BE1004898A3

BE1004898A3 - Stapelbare in compartimenten onderverdeelde krat.

Info

Publication number: BE1004898A3
Application number: BE9100500A
Authority: BE
Original assignee: Overpelt Plascobel In Het Kort
Priority date: 1991-05-21
Filing date: 1991-05-21
Publication date: 1993-02-16

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare in compartimenten (2) onderverdeelde krat van kunststof met een nagenoeg rechthoekige bodem (1), welke compartimenten (2) bestemd zijn voor het afzonderlijk onderbrengen van flessen (10) waarbij minstens aan de omtrek (3) van de bodem (1) een reeks staandes (4) verdeeld opgesteld zijn, die bovenaan onderling verbonden zijn door een raam (5), waarvan de omtrek overeenstemt met deze van de bodem (1), waarbij de afstand tussen de bodem (1) en de bovenrand (6) van dit raam (5) minstens gelijk is aan de hoogte van de in de compartimenten (2) onder te brengen flessen (10), welke staandes (4) zich op een bepaalde afstand van de hoeken (7) van de bodem (1) bevinden en in het raam (59 tussen genoemde compartimenten (2), dwarsstukken (8) voorzien zijn, waarover een op de krat geplaatste last minstens gedeeltelijk kan verdeeld worden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Stapelbare in compartimenten onderverdeelde krat" 
De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare in compartimenten onderverdeelde krat van kunststof met een nagenoeg rechthoekige bodem, welke compartimenten meer bepaald bestemd zijn voor het afzonderlijk onderbrengen van flessen en dergelijke, waarbij minstens aan de omtrek van de bodem een reeks staanders verdeeld opgesteld zijn, die bovenaan onderling verbonden zijn door een raam, waarvan de omtrek nagenoeg overeenstemt met deze van genoemde bodem, en waarbij de afstand tussen de bodem en de bovenrand van dit raam minstens gelijk is aan de hoogte van de in de compartimenten onder te brengen flessen of dergelijke. 



   De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een dergelijke krat voor te stellen die, naast een esthetisch uitzicht en een stevige constructie voor het op elkaar stapelen van een voldoende aantal kratten toe te laten, een zo grote mogelijke zijdelingse open ruimte vertoont, zodanig dat in minstens bepaalde van de compartimenten   ondergebrachte   flessen maximaal zichtbaar worden waardoor eventuele opschriften en/of afbeeldingen op de krat zelf in verband met de inhoud van de flessen weggelaten of tot een strict minimum kunnen beperkt worden. 



   Tot dit doel bevinden genoemde staanders zieh op een bepaalde afstand van de hoeken van de bodem en zijn in het raam, tussen genoemde compartimenten, dwarsstukken voorzien, waarover een op de krat geplaatste last, zoals het gewicht van een andere identieke krat, minstens gedeeltelijk verdeeld kan worden. 



   Doelmatig heeft genoemd raam nagenoeg de vorm van een hol relatief plat, onder en boven open, rechthoekig prisma, waarvan de zijvlakken gelegen zijn in de op het vlak van de bodem loodrechte vlakken, die deze laatste begrenzen, waarbij minstens sommige 
 EMI1.1 
 van de dwarsstukken gevormd zijn door schotten die zieh minstens < 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 over nagenoeg de volledige hoogte van dit prisma uitstrekken. 



   In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de bovenrand van de niet door een staander ondersteunde hoeken van het raam enigszins lager gelegen dan het ander gedeelte van de bovenrand, zodat een op de krat geplaatste last, zoals een andere krat, hoofdzakelijk rust op genoemd ander gedeelte van de bovenrand. 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bevinden genoemde staanders, aan de omtrek van de bodem, zieh op de scheiding van twee aangrenzende compartimenten. 



   Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de draagwijdte niet van de uitvinding. 



   De in de hierna volgende beschrijving gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegd figuur, die een perspectief aanzicht voorstelt van een krat volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding. 



   De uitvinding heeft meer bepaald betrekking op een stapelbare krat in kunststof die volgens de techniek van de spuitgieten vervaardigd wordt. 



   Deze krat vertoont een rechthoekige bodem 1 waarvan de hoeken afgerond zijn en is verdeeld in een aantal identieke compartimenten 2. In de voorgestelde uitvoeringsvorm zijn twee naast elkaar gelegen rijen van drie compartimenten voorzien, waardoor dus de lengte van een van de zijden van de krat gelijk is aan twee derde van de andere zijde. 



   Deze compartimenten zijn m. b. bestemd voor het afzonderlijk onderbrengen van fiessen of eventueel andere langwerpige voorwerpen. 



