BE1007950A6

BE1007950A6 - Egaliseermachine en onderstruktuur hierbij aangewend.

Info

Publication number: BE1007950A6
Application number: BE9500387A
Authority: BE
Original assignee: B Mac Besloten Vennootschap Me
Priority date: 1995-04-28
Filing date: 1995-04-28
Publication date: 1995-11-21
Also published as: EP0740032A1; EP0740032B1; ATE185870T1; DE69604724D1; DE69604724T2; ES2140780T3

Abstract

Egaliseermachine, meer speciaal voor het egaliseren van een vloerlaag (2), van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van een roterende onderstruktuur (3), daardoor gekenmerkt dat deze onderstruktuur (3) een dragstruktuur omvat die gevormd is door een schijf (7).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Egaliseermachine en onderstruktuur hierbij aangewend. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een egaliseermachine, in het bijzonder voor het egaliseren en/of voor het polijsten van een vloerlaag, alsmede op een onderstruktuur die hierbij wordt aangewend. 



  In het algemeen kan deze egaliseermachine worden aangewend voor het behandelen van eender welke vloerlaag die uit een uitgestreken hoeveelheid materiaal is gevormd, bijvoorbeeld beton, shape, enz. In een bijzondere toepassing kan deze egaliseermachine ook worden aangewend voor het egaliseren en/of polijsten van toplagen op basis van kunststof, bijvoorbeeld epoxymortel, die zoals bekend op een ondergrond uit beton of dergelijke kunnen worden aangebracht. Zoals bekend kunnen aan dergelijke toplagen verschillende additieven worden toegevoegd, hetzij door inmenging of door het opstrooien, zoals magnesium, kwarts, glaspareltjes, enz., waardoor sierlijke effekten worden bekomen, die na een behandeling met een egaliseermachine bijzonder tot hun recht komen. 



  Het is bekend dat het betreffende materiaal in een vloeibare of brijachtige toestand over de vloer wordt uitgestreken. Vervolgens wordt gewacht tot de laag vrij hard is geworden, waarna de behandeling met de egaliseermachine wordt uitgevoerd. 



  Afhankelijk van de aard van het materiaal kan zulke egaliseermachine ook worden aangewend om pas aangebracht ruw materiaal, bijvoorbeeld een mengeling van zand en cement, dat dan nog geheel onvlak ligt, uit te strijken. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Het is bekend dat hiertoe egaliseermachines bestaan die voorzien zijn van een roterende onderstruktuur die gevormd is door drie of vier of meer strijkbladen die op een armenkruis zijn aangebracht. Afhankelijk van het te verwerken materiaal kan in de plaats van gebruik te maken van afzonderlijke strijkbladen ook gebruik worden gemaakt van een polijstschijf die dan los onder het armenkruis en de strijkbladen wordt aangebracht en tijdens de rotatie van het armenkruis wordt meegenomen door middel van aan de bovenzijde van de polijstschijf aangebrachte meeneemelementen waarachter de strijkbladen aangrijpen.

   Een dergelijke egaliseermachine is ondermeer beschreven in de Belgische oktrooiaanvrage nr. 09500056 van huidige aanvraagster. 



  Alhoewel dergelijke egaliseermachine, die is voorzien van een onderstruktuur met een armenkruis, zeer   efficiënt   werkt, vertoont zij een aantal minder voordelige eigenschappen. 



  Zo bijvoorbeeld is aan de omtrek van de onderstruktuur een beschermingsring noodzakelijk, die moet voorkomen dat de gebruiker van de machine met zijn voeten en/of handen kan geraakt worden door de op de uiteinden van het armenkruis geplaatste strijkbladen en die tevens moet voorkomen dat de strijkbladen tegen de muur of andere voorwerpen slaan in het geval dat langs de muur of een ander voorwerp dient te worden gewerkt. 



  Een dergelijke beschermingsring maakt de konstruktie aanzienlijk ingewikkelder en duurder en biedt bovendien een zeer geringe bescherming daar het gevaar blijft bestaan dat de gebruiker via de bovenzijde, doorheen de beschermring in kontakt komt met het roterende armenkruis. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Ook andere beschermingsmiddelen dan een ring maken de konstruktie hoe dan ook ingewikkelder. 



