<Desc/Clms Page number 1>
Beeldprojectiesysteem.
EMI1.1
De uitvinding heeft betrekking op een beeldprojectiesysteem bevattende een projector voor het leveren van een projectiebundel die gemoduleerd is met het te projecteren beeld, een beeldprojectiescherm en een tussen de beeldprojector en het beeldprojectiescherm aangebracht opvouwstelsel bevattende een bundeldeler voor tenminste het gedeeltelijk reflecteren van de projectiebundel afkomstig van de projector en een reflector om het door de bundeldeler gereflecteerde gedeelte van de projectiebundel op te vangen en opnieuw naar de bundeldeler te reflecteren.
Onder beeldprojector wordt verstaan een inrichting die voorzien is van een beeldweergeefstelsel en optische middelen voor het projecteren van het door dit stelsel opgewekte beeld op een beeldprojectiescherm. Het opgewekte beeld kan een videobeeld, een grafisch beeld, data of een combinatie ervan zijn.
Een beeldprojectiesysteem van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 333 333. Het aldaar beschreven beeldprojectiesysteem bevat een bundeldeler die nagenoeg de helft van de invallende projectiebundel doorlaat en nagenoeg de helft van die bundel reflecteert naar een reflector die zieh aan dezelfde zijde van de bundeldeler bevindt als de projector. Na reflectie aan de reflector wordt weer de helft daarvan door de bundeldeler doorgelaten en de helft wordt weer gereflecteerd. Een nadeel van dit beeldprojectiesysteem is een relatief lage efficiëntie aangezien slechts ongeveer 25 % van de door de projector uitgezonden ongepolariseerde straling op het beeldprojectiescherm invalt.
De uitvinding beoogt een compact beeldprojectiesysteem te verschaffen waarbij een veel hoger percentage van de door de projector geleverde projectiebundel JD bij de beeldweergave op het scherm wordt benut, waardoor een efficiënter beeldprojectiesysteem wordt verkregen.
<Desc/Clms Page number 2>
Het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de bundeldeler een cholesterisch filter is.
De beeldprojector kan bijvoorbeeld bestaan uit een kathodestraalbuis en een projectielen, in geval van monochrome beeldprojectie, of uit drie kathodestraalbuizen met drie projectielenzen, in geval van een kleurenbeeldprojectiesysteem. Een dergelijke beeldprojector levert een ongepolariseerde projectiebundel en wordt bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US-A 4, 127, 322.
Bij voorkeur is de beeldprojector echter een zogenaamde LCD-projector.
In geval van een kleurenbeeldprojectiesysteem kan de projector drie vloeibaar kristal
EMI2.1
beeldweer,beeldweergeefpanelen bevatten, een voor elk der primaire kleuren, rood, groen en blauw, of een enkel beeldweergeefpaneel in combinatie met een patroon van kleurfilters.
Daar een dergelijke projector een gepolariseerde projectiebunde11evert, wordt bijgevolg deze projectiebundel in de onderhavige utivinding optimaal benut.
Cholesterische filters zijn optische filters die een optische laag van een vloeibaar kristallijn materiaal met een cholesterische ordening bevatten. Dit betekent dat de moleculen van het materiaal geordend zijn tot een spiraal-of helixachtige structuur met een spoed p. Na het aanbrengen van een dergelijk materiaal als een dunne, optisch actieve laag tussen twee evenwijdige substraten wordt de helixachtige structuur zodanig gericht dat de as van de helix dwars op de laag komt te staan. De uitrichting van de helix kan verbeterd worden door op de naar elkaar toe gerichte oppervlakken van de substraten een zogenaamde oriëntatielaag aan te brengen.
Een dergelijk filter is polarisatiegevoelig en zal een circulair gepolariseerde stralingscomponent met een draairichting (links-of rechtsdraaiend) die correspondeert met de richting van de moleculaire helix en met een golflengte die correspondeert met de spoed p van de helix reflecteren. Een circulair gepolariseerde component met de tegengestelde draairichting en/of met een niet op de spoed aangepaste golflengte zal door het filter worden doorgelaten. Straling met een niet op het filter afgestemde polarisatietoestand wordt dus niet geabsorbeerd, maar gereflecteerd naar de reflector. Deze reflector inverteert de circulaire polarisatiedraairichting, zodat de straling nu een wel op het filter afgestemde polarisatietoestand zal hebben en bijgevolg zal worden doorgelaten.
