BE1006960A5 - Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata. Download PDF

Info

Publication number
BE1006960A5
BE1006960A5 BE9300442A BE9300442A BE1006960A5 BE 1006960 A5 BE1006960 A5 BE 1006960A5 BE 9300442 A BE9300442 A BE 9300442A BE 9300442 A BE9300442 A BE 9300442A BE 1006960 A5 BE1006960 A5 BE 1006960A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
color
color separation
separation
determined
matrix
Prior art date
Application number
BE9300442A
Other languages
English (en)
Inventor
Lieven Plettinck
De Capelle Jean-Pierre Van
Original Assignee
Barco Graphics Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Barco Graphics Nv filed Critical Barco Graphics Nv
Priority to BE9300442A priority Critical patent/BE1006960A5/nl
Priority to EP94870075A priority patent/EP0622952A1/en
Priority to US08/235,671 priority patent/US5689349A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1006960A5 publication Critical patent/BE1006960A5/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/46Colour picture communication systems
    • H04N1/54Conversion of colour picture signals to a plurality of signals some of which represent particular mixed colours, e.g. for textile printing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/46Colour picture communication systems
    • H04N1/56Processing of colour picture signals
    • H04N1/60Colour correction or control
    • H04N1/603Colour correction or control controlled by characteristics of the picture signal generator or the picture reproducer
    • H04N1/6052Matching two or more picture signal generators or two or more picture reproducers
    • H04N1/6055Matching two or more picture signal generators or two or more picture reproducers using test pattern analysis

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Ink Jet (AREA)
  • Facsimile Image Signal Circuits (AREA)
  • Color Image Communication Systems (AREA)

Abstract

Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata waarbij een eerste in een eerste toestelafhankelijke kleurenruimte gedefinieerde kleurseparatie geconverteerd wordt naar een tweede in een tweede toestel afhankelijke kleurenruimte van niet-standaard drukinkten gedefinieerde kleurseparatie geconverteerd wordt. De conversie geschiedt middels een conversiematrix die vermenigdvuldigd wordt met de eerste kleurseparatie.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Werkwijze en inrichtinq voor het qenereren van drukdata"
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het genereren van drukdata waarbij uitgaande van een eerste kleurseparatie van een beeldpunt uit een te drukken beeld dat gedefinieerd is in een eerste n-dimensionale toestel afhankelijke kleurenruimte een tweede kleurseparatie van datzelfde beeldpunt gedefinieerd in een tweede m-dimensionale toestel afhankelijk kleurenruimte van niet-standaard drukinkten wordt gevormd. 



   Een dergelijke werkwijze wordt in het algemeen toegepast bij het drukken van kleurweergaven, zoals verpakkingen of   foto's   in tijdschriften of boeken. 



  Het origineel wordt afgetast met een reproduktie aftast- inrichting teneinde de beeldinformatie   d. w. z.   de inhoud en de kleuren op te nemen. Zo'n aftastinrichting is gebouwd om de kleurseparaties in een gestandardiseerd formaat zoals bijvoorbeeld YMCK (geel, magenta, cyaan, zwart) weer te geven. Echter wordt onder meer omwille van kwaliteitseisen alsook omwille van het gebruiksdoeleinde van de te drukken weergave niet altijd met standaard inkten zoals YMCK gedrukt. Zo zal bijvoorbeeld de chocoladefabrikant eerder een inktenstelsel kiezen waarbij een bruine inkt een meer dominante rol speelt.

   Wanneer nu echter met dergelijke niet-standaard inkten moet worden gedrukt dan zal een operator de reproduktie aftastinrichting zodanig instellen dat deze hem niet de standaard eerste kleurseparatie geeft maar wel een tweede kleurseparatie die zo goed mogelijk de kleurseparatie uitgedrukt in de kleurenruimte van de niet-standaard inkten weergeeft. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Hiertoe manipuleert de operator de kleurkorrektiemogelijkheden van de aftastinrichting. 



   Een nadeel van de bekende werkwijze is dat de aftastinrichting gebruikt wordt voor een doeleinde waarvoor zij niet geschikt is, namelijk het genereren van niet-standaard kleurseparaties. Het vergt hetzij een behoorlijke ervaring van de operator hetzij het maken van een aanzienlijke hoeveelheid proefdrukken om met de bekende werkwijze tot een goed resultaat te komen. Beide oplossingen zijn van empirische aard en hebben als consequentie dat zij de prijs van het totale proces duur maken. 



   De uitvinding heeft tot doel een werkwijze voor het genereren van drukdata aan te dragen waarbij de tweede kleurseparatie op efficiëntere en niet-empirische wijze wordt bepaald en waarbij bovendien de kwaliteit van het drukken niet wordt aangetast of zelfs verbeterd wordt. 



   Een werkwijze volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat als eerste kleurseparatie een uit standaard kleurseparatie afgeleide kleurseparatie wordt bepaald en een set van   p (p n)   verschillende kleuren wordt gekozen die binnen het kleurenbereik van de tweede kleurenruimte liggen op ten minste een voorafbepaalde kleurafstand van elkaar, en waarbij een eerste resp. tweede kleurentabel wordt opgesteld die voor elk der kleuren uit het set de kleurcoördinaten weergeeft uitgedrukt in coördinaten van de kleurenruimte gebruikt om de eerste kleurseparatie weer te geven resp. de m kleurcoördinaten in de tweede toestel afhankelijk kleurenruimte weergeeft, en dat een eerste p bij p matrix wordt gevormd met voor een   P ;

   (l < i p ; l jp)     matrixcoëfficiënt   de jde kleurcoördinaat van de ide kleur zoals weergegeven in de eerste tabel, en daarna een tweede m bij p-matrix wordt gevormd door voor een   q rij     (lqm)   uit die tweede matrix de coëfficiënten te nemen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 verkregen door de inverse eerste matrix te vermenigvuldigen met een derde p bij 1 matrix die de   qde   kleurseparatie uit de tweede kleurenruimte van de verschillende kleuren uit de set van p kleuren geeft, welke tweede kleurseparatie bepaald wordt door de tweede matrix te vermenigvuldigen met de eerste kleurseparatie. 



  Door voor de eerste kleurseparatie een standaard kleurseparatie te kiezen, werkt de aftastinrichting op een wijze conform aan diegene waarvoor zij is ontworpen en zal zij dus een betrouwbaar resultaat afgeven. Door nu gebruik te maken van genoemde tweede matrix om hiermee de eerste kleurseparatie te converteren en aldus de tweede kleurseparatie te bepalen, wordt de tweede kleurseparatie niet meer empirisch bepaald. Een betrouwbaarder resultaat voor de tweede kleurseparatie wordt aldus op efficiënte wijze verkregen. De keuze van het set kleuren binnen de tweede kleurenruimte laat toe dat de coëfficiënten van de tweede matrix op eenvoudige en betrouwbare wijze worden bepaald. 



   De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zieh van de bekende werkwijze doordat, in tegenstelling tot de door de drukker gebruikelijke wijze, door de aftastinrichting een standaard kleurseparatie wordt gegenereerd. Deze standaard kleurseparatie vormt dan, in tegenstelling tot het verwachte patroon, een goede basis om te worden omgetransformeerd naar een tweede kleurseparatie voor niet-standaard inkten. 



   Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de eerste resp. tweede kleurseparatie naar een eerste resp. tweede kleurcoördinatenset wordt getransformeerd middels een voorafbepaalde afbeelding die de relatie vastlegt tussen de eerste resp. tweede toestel afhankelijke kleurenruimte en een eerste resp.

   tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte, en waarbij in de tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte   een "Soll-   

 <Desc/Clms Page number 4> 

   kleurencoördinatenset" wordt   gevormd door afbeelding naar die tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte van genoemde eerste kleurencoördinatenset, en waarbij vervolgens uit de Soll-kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset een doelfunctie uitgedrukt in de tweede kleurseparatie wordt bepaald, welke doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde doelfunctie een verdere tweede kleurseparatie wordt bepaald die genoemde tweede kleurseparatie substitueert. Door uitgaande van de eerste kleurseparatie een Soll-kleurencoördinatenset te bepalen, wordt een betrouwbare referentiewaarde gevormd in de tweede toestelonafhankelijke ruimte.

   Ten opzichte van die referentiewaarde kan nu de betrouwbaarheid van de met de tweede matrix afgeleide tweede kleurseparatie worden getoetst. Het minimaliseren van de doelfunctie biedt op zijn beurt de mogelijkheid om een nauwkeurigere tweede kleurseparatie te bepalen. 



   Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat in de eerste toestelafhankelijke kleurenruimte voor het te drukken beeld een eerste verzameling van eerste kleurseparaties wordt gevormd en in de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte een tweede verzameling van tweede kleurseparaties wordt gevormd door elke eerste kleurseparatie uit de eerste verzameling telkens met genoemde tweede matrix te vermenigvuldigen, en waarbij een derde resp. vierde verzameling wordt gevormd door telkens elk der eerste resp. tweede kleurseparaties uit de eerste resp. tweede verzameling naar telkens een eerste resp. tweede kleurcoördinatenset te transformeren middels een voorafbepaalde afbeelding die de relatie vastlegt tussen de eerste resp. tweede toestelafhankelijke kleurenruimte en een eerste resp.

   tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte, en waarbij in de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte een vijfde 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 verzameling   van"Soll-kleurcoördinatensets"wordt   gevormd door afbeelding naar die tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte van elk der kleurcoördinatensets uit de derde verzameling, en waarbij vervolgens telkens uit elk der Soll-kleurcoördinatensets van de vijfde verzameling en elk der kleurcoördinatensets uit de vierde verzameling een doelfunctie uitgedrukt in coëfficiënten van de tweede matrix wordt bepaald, welke doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde doelfunctie een verdere tweede matrix wordt bepaald.

