BE1011222A3 - Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend. - Google Patents

Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend. Download PDF

Info

Publication number
BE1011222A3
BE1011222A3 BE9700523A BE9700523A BE1011222A3 BE 1011222 A3 BE1011222 A3 BE 1011222A3 BE 9700523 A BE9700523 A BE 9700523A BE 9700523 A BE9700523 A BE 9700523A BE 1011222 A3 BE1011222 A3 BE 1011222A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
rotor
blades
arms
couplings
blade
Prior art date
Application number
BE9700523A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dhont Richard A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dhont Richard A filed Critical Dhont Richard A
Priority to BE9700523A priority Critical patent/BE1011222A3/nl
Priority to EP98202016A priority patent/EP0887489A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1011222A3 publication Critical patent/BE1011222A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F21/00Implements for finishing work on buildings
    • E04F21/20Implements for finishing work on buildings for laying flooring
    • E04F21/24Implements for finishing work on buildings for laying flooring of masses made in situ, e.g. smoothing tools
    • E04F21/245Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels
    • E04F21/248Rotary power trowels, i.e. helicopter trowels used by an operator walking behind the trowel, i.e. walk-behind power trowels

Abstract

Inrichting voor het afwerken van vloeren, van het type dat voorzien is van bladen (3) die op een rotor (4) zijn bevestigd, die door middel van een motor (6) kan worden aangedreven, zodanig dat de bladen (3) over een vloer (2) kunnen worden bewogen, daardoor gekenmerkt dat de bladen (3) door middel van koppelingen (7), meer speciaal bedienbare koppelingen (7), aan de rotor (4) zijn bevestigd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend. Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afwerken van vloeren, almede op een blad, meer speciaal een afwerkblad, dat hierbij kan worden aangewend. 



  Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een inrichting van het type dat voorzien is van bladen die op een rotor zijn bevestigd, die door middel van een motor kan worden aangedreven, zodanig dat de bladen over een vloer kunnen worden bewogen. 



  Dergelijke inrichtingen, ook wel mechanische of roterende troffels genoemd, worden zoals bekend aangewend voor het egaliseren en/of het polijsten van vloerlagen, in het bijzonder vloerlagen die bestaan uit een hardbaar materiaal, zoals beton, mortel en dergelijke, en/of voor het in dergelijke vloerlagen inwerken van materialen, zoals kwartskorrels en dergelijke. 



  Bij de tot op heden bekende uitvoeringen bestaan de bladen uit een plaat en een door middel van schroeven of rivetten daarop bevestigde lat, waarbij het geheel gevormd door zulke plaat en de daarop bevestigde lat aan de rotor wordt bevestigd door middel van bouten die in de lat aangrijpen. 



  Aangezien de bladen regelmatig dienen te worden vervangen, hetzij omdat zij dienen te worden vernieuwd, hetzij omdat een ander type van bladen in functie van de toepassing dient te worden aangewend, vertonen deze bekende uitvoeringen het nadeel dat, omwille van de verbinding door middel van de voornoemde bouten, het vervangen van de bladen een omslachtige en tijdrovende bezigheid is. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Nog een nadeel bestaat erin dat de bouten dikwijls moeilijk los te krijgen zijn omwille van het beton of dergelijke dat zich overal aan de rotor vasthecht. 



  De uitvinding heeft onder andere tot doel hieraan een oplossing te bieden. 



  Tot dit doel voorziet de uitvinding in een inrichting van het hogergenoemde type, met als kenmerk dat de bladen door middel van koppelingen aan de rotor zijn bevestigd. 



  Onder "koppelingen" worden in dit geval verbindingen verstaan die via een eenvoudige bediening, als het ware in een handomdraai, kunnen worden losgemaakt, respectievelijk vastgemaakt, dit in tegenstelling tot de klassieke verbindingen die gebruik maken van bouten. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de koppelingen uit snelkoppelingen en zijn zij ook voorzien van bedieningsorganen, zodanig dat een vlugge bediening mogelijk is. 



  Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de betreffende koppelingen bestaan uit achter elkaar hakende koppeldelen, die respectievelijk aan de bladen en aan de rotor zijn aangebracht. Zulke koppeldelen laten een vlugge en bedrijfszekere koppeling toe, die weinig gevoelig is voor vervuilingen. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting van het hogergenoemde type, waarbij de bladen bevestigd zijn op armen die deel uitmaken van de rotor, waarbij deze armen door middel van instelmiddelen kunnen worden verdraaid en de bladen zodoende onder een gewenste hoek 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 kunnen worden geplaatst, met als kenmerk dat de inrichting voorzien is van een positieve verbinding tussen de armen, zodanig dat een onafhankelijke verdraaiing van de armen uitgesloten is. Dit kenmerk kan hierbij al dan niet gecombineerd worden met het voornoemde kenmerk volgens hetwelke de bevestiging van de bladen gebeurt door middel van snelkoppelingen of dergelijke. 



  Door gebruik te maken van een positieve verbinding tussen de armen, met andere woorden een verbinding die er voor zorgt dat de armen uitsluitend gelijktijdig kunnen worden verdraaid, kunnen zich geen onverwachte bewegingen van één van de bladen voordoen, waardoor een betere afwerkingskwaliteit van de vloer kan worden gewaarborgd. Bovendien wordt een meer stabiele ligging van de inrichting op de vloer verkregen. 



  Volgens nog een kenmerk van de uitvinding, dat bij voorkeur, doch niet noodzakelijk, met één of meer van de hiervoor beschreven kenmerken kan worden gecombineerd, voorziet de uitvinding in een blad voor een dergelijke inrichting, meer speciaal een afwerkblad van het type dat bestaat uit een plaat en een lijst, bij voorkeur in de vorm van een lat, die op de plaat is bevestigd, die op zijn beurt toelaat om het geheel van plaat en lijst aan de rotor te bevestigen, daardoor gekenmerkt dat de plaat en de lijst uitsluitend door middel van een lijmverbinding aan elkaar bevestigd zijn. 



  Door middel van zulke lijmverbinding worden de voordelen verkregen dat dergelijke bladen eenvoudiger kunnen worden geproduceerd en dat een volledig gladde onderzijde van de bladen kan worden gewaarborgd, dit in tegenstelling tot de bekende gang van zaken waarbij eerst gaten in de bladen 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 moeten worden geponst, deze gaten van afschuiningen moeten worden voorzien en vervolgens bouten of rivetten moeten worden aangebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat een lasverbinding uitgesloten is, daar de bladen doorgaans bestaan uit gehard staal. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met pijl F2 is aangeduid ; figuur 3 het gedeelte van figuur 2 in uiteengenomen toestand weergeeft ; figuur 4 een zieht weergeeft volgens pijl F4 in figuur   2 ;    figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur   2 ;   figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn VI-VI in figuur 5 ; figuur 7 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 5 is afgebeeld ; figuur 8 een zieht weergeeft volgens pijl F8 in figuur   7 ;

      figuur 9 in perspectief het deel weergeeft dat in figuur 7 met pijl F9 is aangeduid. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het afwerken van een vloer 2, die voorzien is van bladen 3, in dit geval vier in 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 aantal, die op een rotor 4, meer speciaal op armen 5 die deel uit maken van deze rotor 4, zijn bevestigd, waarbij deze rotor 4 door middel van een motor 6 kan worden aangedreven, zodanig dat de bladen 3 over de vloer 2 kunnen worden bewogen, waardoor met de bladen 3 een uitstrijk- of polierbeweging kan worden gerealiseerd. 



  Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat, zoals in het bijzonder in figuur 5 zichtbaar is de voornoemde bladen 3 door middel van koppelingen 7, meer speciaal snelkoppelingen, aan de rotor 4 zijn bevestigd. 



