 9,10, 11 en 12 een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht, een dwarsdoorsnede, een vooraanzicht respectievelijk een achteraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de kalender volgens de uitvinding ;
Figuren 13, 14, 15 en 16 vooraanzichten respectievelijk achteraanzichten van jarendragers van de tweede uitvoeringsvorm ;
en
Figuur 17 een weggebroken perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de kalender volgens de uitvinding.
De kalender 4 van figuur 1 omvat een hulsvormige eeuwendrager 3 en twee jarendragers 1 en 2, die in verplaatsingsrichting 5 onafhankelijk van elkaar ten opzichte van de eeuwendrager 3 verschuifbaar zijn en daartoe in de
<Desc/Clms Page number 2>
eeuwendrager 3 zijn geleid. De eeuwendrager 3 bestaat uit een huls van stijf plaatmateriaal, bijvoorbeeld karton, kunststof, metaal of dergelijke dat zodanig gevouwen en gehecht is, dat er twee platte geleidingskokers voor het verschuifbaar opnemen van de jarendragers 1 en 2 zijn ontstaan. De eeuwendrager 3 heeft aan zijn voorzijde een eeuwenaanwijzer 6 bestaande uit bijvoorbeeld vier dwars op de verplaatsingsrichting 5 gerichte rijen 7 van de getallen 16 tot en met 39 die de eeuwen 1600 - 4000 aanduiden.
Verder heeft de eeuwendrager 3 aan zijn voorzijde twee stel van vier dwars op de verplaatsingsrichting 5 gerichte, in lijn met de rijen 7 opgestelde vensters 8, waardoorheen jaartallen 9 zichtbaar zijn die op de voorzijden van jarendragers 1 en 2 aanwezig zijn en wel in een zodanige rijenopstelling dat er telkens vier rijen van jaartallen 9 door de vensters 8 zichtbaar kunnen zijn.
De achterzijde (figuur 7) van de eeuwendrager 3 is voorzien van een als coördinatenstelsel uitgevoerde weekdag-positieaanwijzer 10. Deze omvat een dwars op de verplaatsingsrichting 5 staande rij van de in volgorde geplaatse twaalf maandsymbolen 11 (bijvoorbeeld in de Engelse taal) die de weekdagposities 12 in verplaatsingsrichting 5 aanduiden ; en omvat een groep 13 van 31 maanddaggetallen 22 die in weekrijen 14 van zeven in volgorde zijn gerangschikt, zodanig dat deze maanddaggetallen 22 in zeven dwars op de verplaatsingsrichting 5 gerichte daglijnen 15 zijn gerangschikt en de weekdagposities 12 in de dwars op de verplaatsingsrichting 5 staande dwarsrichting 16 aanduiden.
De beide jarendragers 1, 2 dragen in de verplaatsingsrichting 5 gerichte rijen 17 van weekdagsymbolen 18, bijvoorbeeld in de Engelse taal Su, Mo, Tu, We, Th, Fr, Sa voor zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag respectievelijk zaterdag. Daarbij wordt de reeks van Su-Sa menigmaal herhaald. Opvallend is het feit (zie figuur 8) dat de eerste jarendrager slechts twee rijen 17 van weekdagsymbolen 18 bevat, die zich in gemonteerde toestand van de kalender in lijn met januari res-
<Desc/Clms Page number 3>
pectievelijk februari bevinden en dat de tweede jarendrager 2 tien rijen 17 van weekdagsymbolen 18 bevat, en wel in de maandlijnen van de overige tien maanden maart tot en met december.
De jaartallen 9 zijn zodanig op de voorzijde van de jarendragers l en 2 gepositioneerd, dat bij een zodanige instelling van de jarendragers 1 en 2 dat van het geobserveerde jaar, bijvoorbeeld 1995, het jaartal 95 zieh in lijn van zijn eeuwaanduiding 19 bevindt, de achterzijden van de jarendragers 1 en 2 binnen het venster 20 de dagsymbolen 18 op exacte wijze presenteren in coördinatie met de maandlijnen 23 van de maandsymbolen 11 en de daglijnen 15 van de maanddaggetallen 22.
Eventueel is tegenover de maandsymbolen 11 het aantal dagen van de desbetreffende maand vermeld.
Eventueel bevat de eeuwendrager 3 uitsparingen 24, opdat de jarendragers 1 en 2 gemakkelijker kunnen worden aangegrepen. Bij voorkeur bevat de kalender 4 aan zijn buitenzijde niet getoonde reclame of althans vrije vlakken voor het opbrengen van reclame.