   Door het minimaliseren van een doelfunctie uitgedrukt in coëfficiënten van de tweede matrix, is het mogelijk om de coëfficiënten van die tweede matrix met een grotere nauwkeurigheid te bepalen. Hierdoor is de met deze tweede matrix bepaalde tweede kleurseparatie dan ook weer met een grotere nauwkeurigheid te bepalen. 



   Het is gunstig dat de kleurafstand wordt bepaald tussen de Soll-kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset en waarbij genoemde doelfunctie uit die kleurafstand wordt bepaald. De kleurafstand is een parameter die eenvoudig en betrouwbaar te bepalen is. Bovendien biedt de kleurafstand een goede basis om hieruit de doelfunctie te bepalen. 



   Een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat genoemde minimalisatie een minimalisatie van de Euclidische afstand in een perceptueel uniforme kleurenruimte inhoudt. De minimalisatie van de kleurafstand kan in een dergelijk perceptuele uniforme ruimte op een betrouwbare wijze worden uitgevoerd om zodoende de visuele verschillen te verminderen. 



   Een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat een verzameling van tweede kleurseparaties wordt opgebouwd door telkens nadat een tweede kleurseparatie na minimalisatie is gevormd deze alsook de afwijking tussen 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Soll-kleurencoördinatenset en tweede kleurencoördinatenset op te slaan in een geheugen. Hierdoor wordt voor verschillende drukinkten een databasis opgebouwd zodanig dat het niet nodig is om telkens de tweede matrix alsook een minimalisatie te bepalen om een tweede kleurseparatie te bepalen die reeds op dergelijke wijze zou zijn bepaald. 



   Een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat indien de dimensie van de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte groter is dan drie, voor de   b   (b > 3) kleuren, die kleuren worden geselecteerd waarvan de norm van de gradiënt van de tweede kleurencoördinatenset uitgedrukt als functie van de tweede kleurseparatie de kleinste waarde bedraagt, en waarbij voor de aldus   geselecteerde kleuren de tweede kleurseparatiecoëfficiënt    als doelwaarde wordt gekozen en een verdere doelfunctie wordt bepaald uit de Soll-kleurencoördinatentset, de tweede kleurencoördinatenset en de doelwaarde, welke verdere doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde verdere doelfunctie een gewijzigde tweede kleurseparatie wordt bepaald.

   Hierdoor wordt een oplossing geboden voor de keuze van de inkten bij tweede toestelafhankelijke kleurenruimte met een dimensie groter dan 3. 



   Het is gunstig dat gewichtsfactoren worden toegekend aan de variabelen uit genoemde verdere doelfunctie. Het onderlinge relatieve belang van de verschillende variabelen die de doelfunctie bevat kan hierdoor worden gewogen. 



   Het is gunstig dat bij het drukken van genoemd beeld, een verdere verzameling van eerste kleurseparaties van beeldpunten uit genoemd beeld wordt bepaald en voor elke eerste kleurseparatie uit genoemde verdere verzameling telkens een nog verdere verzameling van tweede kleurseparaties wordt gevormd door telkens de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 corresponderende tweede kleurseparatie en afwijking uit elk der tabellen te selecteren, en waarbij vervolgens per set van niet-standaard inkten een gemiddelde waarde van de afwijking wordt bepaald uit telkens de afwijkingen van het element uit de nog verdere verzameling, en uit genoemde gemiddelde waarden diegene wordt gekozen die de kleinste waarde bedraagt en het daarbij behorende set van niet-standaard inkten wordt gekozen,

   en vervolgens voor elke eerste kleurseparatie en het gekozen set van nietstandaard inkten middels de tabel de tweede kleurseparatie wordt bepaald. Een automatische inktselectie is hierdoor mogelijk. 



   De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het toepassen van de beschreven werkwijze. Een dergelijke inrichting heeft het kenmerk, dat zij een conversie eenheid bevat voorzien van conversiemiddelen voor het vormen van genoemde tweede matrix en van genoemde tweede kleurseparaties uit genoemde eerste kleurseparatie. 



   De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van de tekening. In de tekening laat :
Figuur 1 een stroomdiagram zien die de bekende werkwijze illustreert ;
Figuur 2 een stroomdiagram zien die de werkwijze volgens de uitvinding illustreert ;
Figuur 3 schematisch het transformeren naar de toestel onafhankelijke kleurenruimte zien alsook het bepalen van een Soll-kleurencoördinatenset ;
Figuur 4, respectievelijk 5, een blokschema van een eerste, respectievelijk tweede deel van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. 



   Bij de bekende werkwijze voor het genereren van drukdata zoals weergegeven in figuur 1 wordt eerst een stelsel van niet-standaard drukinkten gekozen 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 (l ; IKS). Onder niet-standaard drukinkten wordt verstaan niet-YMCK (geel, magenta, cyaan en zwart) of daaruit rechtstreeks afgeleide inkten. Zo vormen bijvoorbeeld pantone (gedeponeerd merk) rood, proces geel en pantone bruin een stelsel van niet-standaard inkten dat gebruikt wordt voor het drukken van verpakkingsmateriaal voor chocolade. De operator die het drukproces voorbereidt en uitvoert, geeft de voorkeur aan het gebruik van dergelijke niet-standaard inkten omdat deze meer geschikt zijn om een met het produkt gekoppelde impressie over te dragen, dan wel om bepaalde effecten te verkrijgen. 



   Bij het drukken wordt er uitgegaan van een basisstuk zoals bijvoorbeeld een beeld gevormd door een kleurfoto of een kleurentekening. Dit basisstuk wordt afgetast door een reproduktie aftastinrichting (2 ; SCN) die echter van te voren wordt ingesteld om voor de beeldpunten telkens een kleurseparatie te genereren gedefinieerd in een toestelafhankelijke kleurenruimte opgespannen door het gekozen stelsel drukinkten. Het instellen van de aftastinrichting is een kwestie van een grote hoeveelheid ervaring die de drukker heeft opgedaan en berust dus op zuivere empirische gronden. 



   Eenmaal een kleurseparatie door de aftastinrichting geleverd, zal de drukker een proefstaaltje drukken (3 ; PRF) en het resultaat daarvan visueel bekijken (4 ; PRCM ?). Is het resultaat meteen goed, dan heeft de drukker een geschikte kleurseparatie en beschikt hij over deze drukdata om het drukken uit te voeren. De procedure is hierbij dan ook afgehandeld   (6 ;   STP)). Zoniet dan moet de drukker een andere instelling kiezen   (5 ;   SW) voor de aftastinrichting en het gehele hiervoor beschreven proces herhalen, wat tijdrovend en weinig efficiënt is. Bij een dergelijke empirisch proces speelt de ervaring van de drukker natuurlijk een belangrijke rol. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   Het empirisch karakter van de bekende werkwijze vindt zijn oorsprong in het feit dat de aftastinrichting wordt gebruikt voor een doeleinde waarvoor zij niet bestemd is, namelijk het produceren van een kleurseparatie voor niet-standaard inkten. De bekende aftastinrichting is ontworpen om een standaard YMCK kleurseparatie te leveren. De optika, elektronika, software, gebruikersinterface, kleurkorrektie van de aftastinrichting zijn allen zodanig ontworpen om standaard YMCK kleurseparatie te genereren. Het genereren van een kleurseparatie voor niet-standaard kleuren door middel van een bekende reproduktie aftastinrichting is mogelijk gezien de veelvuldige   kleurkorrektiemogelijkheden die   zo een inrichting bezit, maar is geen eenvoudige taak daar het toestel daartoe niet bestemd is.

   Bovendien is de keuze van een stelsel niet-standaard inkten subjectief en zal pas na veelvuldige pogingen een bevredigend resultaat verkregen worden. 



   In tegenstelling tot de bekende werkwijze wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding wel gebruik gemaakt van een standaard kleurseparatie. De aftastinrichting wordt nu precies voor dat doeleinde gebruikt waarvoor ze ontworpen is, namelijk het genereren van een standaard eerste kleurseparatie zoals bijvoorbeeld een YMCK separatie. Het stroomdiagram weergegeven in figuur 2 illustreert de werkwijze volgens de uitvinding. Na het starten   (10 ;   STR) van de reproduktie aftastinrichting wordt van het afgetaste basisstuk een eerste verzameling gevormd door standaard eerste kleurseparaties   (11 ; SC CMYK)   gegenereerd. Indien nodig worden nog eventuele kleurkorrekties toegepast in de eerste toestelafhankelijke kleurenruimte, in dit uitvoeringsvoorbeeld de CMYK kleurenruimte.