  Zoals nog is weergegeven, wordt hiertoe bij voorkeur gebruik gemaakt van achter elkaar hakende koppeldelen 8-9 en 10-11, die respectievelijk aan de bladen 3 en aan de rotor 4, meer speciaal aan de armen 5, zijn aangebracht. 



  Alhoewel volgens de uitvinding zulke, achter elkaar hakende, koppeldelen in verschillende varianten kunnen worden verwezenlijkt, geniet het de voorkeur dat, zoals weergegeven in de figuren 2 tot 5, de aan de bladen 3 aangebrachte koppeldelen 8-9 samen de vorm van een zwaluwstaart definiëren, terwijl de koppeldelen 10-11 die zieh aan de rotor 4 bevinden zittingen voor de koppeldelen 8-9 vormen. De zwaluwstaart wordt hierbij gevormd door schuine vlakken 12-13 aan de kopse zijde van een lijst 14, in de vorm van een lat, die volgens de radiale richting van de rotor 4 op telkens de plaat 15, waaruit het blad 3 is gevormd, is bevestigd. 



  De armen 5 zijn aan de onderzijde voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende gleufvormige zittingen 16, waarin de bladen 3 door middel van de lijst 14 kunnen worden bevestigd. De koppelingen 7 vormen aldus 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 vergrendelingen waarmee de lijsten 14 in de zittingen 16 worden verankerd. 



  Ten einde de bladen 3 te kunnen aanbrengen, respectievelijk te kunnen wegnemen, is telkens   een   van de koppeldelen van de rotor 4, in dit geval het koppeldeel 10, wentelbaar aan de betreffende arm 5 aangebracht. Dit koppeldeel is hierbij verplaatsbaar tussen een vergrendelende positie A waarbij het blad 3 aan de rotor 4 vastzit en een ontgrendelde positie B die toelaat dat het blad 3 kan worden aangebracht aan de rotor 4, respec-tievelijk hiervan kan worden losgemaakt. Het koppeldeel 10 vertoont hierbij de vorm van een haak die wentelbaar is rond een draaias 17. 



  Opgemerkt wordt dat de beweegbare en zodoende bedienbare koppeldelen 10 bij voorkeur gesitueerd zijn in de nabijheid van de buitenomtrek van de rotor 4, terwijl de vaste koppeldelen 9-11 zieh nabij het midden van de rotor 4 bevinden. Hierdoor zijn de koppeldelen 10 steeds gemakkelijk bereikbaar. 



  Het is duidelijk dat door het gebruik van koppelingen 7 volgens de uitvinding de bladen 3 gemakkelijk kunnen worden vervangen. Hierbij wordt als volgt te werk gegaan. Eerst worden de    te vervangen   bladen 3 losgemaakt door de vergrendeling te verbreken. Hiertoe wordt het haakvormige koppeldeel 10 van de positie A in de positie B gewenteld. 



  Als een gevolg kan het blad 3 vrij worden weggenomen. 



  Het aanbrengen van een ander blad 3 gebeurt door dit met de lijst 14 in de zitting 16 te brengen, waarbij het koppeldeel 9 achter het koppeldeel 11 aangrijpt en vervolgens het koppeldeel 10 naar beneden te wentelen, zodanig dat dit aangrijpt achter het koppeldeel 8. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Opgemerkt wordt dat ieder koppeldeel 8 normalerwijze bij het roteren automatisch gesloten blijft, daar het daarmee samenwerkende blad 3 naar buiten toe een kracht uitoefent als gevolg van de optredende centrifugaalkrachten. Dit sluit echter niet uit dat de koppelingen 7 kunnen worden voorzien van elastische middelen, zoals de schematisch weergegeven veer   18,   die het betreffende koppeldeel 10 naar de vergrendelende positie A dwingt. 



  Al dan niet in combinatie met het gebruik van de koppelingen 7, zijn de plaat 15 en de lijst 14 uitsluitend door middel van lijm met elkaar verbonden. 