Cholesterische filters zijn op zichzelf bekend uit bijvoorbeeld het artikel
<Desc/Clms Page number 3>
EMI3.1
"Polarizing Color Filters made from Cholesteric LC Silicones" R. Maurer et al. in SED International Symposium 1990, Digest of technical Papers, p. 110-113. De aldaar beschreven cholesterische filters hebben een optisch actieve laag bestaande uit een vloeibaar kristallijn materiaal met cholesterische ordening op basis van siliconen.
In geval de stralingsbron een LCD-projector is, dient in het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding de polarisatietoestand van de door de LCDprojector geleverde straling te corresponderen met de polarisatietoestand waarvoor het cholesterisch filter reflecterend werkt.
Er bestaan zowel beeldweergeefpanelen die lineair gepolariseerde straling moduleren als beeldweergeefpanelen die circulair gepolariseerde straling moduleren.
Onder beeldweergeefpaneel dient te worden verstaan de combinatie van de vloeibaar kristallijne laag met een polarisator en een analysator. LCD-projecteren met beeldweergeefpanelen leveren lineair gepolariseerde straling. Opdat deze straling door het cholesterisch filter naar de reflector gereflecteerd zou kunnen worden, dient de lineair gepolariseerde straling eerst met behulp van bijvoorbeeld een X/4-plaat, die bijvoorbeeld op de projector kan worden gemonteerd, omgezet te worden in voor het filter geschikte circulair gepolariseerde straling. Indien gebruik gemaakt wordt van een LCD-projector die met"circulaire"beeldweergeefpanelen werkt en dus circulair gepolariseerde straling levert, behoeft geen omzetting plaats te vinden en bijgevolg kan de X/4-plaat worden gelaten.
Bij gebruik van een LCD-projector kan in - afgezien van stralingsverliezen binnen het systeem, 100% van de projectiebundelstraling het beeldprojectiescherm bereiken.
Indien de projector een of meer kathodestraalb. van de door de projector geleverde straling ongeveer 50% op het beeldprojectiescherm terechtkomen.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het cholesterisch filter werkzaam is in tenminste een wezenlijk deel van het volledige zichtbare golflengtegebied.
Opgemerkt wordt dat het bekend is, bijvoorbeeld uit het Engelstalige uittreksel van JP-A 3-243932, om een ongepolariseerde stralingsbundel te polariseren met behulp van een polarisatiegevoelige bundeldeler en de door de bundeldeler gereflecteerde deelbundel met behulp van een \/4-plaat in combinatie met een reflector om te zetten in de polarisatierichting die door de bundeldeler wordt doorgelaten. Dit
<Desc/Clms Page number 4>
betekent dat voor de polarisatie-omzetting een bundeldeler, een X/4-plaat en een reflector nodig zijn. Verder is het formaat waarop dergelijke bundeldelers te maken zijn echter beperkt. Bovendien is het dan noodzakelijk reeds bij de polarisatie-omzetting gebruik te maken van een X/4-plaat, welke sterk golflengte-afhankelijk is.
Doordat het cholesterisch filter werkzaam is in nagenoeg het volledige zichtbare golflengtegebied, in tegenstelling tot de in de tot hiertoe bekende beeldprojectiesystemen toegepaste polarisatiegevoelige bundeldelers, en voor alle golflengten daarin dezelfde werking heeft, is een kleurgetrouwe beeldprojectie mogelijk.
Aan de reflector wordt de circulaire polarisatierichting geinverteerd in de draairichting die door het filter zal worden doorgelaten. Op die manier wordt, naast voor monochrome beeldprojectie, ook voor kleurenbeeldprojectie een efficient beeldprojectiesyteem verkregen. Bovendien is een dergelijke bundeldeler op relatief groot formaat te verwezenlijken.
Een verdere uitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het cholesterisch filter is opgebouwd uit een aantal lagen van vloeibaar kristallijn "materiaal, waarbij elk van de lagen werkzaam is voor een
EMI4.1
andere golflengteband, welke golflengtebanden samen nagenoeg het zichtbare e > ZD golflengtegebied afdekken.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het cholesterisch filter een enkele laag van vloeibaar 'kristallijn polymeer materiaal bevat, binnen welke laag de spoed van de moleculaire helix verloopt over de laagdikte tussen twee waarden die corresponderen met respectievelijk de benedengrens en de bovengrens van de golflengteband nodig om tenminste het volledige zichtbare golflengtegebied af te dekken.