   Een dergelijke kleurkorrektie is een op zichzelf bekende bewerking. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



   Bij voorkeur zal de drukker een proefdruk maken met de bekende YMCK inkten (12 ; PRF). Zo wordt bijvoorbeeld hierbij gebruik gemaakt van een kathodestraalbuis monitor met standaard YMCK proeffaciliteiten. Andere alternatieven zijn directe digitale kleurtest (DDCP Direct Digital Color Proof) waarbij een proefdruk wordt gemaakt zonder gebruik te maken van een film of wordt een film gemaakt en vervolgens een Cromalin (gedeponeerd merk van Dupont de Nemours of een Matchprint (gedeponeerd merk van 3M)) druk gemaakt. Voor de werkwijze volgens de uitvinding is echter het maken van   zo'n   proefdruk niet echt noodzakelijk, maar het geeft wel een goede indruk van de kwaliteit van de eerste kleurseparatie.

   Wanneer de proefdruk geen goed resultaat geeft (13 ; PRK ?) wordt een nieuw stelsel eerste kleurseparaties bepaald en wordt de proefdruk herhaald door gebruik te maken van dit nieuw stelsel. 



   Het genereren van een eerste kleurseparatie in een eerste YMCK kleurenruimte is niet de enige mogelijke oplossing bij de werkwijze volgens de uitvinding. Bij een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een RGB (Rood, Groen, Blauw) eerste kleurseparatie bepaald. Voor elk type basismateriaal zal de relatie tussen de kleurcoördinaat, uitgedrukt in de toestelonafhankelijke kleurenruimte, van een uniform gekleurd monster van het basisstuk en de afgetaste RGB data verschillend zijn. Om deze relatie te bepalen zal een basisstuk met een uniform gekleurd monster met bekende in de toestel onafhankelijke kleurenruimte gedefinieerde kleurcoördinaten worden afgetast, bijvoorbeeld met ANSI IT 8.7/1 of 7/2.

   Deze data worden dan opgeslagen en gebruikt voor het transformeren van RGB data naar coördinaten in de eerste toestel onafhankelijke ruimte. inktselectie en kleurenbereik verificatie alsook beeld conversie. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



   Nadat een eerste kleurseparatie in een eerste toestelafhankelijke kleurenruimte werd bepaald, wordt een verzameling van niet-standaard inkten gekozen   (14 ;   NSIS). Deze keuze geschiedt hetzij door de operator zelf hetzij automatisch door gebruik te maken van een databasis, zoals verderop zal worden beschreven. Bij een keuze door de operator zelf, kiest deze een verzameling drukinkten, bijvoorbeeld in functie van wat gebruikelijk is voor het te drukken produkt. Bij automatische selectie zal de inrichting zelf een verzameling inkten selecteren die de colorimetrisch beste reproduktie zal geven. De inrichting houdt daarbij ondermeer rekening met beperking die door de drukker zelf zijn opgelegd zoals bijvoorbeeld het maximaal aantal drukinkten voor het te drukken produkt en de reeds bij de tekst en lijnenwerk gebruikte inkten. 



   Nadat de verzameling van niet-standaard drukinkten is vastgelegd, wordt onderzocht (15 ; PRC ?) of er reeds voor die niet-standaarddrukinkten, die een tweede toestelafhankelijke kleurenruimte opspannen, voor de gekozen drukinkten een tweede kleurseparatie gedefinieerd in die tweede toestelafhankelijke kleurenruimte werd bepaald, bijvoorbeeld bij een vorige procedure en welk in een geheugen zijn opgeslagen. 



  Wanneer zo'n tweede kleurseparatie niet werd bepaald dan zal ze voor de gekozen drukinkten verzameling worden bepaald (16 ; D2C). Het bepalen van een dergelijke tweede kleurseparatie houdt het bepalen van een transformatie in die de correspondentie geeft tussen elke combinatie van beeldpunt (dot) percentages van de niet-standaard inkten en de kleurencoördinaten in de toestelonafhankelijke ruimte van een kleurenmonster (patch) gedrukt op een substraat met de gegeven beeldpunt percentages. 



   Het probleem dat bij een dergelijke conversie optreedt, is dat een contoon beeldpunt zodanig moet worden getransformeerd dat na transformatie voor het 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 menselijk oog eenzelfde weergave wordt verkregen. Er wordt uitgegaan van een eerste kleurseparatie, bijvoorbeeld (c, m, y, k) gedefinieerd in een eerste CMYK toestel afhankelijke kleurenruimte. Deze eerste kleurseparatie moet dan worden getransformeerd naar een tweede kleurseparatie bijvoorbeeld een (t, q, r, s), gedefinieerd in een tweede toestelafhankelijke kleurenruimte opgespannen door de gekozen niet-standaard drukinkten.

   Deze transformatie geschiedt bijvoorbeeld door middel van een colorimetrische conversie in de toestelonafhankelijke ruimte gecorreleerd met de toestelafhankelijke ruimte middels een voorafbepaalde afbeelding die de relatie vastlegt tussen de toestelafhankelijke kleurenruimte en de toestelonafhankelijke kleurenruimte. Een dergelijke conversie is echter in hoge mate niet-lineair en de inverse afbeelding is niet eenvoudig te bepalen. Ook kan een juiste oplossing niet bestaan wanneer de kleur uit de eerste toestelafhankelijke ruimte niet tot het kleurenbereik van de tweede toestelafhankelijke ruimte behoort. Bovendien zal de oplossing niet eenduidig zijn wanneer de verzameling niet-standaard drukinkten meer dan drie inkten bevat omdat de toestelonafhankelijke ruimte driedimensioneel is. 



   Een eenvoudige oplossing voor deze conversie bestaat erin om een matrix te vormen waarbij op elke rij   een     enkele "1" aanwezig   is en de overige   coëfficiënten "0" zijn.   Deze matrix hoeft niet noodzakelijk een eenheidsmatrix te zijn. Bij deze oplossing wordt de kleurseparatie uit de eerste kleurenruimte als zodanig overgenomen in de tweede kleurenruimte. Een dergelijke oplossing levert een eerste grove benadering die verfijnd kan worden zoals verderop zal worden beschreven. 



   Een andere oplossing, die als lineaire matrix methode zal worden aangeduid, bevat het bepalen 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 van een matrix die vermenigvuldigd wordt met de eerste kleurseparatie teneinde de tweede kleurseparatie te bepalen, 
 EMI13.1 
 Mpc Mpm Mpy Mpk\ q Mqc Mqm Mqy Mqk r Mrm Mry Mrk Msc Msm Msy Msk k 
 EMI13.2 
 Bij deze matrix geeft de bijdrage van de kleurseparatie van de mde eerste drukinkt aan de rde tweede drukinkt. De bepaling van deze   matrixcoëfficiënten   zal verderop in meer detail worden beschreven. 



   Naast de lineaire matrix methode is het verder mogelijk om gebruik te maken van een niet-lineaire matrix methode. Deze heeft het voordeel dat rekening wordt gehouden met hogere orde termen, zoals secondaire en tertiaire termen in de kleurseparatie. Hier wordt uitgegaan van relatieve kleurseparaties die uit de eerste kleurseparatie zoals bepaald met de reproduktie aftastinrichting zijn bepaald.

   Een eerste stelsel relatieve kleurseparaties bevat bijvoorbeeld zeven kleurseparaties en is als volgt uit een (c, m, y, k) kleurseparatie afgeleid. cnl = max   (c-max (m, y), 0)   mnl = max   (m-max (c, y), 0)   ynl = max   (y-max (c, m),   0) rnl = max (min (m, y)-c, 0) gnl = max (min (c, y)-m, 0) bnl = max (min (c, m)-y, 0) knl = min (c, m, y) + k
Een ander voorbeeld om een stelsel van zeven relatieve kleurseparaties af te leiden   is :

     

 <Desc/Clms Page number 14> 

 cnl =   c-gnl-bnl-c*m*y   mnl = m - rnl - bnl - c*m*y ynl = y - rnl - gnl - c*m*y rnl =   m*y-c*m*y   gnl =   c*y-c*m*y   bnl =   c*m-c*m*y   knl = c*m*y + k Ook voor deze relatieve kleurseparaties wordt een matrix bepaald om een eerste relatieve kleurseparatie te transformeren in een tweede kleurseparatie uitgedrukt in coördinaten van de tweede toestel afhankelijke kleurenruimte. 
 EMI14.1 
 



  /Mpl Mp2 Mp3 Mp4 Mp5 Mp6 Mp7\-cnr\ q Mql Mq2 Mq3 Mq4 Mq5 Mq6 Mq7 r Mr2 Mr3 Mr4 Mr5 Mr6 Mr7 ynl s Ms2 Ms3 Ms4 Ms5 Ms6 Ms7 gnl bnl knl 
 EMI14.2 
 In deze matrix hebben de indices 1 t/m 7 betrekking op de rangorde van de kleurseparatie in de eerste relatieve kleurseparatie. 



   De bepaling van de matrixcoëfficiënten zelf zal nu duidelijkheidshalve worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld. Veronderstel dat als eerste kleurseparatie een (c, m, y, k) kleurseparatie werd bepaald. Veronderstel verder dat als drukinkten de inkten Pantone rood   485 (r),   proces geel (y) en Pantone 
 EMI14.3 
 bruin 497 worden geselecteerd. De te stellen 3 bij 4 matrix heeft dan de volgende configuratie 
 EMI14.4 
 Mrc Mrm Mry Mark Myc Mym Myy Myk Mbc Mbm Mby Mbk 
Eenmaal de te gebruiken drukinkten geselecteerd werden, ligt ook de tweede toestel 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 afhankelijke kleurenruimte opgespannen door die drukinkten vast.