  Een armenkruis heeft eveneens als nadeel dat het is samengesteld uit verschillende konstruktieve delen, waardoor dit qua kostprijs een relatief grote invloed heeft op de totale kostprijs van de egaliseermachine. 



  De uitvinding heeft tot doel aan   een   of meer van de voornoemde nadelen een oplossing te bieden. Tevens beoogt zij een egaliseermachine die volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm nog in menig ander opzicht voordeliger is dan de tot op heden bekende uitvoeringsvormen. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een egaliseermachine, meer speciaal voor het egaliseren van een vloerlaag, van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van een roterende onderstruktuur, daardoor gekenmerkt dat deze onderstruktuur een-draagstruktuur omvat die gevormd is door een schijf. Hierbij wordt onder   de"draagstruktuur"de   als steun funktionerende struktuur tussen het strijkvlak en de aangedreven as van de machine verstaan. 



  Door het gebruik van een schijf in de plaats van een armenkruis wordt een beschermring overbodig, daar de rand van de schijf de beschermfunktie van de beschermring overneemt. Bovendien wordt langs de bovenzijde een betere bescherming geboden daar de gebruiker slechts in kontakt kan komen met een   roteren vlak   en dus geen slag van een roterend deel kan krijgen. Tevens wordt een onderstruktuur bekomen die konstruktief aanzienlijk eenvoudiger is dan een armenkruis. 



  De als draagstruktuur funktionerende schijf heeft bovendien het voordeel dat zij zodanig kan worden opgevat dat zij 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 multifunktioneel is, waarmee bedoeld wordt dat zij naar keuze als draagstruktuur kan worden aangewend voor een hieronder aangebrachte   strijk-en/of polijstschijf,   of op zichzelf kan worden aangewend als strijk-en/of polijstelement, waarbij geen afzonderlijke tweede schijf noodzakelijk is. 



  Het is duidelijk dat de onderzijde van de als draagstruktuur funktionerende schijf dan ook als   egaliseer- en/of   polijstvlak is opgevat. 



  De als draagstruktuur funktionerende schijf is volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm uitgevoerd in kunststof, terwijl de eventueel hieronder aangebrachte   strijk-en/of   polijstschijf bij voorkeur bestaat uit metaal, bijvoorbeeld staalplaat. 



  Het is duidelijk dat de egaliseermachine volgens de uitvinding in haar voorkeurdragende uitvoeringsvorm tevens de volgende voordelen vertoont : - het gebruik van een schijf maakt dat de egaliseerma- chine vrijwel onderhoudsvrij wordt, daar een gladde schijf aanzienlijk gemakkelijker kan worden gerei- nigd dan een armenkruis dat bovendien nog van beves- tigingsmiddelen voor strijkbladen is voorzien, waar- tussen zieh materiaal van de vloerlaag kan vastzet- ten ;

   - het gebruik van een schijf die bestaat uit kunststof heeft bovendien als voordelen dat het geheel nog ge- makkelijker te reinigen is, daar de aanhechting van cement en dergelijke aan kunststof geringer is dan aan metaal, dat zulke schijf op langere termijn ook onderhoudsvriendelijker is dan een metalen konstruk- tie, daar oxydatie uigesloten is, en dat het ge- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 wicht van de onderstruktuur en bij gevolg van de egaliseermachine aanzienlijk lager is dan in het geval dat een stalen armenkruis wordt aangewend ;

   - indien de schijf uit kunststof rechtstreeks als strijk-en/of polijstelement wordt aangewend, ont- staan de voordelen dat, in tegenstelling tot het gebruik van stalen strijk-en/of polijstelementen, geen   pigment-en/of   kleurafgifte plaatsvindt, en dat de kunststof in bepaalde toepassingen een betere chemische bestendigheid biedt dan metaal ; - het gebruik van een schijf uit kunststof heeft ook   ekonomische   voordelen doordat kunststof gemakkelij- ker verwerkbaar is, meer speciaal verspaanbaar is, dan bijvoorbeeld metaal ;

   - het gebruik van een draagstruktuur in de vorm van een schijf heeft eveneens als voordeel dat een goede verankering kan worden gerealiseerd tussen deze schijf en een eronder gemonteerde polijstschijf of dergelijke en dat eventueel andere elementen dan een polijstschijf onder de draagstruktuur kunnen worden gemonteerd. 



