<Desc/Clms Page number 1>
Schoor.
EMI1.1
- ------ Deze uitvinding heeft betrekking op een schoor. Meer speciaal betreft zij een schoor bestaande uit een steun waarop een in hoogte verstelbaar kopstuk is aangebracht.
In de eerste plaats is de schoor volgens de uitvinding bedoeld om te worden aangewend in de bouwsektor, meer speciaal voor het schoren van bekistingen voor het storten van beton. Deze schoor kan eveneens voor andere doeleinden worden aangewend.
Het gebruik van uitschuifbare schoren met een verstelbaar kopstuk is algemeen bekend in de bekistingstechniek. De kopstukken zijn hierbij voorzien van een in hoogte verstelbare bovenplaat en hiermee samenwerkende spanmiddelen, een en ander zodanig dat deze spanmiddelen na het harden van het beton kunnen worden losgemaakt zodat de bovenplaat kan zakken en de bekisting van het beton kan worden verwijderd. De bekende kopstukken vertonen het nadeel dat de bovenplaat
<Desc/Clms Page number 2>
en/of de spanmiddelen bij het losmaken van deze laatste naar beneden vallen tot op de steun, wat onhandig is.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een schoor die het voornoemde en andere nadelen niet vertoont.
De uitvinding betreft hiertoe een schoor, bestaande uit een steun en een in hoogte verstelbaar kopstuk, met als kenmerk dat het kopstuk hoofdzakelijk is samengesteld uit een draadstang ; een moer voor het in de hoogte verplaatsen van de draadstang ; een bovenplaat die minstens over een bepaalde afstand ten opzichte van de draadstang kan worden verplaatst ; een aanslag die de verplaatsing van de bovenplaat naar boven toe begrenst ; spanmiddelen om de bovenplaat in de hoogste stand ten opzichte van de draadstang te vergrendelen ; en middelen die in de ontgrendelde toestand van de spanmiddelen de koers van de bovenplaat naar beneden toe over een welbepaalde afstand begrenzen.
In voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de schoor volgens de uitvinding tevens middelen die de koers van het spanstuk over een welbepaalde afstand begrenzen.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig
<Desc/Clms Page number 3>
beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zieht weergeeft van een schoor volgens de uitvinding ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 ; figuur 3 op een grotere schaal een zicht weergeeft van het gedeelte dat figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een zicht weergeeft van het spanstuk dat in het kopstuk van figuur 3 wordt aangewend ; figuur 5 een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4 ; figuur 6 het afgerolde profiel van het klemgedeelte van het spanstuk weergeeft ; figuur 7 het bovenste gedeelte van het kopstuk uit figuur 3 in een andere toepassing weergeeft ;
figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn
VIII-VIII in figuur 7 ; figuren 9 en 10 doorsneden weergeven volgens lijnen
IX-IX en X-X in figuur 3.
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 heeft de uitvinding betrekking op schoren 1 voor het ondersteunen van bekistingen en/of voor het ondersteunen van draagbalken
<Desc/Clms Page number 4>
2 waarop een bekisting kan worden aangebracht. Deze schoren 1 kunnen zowel in de vorm van een enkele steun zijn uitgevoerd, als in de vorm van een kruisschoor. In het laatste geval zijn de schoren 1 zoals weergegeven in figuur 1 door middel van verbindingen 3 op een bepaalde afstand aan elkaar vastgemaakt.
Elke schoor 1 bestaat hierbij uit een steun 4 en een in hoogte verstelbaar kopstuk 5. Zoals weergegeven in figuur 3 bestaat het kopstuk 5 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een draadstang 6 ; een moer 7 voor het verstellen van de draadstang 6 ; een bovenplaat 8 die minstens over een bepaalde afstand D1 ten cpzichte van de draadstang 6 kan worden verplaatst ; een aanslag 9 die de verplaatsing van de bovenplaat 8 naar boven toe begrenst ; spanmiddelen 10 om de bovenplaat 8 in de hoogste stand ten opzichte van de draadstang 6 te vergrendelen ; en middelen die in de ontgrendelde toestand van de spanmiddelen 10 de koers van de bovenplaat 8 naar beneden toe over een welbepaalde afstand begrenzen.
De voornoemde draadstang 6 schuift bij het verlagen van de schoor 1 in de steun 4. Hiertoe steunt de moer 7 op een steunplaat 11 op de steun 4.
<Desc/Clms Page number 5>
De bovenplaat 8 is bij voorkeur gemonteerd op een cylindrisch tussenstuk 12 dat over het bovenste uiteinde van de draadstang 6 past.