   Aan de omtrek 3 van de bodem   l   zijn een reeks staanders 4 verdeeld opgesteld die bovenaan onderling verbonden zijn door een raam   5,   waarvan de omtrek overeenstemt met deze van de bodem 1. De   af stand   tussen de bodem 1 en de bovenrand 6 van dit raam 5 is minstens gelijk aan en bij voorkeur enigszins groter dan de in de compartimenten 2 onder te brengen flessen of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Deze krat is gekenmerkt door het feit dat de staanders 4 zich op een bepaalde afstand van de hoeken 7 van de bodem   l   bevinden en bovendien in het raam 5 tussen de compartimenten 2, dwarsstukken 8 voorzien zijn waarop een op de krat geplaatste last, zoals een andere identieke krat, minstens gedeeltelijk kan rusten zodanig dat het gewicht van deze last niet alleen terechtkomt op het raam 5 zelf maar dus eveneens op de binnenin gelegen dwarsstukken 8. Vastgesteld werd dat op deze manier de belasting op de hoeken 9 van het raam, die, zoals duidelijk blijkt uit de figuur, niet ondersteund worden door een staander, tot een minimum beperkt wordt. Het risico dat een dergelijke hoek 9 onder het gewicht van op elkaar gestapelde kratten zou doorbreken is dan ook nagenoeg uitgesloten. 



   Een belangrijk kenmerk van de krat volgens de uitvinding is dus dat deze geen hoekstaanders vertoont en niettegenstaande toch de stevigheid vertoont van de   klassieke   kratten, die wel met dergelijke hoekstaanders voorzien zijn. 



   De afwezigheid van deze hoekstaanders bij de krat volgens de uitvinding heeft als belangrijk voordeel dat van een fles, die zieh in een   hoekcompartiment     2'van   de krat bevindt, minstens de helft van haar cylindrisch zijvlak doorlopend zichtbaar is. Aangezien een bepaalde tekst of tekening van een etiket 11 op een fies 10 zich meestal ten hoogste over een derde van de omtrek van de fies uitstrekt, wordt het dus mogelijk, door de fies in een bepaalde stand te plaatsen, deze volledige tekst en/of tekeningen vanuit de krat zichtbaar te maken. 



   Aldus is het niet meer strict vereist de krat zelf met de merknaam bijvoorbeeld of een bepaalde tekst of tekening te voorzien. Dit komt er dan verder op neer dat eenzelfde krat gebruikt kan worden voor het onderbrengen van flessen met allerhande etiketten. 



   Anderzijds, voor flessen zonder etiket laat de krat volgens de uitvinding toe zeer duidelijk de inhoud ervan te zien, ten minsten als de fies doorzichtig is, zonder deze uit de krat te moeten nemen. 



   In de in de figuur voorgestelde uitvoeringsvorm van de krat volgens de uitvinding heeft het raam 5 de vorm van een hol 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 relatief plat, onder en boven open rechthoekig prisma waarvan de zijvlakken 12 gelegen zijn in de op het vlak van de bodem 1 loodrechte vlakken die deze laatste begrenzen. Daarbij zijn de dwarsstukken
8 die de hoekcompartimenten 2'begrenzen gevormd door schotten die zieh over de volledige hoogte van dit prisma uitstrekken. 



   Zoals duidelijk blijkt uit de figuur bevinden de staanders
4 aan de omtrek 3 van de bodem 1 zieh op de scheiding van twee aangrenzende compartimenten. 



   Verder zijn eveneens staanders 4'voorzien binnen de ruimte van de krat die zieh uitstrekken tussen aangrenzende comparti- menten vanaf de bodem 1 tot aan de dwarsstukken 8 en vast zijn met deze laatste. 



   Zowel de staanders 4 aan de omtrek van de bodem als de staanders 4'binnenin de krat reiken tot aan   het niveau   van de bovenrand 6 van het raam   5,   terwijl de dwarsstukken 8 tegenoverlig- gende staanders 4 en 4'onderling verbinden. Op deze manier wordt een nagenoeg onvervormbaar raam 5 verkregen. 



   Bovendien vertonen de hoeken 9 van het raam 5 een degelijke versteviging. Op deze plaats is het raam dubbelwandig uitgevoerd en wordt tussen de binnen-en buitenwand een verbindingsstuk
13 voorzien. 



   Ook worden bij voorkeur de binnenzijden van het deel van het raam 5 dat de hoekcompartimenten 2 begrenst door een vakwerk 14 verstevigd. Verder worden de staanders in de vorm van holle kolommen uitgevoerd teneinde aan deze een maximale stijfheid te geven voor een minimaal gewicht en materiaalverbruik. De bodem
1 van de krat is verder met een opstaande buitenrand 15 voorzien die de basissen van de staanders 4 onderling verbindt en op deze manier bijdraagt tot de stijfheid van de bodem en de van deze laatste vertrek- kende staanders 4. 