  De plaat 15 en de lijst 14 kunnen in een variante ook door middel van klinknagels of door een combinatie van lijm en klinknagels met elkaar verbonden zijn. 



  Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding, dat al dan niet kan worden gecombineerd met de voornoemde kenmerken, maar op zieh ook in andere inrichtingen voor het afwerken van vloeren kan worden aangewend, wordt voorzien in armen 5 die door middel van instelmiddelen 19 kunnen worden verdraaid, zodanig dat de bladen 3 onder een gewenste hoek kunnen worden geplaatst, met als bijzonderheid dat tussen deze armen 5 een positieve verbinding 20 is gerealiseerd. 



  Deze positieve verbinding 20 bestaat, zoals weergegeven in de figuren 1 tot 6, bij voorkeur uit een ringvormig element 21 dat via scharnierpunten 22 bevestigd aan wentelarmpjes 23 die vast aan de armen 5 zijn bevestigd of eendelig hiermee zijn uitgevoerd. 



  Opgemerkt wordt dat de instelling van de hoek van de bladen 3 op een klassieke wijze gebeurt door middel van aan de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 armen 5 aangebrachte hefboompjes 24, waarvan de verdraaiing wordt bepaald door een op en neer verplaatsbare regelschijf 25. Het is duidelijk dat deze regelschijf 25 op zieh geen positieve verbinding vormt, daar zij toelaat dat de hefboompjes 24 individueel naar onderen kunnen worden gedraaid. 



  In de figuren 7 tot 9 is een variante weergegeven waarbij het verplaatsbare koppeldeel 10 verschuifbaar is, in de plaats van wentelbaar. Dit koppeldeel 10 maakt hierbij deel uit van een element 26 dat door middel van een veer 27 tegen het kopse uiteinde van de arm 5 wordt aangetrokken. 



  Deze veer 27 is hierbij gemonteerd tussen, enerzijds, de kop 28 van een bout 29 die in het element 26 is geschroefd en, anderzijds, een spanvijs 30 die in het vrije uiteinde van de betreffende arm 5 is geschroefd. De werking hiervan kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. 



  Opgemerkt wordt dat de koppelingen 7, en meer speciaal het verplaatsbare koppeldeel 10, bij voorkeur zijn voorzien van een bedieningsorgaan. In de uitvoering van de figuren 1 tot 6 bestaat dit uit een gedeelte 31 van het haakvormige koppeldeel 10 dat kan worden vastgenomen. In de uitvoering van de figuren 7 tot 9 wordt dit gevormd door het gedeelte 32 van het element 26 dat radiaal buiten de omtrek van de arm 5 steekt en dat zodoende een greep biedt bij het losmaken, respectievelijk vastmaken van een blad 3. 



  Tevens wordt opgemerkt dat volgens een variante de verplaatsbare koppeldelen 10 tegen het midden van de rotor 4 kunnen worden geïnstalleerd. In zulk geval zijn deze koppeldelen 10 wel moeilijker bereikbaar, doch ontstaat het voordeel dat de bladen 3 bij het accidenteel openen van zulk koppeldeel 10 niet van de rotor 4 kunnen loskomen 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 onder invloed van de erop uitgeoefende centrifugale krachten. 



  Volgens een niet weergegeven variante kunnen de koppelingen 7 worden voorzien van een centrale bediening, die zieh bijvoorbeeld boven de rotor 4 bevindt. 



  Uiteraard kan de inrichting 1 verder met verschillende accessoires worden uitgerust. Zoals weergegeven, kunnen in de armen 5, ter plaatse van de zittingen die gevormd worden door de koppeldelen 11, zijdelingse openingen 33 worden voorzien die toelaten dat betonresten en dergelijke gemakkelijk uit deze zittingen kunnen worden verwijderd. 