   Nu wordt binnen het kleurenbereik van die tweede toestelafhankelijke kleurenruimte een set van p (p      n) verschillende kleuren gekozen die op ten minste een voorafbepaalde kleurafstand van elkaar gelegen zijn. 



  Deze voorafbepaalde kleurafstand bedraagt bijvoorbeeld 10 A E waarbij   dE de Euclidische   afstand is uitgedrukt in coördinaten van de Cie Lab ruimte. Door de kleuren op een voorafbepaalde kleurafstand van elkaar te kiezen wordt verkregen dat de gekozen kleuren uit de set enigszins over de kleurenruimte verdeeld zijn. 



   Bij het gekozen uitvoeringsvoorbeeld bedraagt de set kleuren p = 4 kleuren. Wanneer echter met relatieve eerste kleurseparaties wordt gewerkt, zoals hiervoor beschreven bedraagt de set p = 7 kleuren. De gekozen kleuren uit de set zullen met kleur 1, 2,3 en 4 worden aangeduid. 



   Uitgaande van de gekozen set kleuren wordt nu een eerste kleurentabel opgesteld die voor elke kleur uit de gekozen set de kleurcoördinaten weergeeft uitgedrukt in % coördinaten van de kleurenruimte ten opzichte van dewelke de eerste kleurseparatie is uitgedrukt. De eerste kleurentabel heeft dan in het gekozen uitvoeringsvoorbeeld de volgende inhoud. 
 EMI15.1 
 
<tb> 
<tb> 



  Kleur <SEP> 1 <SEP> 2 <SEP> 3 <SEP> 4
<tb> c <SEP> 0 <SEP> 6 <SEP> 92 <SEP> 54
<tb> m <SEP> 89 <SEP> 8 <SEP> 98 <SEP> 97
<tb> y <SEP> 90 <SEP> 100 <SEP> 100 <SEP> 100
<tb> k <SEP> 0 <SEP> 0 <SEP> 1 <SEP> 68
<tb> 
 In het gekozen voorbeeld bevat kleur 1 dus 0 % cyaan, 89 % magenta, 90 % geel en 0 % zwart. Deze % zijn bijvoorbeeld afgeleid uit op zichzelf bekende tabellen 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 die door Pantone worden uitgegeven, of kunnen middels interpolatie uit gemeten waarden worden afgeleid. 



   Eveneens wordt een tweede tabel opgesteld die voor elk der kleuren uit de set de kleurcoördinaten in de tweede toestel afhankelijke kleurenruimte weergeeft, in dit voorbeeld in de drie-dimensionale ruimte opgespannen door de geselecteerde drukinkten. De tweede kleurentabel heeft dan in het gekozen uitvoerings- 
 EMI16.1 
 voorbeeld de volgende inhoud 
 EMI16.2 
 
<tb> 
<tb> :Kleur <SEP> 1 <SEP> 2 <SEP> 3 <SEP> 4
<tb> pms <SEP> 485 <SEP> 100 <SEP> 0 <SEP> 0 <SEP> 100
<tb> py <SEP> 0 <SEP> 100 <SEP> 0 <SEP> 100 <SEP> 
<tb> pms <SEP> 497 <SEP> 0 <SEP> 0 <SEP> 100 <SEP> 100
<tb> 
 In het gekozen voorbeeld bevat kleur 4 100 % van elk der gekozen drukinkten. 



   Na het opstellen van de eerste en de tweede tabel wordt op basis van de eerste tabel een eerste p bij p matrix gevormd waarbij voor een Pijde   (1        i   # p ;   1      j      p)   matrixcoëfficiënt   de jde kleurcoördinaat van de ide kleur zoals weergegeven in de eerste tabel wordt genomen. In het gekozen uitvoeringsvoorbeeld heeft deze 
 EMI16.3 
 eerste matrix dan de volgende inhoud 
 EMI16.4 
 /0 89 90 0 (Pij) = 9 100 0 98 100 1 54 97 100 68 
 EMI16.5 
 Van deze eerste matrix (Pij) wordt nu de inverse matrix    :(Pij)'   bepaald, teneinde de coëfficiënten (M) van de tweede matrix te bepalen die de transformatie geeft tussen eerste en tweede kleurseparatie.

   Deze tweede 
 EMI16.6 
 matrixcoëfficiënten worden als volgt bepaald 
 EMI16.7 
 ,/mrc Mrm 0 Mry 0 Mry 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 
 EMI17.1 
 /Myc'/0\ Mym ' Myy,'= Myk 100 /abc\/0\ Mbm Mby Mbk 10 De derde matrices . 



  0 /100 \ O I ,' 0 1 9100 ' 100 100 lio () (100 
 EMI17.2 
 worden verkregen door uit de tweede tabel de eerste, respectievelijk tweede en derde kleurseparatie uit de set van de kleuren te nemen. Zodoende verkrijgt men de tweede matrix, die een m bij p matrix is (m = 3 in het gekozen uitvoeringsvoorbeeld), welk voor het gekozen uitvoeringsvoorbeeld de volgende inhoud heeft. 
 EMI17.3 
 



  - (M) = \ 1. 
 EMI17.4 
 



  De tweede kleurseparatie wordt nu verkregen door 
 EMI17.5 
 it (pms 485)/c t MJ m z (pms 497)/'/ k 
 EMI17.6 
 Door op de hiervoor beschreven wijze gebruik te maken van de eerste kleurseparatie voor het bepalen van de tweede kleurseparatie wordt een betrouwbare initiële waarde verkregen voor die tweede kleurseparatie. Er wordt immers van een betrouwbare eerste kleurseparatie uitgegaan. Deze initiële waarde 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 levert reeds een bruikbare kleurseparatie voor het drukken met niet-standaard inkten. 



   De initiële waarde voor de tweede kleurseparatie kan echter nog verder verfijnd worden door toepassing van een multidimensionale minimalisatie. Het principe zelf van een dergelijke minimalisatie is op zichzelf bekend en is bij voorbeeld beschreven in "Numerical Recipes in C, the Art of Scientific Computing" van W. H. Press,   B. P.   Flannery,   S. A.   Teukolsky en   W. T.   



  Vetterling, 1988 Cambridge University Press p. 305-309. Bij deze beschrijving zal dus alleen worden ingegaan op de toepassing van deze minimalisatie met betrekking tot een kleurseparatie zoals verkregen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding. 



   De ervaring heeft geleerd dat een rechtstreekse minimalisatie tot discontinuïteit leidt in de kleurseparatie,   d. w. z.   tot kleuren die voor het menselijk oog zeer gelijkend zijn, toch bij het drukken tot totaal verschillende beeldpuntpercentages van de inkt leiden. Bij een beeld dat een zachte kleurovergang vertoont leidt dit tot zogenaamde bandenstructuur in de separatiefilms. Deze banden ontstaan doordat er geen perfecte minimalisatie methode is voor multidimensionale niet-lineaire problemen welke leidt tot een globaal minimum in een eindige tijdsruimte. De methodes beperken zieh tot een lokaal minimum in de nabijheid van de initiële waarde. Echter met niet-lineaire doelfuncties zijn er meerdere zulke lokale minima.

   Het vinden van een betrouwbare initiële waarde is dus belangrijk om te vermijden dat bij minimalisatie op verschillende lokale minima's wordt geminimaliseerd. Hier treedt dus een belangrijk voordeel op van de werkwijze volgens de uitvinding die juist tot zo een betrouwbare initiële waarde leidt. Immers door gebruik te maken van de eerste kleurseparatie is de tweede kleurseparatie op een 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 coherente wijze bepaald en gebaseerd op goed gedefinieerde kleurseparaties. 



   Diezelfde eerste kleurseparatie (c, m, y, k) zal nu ook bij de minimalisatie een belangrijke rol   spelen.   De eerste, respectievelijk tweede kleurseparatie is gedefinieerd in een eerste DVD1, respectievelijk tweede DVD2 toestelafhankelijke ruimte, zoals schematisch weergegeven in figuur 3. Door gebruik te maken van een afbeelding fl die de relatie vastlegt tussen de eerste toestelafhankelijke kleurenruimte en een eerste daarmee corresponderende toestelonafhankelijke kleurenruimte DVI1, bijvoorbeeld in Cie   Lab (l) ruimte,   wordt een afbeelding gemaakt van de eerste kleurseparatie naar die eerste toestelonafhankelijke kleurenruimte. In die eerste toestelonafhankelijke kleurenruimte wordt aldus een eerste kleurcoördinatenset (Ll, al, bl) bepaald.

   Met de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte DVD2 is eveneens een tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte DVI2 gecorreleerd, bijvoorbeeld een Cie Lab (2). De tweede kleurseparatie (t, q, r, s) wordt nu afgebeeld middels een functie f2 naar die tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte om aldaar een tweede kleurencoördinatenset (L2, a2, b2) te vormen. De eerste kleurencoördinatenset wordt nu middels een functie f3 afgebeeld naar de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte om aldaar een "Soll kleurencoördinatenset"   (L (sl), a (sl), b (sl)]   te bepalen. 



