Hulpinrichting voor het monteren van een kozijn in een muuropening.
De uitvinding heeft betrekking op een hulpinrichting voor het monteren van een kozijn in een muuropening.
Bij het monteren van een kozijn in een muuropening plaatst men eerst het kozijn voorlopig in de opening. Alvorens het kozijn aan de muur te bevestigen, moet men het in zijn geheel evenwijdig aan een vertikaal vlak brengen en daarenboven zorgen dat in dit kozijn de stijlen vertikaal staan.
Deze dubbele voorwaarde maakt de montage van een kozijn met de thans bestaande hulpinrichtingen, namelijk lijmschroeven en spieën, omslachtig en tijdrovend.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een hulpinrichting voor het monteren van een kozijn in een muuropening te verschaffen die toelaat op een zeer snelle en eenvoudige manier zowel het volledige kozijn in een vertikaal vlak te plaatsen als binnen het kozijn de stijlen vertikaal te plaatsen zodat de totale montagetijd aanzienlijk vermindert.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de hulpinrichting een eerste richtgedeelte bevat dat aan een zijde van middelen is voorzien voor het bevestigen aan een stijl van het kozijn, een tweede richtgedeelte dat aan de andere zijde van het eerste richtgedeelte is gelegen en ten opzichte waarvan dit eerste richtgedeelte wentelbaar is rond een eerste, dwars op deze richtgedeelten gerichte meetkundige as, en middelen om de twee richtgedeelten ten opzichte van elkaar te blokkeren, welk tweede richtgedeelte zodanig op een klemmechanisme is gemonterd dat het op zichzelf wentelbaar is rond een tweede meetkundige as die nagenoeg loodrecht op de eerste is gericht, welk klemmechanisme middelen bevat om in een muuropening op de muur te worden geklemd en middelen zijn voorzien om het tweede richtgedeelte ten opzichte van het klemmechanisme te blokkeren.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het tweede richtgedeelte ten minste een geleiding onder tussenkomst waarvan het wentelbaar volgens de tweede as op het klemmechanisme is gemonteerd en ten opzichte waarvan een gedeelte van het tweede richtgedeelte verschuifbaar is en zijn middelen voorzien om dit gedeelte van het tweede richtgedeelte ten opzichte van de geleiding in ten minste een richting te verschuiven.
Doelmatig is het verschuifbare gedeelte van het tweede richtgedeelte een balk die evenwijdig is aan de tweede meetkundige as en die met beide uiteinden verschuifbaar in een geleiding steekt.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het klemmechanisme twee vleugels die, enerzijds, onder tussenkomst van het tweede richtgedeelte met elkaar zijn verbonden en, anderzijds, de middelen dragen om op een muur te worden geklemd, welke middelen een steunvlak op de ene vleugel en ten minste een spanbout die doorheen de andere vleugel is geschroefd, bevatten.
Andere bijzonderheden en voordelen zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een hulpinrichting voor het monteren van een kozijn in een muuropening, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen, waarin:
figuur 1 een zicht in perspektief weergeeft van een muur met een muuropening waarin een kozijn wordt gemonteerd met behulp van een hulpinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 2.
Figuur 1 geeft een hulpinrichting volgens de uitvinding weer die tijdelijk een kozijn 1, namelijk een deurkozijn bestaande uit twee stijlen 2 en een bovenbalk 3, in een muuropening 4 in een muur 5 positioneert om het korrekt monteren van dit kozijn mogelijk te maken. Voor de duidelijkheid zullen hierna richtingen van de onderdelen worden vermeld die de richtingen zijn die deze onderdelen in voornoemde gemonteerde stand van de hulpinrichting innemen.
Zoals meer in detail is weergegeven in de figuren 2 en 3, bevat de hulpinrichting in hoofdzaak een eerste richtgedeelte 6, een -tweede richtgedeelte 7 waarop het eerste wentelbaar is gemonteerd rond een eerste meetkundige as 8 en een klemmechanisme 9 ten opzichte waarvan het tweede richtgedeelte 7 wentelbaar is rond een tweede meetkundige as 10 die dwars op de meetkundige as 8 is gericht.
Het eerste richtgedeelte 6 bevat een brede lat 11 die nagenoeg horizontaal langs de binnenzijde van een stijl 2 is gelegen en middelen 12-13 voor het bevestigen van de lat
11 aan de stijl 2. Aangezien op de binnenzijde van de stijl 2 meestal een aanslaglatje 14 staat, bevat het richtgedeelte 6 ook twee vertikale latten 15 die tenminste even dik zijn als het uitstekende gedeelte van het aanslaglatje 14. Een lat 15 is vast op een einde van de lat
11, de andere is in de langsrichting van de lat 11 verschuifbaar. De middelen 12-13 voor het bevestigen van de latten 15 bevatten twee paar beugels 12, een paar vastgemaakt op elke lat 15, en door de lat 15 geschroefde spanbouten 13, namelijk één naast elke beugel 12, om de latten 15 van de de stijl 2 weg te duwen en zo de beugels
12 over de randen van de stijl 2 vast te klemmen.