  De uitvinding heeft uiteraard ook betrekking op de onderstruktuur zelf, meer speciaal op de als draagstruktuur funktionerende schijf, al dan niet in kombinatie met een hieronder gemonteerde of monteerbare polijstschijf of dergelijke. Zulke onderstruktuur kan immers afzonderlijk verhandeld worden en ter vervanging van de bekende uitvoeringen op bestaande machines worden gemonteerd. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 1 in perspektief een egaliseermachine volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur   1 ;   figuur 3 in bovenaanzicht de schijf weergeeft die in figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur   3 ;   figuren 5 en 6 op een grotere schaal de gedeelten weergeven die in figuur 2 met F5 en F6 zijn aangeduid. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een egaliseermachine   1,   meer speciaal voor het egaliseren van een vloerlaag 2, van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van een roterende onderstruktuur 3. 



  Buiten deze onderstruktuur 3 bestaat de egaliseermachine 1 hoofdzakelijk uit een motor 4, een reduktor 5 en een stuurelement 6 of dergelijke om de machine over de te behandelen vloerlaag 2 te verplaatsen. De motor 4 kan zoals weergegeven een thermische motor, bijvoorbeeld een benzinemotor, zijn, doch kan uiteraard ook gevormd zijn door een elektrische motor die eventueel is uitgerust met een frekwentieomvormer. 



  De egaliseermachine 1 rust met de onderstruktuur 3 op de vloerlaag 2, waarbij deze onderstruktuur 3 tijdens de werking in een horizontaal vlak over de vloerlaag 2 roteert. 



  Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de onderstruktuur 3 een draagstruktuur vertoont die gevormd is door een schijf 7, die bij voorkeur cirkelvormig is en zich over het volledige of nagenoeg volledige werkvlak van de egaliseermachine 1 uitstrekt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Zoals vermeld in de inleiding is de als draagstruktuur funktionerende schijf 7 bij voorkeur zodanig opgevat dat zij multifunktioneel is, waarmee bedoeld wordt dat zij, zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, zowel als draagstruktuur kan worden aangewend voor een eronder aangebrachte   strijk-en/of polijstschijf   8, doch ook op zichzelf kan worden aangewend als strijk-en/of polijstelement, waarbij de strijk-en/of polijstschijf 8 dan weggelaten wordt. 



  De schijf 7, die in detail is afgebeeld in de figuren 3 en 4, bestaat bij voorkeur uit kunststof, met een zodanige dikte, bijvoorbeeld in de ordegrootte van 20 mm, dat zij de steunende funktie waartoe zij volgens de uitvinding bedacht is, kan uitoefenen. De strijk-en/of polijstschijf 8 bestaat bij voorkeur uit metaal, meer speciaal staalplaat van een geringe dikte, om het gewicht te beperken. 



  De onderstruktuur 3 wordt bij voorkeur via de schijf 7 aan een daartoe voorziene machineflens 9 bevestigd, door middel van een snelwisselsysteem. Zoals zichtbaar in de figuren 1, 2 en 5 wordt hiertoe gebruik gemaakt van schroefverbindingen 10, gevormd door zich doorheen de schijf 7 en de machineflens 9 uitstrekkende bouten 11 met vleugelmoeren 12, een en ander zodanig dat deze vleugelmoeren 12 langs de bovenzijde van de onderstruktuur 3 gemakkelijk bereikbaar zijn. 



  Het is duidelijk dat ook andere snelwisselsystemen kunnen worden aangewend, zoals bijvoorbeeld bajonetkoppelingen. 



  De bouten 11 worden bij voorkeur zodanig aan de schijf 7 bevestigd dat zij ook bij het losmaken van de onderstruktuur 3 op hun plaats blijven. Hiertoe kan zoals in detail is weergegeven in figuur 5 gebruik worden gemaakt 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 van kontramoeren 13, die langs de bovenzijde 14 van de schijf 7 op de bouten 11 zijn geschroefd en bijvoorbeeld plaats kunnen nemen in in de onderzijde van de machineflens 9 aangebrachte uitsparingen 15. 