   Deze Soll kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset in de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte vormen nu twee punten in die laatste kleurenruimte tussen dewelke de kleurafstand of Euclidische afstand dE wordt bepaald. 
 EMI19.1 
   ul-aeze Kieurarsi. ana worar.   aan een doelfunctie g bepaald, bijvoorbeeld door g (t, q, r, s) = dE. 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 



   Het bepalen van de doelfunctie uit de kleurafstand is een mogelijke maar niet de enige oplossing. De doelfunctie wordt bepaald uit de Sollkleurencoördinatenset   [L (sl), a (sl), b (sl)] ende   tweede kleurencoördinatenset (L2, a2, b2) middels een mathematische   relatie die in principe willekeurig vast te   leggen is. De doelfunctie wordt uitgedrukt in de tweede kleurseparatie, wat inhoudt dat de doelfunctie is afgeleid uit de tweede kleurcoördinatenset (L2, a2, b2) die op zijn beurt is ontstaan uit de tweede kleurseparatie (t, q, r, s). 



   Nadat de doelfunctie is bepaald, wordt zij geminimaliseerd ten einde een verdere tweede kleurseparatie   (t',     ql,     rl,   s') te bepalen die de tweede kleurseparatie zal substitueren. 



   Bij de minimalisatie van de doelfunctie komt het belang van een betrouwbare   initiële   schatting van de tweede kleurseparatie naar voren aangezien, zoals reeds beschreven, de minimalisatie methode zieh tot een 
 EMI20.1 
 lokaal minimum in de nabijheid van de initiële waarde beperkt. Door uit te gaan van een betrouwbare initiële waarde (t, q, r, s) voor de tweede kleurseparatie, bepaald via een tweede matrix zoals hiervoor beschreven, wordt juist rond eenzelfde lokaal minimum geminimaliseerd. 



   De minimalisatie van de doelfunctie kan geschieden uitgaande van een doelfunctie bepaald uit   een   kleurseparatie zoals zojuist beschreven. De doelfunctie kan echter ook uitgedrukt worden in coëfficiënten van de tweede matrix. Hiertoe is het noodzakelijk om niet   een   eerste respectievelijk tweede kleurseparatie te nemen maar een eerste, respectievelijk tweede verzameling van 
 EMI20.2 
 eerste (c., N) respectievelijk tweede (tj'qj'rj's) kleurseparaties. In de eerste (DVD1), respectievelijk tweede (DVD2) toestelafhankelijke kleurenruimte wordt dus telkens een verzameling van N 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 
 EMI21.1 
 kleurseparaties genomen. Elke tweede jde kleurseparatie (tj, is telkens bepaald uit de jde eerste kleurseparatie (c"m"yj, door gebruik te maken van de tweede matrix M.

   Op analoge wijze als beschreven bij het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in figuur 3, wordt voor elke eerste, respectievelijk tweede kleurseparatie telkens een eerste, respectievelijk tweede kleurencoördinatenset [ (Llj, alj, bij) respectievelijk   (L2j'a2j'b2j) J bepaald   middels afbeelding fl, resp. f2 naar de eerste, respectievelijk tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte. Aldus wordt een derde, respectievelijk vierde verzameling van eerste, respectievelijk tweede kleurencoördinatensets bepaald. Verder wordt een vijfde verzameling van N Soll- 
 EMI21.2 
 kleurencoördinatensets (L bepaald door elke jde eerste kleurencoördinatenset uit de derde verzameling, middels afbeelding f3, naar de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte DVI2 af te beelden. 



   In de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte is nu de vierde en de vijfde verzameling vastgelegd en kan nu een doelfunctie   g'worden   bepaald uit de Soll-kleurencoördinatensets en de tweede kleurencoördinatensets. De doelfunctie wordt nu uitgedrukt in coëfficiënten van de tweede matrix omdat elke tweede kleurcoördinatenset ontstaan is door afbeelding van een tweede kleurseparatie verkregen middels de tweede matrix. Voor het bepalen van de doelfunctie wordt nu weer bijvoorbeeld de kleurafstand bepaald. 
 EMI21.3 
 zodat de doelfunctie bijvoorbeeld wordt
N 
 EMI21.4 
 g' (M = l dEj. 



  N j=l De doelfunctie   gl wordt   daarna geminimaliseerd en hieruit wordt dan een verdere tweede matrix M'bepaald die de tweede matrix M substitueert. Met die verdere tweede 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 
 EMI22.1 
 matrix wordt dan opnieuw een verdere tweede kleurseparatie (t', q', r', s') bepaald door 
 EMI22.2 
 t q'= '\' r 
 EMI22.3 
 De aldus verkregen verdere tweede kleurseparatie (t', q',   r',   s') substitueert dan de tweede kleurseparatie (t, q, r, s). De verdere tweede kleurseparatie kan op zichzelf dan weer gebruikt worden om, middels de afbeelding f2, een verdere tweede kleurcoördinatenset in de tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte te vormen. Aldus wordt een verdere tweede kleurcoördinatenset (L'2, a'2,b'2) in de tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte gevormd.

   Opnieuw wordt dan een doelfunctie gevormd.   dE' (t', q', r', s')   = 
 EMI22.4 
 die telkens geminimaliseerd wordt. De doelfunctie wordt uitgedrukt in de verdere tweede kleurseparatie. Met de geminimaliseerde doelfunctie wordt dan telkens een nog verdere tweede kleurseparatie (t",   q",     r",     s")   bepaald die de verdere tweede kleurseparatie substitueert. Aldus wordt een hoge nauwkeurigheidsgraad van de tweede kleurseparatie verkregen. 



   Wanneer de tweede kleurseparatie voor de geselekteerde niet-standaard drukinkten is bepaald, bij voorkeur na minimalisatie, wordt deze in een geheugen opgeslagen. Tevens wordt in het geheugen de kleurafstand dE tussen de Soll-kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset behorende bij die tweede kleurseparatie opgeslagen. Deze kleurafstand geeft namelijk een goede indicatie over de visuele afwijking tussen eerste en tweede kleurseparatie. Hierdoor is het mogelijk om niet telkens, wanneer een niet-standaard drukinkt gekozen wordt waarvoor reeds een tweede 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 kleurseparatie werd bepaald, deze kleurseparatie opnieuw te moeten bepalen. De tweede kleurseparatie alsook de daarbij behorende dE waarde kunnen dan uit het geheugen opgehaald worden.

   Bij voorkeur worden de tweede kleurseparaties zodanig opgeslagen dat er een correlatie aanwezig is tussen de eerste en de tweede kleurseparatie, bijvoorbeeld door middel van een conversietabel die een eerste kleurseparatie converteert in een geheugenadres alwaar een daarbij behorende tweede kleurseparatie is opgeslagen. 



   De kleurafstand dE wordt gebruikt om automatische inktselectie uit te voeren. Voor een gegeven te converteren beeld kan dan voor elk punt in dat beeld de conversie fout bepaald worden,   d. w. z.   er wordt een informatie gegenereerd die aanduidt hoe nauwkeurig de kleurweergave van het beeld zal zijn en hoeveel voor elke kleur de afwijking zal bedragen. 



   Bij voorkeur wordt in het geheugen voor verschillende sets van niet-standaard drukinkten telkens per niet-standaard drukinkt een tabel opgeslagen. In deze tabel worden dan voor eerste kleurseparaties de daarmee corresponderende tweede kleurseparaties en de daarbij behorende afwijking dE opgeslagen. 



   Wanneer gebruik gemaakt wordt van een geheugen waarin tweede kleurseparatie met daarbij behorende afwijking dE is opgeslagen, dan wordt in de praktijk als volgt te werk gegaan. Er worden een aantal X punten in het originele beeld afgetast waarvan telkens de eerste kleurseparatie wordt bepaald om zodoende een verdere verzameling van eerste kleurseparaties te vormen. 



  Elk van deze eerste kleurseparaties wordt dan gebruikt om in het geheugen te lezen en de daarbij behorende tweede kleurseparatie met afwijking dE op te halen. Wanneer in het geheugen Z tabellen van verschillende niet-standaard drukinkten zijn opgeslagen, dan wordt voor elke xde   (1     S   x < X) eerste kleurseparatie, telkens een nog 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 verdere verzameling van tweede kleurseparaties gevormd door uit elke tabel de corresponderende tweede kleurseparaties en de afwijking dE te selecteren. Vervolgens wordt per set van niet-standaard inkten een 
 EMI24.1 
 gemiddelde waarde van de afwijking bepaald. 
 EMI24.2 
 



  - dEz X 
 EMI24.3 
 Dat set van niet-standaard inkten dat de kleinste dEz heeft, wordt nu gekozen als set van niet- standaard drukinkten voor het te drukken beeld. Eenmaal het set gekozen wordt voor elke eerste kleurseparatie uit het basisstuk de tweede kleurseparatie voor dit gekozen set bepaald. 



   De functie f2 die een tweede kleurseparatie uit de toestelafhankelijke kleurenruimte DVD2 afbeeldt naar de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte legt een domein vast in die tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte wat het kleurenbereik (gamut) wordt genoemd. 



   De afwijking dE geeft ook een indicatie over het feit of de Soll-kleurencoördinatenset binnen of buiten dat kleurenbereik gelegen is. Terugkerend naar het stroomdiagram uit figuur 2 wordt onder stap 17 ING deze afwijking dE bepaald of opgehaald indien met een gehuegen en voorafbepaalde waarden wordt gewerkt. Daarna wordt er nagegaan 18 (OG ?) of de Soll-kleurencoördinatenset soms buiten het kleurenbereik van de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte gelegen is. Deze stap 18 wordt bij voorkeur uitgevoerd voor een aantal monsters binnen het weer te geven beeld. Wanneer de Sollkleurencoördinatenset buiten het tweede kleurenbereik valt (18, Y) dan worden de stappen 14 tot en met 18 herhaald met een nieuwe keuze van niet-standaard inkten. 



