BE1007644A6

BE1007644A6 - Inrichting voor het houden van schaaldieren.

Info

Publication number: BE1007644A6
Application number: BE9301173A
Authority: BE
Original assignee: Goddeeris Plexability Besloten
Priority date: 1993-10-29
Filing date: 1993-10-29
Publication date: 1995-08-29

Abstract

Inrichting voor het houden van schaaldieren, bestaande uit een aquariumbak (2) en koelmiddelen (3) om het water (4) in de aquariumbak (2) te koelen, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen (5) om een warme luchtstroom (F) langs minstens één wand (6) van de aquariumbak (2) te voeren.

Description

Inrichting voor het houden van schaaldieren.

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het houden van schaaldieren, ook wel kreeftenbak genaamd.

Meer speciaal heeft zij betrekking op een inrichting die voorzien is van een aquarium, die bedoeld is om in restaurants en dergelijke te worden geplaatst, teneinde kreeften, krabben, oesters en dergelijke levend te bewaren.

Het is bekend dat dergelijke schaaldieren in water van ongeveer 7 C worden bewaard en dat de hiertoe aangewende aquariums dus dienen gekoeld te worden. Een probleem bij dergelijke aquariums bestaat er dan ook in dat zich gemakkelijk condensaat aan de buitenwanden vormt, met als nadelen dat de wanden niet meer doorzichtig zijn en dat de omgeving wordt bevochtigd door langs de wanden naar beneden lopend condensaat.

Teneinde aan dit probleem te verhelpen, is het bekend om aquariums te bouwen uit dubbelwandig glas. Het nadeel van zulke aquariums is evenwel de hoge kostprijs.

De huidige uitvinding beoogt dan ook een inrichting voor het houden van schaaldieren waarbij in een andere, zeer efficiënte oplossing van het voornoemde probleem wordt voorzien.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het houden van schaaldieren, bestaande uit een aquariumbak en koelmiddelen om het water in de aquariumbak te koelen, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen om een warme luchtstroom langs minstens een wand van de

aquariumbak te voeren. Het is duidelijk dat de warme luchtstroom de vorming van condensaat verhindert.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm bevatten de voornoemde middelen een eigen warmtebron. Bij voorkeur wordt hiertoe het warmteafgifte-element van de koelmiddelen om het water in de aquariumbak te koelen, met andere woorden de kondensor van de koelinrichting, aangewend, waardoor de aan de inrichting toegevoerde energie optimaal wordt benut.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de middelen om een warme luchtstroom langs de wand van de aquariumbak te voeren in de kombinatie van een warmtebron, welke gevormd is uit het warmteafgifte-element van de koelmiddelen ; een supplementaire warmtebron ; en een regelelement om de voornoemde warmtebronnen aan te sturen.

Bij voorkeur voorziet het regelelement erin dat de supplementaire warmtebron wordt ingeschakeld gedurende de periodes dat de koelmiddelen zijn uitgeschakeld.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een aquarium volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1.

Zoals weergegeven in de figuren heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het houden en bewaren van schaaldieren, bestaande uit een aquariumbak 2 en koelmiddelen 3 om het water 4 in de aquariumbak 2 te koelen. Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat

de inrichting 1 is voorzien van middelen 5 om een warme luchtstroom F langs minstens een wand 6, en bij voorkeur langs de buitenzijde van alle wanden 6, van de aquariumbak 2 te voeren, waarmee een luchtstroom bedoeld wordt waarvan de temperatuur hoger is dan die van het gekoelde water 4, en beter nog hoger is dan kamertemperatuur.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de middelen 5 om een warme luchtstroom F langs een wand 6 van de aquariumbak 2 te voeren in de kombinatie van een warmtebron 7, welke gevormd is uit het warmteafgifte-
EMI3.1
element van de koelmiddelen 3 een supplementaire warmtebron 8i en een regelelement 9 om de voornoemde warmtebronnen 7 en 8 aan te sturen. Bij voorkeur voorziet het regelelement 9 erin dat de supplementaire warmtebron 8 wordt ingeschakeld gedurende de periodes dat de koelmiddelen 3 zijn uitgeschakeld en/of de warmtebron 7 ontoereikend is.