  De bouten 11 zijn met hun koppen 16 in de onderzijde 17 van de schijf 7 verzonken, waardoor zij geen hinder vormen voor de montage van de   strijk-en/of   polijstschijf 8. In het geval dat het de bedoeling is de schijf 7 ook als strijken/of polijstelement aan te wenden, dus zonder dat de   strijk-en/of   polijstschijf 8 aanwezig is, zijn de bouten 11 zodanig verzonken dat zij op een afstand D van de onderzijde 17 komen te zitten, om te verhinderen dat deze bouten 11 sporen in de vloerlaag 2 achterlaten, ook nadat de schijf 7 door slijtage ietwat dunner geworden zou zijn. 



  De onderstruktuur 3 is voorzien van bevestigingsmiddelen die een bij voorkeur positieve bevestiging tussen de schijf 7 en de   strijk-en/of   polijstschijf 8 toelaten. Hiermee wordt bedoeld dat de schijf 8 vast met de schijf 7 wordt verbonden, wat het voordeel biedt dat de verankering bij transport verzekerd blijft. Deze bevestigingsmiddelen bestaan in het weergegeven voorbeeld uit schroefverbindingen 18 die langs de omtrek van de onderstruktuur 3 zijn aangebracht. Zoals in detail is weergegeven in figuur 6 kunnen hiertoe in de schijf 7 verzonken schroeven 19 worden aangewend, die langs de bovenzijde doorheen de schijf 7 worden gestoken en in aan de strijk-en/of polijstschijf 8 aangebrachte schroeffittingen 20 kunnen worden geschroefd.

   Deze schroeffittingen 20 bestaan in het weergegeven voorbeeld uit aan de bovenzijde van de strijken/of polijstschijf 8 aangebrachte moeren 21, die door middel van tussenstukken 22 op de bovenzijde 23 vastgelast zijn. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Door schroeven 19 aan te wenden die verzonken zijn, wordt het ontstaan van uitstekende en gevaarlijke delen aan de bovenzijde 14 van de roterende schijf 7 uitgesloten. 



  Zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 bestaat de schijf 7 op zichzelf bij voorkeur uit louter een plaat van hoofdzakelijk konstante dikte, met een aantal hierin aangebrachte openingen 24 en 25, respektievelijk voor de bouten 11 en de schroeven 19. Hierdoor is de schijf 7 bijzonder eenvoudig te realiseren door middel van eenvoudige verspanende technieken of door middel van een spuitgietproces. 



  De schijf 7 is aan haar rand 26 bij voorkeur voorzien van minstens   een   afronding 27, welke van belang is in het geval dat de schijf 7 als strijk-en/of polijstelement wordt aangewend. Door middel van deze afronding 27 wordt bekomen dat de egaliseermachine 1 gemakkelijker stuurbaar is, in het bijzonder wanneer een bocht dient beschreven te worden. 



  Bovendien wordt hierdoor- het ontstaan van zogenaamde spaanslagen, dit zijn kringvormige sporen die getrokken worden door de onderstruktuur 3, uitgesloten. 



  Zoals aangeduid met de radius R1 in de vergroting van figuur 6 is de afronding 27 bij voorkeur een cirkelvormige afronding. 



  Om, in het geval dat de schijf 7 rechtstreeks als strijken/of polijstelement wordt aangewend, de stuurbaarheid nog te verbeteren kan de afronding 27 eventueel voorafgegaan worden door een andere afronding met een grotere straal. 



  In het geval van de samengestelde onderstruktuur 3, met andere woorden de kombinatie van de schijven 7 en 8, zijn deze laatste zodanig uitgevoerd dat zij precies in elkaar 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 passen, om te bekomen dat de schijf 7 een centrerende werking uitoefent op de   strijk-en/of polijstschijf   8. 



  Om te verkrijgen dat de schijven 7 en 8 precies in elkaar passen, is de   strijk-en/of polijstschijf   8 voorzien van een opstaande, bij voorkeur vertikale rand 28, die precies omheen de schijf 7 past. Het feit dat de opstaande rand 28 vertikaal is, laat toe dat zeer dicht langsheen een muur kan worden gewerkt. 