Daar de eeuwjaren uitzonderingsjaren zijn, bevat de kalender 4 bij voorkeur nog de gebruiksaanwijzing : "indien het jaartal gelijk is aan 00 kies dan de opstelling van jaartal 28 voor de eeuwen die in de meest rechtse rij voorkomen en kies jaartal 23 voor de overige eeuwrijen." Deze gebruiksaanwijzing 25 laat zieh gemakkelijk formuleren, bijvoorbeeld in de Engelse taal, zoals in figuur 5 is getoond, met de uitdrukking : IF < < 00 > > select -- > 23 -- > 23 -- > 23 -- > 28 (indien < < 00 > > kies dan -- > 23 -- > 23 -- > 23 -- > 28) De kalender 4 van figuren 9-16 berust op hetzelfde principe als die van figuren 1-8, maar de jarendragers 1 en 2 zijn daarbij als om een aslijn 30 draaibare schijven uitgevoerd. De verplaatsingsrichting 5 is nu een draairichting en de dwarsrichting 16 is nu de radiale richting.
De jarendragers 1 en 2 zijn draaibaar in een als schijf-
<Desc/Clms Page number 4>
huls uitgevoerde eeuwendrager 3 gemonteerd om een pen 31. De gebruiksaanwijzing 25 is nu in de vorm dat bij de meest rechtse eeuwenrij vermeld staat "00=28", terwijl bij de andere eeuwenrijen vermeld staat "00=23". De jarendrager 2 bestaat uit een kleine schijf, waarvan de achterzijde weekdagsymbolen 18 op tien cirkels gerangschikt draagt, en wel op radia waarop de maandsymbolen 11 van de laatste 10 maanden bij het venster 20 staan. De jarendrager 1 heeft werkdagsymbolen 18 op de twee cirkels gerangschikt met de radia van de maanden januari en februari. De eeuwendrager 3 heeft aan zijn voorzijde vensters 8 om de jaartallen van de jarendragers 1 en 2 van het te bekijken bepaalde jaar in lijn met de betreffende eeuw te doen verschijnen.
De kalender 4 van figuur 17 berust-afgezien van de vormgeving-wederom op hetzelfde principe. Deze bestaat uit een eerste cilindrische jarendrager 1 en een tweede cilindrische jarendrager 2. De eerste jarendrager 1 is om de cilinderas 41 in de verplaatsingsrichting 5 draaibaar verplaatsbaar ten opzichte van de tweede jarendrager 2, die als binnencilinder van een pot, asbak, bloemenpot, bureaulamp of houder voor bureaumateriaal of andere zaken kan dienst doen.
De eeuwendrager 3 is eveneens in de verplaatsingsrichting 5 om de aslijn 41 draaibaar ten opzichte van de beide jarendragers 1 en 2.
In figuur 17 zijn de overeenkomstige elementen met identieke verwijzingscijfers aangewezen. Bij de cilindrische uitvoeringsvorm van figuur 17 zijn de groepen van cijfers 9 in omgekeerde richting aangebracht, omdat de jarendragerdelen aan de ene en de andere zijde van hun cilindervorm in dezelfde draairichting bewegen.
De eeuwendrager 3 kan ook nog een 15e eeuw bevatten, zoals in figuur 11 met stippellijnen is getekend, teneinde de kalender 4 vanaf 1583 het jaar van instelling van de gregoriaanse kalender te kunnen benutten.
De kalenders 4 van figuren 1 en 10 kunnen van
<Desc/Clms Page number 5>
een fotolijstensteun zijn voorzien om hen staande te kunnen opstellen. Eventueel kan er aan de achterzijde van de kalender 4 een gebruiksaanwijzing zijn afgedrukt.
<Desc / Clms Page number 1>
CALENDAR
The invention provides a calendar with which one can determine the weekdays of the Gregorian calendar for a long time.
This determination is made by setting two movable year carriers relative to a century carrier.
With the embodiments described with reference to the drawing, the weekdays can be determined from 1600 (in 1583 the Gregorian calendar was introduced) to 4000, the year in which a special exception occurs.
In the drawing represent:
Figures 1 and 2 show a perspective view and a cross section, respectively, of a first embodiment of the calendar according to the invention;
Figures 3 and 4 show a front view and a rear view respectively of the calendar of figure 1i
Figures 5 and 7 show a front view and a rear view of the century bearer, respectively;
Figures 6 and 8 show a front view and a rear view, respectively, of the two year carriers;
Figures 9,10, 11 and 12 show an exploded perspective view, a cross-section, a front view and a rear view, respectively, of a second embodiment of the calendar according to the invention;
Figures 13, 14, 15 and 16 front and rear views, respectively, of jar carriers of the second embodiment;
and
Figure 17 is a broken away perspective view of a third embodiment of the calendar according to the invention.
The calendar 4 of figure 1 comprises a sleeve-shaped century carrier 3 and two year carriers 1 and 2, which are displaceable in displacement direction 5 independently of each other relative to the century carrier 3 and for this purpose in the
<Desc / Clms Page number 2>
century bearer 3 have been led. The century carrier 3 consists of a sleeve of rigid sheet material, for instance cardboard, plastic, metal or the like, which is folded and bonded in such a way that two flat guide tubes for slidingly mounting the year carriers 1 and 2 have been created. The century bearer 3 has on its front a century indicator 6 consisting of, for example, four rows 7 of the numbers 16 to 39, which transverse the direction of displacement 5, which indicate the centuries 1600-4000.
