<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING Inrichting voor het plateren van elektrische contactelementen
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het plateren van elektrische contactelementen op tenminste een voorafbepaald gedeelte daarvan, bijvoorbeeld voor het plateren van contactelement uit een koperlegering met een dunne laag goud.
Gewoonlijk maken de elektrische contacten deel uit van een band, die door de inrichting wordt getransporteerd langs een aantal plateerstations, waarin verschillende delen van de elektrische contactelementen worden geplateerd. Bij een bekende inrichting van dit type worden maskeerbanden gebruikt voor het bedekken van het grootste gedeelte van de elektrische contactelementen, waarbij het te plateren gedeelte wordt vrijgelaten. Het gebruik van dergelijke maskeerbanden is betrekkelijk gecompliceerd terwijl het bovendien moeilijk is een gewenst deel van de te bekleden elektrische contactelementen te selecteren.
Bij een andere inrichting van dit type omvat elk plateerstation een plateerkop met een opening, die door een doek wordt bedekt, waarbij de contactelementen in aanraking met het doek langs de palteerkop worden getransporteerd. Teneinde te waarborgen dat een plateeroplossing met goede kwaliteit aanwezig is in het contactgebied tussen het contactelement en het doek, moet de plateeroplossing met een hoge snelheid worden toegevoerd. Daardoor wordt de plateeroplossing op ondoelmatige wijze gebruikt.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het plateren van elektrische contactelementen van het bovenomschreven type met een relatief eenvoudige constructie,
<Desc/Clms Page number 2>
waarbij een doelmatig gebruik van de plateeroplossing wordt gewaarborgd en waarbij een verbeterde keuzemogelijkheid en een grote flexibiliteit worden bereikt ten aanzien van het selecteren van een bepaald deel van de te plateren contactelementen.
Hiertoe is de inrichting voor het plateren van contactelementen op tenminste een voorafbepaald gedeelte daarvan voorzien van tenminste een langgerekte plateerkop, middelen voor het transporteren van een band met een aantal van de elektrische contactelementen langs elke plateerkop, middelen voor het toevoeren van een plateeroplossing uit een reservoir aan elke plateerkop, waarbij elke plateerkop is voorzien van een bovendeel, dat in dwarsdoorsnede taps toeloopt met een in langsrichting verlopende spleetvormige opening, een doek voor het bedekken van deze opening en het verschaffen van een plateeroppervlak voor het plateren van een voorafbepaald deel van de contactelementen tijdens het transport daarvan langs elke plateerkop en waarbij middelen zijn aangebracht voor het bewegen van het doek in een richting dwars op de plateerkop.
Op deze wijze wordt een inrichting voor het plateren van elektrische contactelementen verkregen met een relatief eenvoudige constructie en waarbij een doelmatig gebruik van de plateeroplossing wordt gewaarborgd. Doordat het doek ten opzichte van de plateerkop wordt bewogen, zal de opening voortdurend door een schoon deel van het doek worden bedekt, zodat verse plateeroplossing aan het plateeroppervlak van het doek kan worden toegevoerd met een relatief lage snelheid, terwijl niettemin wordt gewaarborgd dat een plateeroplossing van goede kwaliteit aanwezig zal zijn in het contactgebied van de contactelementen en het doek. Bovendien is het selecteren van een gewenst deel van de te plateren contactelementen op zeer eenvoudige en flexibele wijze mogelijk.
Bij voorkeur zijn de middelen voor het bewegen van het doek zodanig uitgevoerd, dat een heen en weer gaande bewe- ging van het doek ten opzichte van de plateerkop wordt opgewekt.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm heeft het boven- deel van elke kop tenminste een langsrand aan elke zijde van de
<Desc/Clms Page number 3>
opening, waarbij een spanas is aangebracht voor het spannen van het doek op zijn plateerkop en de randen, teneinde de plateeroplossing uit het doek te persen. Op deze wijze wordt het doek continu op de langsranden van de plateerkop uitgeperst, zodat de opening voortdurend verse plateeroplossing aan het doek kan toevoeren.
Elke plateerkop kan zijn voorzien van een inwendig kopdeel voor het toevoeren van de plateeroplossing aan de opening en een inwendig kanaal, dat met de opening is verbonden voor het afvoeren van een overmaat aan door het inwendige kopdeel toegevoerde plateeroplossing. Hierdoor wordt een gunstig voortdurend verversen van de plateeroplossing bij de opening verkregen, hetgeen leidt tot een nauwkeurig plateren van de contactelementen.