  Ook de strijk-en/of polijstschijf 8 is voorzien van een afronding 29, die bij voorkeur is uitgevoerd met een radius R2 van een cirkel, om het zogenaamde snijden te vermijden. 



  Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding vertoont de strijk-en/of polijstschijf 8 een steunvlak 30 dat nabij de buitenomtrek minstens   een   hellend overgangsdeel heeft, en beter nog zoals weergegeven in figuur 2, twee in doorsnede rechtlijnige overgangsdelen 31 en 32 vertoont, die verschillende hoeken A en B maken met het horizontale vlak. Het hiertussen gelegen middendeel 33 is bij voorkeur vlak en strekt zieh loodrecht op de draaias 34 uit. 



  Het overgangsdeel 31 dient om het zogenaamde snijden van de schijf 8 in de vloerlaag 2 te voorkomen en biedt ook de eigenschap dat het materiaal van de vloerlaag, of eventueel in de vloerlaag 2 in te polieren materiaal gemakkelijk onder de schijf 8 wordt getrokken en wordt verwerkt. 



  Het overgangsdeel 32, dat zieh uitstrekt onder een kleinere hoek dan het overgangsdeel 31, laat toe dat de egaliseermachine 1 eenvoudig door het kantelen, door op het handvat 6 een gepaste druk uit te oefenen, in   een   of andere richting zwenkt, zonder dat het risico ontstaat dat de egaliseermachine als het ware gaat wegtollen. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 De hoeken A en B zijn bij voorkeur van de orde van grootte van respektievelijk 5 en 3 graden. 



  De radiale lengte   L1   van het overgangsdeel 31 is bij voorkeur merkelijk kleiner dan de radiale lengte L2 van het overgangsdeel 32. 



  De lengte L2 is bij voorkeur   1, 5   2, 5   zo groot als   Ll.   De radiale lengte L3 van het middendeel is bij voorkeur gelijk aan   0, 5   0, 7   keer de totale lengte L4 van de straal van de onderstruktuur 3. 



  De overgangen tussen de hellingen geschieden geleidelijk. De overgangsdelen 31 en 32 kunnen ook bestaan uit gekromde vlakken. 



  Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding de voornoemde schijf 7 ook van gelijkaardige overgangsdelen zou kunnen worden voorzien. 



  De werking van de egaliseermachine 1 kan eenvoudig uit de figuren en de voorgaande beschrijving worden afgeleid. Door de motor 4 aan te zetten en de draaibeweging van de onderstruktuur in te schakelen oefent de   strijk-en/of   polijstschijf 8, of indien deze niet aanwezig is, de schijf 7 een egaliserende en/of polijstende werking op de vloerlaag 2 uit. 



  Het is duidelijk dat de aan de hand van de figuren beschreven inrichting alle in de inleiding genoemde voordelen oplevert. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke egaliseermachine en 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 onderstruktuur kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  Zo bijvoorbeeld kan de onderstruktuur 3 ook uitsluitend uit een schijf 7 bestaan die geen voorzieningen, zoals openingen 25, heeft voor het bevestigen van een onderliggende schijf 8. Ook is het niet uitgesloten om de schijven 7 en 8 door middel van een permanente verbinding aan elkaar vast te maken. 



  De voornoemde schijf 7 kan ook uit een ander materiaal dan kunststof bestaan, zoals hout of een aluminiumlegering, waardoor dan wel een aantal voordelen vervallen, hetgeen, wanneer men een enkele toepassing wil bereiken, natuurlijk geen nadeel hoeft te zijn.

Claims

Konklusies.

1. Egaliseermachine, meer speciaal voor het egaliseren van een vloerlaag (2), van het type waarbij het egaliseren gebeurt door middel van een roterende onderstruktuur (3), daardoor gekenmerkt dat deze onderstruktuur (3) een draagstruktuur omvat die gevormd is door een schijf (7).

2.-Egaliseermachine volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de schijf (7) zieh over het volledige of nagenoeg volledige werkvlak van de egaliseermachine (1) uitstrekt.

3.-Egaliseermachine volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de schijf (7) bestaat uit kunststof.