De supplementaire warmtebron 8 is bij voorkeur gevormd uit een elektrisch verwarmingselement, dat bijvoorbeeld bestaat uit een aantal weerstandsdraden 10.

De voornoemde middelen 5 zijn bij voorkeur ook voorzien van geleidingen 11 om de warme luchtstroom F optimaal langs de wand 6 te leiden. Zowel de warmtebronnen 7 en 8, de koelmiddelen 3, als de geleidingen 11 bevinden zieh onder de aquariumbak 2.

Deze geleidingen 11 bestaan enerzijds uit een kast 12 die zieh rond de koelmiddelen 3 bevindt, met een of meer uitlaatopeningen 13, en kanalen 14 die de warme lucht tot aan de onderrand van de aquariumbak 2 leiden. In het weergegeven voorbeeld zijn de kanalen 14 aangebracht in de steun, respektievelijk de tafel 15, waarop de aquariumbak 2

wordt geplaatst. De tafel 15 bestaat hiertoe uit een bodemplaat 16 met opstaande ribben 17 waarop de aquariumbak 2 kan worden geplaatst, zodanig dat de warme luchtstroom gedwongen wordt zich eerst horizontaal onder de bodem 18 van de aquariumbak 2 te verplaatsen om vervolgens langs de wanden 6 op te stijgen. Het is duidelijk dat aan de omtrek in een of meer gepaste opening 19 wordt voorzien, zodanig dat de lucht gedwongen wordt langs de wand 6 te bewegen.

Doordat de kanalen 14 begrensd worden door vertikale schotten 20 wordt de luchtstroom gedwongen in vertikale richting deze kanalen 14 te verlaten.

De openingen 19 zijn bij voorkeur zeer nauw en strekken zich bij voorkeur langs de volledige omtrek uit. De aquariumbak 2 staat los op de ribben 17.

Bij voorkeur bevindt de uitlaatopening 13 zich centraal in de tafel 15 en zijn de geleidingen 11 zodanig opgevat dat de warme lucht optimaal wordt verdeeld langs de wanden 6 waar in een luchtstroom dient worden te voorzien. Zoals weergegeven in figuur 2 zijn de ribben 17 hiertoe stervormig opgesteld rond de uitlaatopening 13.

De weerstandsdraden 10 strekken zieh langs de omtrek van de aquariumbak 2, meer speciaal langs de omtrek van de tafel 15, uit.

Het is duidelijk dat, indien de warmtebronnen 7 en 8 zieh onder de aquariumbak 2 bevinden, de warme lucht die bij deze warmtebronnen ontstaat, ingevolge een natuurlijke stroming automatisch opstijgt langsheen de wanden 6. Het is echter ook duidelijk dat de luchtstroom kan worden geforceerd. In het voorbeeld dat is weergegeven in de figuren bevatten de middelen om een warme luchtstroom langs de wand 6 van de aquariumbak 2 te voeren dan ook een

element dat in zulk een geforceerde luchtstroom voorziet, zoals een ventilator 21, die bijvoorbeeld door middel van een elektrische motor 22 wordt aangedreven.

De werking kan eenvoudig uit de figuren en de voorafgaande beschrijving worden afgeleid. De koelmiddelen 3 zorgen ervoor dat het water 4 wordt gekoeld, via een op zieh bekende kringloop 23, die slechts gedeeltelijk is weergegeven. Het is duidelijk dat de uit het water 4 onttrokken warmte aan de koelmiddelen 3, en meer speciaal aan de warmtebron 7 terug wordt afgegeven. Hierdoor warmt de lucht in de kast 12 op. Deze warme lucht wordt door de ventilator 21 doorheen de geleidingen 11 gestuwd en stijgt uiteindelijk op langs de wanden 6 van de aquariumbak 2, waardoor de vorming van condensaat aan deze wanden wordt vermeden. De supplementaire warmtebron 8 is hierbij uitgeschakeld.