  Het voorste deel van ieder van de armen 5, meer speciaal het blokvormige gedeelte 34 van de figuren hoeft niet noodzakelijk   ééndelig   met de rest van de armen 5 te zijn uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld zou dit gedeelte 34 ook kunnen worden uitgevoerd in de vorm van een tussenstuk, waarbij dit tussenstuk enerzijds is voorzien van de voornoemde koppelingen, doch anderzijds op een klassieke wijze door middel van bouten aan de vaste gedeelten van de armen 5 wordt bevestigd. Hierdoor kan de uitvinding op de bestaande inrichtingen 1 worden toegepast. 



  Het is duidelijk dat verschillende kenmerken van de uitvinding naar keuze onderling kunnen worden gecombineerd. 



  Opgemerkt wordt dat in figuur 1 een inrichting 1 is weergegeven die verplaatst en bediend wordt door middel van een handvat 35. Het is echter duidelijk dat de uitvinding ook van toepassing is op andere inrichtingen die zulke rotor toepassen, bijvoorbeeld inrichtingen die voorzien zijn van twee rotors die een overlappende beweging 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 uitvoeren, waarbij boven deze rotors een zitplaats is voorzien waarop een bestuurder kan plaatsnemen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het afwerken van vloeren kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

  1. Conclusies. 1. - Inrichting voor het afwerken van vloeren, van het type dat voorzien is van bladen (3) die op een rotor (4) zijn bevestigd, die door middel van een motor (6) kan worden aangedreven, zodanig dat de bladen (3) over een vloer (2) kunnen worden bewogen, daardoor gekenmerkt dat de bladen (3) door middel van koppelingen (7), meer speciaal bedienbare koppelingen (7), aan de rotor (4) zijn bevestigd.
  2. 2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de koppelingen (7) bestaan uit snelkoppelingen.
  3. 3.-Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de betreffende koppelingen (7) ieder voorzien zijn van een bedieningsorgaan (31-32).
  4. 4.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de betreffende koppelingen (7) bestaan uit achter elkaar hakende koppeldelen (8-9-10-11), die respectievelijk aan de bladen (3) en aan de rotor (4) zijn aangebracht.
  5. 5.-Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de aan de bladen (3) aangebrachte koppeldelen (8-9) tezamen de vorm van een zwaluwstaart definiëren, terwijl de koppeldelen (10-11) die zieh aan de rotor (4) bevinden zittingen hiervoor vormen, waarbij de voornoemde zwaluwstaart telkens gevormd wordt door schuine vlakken (12-13) aan de kopse zijden van een lijst (14) die, volgens de radiale richting van de rotor (4), op telkens de betreffende plaat (15), waaruit het betreffende blad (3) is gevormd, is bevestigd. <Desc/Clms Page number 12>
  6. 6.-Inrichting volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de betreffende koppeldelen (10-11) van de rotor (4) ieder bestaan uit een verplaatsbaar koppeldeel (10), meer speciaal een wentelbaar of verschuifbaar koppeldeel (10), waarbij dit koppeldeel (10) verplaatsbaar is tussen een vergrendelende positie (A) waarbij het blad (3) aan de rotor (4) vast zit en een ontgrendelde positie (B) die toelaat dat het blad (3) aan de rotor (4) kan worden aangebracht, respectievelijk hiervan kan worden losgemaakt.
  7. 7.-Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de betreffende koppelingen (7) voorzien zijn van elastische middelen, zoals een veer (18-27), die het verplaatsbare koppeldeel (10) naar de vergrendelende positie (A) dwingen.
  8. 8.-Inrichting volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de koppelingen (7) bestaan uit vaste koppeldelen (8-9-11) en telkens minstens één beweegbaar en bedienbaar koppeldeel (10), waarbij ieder van de beweegbare en bedienbare koppeldelen (10) zieh nabij de buitenomtrek van de rotor (4) bevinden.