Volgens een gunstige uitvoering omvat het taps toelopende bovendeel van elke plateerkop een verwisselbaar centraal gedeelte dat de opening bezit. Op deze wijze kan elke plateerkop worden uitgerust met openingen. van verschillende afmetingen, teneinde de plateerkop aan te passen aan het te plateren gedeelte van de contactelementen.
Met voordeel is elke plateerkop dwars op zijn langsrichting instelbaar. Hierdoor kan elke plateerkop op een voorafbepaalde positie ten opzichte van de band met contactelementen worden ingesteld, teneinde een bepaald gedeelte daarvan te plateren.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1A en 1B : tonen schematisch een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit- vinding met vier opeenvolgende plateerkoppen voor het plateren van verschillende delen van de contact- elementen.
Fig. 2 : is een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn
II-II uit fig. 1A.
Fig. 3 : is een schematische dwarsdoorsnede volgens de lijn III-III uit fig. IB.
<Desc/Clms Page number 4>
Fig. 4 : is een schematisch weergegeven perspectivisch aanzicht van een van de plateerkoppen van de inrichting uit fig. 1.
Fig. 5 : is een dwarsdoorsnede van de plateerkop uit fig. 4.
Fig. 6 : geeft schematisch de circulatie van de plateeroplossing door de inrichting uit fig. 1 weer.
In de fig. 1-3 is een inrichting weergegeven voor het plateren van elektrische contactelementen 1, die deel uitmaken van een band 2. Deze contactelementen 1 zijn bijvoorbeeld op gebruikelijke wijze gevormd uit een strookvormige band uit een geschikte koperlegering. De de contactelementen 1 verbindende band 2 is het restant van de oorspronkelijke strookvormige band. Bij de weergegeven uitvoering omvat de inrichting vier langgerekte plateerkoppen 3, waarvan er een meer in detail in de fig. 4 en 5 is weergegeven.
De band 2 met de contactelementen 1 wordt langs elk van de plateerkoppen 3 getransporteerd door transportmiddelen, die schematisch met 30 in fig. 1B zijn aangegeven. Zoals in fig. 6 is getoond, voert een pomp 4 een plateeroplossing, bijvoorbeeld een Au-oplossing, uit een reservoir 5 toe aan elke plateerkop 3. Zoals in het bijzonder in fig. 5 zichtbaar is, is elke plateerkop 3 voorzien van een bovendeel 6, dat in dwarsdoorsnede taps toeloopt met een in langsrichting verlopende spleetvormige opening 7. Een doek 8 voor het bedekken van de opening 7 wordt op heen en weer gaande wijze aangedreven door een as 9, waaraan het doek 8 is bevestigd.
Het doek 8 wordt geleid door stationaire stangen 10, 11 en gespannen door een beweegbare spanas 12. Deze spanas kan worden belast door een veer, perslucht of elk ander geschikt middel.
Zoals in fig. 5 is weergegeven, is de plateerkop 3 voorzien van een inwendig of binnenkopdeel 13 voor het toevoeren van de plateeroplossing aan de opening 7. Het binnenkopdeel 3 is voorzien van een toevoerkanaal 14, dat op geschikte wijze met de pomp 4 is verbonden. Voorts wordt het binnenkopdeel omsloten door twee kanalen 15, die zijn verbonden met de opening 7 voor het afvoeren van een overmaat plateeroplossing, die door het
<Desc/Clms Page number 5>
binnenkopdeel 13 wordt toegevoerd. De inwendige kanalen 15 monden uit in een afvoerkanaal 16, dat de plateeroplossing via een goot 17, die onder de plateerkop 3 is gemonteerd, naar het reservoir 5 afvoert. Door het continu verversen van de plateeroplossing in de opening 7 wordt een plateeroplossing van constante kwaliteit in deze opening 7 gegarandeerd.
De opening 7 levert de plateeroplossing aan het doek 8, dat een plateeroppervlak 18 verschaft, waar de contactelementen 1 met het doek 8 in aanraking zijn. Hierdoor worden de contactelementen 1 in een voorafbepaald deel daarvan geplateerd tijdens hun transport langs elke plateerkop 3.
De heen en weer gaande beweging van het doek 8 waarborgt dat de plateeroplossing continu wordt ververst in het plateeroppervlak, terwijl de beweging onder spanning op het bovendeel 6 van de plateerkop 3 tot gevolg heeft, dat de plateeroplossing uit het doek 8 wordt geperst, zodat plateeroplossing die reeds met de contactelementen 1 in aanraking is geweest, uit het doek 8 wordt verwijderd. Teneinde het uitpersen van het doek 8 te verbeteren, is het bovendeel 6 van de plateerkop 3 voorzien van twee scherpe randen 19 aan weerszijden van de opening 7.
