<Desc/Clms Page number 1>
"Kunststof bloempot"
Deze uitvinding heeft betrekking op een kunststof bloempot met een bodem en opstaande zijwanden, welke bloempot onderaan voorzien is van zijwaarts gerichte gaten voor het irrigeren en/of ontwateren van het inwendige van de bloempot, welke gaten elk in een ruimte uitgeven die ten minste onderaan open is en die nagenoeg tegen een van genoemde zijwanden gelegen is.
Zijwaartse openingen dienen in het algemeen in een bloempot aanwezig te zijn om een snelle irrigatie en/of ontwatering van de bloempot toe te laten. Zonder dergelijke zijwaartse openingen zou het inwendige van de bloempot, bijvoorbeeld na een hevige regenbui, veel te lang te vochtig blijven. In het bijzonder na een dergelijke regenbui, die de ondergrond waarop de bloempotten geplaatst zijn modderig maakt, kunnen de gaten in de bodem van de bloempotten voor een onvoldoende ontwatering zorgen. Het is duidelijk dat een te vochtige toestand een ongewenste negatieve invloed heeft op de wortelgroei. Indien gebruik gemaakt wordt van een zogenoemd "eb en vloed" systeem zijn dergelijke zijwaartse gaten ook vereist om een voldoende snelle irrigatie van de bloempotten te verzekeren.
Zijwaartse gaten in een bloempot bieden echter het nadeel dat doorheen deze gaten de wortels zich snel tot buiten de bloempot zullen verspreiden. In de praktijk zijn er reeds bloempotten van het hierboven
<Desc/Clms Page number 2>
aangegeven type bekend die speciaal ontworpen zijn om deze zijwaartse wortelgroei af te remmen. In deze bekende bloempotten bevinden de zijwaartse gaten zich in het inwendige van de bloempot en zijn door middel van doorlopende tunnelvormige ruimtes met het uitwendige van de bloempot verbonden. Vermits wortels de neiging hebben om langsheen de zijwanden van de bloempot te groeien, en dus over de tunnelvormige ruimte, zullen op deze manier minder wortels tot buiten de bloempot groeien.
Een nadeel van deze bekende bloempot is echter dat nog steeds een aanzienlijk aantal wortels zich doorheen de tunnelvormige ruimte tot buiten de bloempot zullen verspreiden.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een bloempot met zijwaartse irrigatie- en/of ontwateringsopeningen te verschaffen waarin de zijwaartse wortelgroei tot buiten de bloempot nog sterker afgeremd wordt.
Tot dit doel wordt genoemde ruimte gevormd door een kamer die tegenover het irrigatieen/of ontwateringsgat ten minste gedeeltelijk door een scherm afgesloten is, welk scherm zieh ten minste langsheen de opstaande zijwanden van de kamer uitstrekt, een en ander zodanig dat naar buiten gerichte wortelgroei afgeremd wordt.
Wanneer in de bloempot volgens de uitvinding een aantal wortels door de zijwaartse irrigatie- en/of ontwateringsopeningen tot in de kamer doordringen, zal het scherm en het grotere volume van de kamer er voor zorgen dat, in vergelijking met de tunnelvormige ruimte, het aantal wortels dat daadwerkelijk zijwaarts doorheen de bloempot groeit kleiner zal zijn. De wortels hebben immers de neiging om ook in de kamer langsheen de wanden van deze laatste te groeien. Het scherm dat zich ten minste langsheen de
<Desc/Clms Page number 3>
opstaande zijwanden van de kamer uitstrekt, zal er dan voor zorgen dat de wortels niet zomaar naar buiten kunnen groeien maar dat ze daarentegen eerder terug inwaarts zullen groeien. Verder zorgt het scherm voor een bescherming van de wortels tegen invallend licht om zodoende ongewenste wortelverbranding te vermijden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de bloempot volgens de uitvinding vertoont genoemd scherm een opening voor de verluchting van het inwendige van de bloempot.
De bloempot volgens de uitvinding biedt het voordeel dat de matrijzen voor het vervaardigen van deze bloempot eenvoudig kunnen aangepast worden aan verschillende groottes van het scherm, of m. a. w. aan verschillende groottes van de verluchtingsopening in dit scherm, en dit volgens de specificaties van de plantenkweker waarvoor de bloempotten bestemd zijn. De grootte van de verluchtingsopeningen dient immers gekozen te worden in functie van de gewenste verluchtingscapaciteit die zelf onder meer afhankelijk is van het substraat in de bloempot en het type van de daarin geteelde plant.
Verdere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende beschrijving van een bijzondere uitvoeringsvorm van de bloempot volgens de uitvinding.
Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de draagwijdte van de uitvinding te beperken. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgaande tekeningen waarin :
Figuur 1 een langsdoorsnede weergeeft doorheen het onderste deel van een bloempot volgens de uitvinding ;
Figuur 2 een langsdoorsnede weergeeft doorheen een gedeelte van twee in elkaar geschoven
<Desc/Clms Page number 4>
bloempotten die overeenstemmen met de bloempot uit figuur 1 ; en
Figuur 3 op een kleinere schaal een bovenaanzicht weergeeft op de bloempot uit figuur 1.