  9. 9.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bladen (3) hoofdzakelijk bestaan uit een plaat (15) en een daarop bevestigde lijst (14) die zieh ten opzichte van de rotor (4) in radiale richting uitstrekt ; dat de rotor (4) is voorzien van armen (5), waarbij aan de onderzijde van iedere betreffende arm (5) of aan de onderzijde van een daarop gemonteerd element een zitting (16), bij voorkeur een zieh in de lengterichting van de betreffende arm (5) uitstrekkende gleufvormige zitting (16) voor de voornoemde lijst (14) van zulk blad (3) is voorzien ; en dat de koppelingen (7) vergrendelingen <Desc/Clms Page number 13> vormen waarmee de bladen (3) met de lijsten (14) in de zittingen (16) kunnen worden verankerd.
  10. 10.-Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van bladen (3) die bestaan uit een plaat (15) en een hierop bevestigde lijst (14), waarbij deze lijst (14) die bevestiging op de rotor (4) toelaat, en dat de lijsten (14) en de platen (15) uitsluitend door middel van lijm aan elkaar verbonden zijn.
  11. 11.-Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bladen (3) bevestigd zijn op armen (5) die deel uitmaken van de rotor (4), waarbij deze armen (5) door middel van instelmiddelen (19) kunnen worden verdraaid en de bladen (3) zodoende onder een gewenste hoek kunnen worden geplaatst, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is voorzien van een positieve verbinding tussen de armen (5), zodanig dat een onafhankelijke verdraaiing van de armen (5) uitgesloten is.
  12. 12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerk dat de voornoemde verbinding bestaat uit een ringvormig element (21) dat via scharnierpunten (22) bevestigd is aan wentelarmpjes (23) die vast aan de voornoemde armen (5) zijn bevestigd of ééndelig hiermee zijn uitgevoerd.
  13. 13.-Inrichting voor het afwerken van vloeren, van het type dat voorzien is van bladen (3) die op een rotor (4) zijn bevestigd, die door middel van een motor (6) kan worden aangedreven, zodanig dat de bladen (3) over een vloer (2) kunnen worden bewogen, waarbij de bladen (3) bevestigd zijn op armen (5) die deel uitmaken van de rotor (4), en waarbij deze armen (5) door middel van instelmiddelen (19) kunnen worden verdraaid en de bladen (3) zodoende onder een <Desc/Clms Page number 14> gewenste hoek kunnen worden geplaatst, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) is voorzien van een positieve verbinding tussen de armen (5), zodanig dat een onafhankelijke verdraaiing van de armen (5) uitgesloten is, waarbij de voornoemde verbinding bij voorkeur bestaat uit een ringvormig element (21) dat via scharnierpunten (22) bevestigd is aan wentelarmpjes (23)
    die vast aan de voornoemde armen (5) zijn bevestigd.
  14. 14.-Blad, meer speciaal een afwerkblad, van het type dat bedoeld is onder een rotor (4) te worden bevestigd, zodanig dat zulk blad (3) roterend over een vloer (2) of vloerlaag kan worden bewogen, waarbij dit blad (3) minstens bestaat uit een plaat (15) en een daarop bevestigde lijst (14), waarbij deze lijst (14) de bevestiging van het blad (3) aan de rotor (4) toelaat, daardoor gekenmerkt dat de plaat (15) en de lijst (14) uitsluitend door middel van een lijmverbinding aan elkaar bevestigd zijn.
BE9700523A 1997-06-18 1997-06-18 Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend. BE1011222A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700523A BE1011222A3 (nl) 1997-06-18 1997-06-18 Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend.
EP98202016A EP0887489A1 (en) 1997-06-18 1998-06-17 Device for the finishing of floors and blade which can be utilized therewith

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700523A BE1011222A3 (nl) 1997-06-18 1997-06-18 Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011222A3 true BE1011222A3 (nl) 1999-06-01

Family

ID=3890581

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700523A BE1011222A3 (nl) 1997-06-18 1997-06-18 Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0887489A1 (nl)
BE (1) BE1011222A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110409773A (zh) * 2019-07-15 2019-11-05 黄淮学院 一种土木工程用的多点式抹平装置