De voornoemde aanslag 9 die de verplaatsing van de bovenplaat 8 naar boven toe ten opzichte van de draadstang 6 beperkt bestaat bij voorkeur uit minstens één pen die in de zijde van de draadstang 6 is gemonteerd, waarbij deze pen aangrijpt in een vertikaal gerichte gleuf 13 in het tussenstuk 12.
De voornoemde spanmiddelen 10 bestaan bij voorkeur uit een wentelbaar spanstuk 14 dat vrij verdraaibaar is over de draadstang 6. Zoals weergegeven in figuur 3 vertoont dit spanstuk 14 aan zijn onderzijde een geprofileerde rand 15 die kan samenwerken met een aanslag 16. Deze aanslag kan ook bestaan uit een pen of dergelijke die in de zijwand van de draadstang 6 is gemonteerd. De bovenzijde 17 van het voornoemde spanstuk 14 kan samenwerken met de onderzijde van het tussenstuk 12, één en ander zodanig dat het tussenstuk 12 door het aanspannen van de spanmiddelen 10 tegen de aanslag 9 kan worden gedrukt.
Zoals weergegeven in figuren 4 en 5 vertoont het spanstuk 14 de vorm van een ring waarop twee radiale
<Desc/Clms Page number 6>
uitsteeksels 18 zijn aangebracht om het vast-en losmaken te vergemakkelijken.
De geprofileerde rand 15 heeft twee vlakke gedeelten 19, alsmede twee klemgedeelten 20 die een zwakke helling vertonen. Deze laatste is in ontrolde toestand weergegeven in figuur 6.
Bij voorkeur is het spanstuk 14 op twee plaatsen ondersteund, doordat aan weerszijden van de draadstang 6 een aanslag 16 in de vorm van een pen is aangebracht.
De bovenplaat 8 is bij voorkeur rechthoekig, zodanig dat er in één richting één draagbalk 2 kan opgelegd worden, terwijl in de andere richting twee draagbalken 2 kunnen worden ondersteund. Deze beide toepassingen zijn respektievelijk in de figuren 6 en 7 afgebeeld.
Om de draagbalken 2 op de bovenplaat 8 vast te houden wordt gebruik gemaakt van steunstukken 21, waarvan de vorm kan aangepast zijn aan de gebruikte draagbalken 2. De steunstukken 21 kunnen door middel van hieraan bevestigde pennen 22 in openingen 23 in de bovenplaat 8 worden geplaatst, waarna zij door middel van moeren 24
EMI6.1
of dergelijke kunnen worden vergrendeld. Elk steunstuk o
<Desc/Clms Page number 7>
21 vertoont aan de onderzijde tevens een uitsteeksel 25 om dit steunstuk te positioneren.
Zoals weergegeven in figuur 8 zijn in de bovenplaat op elke hoek twee uitsparingen 26 en 27 aangebracht die een zitting vormen voor de uitsteeksels 25. De uitsparingen 26 en 27 strekken zieh radiaal rond de openingen 23 uit en staan loodrecht op elkaar, een en ander zodanig dat door het uitsteeksel 25 in de uitsparing 26 of 27 te plaatsen de betreffende steun 21 respektievelijk gepositioneerd wordt zoals weergegeven in figuur 7 of figuur 3. Het is duidelijk dat een positionering ook mogelijk is volgens andere richtingen, afhankelijk van de plaatsen waar uitsparingen 26 en 27 worden voorzien.
De voornoemde middelen die in de ontgrendelde toestand van de spanmiddelen 10 de koers van de bovenplaat 8 naar beneden toe begrenzen zijn in het weergegeven voorbeeld gevormd uit de aanslag 9 en de gleuf 13. Zij kunnen echter van willekeurige aard zijn. Volgens de variante worden zij gevormd door de aanslag 16 en het spanstuk 14. Bij een langere gleuf 13 rust het tussenstuk 12 met de bovenplaat 8 in de laagste stand immers op het spanstuk 14 dat op zijn beurt op de aanslag 16 rust.
<Desc/Clms Page number 8>
Bij voorkeur bestaan de voornoemde steunen 4 uit teleskopisch uitschuifbare profielen, respektievelijk een buitenprofiel 28 en een binnenprofiel 29. Zoals weergegeven in figuur 9 bezit het binnenprofiel 29 een aantal radiale vinnen 30. Een aantal uitsteeksels of vinnen 31 in het holle buitenprofiel 28 beletten dat het binnenprofiel 29 kan verdraaien.