  Wanneer geen kleurenbereik problemen optreden kan de 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 conversie naar niet-standaard drukinkten en het drukken plaatsvinden 19 (ICV). 



   Bij het bepalen van de Sollkleurencoördinatenset is het mogelijk om toon- en kleurcorrecties uit te voeren in de visueel uniforme kleurenruimte. ook kan manipulatie van de verzadiging onder constante tint (hue) geschieden in deze tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte. Achtergrond adaptie (white point) is eveneens mogelijk. 



   Bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld werd gebruik gemaakt van drie niet-standaard drukinkten. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de dimensie p van de tweede toestelonafhankelijke ruimte (namelijk p = 3) gelijk aan diegene van de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte. Er treedt echter een probleem op wanneer de dimensie p van de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte groter is dan 3, bijvoorbeeld wanneer er vier of meer niet-standaard drukinkten worden gebruikt. 



  Een algemene oplossing voor een dergelijk probleem is bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvraag (EPA) nr. 0501942. Bij deze oplossing wordt voor elke dimensie groter dan p een waarde vastgelegd. 



   De werkwijze volgens de uitvinding wijkt op twee punten af van diegene beschreven in EPA 0501942. 



  De specifieke implementatie van deze oplossing voor de werkwijze volgens deze uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld waarin van vier niet-standaard drukinkten gebruik wordt gemaakt. 



     Een eerste verschil met EPA   051942 bevindt zieh in de keuze van de overige kleuren, in dit uitvoeringsvoorbeeld de vierde kleur. In de plaats van een kleur te kiezen die veel invloed heeft op de overige kleuren, maar alleen een densiteitsmodulatie geeft, wordt een kleur gekozen die weinig invloed heeft op de andere. Bij de werkwijze volgens deze uitvinding wordt nu een 

 <Desc/Clms Page number 26> 

 
 EMI26.1 
 kleur, d. een drukinkt, gekozen waarvan de norm van de gradiënt van de tweede kleurencoördinatenset uitgedrukt in functie van de tweede kleurseparatie het kleinste is. De gradiënten worden nu als volgt bepaald voor een stelsel van 4 niet standaard drukinkten (t, q, r, s) 
 EMI26.2 
 aL da ab aL aa, ab at aL ) -Fr-rr-Fr ar 
 EMI26.3 
 Voor elke kleur wordt nu de norm van die gradiënten bepaald. 
 EMI26.4 
 



  .. aL aa ) 'c rr 11 aL at abe ¯2a b j'''rl'') ar 8r 8r as as as 
 EMI26.5 
 Hieruit wordt nu de kleinste norm gekozen. Stel nu dat 
 EMI26.6 
 8L jc'3s'3s) 1 
 EMI26.7 
 de kleinste waarde heeft, dan wordt kleur s als vierde kleur gekozen. 



  Een initiële waarde voor de tweede kleurseparatie (t, , wordt nu bepaald via de reeds beschreven matrixmethode uitgaande van de eerste kleurseparatie (c, m, y, k). Eerste en tweede kleurseparatie leveren een eerste en een tweede (L, C, H) 

 <Desc/Clms Page number 27> 

 kleurencoördinatenset. Een   Soll-kleurencoördinatenset     (Ltf Cti Mt)   wordt verkregen door afbeelding van de eerste kleurencoördinatenset naar de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte. In dit set staat L voor de luminantie, C voor de chroma en H voor de tint. 
 EMI27.1 
 



  De gradiënt die de kleinste norm had was diegene behorende bij kleur s. De waarde st (Si = st) wordt voor de vierde kleur gekozen. Door middel van minimalisatie zal nu naar de combinatie (t, q, r) worden gezocht zodanig dat (t, q, r, st) de juiste kleur geeft. Voor deze minimalisatie wordt nu een doelfunctie g bepaald : 
 EMI27.2 
 g (t = 7 en 
 EMI27.3 
 y de gewlchtscoeIIlc1enten voorstellen voor de helderheid, de chroma en de tint. 



  L A C = A = H r is een coëfficiënt die het relatieve belang weergeeft van de afwijking tussen de vierde variabele s en zijn Soll-waarde st. 



   De doelfunctie g is nu niet meer de Euclidische afstand door de aanwezigheid van de 4de variabele (S - St) die in de tweede toestel afhankelijke kleurenruimte gedefinieerd is. Hierdoor zal de waarde s 
 EMI27.4 
 naar st schuiven bij minimalisatie en t, q en r zullen naar een waarde schuiven die bij st behoort. Door die kleur te kiezen die de kleinste norm van de gradiënt heeft, zal een kleine fout in de Soll-waarde   s,   geen grote variaties in de overige kleurseparaties induceren. Indien (t, q, r, s) en (t + dt, q + dq, r + dr, s + ds) 
 EMI27.5 
 een nagenoeg zelfde kleur geven dan zal idti en Idrl < < dsl. 



  Door toepassing van deze werkwijze wordt een continue relatie opgelegd aan de drukinkten waardoor 

 <Desc/Clms Page number 28> 

 er zorg voor wordt gedragen dat de dotpercentages van de inkt leiden tot vergelijkbare weergaven van het beeld. 



   Figuur 4 laat een uitvoeringsvoorbeeld zien van een gedeelte van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Een fotospectrometer 31 wordt gebruikt om uit een eerste kaart 30 met telkens kleurweergaven van niet-standaard inkten de kleurcoördinaten   (L, a , b )   in de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte te bepalen voor telkens een gegeven tweede kleurseparatie (t, q, r, s). Met de fotospectrometer wordt eveneens uit een tweede kaart 33 met kleurweergaven van standaard inkten, bijvoorbeeld (c, m, y, k) de kleurcoördinaten   (L,     a,     b)   te bepalen voor telkens een gegeven kleurseparatie (c, m, y, k).

   De fotospectrometer 31 is verbonden met een conversie eenheid 32, bijvoorbeeld gevormd door een data verwerkende eenheid voorzien van een geheugen met daarin opgeslagen de nodige data om de conversie matrix M te bepalen zoals hiervoor beschreven. Aangezien zowel eerste als tweede kleurseparatie uit de eerste en tweede kaart bekend zijn en eerste en tweede kleurencoördinatenset gemeten werden, kunnen de functies fi en f2 eenduidig bepaald worden. De tweede matrix is dan op de hiervoor beschreven wijze af te leiden. Tevens kunnen conversie tabellen (LUT Look Up Table) opgesteld worden waarbij voor een verzameling van eerste kleurseparaties telkens daarmee corresponderende tweede kleurseparaties worden opgeslagen. De afwijking dE wordt eveneens door de conversie eenheid bepaald teneinde te worden opgeslagen.

   De conversie eenheid is verbonden met een eerste 35 resp. tweede 36 en derde 37 geheugen waarin (c, m, y,   k)-t   (t, q, r, s) conversie matrices of tabellen resp. (t, q, r,   s),   r g b resp. de afwijking dE voor (c, m, y,   k)   (t, q, r, s) conversie zijn opgeslagen. 

 <Desc/Clms Page number 29> 

 



   Figuur 5 laat een uitvoeringsvoorbeeld zien van het resterende gedeelte van de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Door middel van een reproduktie aftastinrichting 40 wordt het basisstuk afgetast ten einde van een aantal monsters uit het basisstuk telkens een eerste kleurseparatie (c, m, y, k) te bepalen en aldus een eerste verzameling van eerste kleurseparaties te vormen. De eerste kleurseparaties worden in een buffergeheugen 41 opgeslagen. 



  Het buffergeheugen 41 is verbonden met een eerste conversie eenheid 42, waarvan een ingang met het tweede geheugen 36 verbonden is. De conversie eenheid 42 is op haar beurt verbonden met een ingang van een eerste video buffer 44 waarvan een uitgang verbonden is met een kathode straalbuis monitor 45. Op deze wijze kan het afgetaste basisstuk in   r. g. b.   data geconverteerd worden en weergegeven worden op de monitor 45. 



   De monitor is bij voorkeur voorzien om venstergewijs informatie weer te geven, waardoor vergelijking tussen de verschillende weergaven vereenvoudigd wordt en een meer overzichtelijk karakter wordt verkregen. 



   Het buffergeheugen 41 is verder verbonden met een tweede conversie eenheid 46, waarvan een ingang verbonden is met het eerste geheugen 35. De tweede conversie eenheid is bijvoorbeeld gevormd door een dataverwerkende eenheid (een micro-processor) voorzien van een lokaal geheugen en bestemd om de tweede kleurcoördinatenset te bepalen middels de tweede matrix afgeleverd door het eerste geheugen 35. Bij het gebruik van conversie tabellen wordt in de tweede conversie eenheid voorzien om interpolaties tussen de opgeslagen kleurenseparaties uit te voeren. De aldus gevormde tweede kleurseparatie (t, q, r, s) wordt aan een verder buffergeheugen 47 afgegeven. Een data uitgang van het verder buffergeheugen 47 is verbonden met een eerste 

 <Desc/Clms Page number 30> 

 ingang van een derde conversie eenheid 48 waarvan een tweede ingang met het tweede geheugen 36 verbonden is. 