Deze uitvoeringsvorm berust op het inzicht dat van een vloeibaar kristallijn polymeer materiaal met cholesterische ordening de spoed van de moleculaire helix continu gevarieerd kan worden. Zoals beschreven in de niet-voorgepubliceerde
Europese octrooiaanvrage No. 9323057. 0 (PHN 14. 629) van dezelfde aanvraagster, waarvan de inhoud wordt geacht hier te zijn opgenomen, is het mogelijk om binnen een enkele laag de spoed voldoende te laten verlopen, zodat het niet meer nodig is om een aantal lagen, elk gevormd door een vloeibaar kristallijn materiaal met een andere reflectieband, te stapelen.
Door continue variatie van de spoed binnen een enkele laag kan volstaan worden met een laagdikte die kleiner is dan de totale laagdikte die bij
<Desc/Clms Page number 5>
stapeling van verschillende lagen nodig is om eenzelfde reflectieband af te dekken, waardoor een filter met een betere optische kwaliteit kan worden verkregen. De kwaliteit van dergelijke filters neemt namelijk relatief snel af met toenemend aantal lagen vanwege fouten die typisch zijn voor cholesterica en door verlies aan moleculaire ordening.
Ook indien gebruik gemaakt wordt van cholesterische materialen die niet geschikt zijn om in een enkele laag een voor kleurenbeeldprojectie nodige variatie van de spoed van de helix te realiseren, kan toch een goede kleurenbeeldprojectie gerealiseerd worden. Een uitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding, waarin dit het geval is, heeft het kenmerk, dat tenminste een aantal lagen van het cholesterisch filter een vloeibaar kristallijn polymeer materiaal bevatten, binnen welke lagen de spoed van de moleculaire helix verloopt over de laagdikte tussen twee waarden die corresponderen met respectievelijk de benedengrens en de bovengrens van de reflectieband van de betreffende laag.
Een voor wat betreft het contrast voordelige uitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat zieh tussen het beeldprojectiescherm en de bundeldeler een polarisator bevindt.
Deze polarisator absorbeert nagenoeg de helft van het door het projectiescherm doorgelaten omgevingslicht dat door componenten van het systeem in de toeschouwersruimte wordt gereflecteerd. Op die manier wordt dus het omgevingslicht onderdrukt en kan een aanzienlijke contrastverbetering worden gerealiseerd. Er bestaan projectieschermen waarbij deze polarisator op het scherm zelf is aangebracht.
Een verdere uitvoeringsvorm van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat zieh tussen de polarisator en de bundeldeler een X/4- plaat bevindt, waarbij de polarisator absorberend werkt voor de polarisatierichting van de door het cholestrisch filter te reflecteren circulaire polarisatierichting na omzetting door de ìJ4-plaat.
In geval de selectiviteit van het cholesterisch filter tussen links- en rechtsdraaiend circulair gepolariseerde straling niet perfect zou zijn, wordt de door het cholesterisch filter onterecht doorgelaten circulair gepolariseerde straling door de Zij4- plaat omgezet in lineair gepolariseerde straling waarvan de polarisatierichting overeenkomt met de polarisatierichting die door de polarisator wordt geabsorbeerd. Als
<Desc/Clms Page number 6>
gevolg van de pre-polarisatie door het cholesterisch filter is deze absorptie voldoende klein dat geen schadelijke opwarming van de polarisator zal optreden. De X/4-plaat voorkomt dat een onscherp beeld op het projectiescherm wordt gevormd door rechtstreeks door het filter vallend projectiebundellicht met een ongewenste polarisatie.
Voor kleurenbeeldprojectie is de X/4-plaat breedbandig. Een breedbandige X/4-plaat is een doorzichtig element dat bijvoorbeeld is samengesteld uit meerdere lagen en dat voor alle golflengten (X) in het zichtbare golflengtegebied een dusdanige fasedraaiing in een bundel bewerkstelligt dat circulair gepolariseerde straling wordt omgezet in lineair gepolariseerde straling of omgekeerd. Een dergelijk X/4-plaat is bijvoorbeeld beschreven in de publicatie :"Retardation Film for STN-LCD's'NRF'"van de firma Nitto Denko in SID'92 Exhibit Guide, Society for Information display, May 17-22,1992, Boston, Massachusetts, USA.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding, en
Figuur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding met verbeterd contrast.