Doordat een lat 15 in de langsrichting van de lat 11 verschuifbaar op deze lat 11 is gemonteerd kan de lat 11 op stijlen 2 met verschillende breedten worden bevestigd.
Het tweede richtgedeelte 7 bevat een langwerpige balk 16 die zich ongeveer evenwijdig aan de lat 11 uitstrekt. Het eerste richtgedeelte 6 is scharnierend rond de eerste meetkundige as 8 die ongeveer horizontaal, loodrecht op de lat 11 is gericht en dus ook dwars op de stijl 2 staat, ten opzichte van het tweede richtgedeelte 7 doordat de lat 11 aan de balk 16 is bevestigd door middel van een scharnier
17 dat voorzien is van middelen 18 om dit scharnier en dus de richtgedeelten 6 en 7 ten opzichte van elkaar te blokkeren. Deze middelen 18 zijn gevormd door een spanbout die in het scharniergedeelte is geschroefd dat vast is op de lat 11, die zich doorheen de balk 16 uitstrekt en die aan de binnenzijde van het kozijn 1 een handgreep vormt.
Het tweede richtgedeelte 7 bevat ook twee nagenoeg vertikale geleidingen 19, meer speciaal gootvormige profiellijsten, waarin de uiteinden van de balk 16 op en neer verschuifbaar zijn. De onderste uiteinden van de geleidingen zijn met elkaar verbonden door middel van een verbindingslat 20 waardoor een draadstang 21 is geschroefd die met haar uiteinde de balk 16 ondersteunt en middelen vormt om het door de balk 16 gevormde gedeelte van het richtgedeelte 7 ten opzichte van de geleidingen 19 te verschuiven.
Het klemmechanisme 9 bestaat uit twee T-vormige vleugels 22 en 23 en middelen om deze vleugels op de muur 5 te klemmen. Deze middelen bevatten een steunvlak 24 op een zijde van het kopgedeelte van de T-vormige vleugel 22 en twee spanbouten 25 die door de uiteinden van het kopgedeelte van de T-vormige vleugel 23 zijn geschroefd en met hun uiteinden door middel van een kogelgewricht met een steunvlak 26 zijn verbonden. Het tweede richtgedeelte 7 is tussen de uiteinden van de opstaande benen van de T van de vleugels 22 en 23 wentelbaar gemonteerd rond de tweede meetkundige as 10 door middel van scharnieren 27 die tussen de vleugels 22 en 23 en de geleidingen 19 zijn aangebracht. Deze scharnieren 27 zijn voorzien van middelen 28 om ze op zichzelf te blokkeren en dus om het richtgedeelte 7 en de vleugels 22 en 23 ten opzichte van elkaar te blokkeren.
Deze middelen 28 zijn gevormd door een spanbout die in het scharniergedeelte is geschroefd dat vast is op de geleiding
19, zich doorheen de vleugel 22 of 23 uitstrekt en aan de van de geleiding afgekeerde zijde een handgreep vormt.
De werking van de hiervoor beschreven hulpinrichting is als volgt.
Men plaatst eerst het kozijn voorlopig in de muuropening 4, plaatst het eerste richtgedeelte 6 tegen de binnenzijde van een stijl 2 met de twee vleugels 22 en 23 met hun kopgedeelte omheen de muur 5, tegenover voornoemde stijl 2 en klemt deze vleugels op de muur door het aanschroeven van de spanbouten 25. Hierbij wordt de muur 5 tussen de steunvlakken 24 en 26 geklemd en is de hulpinrichting vast ten opzichte van deze muur 5.
Vervolgens bevestigt men het eerste richtgedeelte 6 op voornoemde stijl 2 met behulp van de middelen om te bevestigen die zijn gevormd door de beugels 12 die men over de randen van de stijl 2 haakt en door de spanbouten 13 die men in de latten 15 inschroeft.
Vervolgens verplaatst men de balk 16 een heel weinig opwaarts in de geleidingen 19 met behulp van de draadstang
21 tot wanneer de stijl 2, die tot nog toe op de grond rustte, enkele millimeter boven de grond komt te liggen, zodat hij zonder hinder in de vertikale stand kan worden gekanteld.
Men schakelt de middelen om te blokkeren 18 uit en kantelt met de hand de stijl 2 samen met het richtgedeelte 6 rond de meetkundige as 8 tot het kozijn 1 zich in zijn geheel in een vertikaal vlak bevindt dat normaal gezien evenwijdig is aan het vlak van de muur 5. Dit kontroleert men met een waterpas die men tegen een rand van voornoemde stijl 2 houdt. Eénmaal de juiste stand bereikt is, blokkeert men het scharnier 17 door de spanbout die de middelen 18 vormt, te verdraaien.