In deze drie figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of op analoge elementen.
De in de figuren weergegeven bloempot volgens de uitvinding heeft zoals gebruikelijk een bodem 1 en opstaande zijwanden 2. Alhoewel de bodem 1 in dit geval een eerder vierkantige vorm vertoont, zal het duidelijk zijn dat deze vorm niet beperkend is voor de uitvinding en dat hij bijvoorbeeld ook cirkelvormig zou kunnen zijn.
In de bodem 1 zijn naar onder gerichte gaten 3 voorzien. Vermits deze gaten 3 niet voor een efficiënte irrigatie en/of ontwatering van het inwendige van de bloempot kunnen zorgen wanneer deze bijvoorbeeld op een modderige ondergrond geplaatst is, is het essentieel dat er ook zijwaartse irrigatieen/of ontwateringsgaten 4 voorzien zijn. Deze zijwaartse gaten 4 geven niet rechtstreeks uit op de buitenzijde van de bloempot maar wel in een ruimte 5 die ten minste onderaan open is en die nagenoeg tegen een van genoemde zijwanden 2 gelegen is. De bedoeling van deze ruimte 5 bestaat er in de irrigatie- en/of ontwateringsgaten 4 meer naar het midden van de bloempot te plaatsen zodanig dat er minder plantenwortels, die voornamelijk langsheen de zijwanden van de bloempot groeien, via de gaten 4 tot buiten de bloempot zouden groeien.
In de bloempot volgens de uitvinding wordt de ruimte 5 gevormd door een kamer 5 die tegenover het zijwaarts irrigatie- en/of ontwateringsgat 4 in deze kamer 5 ten minste
<Desc/Clms Page number 5>
gedeeltelijk door een scherm 6 afgesloten is. Uit de figuren blijkt duidelijk dat de kamer 5 ruimer is dan een tunnelvormige verbinding tussen het gat 4 en het uitwendige van de bloempot.
Het scherm 6 kan de kamer 5 zijwaarts eventueel volledig afsluiten zodanig dat er geen zijwaartse wortelgroei tot buiten de bloempot meer mogelijk is. Bij voorkeur vertoont het scherm 6 echter een opening 7 voor de verluchting van het inwendige van de bloempot. De grootte van deze opening kan gekozen worden in functie van de gewenste verluchting die zelf onder meer afhankelijk is van de aard van het substraat dat zieh in de bloempot bevindt en de soort plant die daarin geteeld wordt. De hierboven beschreven bloempotstructuur laat immers toe de matrijzen die voor de vervaardiging van deze bloempot gebruikt worden, eenvoudig aan de gewenste grootte van de verluchtingsopening aan te passen.
Essentieel voor de uitvinding is het feit dat het scherm zieh ten minste langsheen de opstaande zijwanden 8 van de kamer 5 uitstrekt. De weinige wortels die voornamelijk langsheen deze zijwanden 8 door de kamer 5 groeien kunnen aldus niet rechtstreeks tot buiten de kamer 5 groeien. Het scherm 6 zorgt er bovendien voor dat de wortels die zieh in de kamer 5 bevinden, afgeschermd worden tegen te fel zonlicht en ook tegen te grote luchtcirculatie waardoor de kamer 5 en vooral ook het inwendige van de bloempot te snel zou uitdrogen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de verluchtingsopening 7 in het scherm 6 groter dan het irrigatie-en/of ontwateringsgat 4 van de overeenstemmende kamer 5 zodanig dat op deze manier een voldoende verluchting van het inwendige van de bloempot verkregen wordt. Dergelijke grote verluchtingsopeningen
<Desc/Clms Page number 6>
7 zijn slechts mogelijk door het voorzien van een kamer 5 in plaats van een tunnelvormige ruimte zoals in de hierboven vermelde bekende bloempotten. De ruime kamer 5 laat met andere woorden een grotere variatie van verluchtingsopeningen toe. In vergelijking met een tunnelvormige ruimte heeft de kamer 5 een doorsnede genomen volgens de zijwand waartegen deze kamer gelegen is, die merkelijk groter is dan het irrigatie- en/of ontwateringsgat 4 in deze kamer 5.
Dit gat 4 hoeft niet noodzakelijkerwijze gevormd te worden door een enkel gat doch eventueel kan de kamer 5 voorzien zijn van meerdere, kleinere irrigatie- en/of ontwateringsgaten.
Zoals de meeste bloempotten heeft ook de bloempot volgens de uitvinding bij voorkeur een zodanige vorm dat hij in elkaar stapelbaar is. In dit geval zijn de schermen 6 zodanig voorzien dat ze, in een stapel bloempotten, op een overeenstemmende kamer van een zich daaronder bevindende bloempot rusten. Op deze manier verhinderen deze schermen dat de bloempotten te ver in elkaar zouden schuiven. In een dergelijke bloempot dienen op de bodem dus geen afstandribben meer voorzien te worden die eventueel een negatieve invloed op de wortelontwikkeling kunnen hebben.
Uit de voorgaande beschrijving, waarin duidelijk de functie en de voordelen van de verschillende delen van de bloempot naar voor gebracht werden, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvorm maar dat daaraan nog vele wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het kader van deze octrooiaanvraag te treden.