Het in figuur 1 schematisch voorgestelde beeldprojectiesysteem 1 bevat een beeldprojector 3 voorzien van een beeldweergeefstelsel voor het leveren van een op het beeldprojectiescherm 5 te projecteren beeld via een projectielenzenstelsel. Verder bevat het beeldprojectiesysteem 1 een bundeldeler 7 en een reflector 9. De bundeldeler 7 en de reflector 9 vouwen samen de voor de beeldprojectie benodigde optische weg zodanig op dat de inbouwdiepte van het systeem relatief klein is. Een op het scherm 5 geprojecteerd beeld kan door een zieh aan de van de bundeldeler en reflector weggerichte zijde van het scherm 5 bevindende waarnemer 16 worden waargenomen.
De beelden kunnen zowel monochrome beelden als kleurenbeelden zijn.
Het beeldweergeefstelsel kan bijvoorbeeld een kathodestraalbuis bevatten voor het genereren van een monochroom beeld of drie kathodestraalbuizen voor het opwekken
<Desc/Clms Page number 7>
van een kleurenbeeld. Een dergelijke projector levert ongepolariseerde straling.
In de uit de genoemde Europese octrooiaanvrage bekende inrichting wordt de helft van de projectiebundelstraling door de bundeldeler naar de reflector gereflecteerd. Van deze straling wordt, na reflectie door de reflector weer slechts de helft doorgelaten naar het projectiescherm, zodat slechts 25% van de door de projector geleverde straling op het projectiescherm terechtkomt.
Een aanzienlijke verbetering van de lichtopbrengst wordt verkregen bij gebruik van een polarisatiegevoelige reflector in combinatie met een projector die een geschikt gepolariseerde projectiebundel levert. Dan kan namelijk op een relatief eenvoudige manier een veel hoger percentage van de door de projector geleverde straling benut worden bij de beeldvorming. Gepolariseerde straling wordt geleverd door bijvoorbeeld een projector met vloeibaar kristal beeldweergeefpanelen, verder LCDprojector genoemd. Voor weergave van monochrome beelden behoeft het beeldweergeefstelsel slechts een enkel beeldweergeefpaneel te bevatten.
Voor weergave van kleurenbeelden bevat het beeldweergeefstelsel bijvoorbeeld drie vloeibaar kristal panelen en een set van kleurscheidende en kleurrecombinerende elementen, met andere woorden een kleurkanaal voor elk der primaire kleuren, of een enkel beeldweergeefpaneel in combinatie met een patroon van kleurfilters. Onder beeldweergeefpaneel wordt verstaan de vloeibaar kristallijne laag in combinatie met een polarisator en een analysator. Een beeldprojectiesysteem voor een kleurenbeeld is bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US-A 4, 127, 322. De beeldelementen die onderdeel zijn van een laag van vloeibaar kristallijn materiaal, veranderen de polarisatierichting van een op het element invallende gepolariseerde stralingsbundel overeenkomstig de beeldinformatie.
Er bestaan zowel beeldweergeefpanelen die lineair gepolariseerde straling moduleren, verder lineaire panelen genoemd, als beeldweergeefpanelen die circulair gepolariseerde straling moduleren, verder circulaire panelen genoemd. In het geval van een lineair beeldweergeefpaneel dient de bundel voordat die op het cholesterisch filter invalt omgezet te worden in een circulair gepolariseerde bundel. Dit kan bijvoorbeeld door de projector te voorzien van een X/4-plaat 13. Deze X/4-plaat 13 is in stippellijn getekend omdat in geval de projector circulaire beeldweergeefpanelen bevat deze ìJ4-plaat achterwege kan worden gelaten.