Vervolgens maakt men de middelen om te blokkeren 28 los waardoor het tweede richtgedeelte 7 kan worden gewenteld rond de meetkundige as 10. Men wentelt dit richtgedeelte 7 waaraan het richtgedeelte 6 en de stijl 2 zijn vastgekoppeld tot wanneer het vlak van de stijl 2 in het kozijn 1 vertikaal is gericht. Dit laatste kontroleert men eveneens met een waterpas die men tegen de binnenzijde van de stijl 2 houdt. Eénmaal de gewenste stand is bereikt, blokkeert men de scharnieren 27 met behulp van de middelen om te blokkeren 28.
Tenslotte lost men de draadstang 21 en laat men voornoemde stijl 2 terug op de grond zakken.
Terwijl de hulpinrichting nog gemonteerd blijft, maakt men het kozijn 1 op de gebruikelijke manier aan de muur 5 vast waarna men het klemmechanisme 9 lost en de hulpinrichting verwijdert.
Op deze manier staat het kozijn 1 perfekt loodrecht op de grond terwijl de stijlen 2 in het kozijn zelf eveneens per-fekt loodrecht staan. Dit perfekt loodrecht richten kan op een zeer eenvoudige en snelle manier worden verkregen, hetgeen de montage van het kozijn 1 in de muuropeningen 4 ten zeerste vergemakkelijkt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de oktrooiaanvrage, kunnen aan deze uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht.
Auxiliary device for mounting a frame in a wall opening.
The invention relates to an auxiliary device for mounting a frame in a wall opening.
When mounting a frame in a wall opening, first place the frame in the opening for the time being. Before attaching the frame to the wall, it must be completely parallel to a vertical plane and, moreover, ensure that the posts are vertical in this frame.
This double condition makes the assembly of a frame with the currently existing auxiliary devices, namely glue screws and wedges, laborious and time-consuming.
The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide an auxiliary device for mounting a frame in a wall opening, which makes it possible in a very quick and simple manner to place both the complete frame in a vertical plane and to position the posts vertically within the frame. so that the total installation time is significantly reduced.
This object is achieved according to the invention in that the auxiliary device comprises a first alignment part which is provided on one side with means for attaching to a post of the frame, a second alignment part which is situated on the other side of the first alignment part and with respect to which said first alignment portion is rotatable about a first geometrical axis transverse to said alignment portions, and means for blocking the two alignment portions relative to each other, said second alignment portion mounted on a clamping mechanism such that it is self-rotatable about a second geometric axis which is oriented substantially perpendicular to the first, the clamping mechanism comprising means for clamping in a wall opening on the wall and means provided for blocking the second alignment portion relative to the clamping mechanism.
In a special embodiment of the invention, the second alignment section comprises at least one guide, with the aid of which it is rotatably mounted on the clamping mechanism along the second axis and with respect to which part of the second alignment section is slidable and means are provided for securing this part of the the second aiming section in at least one direction relative to the guide.
Advantageously, the slidable part of the second aiming part is a beam which is parallel to the second geometric axis and which slidably protrudes into a guide with both ends.
In an advantageous embodiment of the invention, the clamping mechanism comprises two wings which, on the one hand, are interconnected via the second straightening part and, on the other hand, bear the means for clamping on a wall, which means a supporting surface on the one wing and contain at least one tension bolt screwed through the other wing.
Other details and advantages will become apparent from the following description of an auxiliary device for mounting a frame in a wall opening according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the accompanying drawings, in which:
figure 1 shows a perspective view of a wall with a wall opening in which a frame is mounted with the aid of an auxiliary device according to the invention; figure 2 shows a cross-section on a larger scale according to the line II-II in figure 1; figure 3 represents a section according to line III-III in figure 2.
Figure 1 shows an auxiliary device according to the invention which temporarily positions a frame 1, namely a door frame consisting of two posts 2 and a top beam 3, in a wall opening 4 in a wall 5 to enable correct mounting of this frame. For the sake of clarity, directions of the components will be set forth below, which are the directions these components assume in the said mounted position of the auxiliary device.
As shown in more detail in Figures 2 and 3, the auxiliary device substantially includes a first straightening section 6, a second straightening section 7 on which the first is rotatably mounted about a first geometric axis 8 and a clamping mechanism 9 with respect to which the second straightening section 7 is rotatable about a second geometric axis 10 which is oriented transversely to the geometric axis 8.