  De derde conversie eenheid converteert de tweede kleurseparatie naar RGB data bestemd voor een videobuffer 49 dat met de monitor 45 verbonden is. Hierdoor wordt ook het beeld met de tweede kleurseparatie afgebeeld in een venster van de monitor. Het verdere buffergeheugen 47 is verder verbindbaar met een drukeenheid 50, bestemd om de drukdata met de tweede kleurseparatie te drukken. 



   Het buffergeheugen 41 is tenslotte ook verbonden met een vierde conversie eenheid 51 waarvan een ingang met het derde geheugen 37 verbonden is voor het ontvangen van de afwijking dE. De vierde conversie eenheid is analoog aan de tweede conversie eenheid 46. Een uitgang van de vierde conversie eenheid is met een derde video buffer 52 verbonden die op zijn beurt met de monitor 45 verbonden is voor weergave van de afwijking in een derde venster. 



   In het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 5 zijn drie videobuffers 44,49 en 52 getekend, maar het zal duidelijk zijn dat ook slechts   een   video buffer te gebruiken.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het genereren van drukdata waarbij uitgaande van een eerste kleurseparatie van een beeldpunt uit een te drukken beeld dat gedefinieerd is in een eerste n-dimensionale toestel afhankelijke kleurenruimte een tweede kleurseparatie van datzelfde beeldpunt, gedefinieerd in een tweede mdimensionale toestel afhankelijk kleurenruimte van nietstandaard drukinkten wordt gevormd, daardoor gekenmerkt dat als eerste kleurseparatie een uit standaard kleurseparatie afgeleide kleurseparatie wordt bepaald en een set van p (p n) verschillende kleuren wordt gekozen die binnen het kleurenbereik van de tweede kleurenruimte liggen op ten minste een voorafbepaalde kleurafstand van elkaar, en waarbij een eerste resp.
    tweede kleurentabel wordt opgesteld die voor elk der kleuren uit het set de kleurcoördinaten weergeeft uitgedrukt in coördinaten van de kleurenruimte gebruikt om de eerste kleurseparatie weer te geven resp. de m kleurcoördinaten in de tweede toestel afhankelijk kleurenruimte weergeeft, en dat een eerste p bij p matrix wordt gevormd met voor een Pìjde EMI31.1 (lip jp) de j van de ide kleur zoals weergegeven in de eerste tabel, en daarna een tweede m bij p-matrix wordt gevormd door voor eenq rij (l qm) uit die tweede matrix de coëfficiënten te nemen verkregen door de inverse eerste matrix te vermenigvuldigen met een derde p bij 1 matrix die de qde kleurseparatie uit de tweede kleurenruimte van de verschillende kleuren uit het set van p kleuren geeft,
    welke tweede kleurseparatie bepaald wordt door de tweede matrix te vermenigvuldigen met de eerste kleurseparatie.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de eerste resp. tweede kleurseparatie naar een eerste resp. tweede kleurcoördinatenset wordt getransformeerd middels een voorafbepaalde afbeelding die de relatie vastlegt tussen de eerste resp. tweede toestel <Desc/Clms Page number 32> afhankelijke kleurenruimte en een eerste resp.
    tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte, en waarbij in de tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte een "Soll- kleurencoördinatenset" wordt gevormd door afbeelding naar die tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte van genoemde eerste kleurencoördinatenset, en waarbij vervolgens uit de Soll-kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset een doelfunctie uitgedrukt in de tweede kleurseparatie wordt bepaald, welke doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde doelfunctie een verdere tweede kleurseparatie wordt bepaald die genoemde tweede kleurseparatie substitueert.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat in de eerste toestelafhankelijke kleurenruimte voor het te drukken beeld een eerste verzameling van eerste kleurseparaties wordt gevormd en in de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte een tweede verzameling van tweede kleurseparaties wordt gevormd door elke eerste kleurseparatie uit de eerste verzameling telkens met genoemde tweede matrix te vermenigvuldigen, en waarbij een derde resp. vierde verzameling wordt gevormd door telkens elk der eerste resp. tweede kleurseparaties uit de eerste resp. tweede verzameling naar telkens een eerste resp. tweede kleurcoördinatenset te transformeren middels een voorafbepaalde afbeelding die de relatie vastlegt tussen de eerste resp. tweede toestelafhankelijke kleurenruimte en een eerste resp.
    tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte, en waarbij in de tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte een vijfde verzameling van"Soll-kleurcoördinatensets"wordt gevormd door afbeelding naar die tweede toestelonafhankelijke kleurenruimte van elk der kleurcoördinatensets uit de derde verzameling, en waarbij vervolgens telkens uit elk der Soll-kleurcoördinatensets van de vijfde verzameling en elk der kleurcoördinatensets uit de vierde verzameling <Desc/Clms Page number 33> een doelfunctie uitgedrukt in coëfficiënten van de tweede matrix wordt bepaald, welke doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde doelfunctie een verdere tweede matrix wordt bepaald.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt, dat een verdere tweede kleurseparatie wordt bepaald middels matrixvermenigvuldiging van de verdere tweede matrix en de eerste kleurseparatie, welke eerste resp. verdere tweede kleurseparatie middels genoemde afbeelding naar de eerste resp. tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte wordt afgebeeld om aldaar een eerste resp.
    verdere tweede kleurencoördinatenset te vormen, welke eerste kleurencoördinatenset naar de tweede toestel onafhankelijke kleurenruimte wordt afgebeeld om aldaar een Soll-kleurencoördinatenset te vormen, en waarbij uit de Soll-kleurencoördinatenset en de verdere tweede kleurcoördinatenset een doelfunctie uitgedrukt in de verdere tweede kleurseparatie wordt bepaald, welke doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde doelfunctie een nog verdere tweede kleurseparatie wordt bepaald die genoemde verdere tweede kleurseparatie substitueert.
  5. 5. Werkwijze volgens een der conclusies 2, 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de kleurafstand wordt bepaald tussen de Soll-kleurencoördinatenset en de tweede kleurencoördinatenset en waarbij genoemde doelfunctie uit die kleurafstand wordt bepaald.
  6. 6. Werkwijze volgens conclusie 2,3 of 4, daardoor gekenmerkt, dat genoemde minimalisatie een minimalisatie van de Euclidische afstand in een perceptueel uniforme kleurenruimte inhoudt.
  7. 7. Werkwijze volgens conclusie 2 tot en met 6, daardoor gekenmerkt, dat indien de dimensie van de tweede toestelafhankelijke kleurenruimte groter is dan drie, voor de bd. (b > 3) kleuren, die kleuren worden geselecteerd waarvan de norm van de gradiënt van de <Desc/Clms Page number 34> tweede kleurencoördinatenset uitgedrukt als functie van de tweede kleurseparatie de kleinste waarde bedraagt, en waarbij voor de aldus geselecteerde kleuren de tweede kleurseparatiecoëfficiënt als doelwaarde wordt gekozen en een verdere doelfunctie wordt bepaald uit de Sollkleurencoördinatentset, de tweede kleurencoördinatenset en de doelwaarde, welke verdere doelfunctie vervolgens geminimaliseerd wordt en met de geminimaliseerde verdere doelfunctie een gewijzigde tweede kleurseparatie wordt bepaald.
  8. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat gewichtsfactoren worden toegekend aan de variabelen uit genoemde verdere doelfunctie.
  9. 9. Werkwijze volgens een der conclusies 2 tot en met 8, daardoor gekenmerkt, dat een verzameling van tweede kleurseparaties wordt opgebouwd door telkens nadat een tweede kleurseparatie na minimalisatie is gevormd deze alsook de afwijking tussen Soll-kleurencoördinatenset en tweede kleurencoördinatenset op te slaan in een geheugen.
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt, dat in het geheugen tabellen worden opgeslagen, en waarbij bij elke tabel telkens een set van niet-standaard drukinkten behoort en in een tabel voor die bij die tabel behorende set van niet-standaard drukinkten voor eerste kleurseparaties de daarmee corresponderende tweede kleurseparaties alsook de afwijking tussen Soll-kleurencoördinatenset en tweede kleurencoördinatenset worden opgeslagen.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat bij het drukken van genoemd beeld, een verdere verzameling van eerste kleurseparaties van beeldpunten uit genoemd beeld wordt bepaald en voor elke eerste kleurseparatie uit genoemde verdere verzameling telkens een nog verdere verzameling van tweede kleurseparaties wordt gevormd door telkens de <Desc/Clms Page number 35> corresponderende tweede kleurseparatie en afwijking uit elk der tabellen te selecteren, en waarbij vervolgens per set van niet-standaard inkten een gemiddelde waarde van de afwijking wordt bepaald uit telkens de afwijkingen van het element met de nog verdere verzameling, en uit genoemde gemiddelde waarden diegene wordt gekozen die de kleinste waarde bedraagt en het daarbij behorende set van niet-standaard inkten wordt gekozen,
    en vervolgens voor elke eerste kleurseparatie en het gekozen set van nietstandaard inkten middels de tabel de tweede kleurseparatie wordt bepaald.
  12. 12. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 11, daardoor gekenmerkt dat zij een conversie eenheid bevat voorzien van conversiemiddelen voor het vormen van genoemde tweede matrix en van genoemde tweede kleurseparaties uit genoemde eerste kleurseparatie.
  13. 13. Inrichting volgens conclusie 11, en bestemd voor het toepassen van een werkwijze volgens een der conclusies 2 t/m 8, daardoor gekenmerkt dat zij een doelfunctie generator bevat bestemd voor het bepalen en minimaliseren van genoemde doelfunctie.
  14. 14. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat zij een geheugen bevat voor het opslaan van genoemde tweede matrix en genoemde tweede kleurseparatie en afwijking behorende bij die tweede kleurseparatie.
  15. 15. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat zij van selectiemiddelen is voorzien bestemd voor het op basis van genoemde afwijking selecteren van genoemde op te halen tweede kleurseparaties.
BE9300442A 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata. BE1006960A5 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300442A BE1006960A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata.
EP94870075A EP0622952A1 (en) 1993-04-30 1994-04-28 A method and a device for generating printing data
US08/235,671 US5689349A (en) 1993-04-30 1994-04-29 Method and a device for generating printing data in a color space defined for non-standard printing inks