De profielen 28 en 29 bestaan bij voorkeur uit aluminium.
Zoals weergegeven in figuur 10 vertoont de steunplaat 11 bij voorkeur een opening die toelaat dat indien gewenst zowel aan het bovenste als aan het onderste uiteinde van de steun 4 in een uitschuifbaar binnenprofiel 29 kan worden voorzien.
Opgemerkt wordt dat de aanslag 16 de koers van het spanstuk 14 naar beneden toe begrenst, zodat dit laatste niet naar beneden valt tot op de steun 4. Het is duidelijk dat ook andere middelen kunnen worden aangewend om de koers van het spanstuk 10 te begrenzen.
Het gebruik van de schoor kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid. De bovenplaat 8 wordt ten opzichte van de draadstang 6 in haar hoogste positie gebracht door de spanmiddelen 10 aan te spannen. Vervolgens wordt het kopstuk 5 op de gewenste hoogte ingesteld door middel
<Desc/Clms Page number 9>
van de moer 7, alsmede door het al dan niet uitschuiven van de binnenprofielen 29. Deze binnenprofielen 29 worden in de gewenste stand ten opzichte van het buitenprofiel 28 vergrendeld, bijvoorbeeld door middel van een vergrendelingspen 32.
Na het storten en harden van de beton kan de op de schoor 1 aangebrachte bekisting worden losgemaakt door het spanstuk 14 los te maken zodat het tussenstuk 12 en de bovenplaat 8 over een bepaalde afstand naar beneden komen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke schoor kan volgens verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Shaved.
EMI1.1
- ------ This invention relates to a strut. More specifically, it concerns a brace consisting of a support on which a height-adjustable head piece is mounted.
In the first place, the strut according to the invention is intended to be used in the construction sector, more specifically for shoring formwork for pouring concrete. This strut can also be used for other purposes.
The use of extendable braces with an adjustable head piece is well known in the formwork technique. The end pieces are herein provided with a height-adjustable top plate and co-acting clamping means, all this in such a way that these clamping means can be released after hardening of the concrete so that the top plate can drop and the formwork can be removed from the concrete. The known headers have the disadvantage that the top plate
<Desc / Clms Page number 2>
and / or the tensioning means when falling off the latter fall down to the support, which is inconvenient.
The present invention relates to a strut that does not present the aforementioned and other disadvantages.
The invention relates to a strut consisting of a support and a height-adjustable head piece, characterized in that the head piece is mainly composed of a threaded rod; a nut for moving the threaded rod in height; a top plate that can be moved at least a certain distance from the threaded rod; a stop limiting the displacement of the top plate upwards; tensioning means for locking the top plate in the highest position relative to the threaded rod; and means which in the unlocked state of the tensioning means limit the course of the top plate downwards by a specific distance.
In a preferred embodiment, the strut according to the invention also has means which limit the course of the clamping piece over a specified distance.
With the insight to better demonstrate the characteristics according to the invention, the following is without any example
<Desc / Clms Page number 3>
limiting character describes a preferred embodiment, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a view of a strut according to the invention; figure 2 represents a view according to arrow F2 in figure 1; figure 3 shows on a larger scale a view of the part which is indicated with F3 in figure 2; figure 4 represents a view of the clamping piece used in the head piece of figure 3; figure 5 represents a view according to arrow F5 in figure 4; figure 6 shows the unrolled profile of the clamping part of the clamping piece; Figure 7 shows the top portion of the headpiece of Figure 3 in another application;
figure 8 represents a section according to line
VIII-VIII in Figure 7; figures 9 and 10 show cross-sections according to lines
IX-IX and X-X in Figure 3.
As shown in figures 1 and 2, the invention relates to braces 1 for supporting formwork and / or for supporting beams
<Desc / Clms Page number 4>
2 to which formwork can be applied. These braces 1 can be in the form of a single support or in the form of a cross brace. In the latter case, the struts 1 as shown in figure 1 are fastened together by means of connections 3 at a certain distance.
Each strut 1 hereby consists of a support 4 and a height-adjustable head piece 5. As shown in figure 3, the head piece 5 according to the invention mainly consists of a threaded rod 6; a nut 7 for adjusting the threaded rod 6; a top plate 8 which can be moved at least a certain distance D1 with respect to the threaded rod 6; a stop 9 limiting the movement of the top plate 8 upwards; tensioning means 10 for locking the top plate 8 in the highest position relative to the threaded rod 6; and means which in the unlocked state of the tensioning means 10 limit the course of the top plate 8 downwards by a specific distance.