The first straightening portion 6 includes a wide slat 11 located substantially horizontally along the inside of a post 2 and means 12-13 for securing the slat
11 on the post 2. Since the inside of the post 2 usually has a stop slat 14, the straightening section 6 also contains two vertical slats 15 which are at least as thick as the protruding part of the stop slat 14. A slat 15 is fixed on a end of the bar
11, the other is slidable in the longitudinal direction of the slat 11. Means 12-13 for fixing the slats 15 include two pairs of brackets 12, a pair attached to each slat 15, and tension bolts 13 screwed through the slat 15, namely one next to each bracket 12, around the battens 15 of the post 2 and push the brackets away
12 over the edges of the post 2.
Because a slat 15 is mounted slidably on this slat 11 in the longitudinal direction of the slat 11, the slat 11 can be fixed on posts 2 of different widths.
The second straightening section 7 includes an elongated beam 16 extending approximately parallel to the slat 11. The first alignment section 6 is hinged about the first geometric axis 8 which is oriented approximately horizontally, perpendicular to the lath 11 and thus also transversely to the post 2, relative to the second alignment section 7 in that the lath 11 is attached to the beam 16 by means of a hinge
17 which is provided with means 18 to block this hinge and thus the alignment parts 6 and 7 relative to each other. These means 18 are formed by a tensioning bolt screwed into the hinge part fixed on the lath 11, which extends through the beam 16 and which forms a handle on the inside of the frame 1.
The second straightening section 7 also contains two substantially vertical guides 19, more particularly trough-shaped profile strips, in which the ends of the beam 16 are slidable up and down. The lower ends of the guides are connected to each other by means of a connecting slat 20 through which a threaded rod 21 is screwed which with its end supports the beam 16 and forms means for the part of the straightening section 7 formed by the beam 16 with respect to the guides 19 to shift.
The clamping mechanism 9 consists of two T-shaped wings 22 and 23 and means for clamping these wings on the wall 5. These means include a support surface 24 on one side of the head portion of the T-shaped wing 22 and two tension bolts 25 threaded through the ends of the head portion of the T-shaped wing 23 and terminated by a ball joint with a support surface 26 are connected. The second straightening section 7 is rotatably mounted between the ends of the upright legs of the T of the wings 22 and 23 about the second geometric axis 10 by means of hinges 27 arranged between the wings 22 and 23 and the guides 19. These hinges 27 are provided with means 28 to block them on their own and thus to block the alignment section 7 and the wings 22 and 23 relative to each other.
These means 28 are formed by a tension bolt screwed into the hinge portion fixed to the guide
19, extends through the wing 22 or 23 and forms a handle on the side remote from the guide.
The auxiliary device described above operates as follows.
First, the frame is provisionally placed in the wall opening 4, the first straightening part 6 is placed against the inside of a post 2 with the two wings 22 and 23 with their head part around the wall 5, opposite the aforementioned post 2 and these wings are clamped on the wall screwing on the clamping bolts 25. The wall 5 is clamped between the supporting surfaces 24 and 26 and the auxiliary device is fixed relative to this wall 5.
Then, the first straightening section 6 is attached to said post 2 by means of the fastening means formed by the brackets 12 hooked over the edges of the post 2 and by the tension bolts 13 screwed into the battens 15.
Then the beam 16 is moved very little upwards in the guides 19 with the aid of the threaded rod
21 until when the post 2, which hitherto rested on the ground, is placed a few millimeters above the ground, so that it can be tilted into the vertical position without hindrance.
The means for blocking 18 are switched off and the post 2 is tilted manually along with the alignment part 6 around the geometric axis 8 until the frame 1 is in its entirety in a vertical plane which is normally parallel to the plane of the frame. wall 5. This is checked with a spirit level that is held against an edge of the above style 2. Once the correct position has been reached, the hinge 17 is blocked by turning the clamping bolt forming the means 18.
Then, the means for blocking 28 is loosened, so that the second straightening part 7 can be rotated around the geometric axis 10. This straightening part 7, to which the straightening part 6 and the post 2 are coupled, is turned until the plane of the post 2 in the frame 1 is oriented vertically. The latter is also checked with a spirit level that is held against the inside of the post 2. Once the desired position has been reached, the hinges 27 are blocked by means of the blocking means 28.
Finally, the threaded rod 21 is released and the above post 2 is lowered back to the ground.
While the auxiliary device is still mounted, the frame 1 is fixed to the wall 5 in the usual way, after which the clamping mechanism 9 is released and the auxiliary device is removed.
In this way the frame 1 is perfectly perpendicular to the ground, while the posts 2 in the frame itself are also perfectly perpendicular. This perfect perpendicular alignment can be obtained in a very simple and rapid manner, which greatly facilitates the mounting of the frame 1 in the wall openings 4.
The invention is by no means limited to the embodiment described above, and many changes can be made to this embodiment within the scope of the patent application.