4.-Egaliseermachine volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de onderzijde (17) van de schijf (7) als egaliseer-en/of polijstvlak is opgevat.

5.-Egaliseermachine volgens een van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde schijf (7) multifunktioneel is, meer speciaal dat zij zodanig is opgevat dat zij naar keuze toelaat hetzij, de schijf (7) rechtstreeks aan te wenden voor het egaliseren en/of polijsten, hetzij de schijf (7) aan te wenden als draagstruktuur voor EMI13.1 een eronder gemonteerde strijk-en/of (8).

6.-Egaliseermachine volgens konklusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de schijf (7) is voorzien van een snelwisselsysteem waarmee zij aan een machineflens (9) kan worden bevestigd ; dat dit snelwisselsysteem gebruik maakt van boutverbindingen met bouten (11) die langs de onderzijde (17) door de schijf (7) worden gestoken ; en dat de bouten <Desc/Clms Page number 14> (11) zodanig in de schijf (7) verzonken zijn dat zij op een afstand (D) van de onderzijde (17) komen te zitten.

7.-Egaliseermachine volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de schijf (7) is voorzien van een snelwisselsysteem waarmee zij aan een machineflens (9) kan worden bevestigd en dat dit systeem gebruik maakt van schroefverbindingen met bouten (11) en vleugelmoeren (12).

8.-Egaliseermachine volgens een van de voorgaande konlusies, daardoor gekenmerkt dat de onderstruktuur (3) bestaat uit de kombinatie van de voornoemde schijf (7) met EMI14.1 een strijk-en/of (8) die bestaat uit een polijstschijfdunne metalen plaat.

9.-Egaliseermachine volgens konklusie 5 of 8, daardoor gekenmerkt dat de onderstruktuur (3) is voorzien van bevestigingsmiddelen die een positieve bevestiging tussen de schijf (7) en de strijk-en/of polijstschijf (8) toelaten, die bestaan uit schroefverbindingen (18) die langs de omtrek van de onderstruktuur (3) zijn aangebracht.

10.-Egaliseermachine volgens een van de konklusies 5, 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de als draagstruktuur funktionerende schijf (7) en de strijk-en/of polijstschijf (8) precies in elkaar passen.

11.-Egaliseermachine volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de strijk-en/of polijstschijf (8) is voorzien van een vertikaal opstaande rand (28) die precies omheen de schijf (7) past.

12.-Egaliseermachine volgens een van de konklusies 5,8, 9,10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de onderzijde van de strijk-en/of polijstschijf (8) een vormgeving vertoont met <Desc/Clms Page number 15> een of een kombinatie van twee of meer van volgende kenmerken : - een afronding (29) langsheen de omtrek ; - minstens een hellend overgangsdeel (31-32) aan de buitenomtrek van het steunvlak (30) ; - twee hellende overgangsdelen (31-32) aan de buitenomtrek van het steunvlak (30) die verschillende hoeken (A-B) maken met het horizontale vlak ;

- twee hellende overgangsdelen (31-32) aan de buitenomtrek van het steunvlak (30), waarvan het binnenste overgangsdeel (32) zieh over een langere radiale afstand (L2) uitstrekt dan het buitenste overgangsdeel (31) ; - twee hellende overgangsdelen (31-32) aan de buitenomtrek van het steunvlak (30) die hoeken met het horizontale vlak maken die van de orde van grootte zijn van respektievelijk 3 en 5 graden.

13. - Onderstruktuur voor een egaliseermachine, daardoor gekenmerkt dat zij een of meer van de kenmerken vertoont van de onderstruktuur (3) die is beschreven in de voorgaande konklusies.

14. - Onderstruktuur volgens konklusie 13, daardoor gekenmerkt dat de hierbij aangewende schijf (7) louter uit een plaat van konstante dikte bestaat, met een aantal hierin aangebrachte openingen (24-25), respektievelijk voor de bevestiging onder de egaliseermachine (1) en voor de EMI15.1 bevestiging van een strijk-en/of (8).

15. volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat de schijf (7) aan haar rand (26) is voorzien van <Desc/Clms Page number 16> een afronding (27), eventueel voorafgegaan door een andere afronding met een grotere straal.