In het beeldprojectiesysteem volgens de onderhavige uitvinding wordt de
<Desc/Clms Page number 8>
bundeldeler 7 gevormd door een cholesterisch filter. Wanneer een ongepolariseerde stralingsbundel op een dergelijk filter invalt, zal het filter het gedeelte van de bundel met een aan de spoed van de moleculaire helix aangepaste golflengte en met een aan de richting van de moleculaire helix aangepaste draairichting reflecteren, terwijl het andere gedeelte van de bundel zal worden doorgelaten. Indien nu gebruik gemaakt wordt van een gepolariseerde stralingsbundel, zoals die afkomstig van een LCD-projector, waarvan de polarisatierichting overeenkomt met de polarisatierichting die door het cholesterisch filter wordt gereflecteerd, kan met behulp van de reflector 9 een compact en efficiënt beeldprojectiesysteem verkregen worden.
Verondersteld wordt dat de van de projector 3 afkomstige bundel 11 linksdraaiend circulair gepolariseerd is en dat de richting van de moleculaire helix van het cholesterisch filter 7 tevens linksdraaiend is. De van de projector 3 afkomstige projectiebundel 11 wordt dan nagenoeg volledig aan het cholesterisch filter 7 gereflecteerd naar de reflector 9. Door reflectie aan de reflector 9 wordt de circulaire polarisatierichting, linksdraaiend in dit geval, geinverteerd in rechtsdraaiend. Deze rechtsdraaiend circulair gepolariseerde bundel 15 zal door het cholesterisch filter 7 worden doorgelaten en het projectiescherm 5 bereiken. Op die manier kan in principe 100% van de door de projector 3 geleverde projectiebundel benut worden bij de beeldprojectie.
Een cholesterisch filter is op het voor de beschreven toepassing vereiste formaat en tegen een aanvaardbare prijs te vervaardigen.
In het geval van kleurenbeeldprojectie moet het cholesterisch filter een reflectiegolflengtebandbreedte hebben die tenminste gelijk is aan de golflengtebandbreedte van het zichtbare licht gebied.
De reeds bekende cholesterische filters zijn werkzaam als polarisatiegevoelige reflector binnen een beperkte golflengteband, bijvoorbeeld 50nm.
Straling met een golflengte buiten die golflengteband wordt doorgelaten en gaat in de huidige toepassing dus verloren of verstoort de beeldvorming. De golflengtebandbreedte van het volledige zichtbaar licht gebied bedraagt ongeveer 380nm.
De breedte van de reflectiegolflengteband AX van het filter wordt gegeven
EMI8.1
door AX= XAn/n, -no de dubbelbreking is, waarbij ne en no respectievelijk de extra-ordinaire en ordinaire brekingsindex van het cholesterisch materiaal zijn en n = (ne + no)/2 de gemiddelde brekingsindex is. Ao is de centrale golflengte van de selectieve reflectiegolflengteband bij loodrechte inval van de straling
<Desc/Clms Page number 9>
EMI9.1
en wordt gegeven door , waarin p de spoed van de moleculaire helix van het filter is.
Aangezien de verschuiving van de reflectiegolflengteband als functie van de invalshoek bijvoorbeeld 2 nm per graad bedraagt, dient bij de vervaardiging van het filter rekening gehouden te worden met een bredere reflectiegolflengteband dan noodzakelijk om het volledige zichtbare golflengtegebied van 380nm breed af te dekken.
Een cholesterisch filter dat werkzaam is in het volledige zichtbare golflengtegebied kan op verschillende manieren worden gerealiseerd.
Een eerste mogelijkheid bestaat erin een aantal smalbandige cholesterische lagen te stapelen die elk een andere reflectiegolflengteband hebben. Het samengestelde filter heeft dan een totale reflectiebandbreedte die gelijk is aan de som van de reflectiebandbreedtes van de afzonderlijke lagen.
Een tweede mogelijkheid bestaat erin het cholesterisch filter uit een enkele laag vloeibaar kristallijn polymeer materiaal te vervaardigen, waarbij de spoed p van de moleculaire helix over de laagdikte verloopt tussen een benedengrens en een bovengrens zodat de resulterende reflectiegolflengtebandbreedte correspondeert met de bandbreedte die nodig is opdat het filter werkzaam zou zijn in het volledige zichtbare golflengtegebied. Een eénlaagsfilter heeft als voordeel ten opzichte van een gestapeld filter een betere optische kwaliteit. Bij het stapelen van lagen neemt de optische kwaliteit namelijk af met toenemend aantal lagen vanwege de aanwezigheid van fouten in de cholesterica en vanwege het verlies aan planaire moleculaire ordening. Bovendien neemt de kijkhoekafhankelijkheid toe met toenemende dikte.