Furthermore, the century carrier 3 has on its front two sets of four windows 8 arranged transversely of the direction of displacement, aligned in rows with the rows 7, through which years 9 are visible, which are present on the front sides of year carriers 1 and 2, in such a way row arrangement that each time four rows of years 9 can be visible through the windows 8.
The back (figure 7) of the century bearer 3 is provided with a weekday position indicator 10 constructed as a coordinate system. This comprises a row of the twelve month symbols 11 (for example in the English language) placed in sequence, transverse to the direction of movement. 12 in displacement direction 5; and comprises a group 13 of 31 month day numbers 22 arranged in week rows 14 of seven in such a order that these month day numbers 22 are arranged in seven day lines 15 transverse to the direction of movement 5 and the weekday positions 12 in the transverse direction 5 of direction 16.
Both year carriers 1, 2 carry rows 17 of weekday symbols 18 in the direction of movement 5, for example in the English language Su, Mo, Tu, We, Th, Fr, Sa for Sunday, Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday and Saturday, respectively. . The series of Su-Sa is repeated many times. What is striking is the fact (see figure 8) that the first year carrier only contains two rows 17 of weekday symbols 18, which in the assembled state of the calendar are aligned with January.
<Desc / Clms Page number 3>
February and that the second year carrier 2 contains ten rows 17 of weekday symbols 18, in the monthly lines of the other ten months of March up to and including December.
The years 9 are positioned on the front of the year carriers 1 and 2, so that when the year carriers 1 and 2 are set so that of the observed year, for example 1995, the year 95 is in line with its century indication 19, the back sides of the year carriers 1 and 2 within the window 20 present the day symbols 18 exactly in coordination with the month lines 23 of the month symbols 11 and the day lines 15 of the month day numbers 22.
The number of days of the month in question may be indicated opposite the month symbols 11.
Optionally, the century carrier has 3 recesses 24, so that the year carriers 1 and 2 can be more easily engaged. Preferably, the calendar 4 contains advertising not shown on its outside or at least free surfaces for the application of advertising.
Since the century years are exceptional years, calendar 4 preferably still contains the manual: "if the year is equal to 00, choose the arrangement of year 28 for the centuries that appear in the right-most row and choose year 23 for the other century rows. " This manual 25 is easy to formulate, for example in the English language, as shown in Figure 5, with the expression: IF <<00>> select -> 23 -> 23 -> 23 -> 28 (if <<00>> then choose -> 23 -> 23 -> 23 -> 28) The calendar 4 of figures 9-16 is based on the same principle as that of figures 1-8, but the year carriers 1 and 2 30 rotatable discs are rotated about an axis. The direction of displacement 5 is now a direction of rotation and the transverse direction 16 is now the radial direction.
The year carriers 1 and 2 are rotatable in a disc
<Desc / Clms Page number 4>
sleeve-shaped century carrier 3 mounted on a pin 31. The instructions for use 25 are now in the form that in the right-most centuries row is marked "00 = 28", while in the other rows of rows it is stated "00 = 23". The year carrier 2 consists of a small disc, the back of which bears weekday symbols 18 arranged in ten circles, namely on radia on which the month symbols 11 of the last 10 months are located at the window 20. The year bearer 1 has working day symbols 18 arranged on the two circles with the radia of the months January and February. The century bearer 3 has windows 8 on its front to make the years of the year carriers 1 and 2 of the particular year to be viewed appear in line with the century in question.
Apart from the design, the calendar 4 of figure 17 is again based on the same principle. This consists of a first cylindrical year carrier 1 and a second cylindrical year carrier 2. The first year carrier 1 is rotatable about the cylinder axis 41 in the direction of movement 5 relative to the second year carrier 2, which serves as the inner cylinder of a pot, ashtray, flower pot, desk lamp or holder for office equipment or other business.
The century carrier 3 is also rotatable in the direction of displacement 5 about the axis 41 with respect to the two year carriers 1 and 2.
In Figure 17, the corresponding elements are indicated with identical reference numbers. In the cylindrical embodiment of Figure 17, the groups of numerals 9 are arranged in the reverse direction, because the yoke carrier parts move in the same direction of rotation on one and the other side of their cylinder shape.
The century bearer 3 can also contain a 15th century, as is shown in dotted lines in figure 11, in order to be able to use calendar 4 from 1583 onwards, the year of the establishment of the Gregorian calendar.
Calendars 4 of Figures 1 and 10 may be of
<Desc / Clms Page number 5>
a photo frame support are provided for standing up. Optionally, a manual may be printed on the back of calendar 4.