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300442A BE1006960A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1006960A5 true BE1006960A5 (nl) 1995-01-31

Family

ID=3887019

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300442A BE1006960A5 (nl) 1993-04-30 1993-04-30 Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5689349A (nl)
EP (1) EP0622952A1 (nl)
BE (1) BE1006960A5 (nl)

Families Citing this family (36)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3339770B2 (ja) * 1995-10-20 2002-10-28 ブラザー工業株式会社 色変換装置
JPH09186907A (ja) * 1996-01-08 1997-07-15 Matsushita Electric Ind Co Ltd 色調整方法
US5933578A (en) 1997-04-08 1999-08-03 Barco Graphics, N.V. Method and device for determining the color appearance of color overprints
US6108442A (en) * 1997-06-27 2000-08-22 Minnesota Mining And Manufacturing Company Characterization of color imaging systems
US6088038A (en) * 1997-07-03 2000-07-11 Minnesota Mining And Manufacturing Company Arrangement for mapping colors between imaging systems and method therefor
US7382379B1 (en) 1997-06-27 2008-06-03 Eastman Kodak Company Arrangement for mapping colors between imaging systems and method thereof
US6362808B1 (en) 1997-07-03 2002-03-26 Minnesota Mining And Manufacturing Company Arrangement for mapping colors between imaging systems and method therefor
US6262812B1 (en) * 1998-04-30 2001-07-17 Xerox Corporation Method and apparatus for object-oriented adjustment of color attributes in a perceptually uniform manner
US6567186B1 (en) * 1998-10-27 2003-05-20 Hewlett-Packard Company Method for determining gray values in a printer
US7343320B1 (en) 1999-08-02 2008-03-11 Treyz G Victor Online digital image-based product ordering system
US7068391B2 (en) 2000-03-08 2006-06-27 Barco Graphics, Nv Proofing method, apparatus, and computer software product matching color and halftone screen properties
EP1154637A1 (de) * 2000-05-13 2001-11-14 Orell Füssli Sicherheitsdruck AG Verfahren zur Farbseparation
US6956672B1 (en) * 2001-04-05 2005-10-18 Lexmark International, Inc. Method for mixing inks for high fidelity color printing
US7123380B2 (en) 2001-05-10 2006-10-17 Agfa-Gevaert N.V. Method and a device for determining multi-ink color separations
US6698860B2 (en) * 2001-11-01 2004-03-02 E. I. Du Pont De Nemours And Company Spectral color reproduction with six color output
US20070157080A1 (en) * 2004-08-05 2007-07-05 Quark, Inc. Systems and methods for re-purposing content objects for media production
US20070094636A1 (en) * 2004-08-05 2007-04-26 Quark, Inc. Systems and methods for facilitating media production
US20060212805A1 (en) * 2002-04-10 2006-09-21 Quark, Inc. Systems and methods for remote access media production
US20070143750A1 (en) * 2004-08-05 2007-06-21 Quark, Inc. Systems and methods for multi-format media production
US20070150358A1 (en) * 2004-08-05 2007-06-28 Quark, Inc. Systems and methods for distributing media production
US7277196B2 (en) 2003-01-15 2007-10-02 Xerox Corporation Iterative printer control and color balancing system and method using a high quantization resolution halftone array to achieve improved image quality with reduced processing overhead
GB0321164D0 (en) 2003-09-10 2003-10-08 Hewlett Packard Development Co Methods,apparatus and software for printing location pattern
US20050243343A1 (en) * 2004-04-30 2005-11-03 Nexpress Solutions Llc PMS color expansion with fifth color
US7430318B2 (en) * 2004-07-13 2008-09-30 Toshiba Corporation System and method for color correction for electronic printing
US20060236231A1 (en) * 2004-11-02 2006-10-19 Quark, Inc. Systems and methods for developing dynamic media productions
US7605959B2 (en) 2005-01-05 2009-10-20 The Ackley Martinez Company System and method of color image transformation
US20070019254A1 (en) * 2005-07-21 2007-01-25 Huanzhao Zeng Closed-loop color calibration with perceptual adjustment
US7779427B2 (en) * 2006-01-18 2010-08-17 Microsoft Corporation Automated application configuration using device-provided data
CA2677956A1 (en) * 2006-02-28 2007-09-07 Ernest Daniel Miller Color management of digital files and images for printing
US7675648B2 (en) * 2006-06-22 2010-03-09 Infoprint Solutions Company, Llc Method and apparatus for converting a color representation of an image to a grayscale representation
CN101518047A (zh) * 2006-09-29 2009-08-26 埃克森美孚石油公司 将3分量颜色空间模型转换为n分量颜色空间模型的方法和记录介质
US7593134B2 (en) * 2006-10-23 2009-09-22 Xerox Corporation Color rendering control system
US8379048B2 (en) * 2007-05-04 2013-02-19 Esko Software Bvba User adjustable gamut mapping and conversion of images from a source color space to a destination color space including primary and redundant colors
JP2012525766A (ja) 2009-04-28 2012-10-22 サン・ケミカル・コーポレーション プロセスインクセットにおいてプロセスカラーとスポットカラーの両方を使用する多色印刷の方法とシステム
CA2761207A1 (fr) * 2010-12-06 2012-06-06 Neopost Technologies Module d'impression couleur pour machine a affranchir
US9649868B2 (en) * 2012-07-13 2017-05-16 Sun Chemical Corporation Expanded color gamut

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4929978A (en) * 1987-10-23 1990-05-29 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Color correction method for color copier utilizing correction table derived from printed color samples
EP0398502A2 (en) * 1989-05-17 1990-11-22 Hewlett-Packard Company Method and system for providing a colour match between a scanned colour test pattern and the respective printout of a colour printer, using a closed control loop
EP0501942A1 (en) * 1991-03-01 1992-09-02 Barco Graphics N.V. A method and a device for converting a color coordinate set

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8425339D0 (en) * 1984-10-08 1984-11-14 Crosfield Electronics Ltd Reproduction of coloured images
GB8622564D0 (en) * 1986-09-19 1986-10-22 Crosfield Electronics Ltd Reproduction of coloured images

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4929978A (en) * 1987-10-23 1990-05-29 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Color correction method for color copier utilizing correction table derived from printed color samples
EP0398502A2 (en) * 1989-05-17 1990-11-22 Hewlett-Packard Company Method and system for providing a colour match between a scanned colour test pattern and the respective printout of a colour printer, using a closed control loop
EP0501942A1 (en) * 1991-03-01 1992-09-02 Barco Graphics N.V. A method and a device for converting a color coordinate set

Also Published As

Publication number Publication date
US5689349A (en) 1997-11-18
EP0622952A1 (en) 1994-11-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1006960A5 (nl) Werkwijze en inrichting voor het genereren van drukdata.
JP3242251B2 (ja) カラー・イメージ再現方法
KR100300950B1 (ko) 색보정방법및장치
EP1294177B1 (en) Image processing method and apparatus
DE69320133T2 (de) Farbdruckereichungs- und Druckverfahren und entsprechende Druckvorrichtung
JP3593667B2 (ja) カラー画像処理方法及び装置
CA1312290C (en) Method of describing a color image using a triaxial planar vector color space
US5317425A (en) Technique for use in conjunction with an imaging system for providing an appearance match between two images and for calibrating the system thereto
NL1004906C2 (nl) Werkwijze voor kleurbewerking en inrichting daarvoor, waarbij gebruik wordt gemaakt van tweedimensionale kleursoortscheiding.
KR19990009458A (ko) 화상 시스템의 색보정 장치 및 방법
JP3417993B2 (ja) 色補正方法および装置
US5642197A (en) System and method for enhancing color seperation utilizing multiple pass scanner in a single pass color scanner
US20030053085A1 (en) Method of processing image signal
DE4335143A1 (de) Verfahren und Einrichtung zur Umsetzung von Farbwerten
US7355752B2 (en) Two-dimensional calibration architectures for color devices
DE102008037646A1 (de) Nichtlineare Farbkorrektion
JPH08191400A (ja) カラー画像の色調整方法及び装置
EP0631431A1 (en) An image processing apparatus for and a method of preparing data representing a colour image
Rosen et al. Color management within a spectral image visualization tool
JPH04335771A (ja) 色修正装置
WO2004012442A1 (en) Image processing system, apparatus, and method, and color reproduction method
JPH10164381A (ja) 色変換方法
CN101146170A (zh) 色彩处理装置、色彩处理方法及计算机可读介质
Fleming et al. Color management and ICC profiles; can’t live without it so learn to live with it!
JP3736648B2 (ja) 色変換方法および装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: BARCO GRAPHICS N.V.

Effective date: 19980430