   Ook de hoeken 16 van deze opstaande buitenrand vertonen een versteviging op dezelfde manier als de hoeken 9 van het raam 5. 



   In ieder compartiment 2 vertoont de bodem 1 voor de flessen 10 een nagenoeg ringvormig steunviak 17 met een centrale 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 uitsparing 18 en in het middelpunt van deze uitsparing een bijkomende steun die verbonden is met het steunviak 17 door middel van zieh diagonaal uitstrekkende staven 19. 



   Tenslotte vertoont de krat bij voorkeur een handvat 20 dat gevormd wordt door een dwarsstuk dat centraal gelegen is binnen in het raam 5 tussen de twee binnenin de krat voorziene staanders   4'.   Dit handvat dat terzelfder tijd als versteviging dienst doet is dus volledig verzonken in de krat en vormt dan ook geen hindernis van het op elkaar stapelen van kratten. 



   In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het deel van de bovenrand 6 van de niet door een staander ondersteunde hoek 9 van het raam 5 enigszins lager gelegen dan het ander gedeelte van de bovenrand 6, zodanig dat een op de krat geplaatste last, meer bepaald een andere krat, hoofdzakelijk komt te rusten op-dit andere gedeelte van deze bovenrand 6. Op deze manier wordt dus eveneens de belasting op de hoeken 9 van het raam 5 verminderd. 



   De uitvinding is natuurlijk geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuur voorgestelde uitvoeringsvorm, maar binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere veranderingen overwogen worden,   o. m.   wat betreft de vorm en afmetingen van de samenstellende onderdelen van de krat alsook wat betreft het aantal compartimenten en de relatieve schikking van deze laatste in de krat.

Claims

CONCLUSIES 1. Stapelbare in compartimenten (2) onderverdeelde krat van kunststof met een nagenoeg rechthoekige bodem (1), welke compartimenten (2) meer bepaald bestemd zijn voor het afzonderlijk onderbrengen van flessen (10) en dergelijke, waarbij minstens aan de omtrek (3) van de bodem (1) een reeks staanders (4) verdeeld opgesteld zijn, die bovenaan onderling verbonden zijn door een raam (5), waarvan de omtrek nagenoeg overeenstemt met deze van genoemde bodem (l), en waarbij de afstand tussen de bodem (1) en de bovenrand (6) van dit raam (5) minstens gelijk is aan de hoogte van de in de compartimenten (2) onder te brengen flessen (10) of dergelijke, met het kenmerk dat genoemde staanders (4) zieh op een bepaalde afstand van de hoeken (7)

van de bodem (1) bevinden en in het raam (5), tussen genoemde compartimenten (2), dwarsstukken (8) voorzien zijn, waarover een op de krat geplaatste last, zoals het gewicht van een andere identieke krat, minstens gedeeltelijk kan verdeeld worden.
2. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk dat genoemd raam (5) nagenoeg de vorm heeft van een hol relatief plat, onder en boven open, rechthoekig prisma waarvan de zijvlakken (12) gelegen zijn in de op het vlak van de bodem (1) loodrechte vlakken, die deze laatste begrenzen, waarbij minstens sommige van de dwarsstukken (8) gevormd zijn door schotten die zich minstens over nagenoeg de volledige hoogte van dit prisma uitstrekken.
3. Krat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de staanders (4) zieh uitstrekken tot aan de bovenrand (6) van het raam (5) en de dwarsstukken (8) tegenoverliggende staanders (4) onderling verbinden.
4. Krat volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat het deel van de bovenrand (6) van de niet door een staander (4) ondersteunde hoeken (9) van het raam (5) enigszins lager gelegen is dan het ander gedeelte van de bovenrand (6), zodat een op de krat geplaatste last, zoals een andere krat, hoofdzakelijk rust op genoemd ander gedeelte van de bovenrand (6). EMI6.1
5. Krat volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat de hoeken (9) van genoemd raam (5) een versteviging t <Desc/Clms Page number 7> vertonen.
6. Krat volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat de bodem (l) met een opstaande buitenrand (15) voorzien is die de basissen van genoemde staanders (4) onderling verbindt.
7. Krat volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de hoeken (16) van de opstaande buitenrand (15) een versteviging vertonen.
8. Krat volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat genoemde staanders (4), aan de omtrek van de bodem (1), zieh bevinden op de scheiding van twee aangrenzende compartimenten (2).
9. Krat volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat minstens een staander (4') en/of opstaand tussenschot voorzien is binnen in de ruimte van de krat die zieh uitstrekt tussen aangrenzende compartimenten (2), vanaf de bodem (1) ervan tot aan bovenvermelde dwarsstukken (8) en vast is met minstens een van deze laatste.