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1013861A7 (nl) * 2000-11-30 2002-10-01 Goossens Benny Afstrijkinrichting voor gegoten vloeren, met name betonvloeren.
JP6175685B1 (ja) * 2016-12-20 2017-08-09 モノリスコーポレーション株式会社 床仕上げ機用鏝部材及び床仕上げ機
US20220267968A1 (en) * 2021-02-24 2022-08-25 Milwaukee Electric Tool Corporation Concrete trowel
US11927022B2 (en) 2021-02-24 2024-03-12 Milwaukee Electric Tool Corporation Concrete trowel
AT525635B1 (de) 2022-01-17 2023-06-15 Pet Austria Gmbh Antrieb für eine Vorrichtung zum Glätten von zähflüssigem Beton

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3296946A (en) * 1964-10-21 1967-01-10 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3331290A (en) * 1965-12-10 1967-07-18 Equipment Dev Co Inc Powered trowel
US3675544A (en) * 1970-12-22 1972-07-11 Francesco Zochil Quick coupler assembly
US3791754A (en) * 1971-05-14 1974-02-12 F Zochil Trowelling machine

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4196235A (en) * 1977-09-12 1980-04-01 Lindqvist Bengt Erik Methods and apparatus for spreading semi-liquid compositions on a base surface

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3296946A (en) * 1964-10-21 1967-01-10 Hamilton Float & Trowel Ltd Trowelling blade assemblies
US3331290A (en) * 1965-12-10 1967-07-18 Equipment Dev Co Inc Powered trowel
US3675544A (en) * 1970-12-22 1972-07-11 Francesco Zochil Quick coupler assembly
US3791754A (en) * 1971-05-14 1974-02-12 F Zochil Trowelling machine

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110409773A (zh) * 2019-07-15 2019-11-05 黄淮学院 一种土木工程用的多点式抹平装置

Also Published As

Publication number Publication date
EP0887489A1 (en) 1998-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4099578A (en) Hinged bulldozer blade
US4516868A (en) Mastic applicator and adjustable blade assembly
BE1011222A3 (nl) Inrichting voor het afwerken van vloeren en blad dat hierbij kan worden aangewend.
US7192339B1 (en) Grinder disc, insert holder and insert assembly
US4017035A (en) Impact crusher with adjustable impact or grinding means
US5123138A (en) Scraper broom
EP2585253B1 (de) Schleifwerkzeug für das gleichzeitige hobeln und schleifen von böden
DE8412179U1 (de) Rotationswerkzeug nach art eines schneidkopfes oder fraeskopfes
US5231725A (en) No-tool brush changing means
DE3016654A1 (de) Schleifmaschine zum endbearbeiten flacher oberflaechen
EP0650691A1 (en) Apparatus for removing floor covering
US4938133A (en) Printing machine having chambered doctor blade unit inker
US7195217B1 (en) Bracket assembly for removable mounting of a vibrator onto a railroad car
US7752703B1 (en) Articulated apparatus flat blade hand tool
BE1013536A3 (nl) Afwerkinrichting voor vloeren van hardbaar materiaal en daarbij gebruikt blad.
US5577787A (en) Safety hook and method
US4241525A (en) Swing-away bulldozer teeth assembly
DE2818816C2 (de) Zentrifugalstreuer, insbesondere für Düngemittel
US4434522A (en) Knife scraper for drums, particularly the drums of a cylinder mill
US4318512A (en) Quick action screen latching apparatus for hammermill
US5275470A (en) Scraping device for powered stone floor dressing unit
US5759590A (en) Spackling tool
EP0724940B1 (en) A bucket mixer for mixing solid aggregates and delivering the mixture
DE3502569C2 (de) Anbaustreugerät
US5407273A (en) Double bladed mixing instrument with axially displaced blades

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: DHONT RICHARD A.

Effective date: 20000630