When lowering the strut 1, the aforementioned threaded rod 6 slides into the support 4. For this purpose the nut 7 rests on a support plate 11 on the support 4.
<Desc / Clms Page number 5>
The top plate 8 is preferably mounted on a cylindrical intermediate piece 12 which fits over the top end of the threaded rod 6.
The aforementioned stop 9 which restricts the movement of the top plate 8 upwards relative to the threaded rod 6 preferably consists of at least one pin mounted in the side of the threaded rod 6, this pin engaging in a vertically oriented slot 13 in the spacer 12.
The aforesaid tensioning means 10 preferably consist of a rotatable tensioning piece 14 which is freely rotatable over the threaded rod 6. As shown in figure 3, this tensioning piece 14 has on its underside a profiled edge 15 which can cooperate with a stop 16. This stop can also consist of from a pin or the like mounted in the side wall of the threaded rod 6. The top 17 of the above-mentioned clamping piece 14 can cooperate with the bottom side of the intermediate piece 12, all this in such a way that the intermediate piece 12 can be pressed against the stop 9 by tightening the clamping means 10.
As shown in Figures 4 and 5, the clamping piece 14 has the shape of a ring on which two radial
<Desc / Clms Page number 6>
protrusions 18 are provided to facilitate attachment and detachment.
The profiled edge 15 has two flat parts 19, as well as two clamping parts 20 which have a slight slope. The latter is shown unrolled in figure 6.
The clamping piece 14 is preferably supported in two places, because a stop 16 in the form of a pin is arranged on either side of the threaded rod 6.
The top plate 8 is preferably rectangular, such that one beam 2 can be supported in one direction, while two beams 2 can be supported in the other direction. Both these applications are shown in Figures 6 and 7, respectively.
In order to hold the supporting beams 2 on the top plate 8, use is made of support pieces 21, the shape of which can be adapted to the used supporting beams 2. The support pieces 21 can be placed in openings 23 in the top plate 8 by means of pins 22 attached thereto. after which they are tightened with nuts 24
EMI6.1
or the like can be locked. Each support piece o
<Desc / Clms Page number 7>
21 also has a projection 25 on the underside to position this support piece.
As shown in Figure 8, two recesses 26 and 27 are provided in the top plate at each corner to form a seat for the protrusions 25. The recesses 26 and 27 extend radially around openings 23 and are perpendicular to one another, such that that by placing the projection 25 in the recess 26 or 27 the respective support 21 is positioned respectively as shown in figure 7 or figure 3. It is clear that a positioning is also possible in other directions, depending on the places where recesses 26 and 27 are provided.
The aforementioned means which in the unlocked state of the clamping means 10 limit the course of the top plate 8 downwards are formed in the illustrated example from the stop 9 and the slot 13. However, they can be of any nature. According to the variant, they are formed by the stop 16 and the clamping piece 14. In the case of a longer slot 13, the intermediate piece 12 with the top plate 8 in the lowest position rests on the clamping piece 14, which in turn rests on the stop 16.
<Desc / Clms Page number 8>
Preferably, the aforementioned supports 4 consist of telescopically extendable profiles, an outer profile 28 and an inner profile 29, respectively. As shown in figure 9, the inner profile 29 has a number of radial fins 30. A number of protrusions or fins 31 in the hollow outer profile 28 prevent the inner profile 29 can rotate.
Profiles 28 and 29 preferably consist of aluminum.
As shown in figure 10, the support plate 11 preferably has an opening which allows, if desired, an extendable inner profile 29 to be provided at both the top and the bottom end of the support 4.
It is noted that the stop 16 limits the course of the clamping piece 14 downwards, so that the latter does not fall down to the support 4. It is clear that other means can also be used to limit the course of the clamping piece 10.
The use of the strut can be easily deduced from the figures. The top plate 8 is brought into its highest position relative to the threaded rod 6 by tightening the clamping means 10. Subsequently, the head piece 5 is adjusted to the desired height by means of
<Desc / Clms Page number 9>
of the nut 7, as well as by extending or not extending the inner profiles 29. These inner profiles 29 are locked in the desired position relative to the outer profile 28, for instance by means of a locking pin 32.
After pouring and hardening of the concrete, the formwork applied to the strut 1 can be released by loosening the clamping piece 14 so that the intermediate piece 12 and the top plate 8 come down over a certain distance.
The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the figures, but such a brace can be made in various variants without departing from the scope of the invention.