De uit het doek 8 verwijderde plateeroplossing wordt opgevangen in de goot 17 en afgevoerd naar het reservoir 5.
Elke plateerkop 3 is dwars op zijn langsrichting instel- baar. Op deze wijze kan het plateeroppervlak 18 van elke plateer- kop 3 worden ingesteld ten opzichte van de contactelementen 1 teneinde verschillende delen daarvan te plateren. In de fig. 1A en
1B zijn de middellijnen van de openingen 7 van de plateerkoppen 3 door een streeplijn 20 aangeduid en uit een vergelijking van de positie van deze middellijnen 20 blijkt, dat de plateerkoppen 3 in verschillende posities zijn ingesteld, zoals ook duidelijk zal zijn uit een vergelijking van de fig. 2 en 3. Op deze wijze kunnen ver- schillende voorafbepaalde delen van de contactelementen 1 op bij- zonder eenvoudige wijze worden geplateerd. Voorts kan de afme- ting van het te plateren deel worden bepaald door de afmeting van de opening 7.
Zoals in fig. 5 is weergegeven, is het bovendeel 6
<Desc/Clms Page number 6>
van elke plateerkop 3 voorzien van een verwisselbaar centraal gedeelte 21, waarin de opening 7 is aangebracht. Door het wisselen van dit centrale gedeelte 21 kan de afmeting van opening 7 worden veranderd en daardoor de afmeting van het te plateren deel van de contactelementen 1.
Zoals schematisch in de fig. 1A en 1B is aangegeven, zijn geleidingsorganen 22 langs de baan van de band 2 door de inrichting gemonteerd. Deze geleidingsorganen 22 zijn aangebracht voor het elektrisch contact maken met de band 2 en voor het geleiden hiervan door de inrichting. Elke twee geleidingsorganen 22, waarvan er een meer in detail in fig. 4 is weergegeven, voor de plateerkop 3 zijn gemonteerd op een draagplaat 23, die ten opzichte van de bijbehorende plateerkop 3 in dwarsrichting en in hoekstand instelbaar is. Hiertoe is de draagplaat 23 gemonteerd tussen twee steunplaten 24, die aan de respectieve langseinden van de bijbeho- rende plateerkop 3 zijn geplaatst.. Elke steunplaat 24 is voorzien van twee opstaande verlengstukken 25 met een boogvormige sleuf 26.
Door middel van een bout 27 is een steunblok 28 gemonteerd op de tegenover elkaar liggende verlengstukken 25 aan de ene zijde van de plateerkop 3, welk steunblok 28 in elke gewenste hoekpositie ten opzichte van deze plateerkop 3 kan worden ingesteld. De draagplaat 23 is dwars op de plateerkop 3 verschuifbaar op de steunblokken 28 gemonteerd. De draagplaat 23 met zijn bijbehorende geleidingsorganen 22 kan ook tussen de andere tegenover elkaar liggende verlengstukken van de plaat 24 worden gemonteerd aan de andere zijde van de plateerkop 3 (de onderzijde in fig. 1A), zoals uit fig. 1B blijkt.
Door instellen van de positie in dwarsrichting van de plateerkop 3 ten opzichte van de baan van de band 2 door de inrichting, door het kiezen van de verlengstukken 25 voor het monteren van de draagplaat 23 en door het instellen van de hoekstand en positie in dwarsrichting van de draagplaat 23 kunnen de contactelementen 1 in elke gewenste positie worden gebracht ten opzichte van het plateeroppervlak 18 van het doek 8, teneinde elk gewenst deel van de contactelementen 1 te plateren.
<Desc/Clms Page number 7>
Bij de uitvoering van de inrichting volgens de fig. 1A en 1B zijn de eerste en tweede plateerkop 3 van de derde en vierde plateerkop 3 gescheiden door een omkeerzone 29, waarin de band 2 over 180 wordt gedraaid. Hierdoor kan deze inrichting de contactelementen 1 op twee verschillende delen aan weerszijden daarvan bekleden. Uiteraard kan het aantal plateerkoppen vari ren in afhankelijkheid van het aantal gewenste te plateren delen.
De uitvinding is niet beperkt tot het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende wijzen kan worden gevarieerd binnen het kader van de volgende conclusies.