Wanneer het water 4 op de ingestelde temperatuur is, ontvangt het regelelement 9 een signaal 24, bijvoorbeeld van een thermostaat 25, waardoor dit geaktiveerd wordt, en dit op zijn beurt de koelmiddelen 3 en eventueel ook de ventilator 21 uitschakelt, en de supplementaire warmtebron 8 bekrachtigd. De supplementaire warmtebron 8 houdt dan de warme luchtstroom F in stand, gedurende de ogenblikken dat de koelmiddelen 3 niet werkzaam zijn.

Wanneer de koelmiddelen 3 terug in werking treden, wordt de supplementaire warmtebron 8 terug uitgeschakeld.

Het is duidelijk dat het gebruik van het warmteafgifte-element van de koelmiddelen 3 als warmtebron bijzonder voordelig is, doch dit betekent niet dat noodzakelijk hiervan gebruik dient gemaakt te worden.

Volgens een variante kan ook uitsluitend gebruik worden gemaakt van andere warmtebronnen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk inrichting voor het houden van schaaldieren kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies. 1. - Inrichting voor het houden van schaaldieren, bestaande uit een aquariumbak (2) en koelmiddelen (3) om het water (4) in de aquariumbak (2) te koelen, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen (5) om een warme luchtstroom (F) langs minstens een wand (6) van de aquariumbak (2) te voeren.

2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen (5) een eigen warmtebron bevatten, welke minstens bestaat uit het warmteafgifte-element van de koelmiddelen (3).

3.-Aquarium volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen om een warme luchtstroom (F) langs een wand (6) van de aquariumbak (2) te voeren, bestaan in de kombinatie van een warmtebron (7), welke gevormd is uit het warmteafgifte-element van de koelmiddelen (3) ; een supplementaire warmtebron (8) ; en een regelelement (9) om de voornoemde warmtebronnen (7, 8) aan te sturen.

4.-Inrichting volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat het een regelelement (9) bevat dat zodanig is opgevat dat de supplementaire warmtebron (8) in werking treedt gedurende de periodes dat de koelmiddelen (3) buiten werking zijn.

5.-Inrichting volgens konklusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de supplementaire warmtebron (8) gevormd is uit elektrische weerstandsdraden (10). <Desc/Clms Page number 8> 6.-Inrichting volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de elektrische weerstandsdraden (10) zieh onderaan aan de omtrek van de aquariumbak (2) bevinden.

7.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van geleidingen (11) voor de warme luchtstroom (F).

8.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de geleidingen (11) bestaan uit, enerzijds, een kast (12) die zich rond de koelmiddelen (3) bevindt, met een of meer uitlaatopeningen (13), en anderzijds, kanalen (14) die de warme lucht van de uitlaatopening (13) tot aan de onderrand van de aquariumbak (2) leiden.

9.-Inrichting volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de kanalen (14) deel uitmaken van een tafel (15), bestaande uit een bodemplaat (16) met hierop aangebrachte ribben (17), waarop de aquariumbak (2) is of kan worden aangebracht ; dat de koelmiddelen (3), of althans minstens het warmteafgifte-element (7) hiervan, onder de tafel (15) is aangebracht ; dat in de tafel (15) minstens een opening (13) is aangebracht via dewelke warme lucht in de ruimte tussen de bodemplaat (16) en de bodem (18) van de aquariumbak (2) kan komen ; en dat de voornoemde ruimte aan de rand van de bodem van de aquariumbak (2) uitgeeft.

10.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bevat om in een geforceerde warme luchtstroom te voorzien. EMI8.1

11.-Inrichting volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt 2, dat de middelen om in een geforceerde warme luchtstroom te voorzien bestaan uit een ventilator (21).