Dit wil zeggen dat voor straling die invalt onder een hoek groter dan een bepaalde invalshoek de effectiviteit van het filter aanzienlijk afneemt voor grotere laagdiktes. Opdat een cholesterische laag met een reflectiegolflengtebandbreedte van 50 nm een polariserend effect zou hebben, dient de laag minimaal 5jnm dik te zijn. Een meerlaags filter dat werkzaam is over het volledige zichtbaar licht gebied en voor een groot gebied van invalshoeken moet bijvoorbeeld vijftien van dergelijke lagen bevatten en is dan 75yam dik.
Voor een enkellaags cholesterisch filter met varierende spoed volstaat een laagdikte van 20 jum om als polarisator te kunnen werken, wat de effectiviteit van het filter ten goede komt. Een wijze van vervaardiging van een eenlaags cholesterisch filter
<Desc/Clms Page number 10>
met een over de laagdikte variërende spoed wordt beschreven in de reeds genoemde, niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage No. 93203057. 0.
Een uitvoeringsvorm van het cholesterisch filter waarvan de optische kwaliteit beter is en de kijkhoekafhankelijkheid minder sterk is dan die van een cholesterisch filter dat opgebouwd is uit een relatief groot aantal smalbandige lagen met constante helixspoed, bestaat erin het cholesterisch filter te vervaardigen uit een kleiner aantal lagen waarbij in tenminste een aantal van die lagen de spoed p van de moleculaire helix over de laagdikte varieert. De reflectiegolflengtebandbreedte van de betreffende lagen kan vergroot worden tot bijvoorbeeld 150nm. In dat geval kan het aantal benodigde lagen voor het zichtbare golflengtegebied aanzienlijk, bijvoorbeeld tot 1/3, gereduceerd worden.
Figuur 2 toont schematisch een tweede uitvoeringsvoorbeeld van het beeldprojectiesysteem volgens de uitvinding. Tussen het cholesterisch filter 7 en het scherm 5 is een polarisator 17 aangebracht. Deze polarisator 17 absorbeert nagenoeg 50% van het ongepolariseerde en het projectiescherm binnentredende omgevingslicht, zodat dit licht niet meer in de toeschouwersruimte gereflecteerd kan worden. Hierdoor kan een aanzienlijke contrastverbetering worden bereikt.
Verder kan tussen het cholesterische filter 7 en de polarisator 17 nog een X/4-plaat 19 worden aangebracht. Bij kleurenbeeldprojectie is deze A/4-plaat breedbandig. Deze X/4-plaat 19 zet de door het cholesterisch filter 7 doorgelaten circulair gepolariseerde straling om in lineair gepolariseerde straling. De polarisator 17 is daarbij zo ingericht dat de circulaire polarisatierichting die door het cholesterisch filter 7 gereflecteerd dient te worden na omzetting door de X/4-plaat 19 wordt geabsorbeerd. Op die manier wordt gecompenseerd voor eventueel niet perfecte selectiviteit tussen links-en rechtsdraaiend circulair gepolariseerde straling door het cholesterisch filter.
De fractie van de projectiebundel die bij het treffen met het cholesterisch filter gereflecteerd had moeten worden, maar toch wordt doorgelaten, bij een niet ideaal filter of bij een niet-ideale polarisatietoestand van de projectiebundel, wordt omgezet in lineair gepolariseerd licht met een bepaalde polarisatierichting. De polarisatierichting van de polarisator 17 wordt dan zo gekozen dat deze lineair gepolariseerde straling wordt geabsorbeerd. Daardoor wordt vóorkomen dat ongewenst licht dat door het filter wordt doorgelaten in plaats van te worden gereflecteerd een verstoring van het beeld op het projectiecsherm geeft. Aangezien de X/4-plaat facultatief
<Desc/Clms Page number 11>
is, is ze weer in stippellijn voorgesteld.
In de plaats van de À/4-plaat 19 en de polarisator 17 kan tussen het cholesterisch filter 7 en het scherm 5 eventueel een louvre-scherm (niet getekend) geplaatst worden om slechts straling die binnen een bepaalde hoek valt door te laten naar het scherm, zoals bijvoorbeeld beschreven wordt in de Europese octrooiaanvrage EP 0 488 590.