<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het scheiden van vloeistoffen.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van vloeistoffen, meer speciaal van vloeistoffen die zieh als opeengestapelde lagen in een flexibele houder bevinden.
In de eerste plaats is de uitvinding bedoeld voor het scheiden van de komponenten van gecentrifugeerd bloed.
Het is bekend dat bloed wordt verzameld in bloedzakken.
In het algemeen wordt dit bloed, terwijl het nog in de bloedzakken aanwezig is, gecentrifugeerd ten einde een scheiding van de verschillende komponenten te kunnen uitvoeren. Na het centrifugeren worden drie vloeistoflagen in de bloedzakken bekomen, respektievelijk een eerste laag die hoofdzakelijk bestaat uit rode bloedcellen, een tweede laag die de "Buffy Coat" wordt genoemd en een derde laag die hoofdzakelijk bestaat uit plasma.
<Desc/Clms Page number 2>
Het is eveneens bekend dat de verschillende vloeistoflagen van elkaar kunnen worden gescheiden door de bloedzakken samen te drukken tussen twee aandrukelementen die elk hoofdzakelijk bestaan uit een vlakke plaat.
De verschillende bloedkomponenten worden hierbij via een leiding één na één uit de bloedzak gedrukt, één en ander zodanig dat zij mits het gebruik van een geschikte kanalisatie in afzonderlijke houders kunnen worden opgevangen.
Bekende inrichtingen om bloedzakken samen te drukken zijn beschreven in de Europese oktrooiaanvragen nr 175. 618, nr 342. 404 en nr 348. 682 en de Amerikaanse oktrooien nr 4. 350. 585, nr 4. 354. 116 en nr 4. 663. 032.
Alle bekende inrichtingen vertonen het kenmerk dat de aandrukelementen gedurende het samendrukken van de bloedzakken éden welbepaalde baan beschrijven, onafhankelijk van het feit of al dan niet een bloedzak aanwezig is en onafhankelijk van het volume dat de gevulde bloedzak inneemt. Deze inrichtingen vertonen dan ook het nadeel dat zij hun optimaal nut slechts bewijzen bij bloedzakken met een welbepaalde inhoud of vorm, terwijl bij het samendrukken van bloedzakken met een hiervan afwijkende inhoud of vorm verschillende nadelen ontstaan.
<Desc/Clms Page number 3>
Het is ook bekend dat bij het samendrukken van de bloedzakken elke vorm van turbulentie in de vloeistof dient te worden vermeden om te voorkomen dat de komponenten vermengd raken. Dergelijke turbulenties ontstaan doorgaans ter plaatse van de randen van de bloedzakken.
Om aan dit nadeel te verhelpen is het bekend om de aandrukelementen te voorzien van geprofileerde geleidingselementen uit schuimkunststof of dergelijke, zodanig dat de vloeistof volgens het profiel van deze geleidingselementen naar de uitgang van de bloedzak wordt gedrukt.
De goede werking van deze geleidingselementen is echter sterk afhankelijk van de vulling van de bloedzak. Een vaak voorkomend probleem hierbij bestaat erin dat hetzij de geleidingselementen onvoldoende worden samengedrukt, waardoor het gewenste effekt achterwege blijft, hetzij deze geleidingselementen met een te grote kracht worden samengedrukt waardoor een te grote kracht vereist wordt om de vloeistof nog uit de bloedzak te kunnen drukken.
Een aantal van de voornoemde bekende inrichtingen vertonen tevens het nadeel dat tijdens het samendrukken de aandrukelementen een verschuiving t. o. v. elkaar uitvoeren, waardoor de wanden van de bloedzak t. o. v.
<Desc/Clms Page number 4>
elkaar verschuiven en deze, hetzij aan de bovenzijde of onderzijde van de bloedzak, dubbel komen te zitten.
De huidige heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van vloeistoffen die de voornoemde nadelen niet vertoont.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het scheiden van vloeistoffen, meer speciaal van vloeistoffen die zich als opeengestapelde lagen in een flexibele houder bevinden, waarbij deze houder minstens één uitgang vertoont waarlangs een aantal van de vloeistoffen één na een kunnen worden afgevoerd, daardoor gekenmerkt dat deze inrichting hoofdzakelijk bestaat uit twee aandrukelementen waartussen de houder kan worden aangebracht en vervolgens kan worden samengedrukt en middelen die toelaten dat de aandrukelementen tijdens het samendrukken minstens twee bewegingen t. o. v. elkaar kunnen uitvoeren, respektievelijk een beweging die voorziet in de eigenlijke samenvoeging van de aandrukelementen en een beweging waardoor de onderlinge positie van de aandrukelementen kan worden gewijzigd.
Doordat de aandrukelementen onderling twee bewegingen kunnen uitvoeren ontstaat het voordeel dat hun
<Desc/Clms Page number 5>
onderlinge positie tijdens het samendrukken van de houder, in dit geval een bloedzak, steeds optimaal aan de vorm van de houder kan worden aangepast, of zieh automatisch hieraan aanpast.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de inrichting het kenmerk dat de voornoemde middelen bestaan uit een aandrijfinrichting om de aandrukelementen naar elkaar toe te verplaatsen en dat minstens één van de aandrukelementen vrij beweegbaar opgehangen is. Bij voorkeur is dit vrij beweegbaar aandrukelementen kantelbaar rond een horizontale draaias. Deze as bevindt zieh bij voorkeur tussen de boven en onderzijde van het kontaktvlak van het aandrukelement, doch is bij voorkeur uit het midden hiervan geplaatst.
De voornoemde aandrijfinrichting kan van willekeurige aard zijn, doch bestaat bij voorkeur uit een wentelbaar gestel dat door middel van een aandrijfelement, zoals een veer, een aandrijfcylinder of een motor, kan worden verdraaid.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende
<Desc/Clms Page number 6>
uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding in vooraanzicht weergeeft ; figuren 2 tot 4 zichten weergeven volgens pijl
F2 in figuur 1, voor verschillende standen van de inrichting ; figuren 5 tot 8 verschillende varianten van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.
Zoals weergegeven in figuren 1 tot 4 bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een freem 2, twee aandrukelementen 3 en 4 die met elkaar kunnen samenwerken en middelen 5 die toelaten dat de aandrukelementen 3 en 4 minstens twee bewegingen t. o. v. elkaar kunnen uitvoeren, respektievelijk een beweging die voorziet in de eigenlijke samenvoeging van deze aandrukelementen en een beweging waardoor de onderlinge positie van de aandrukelementen op elk ogenblik kan worden gewijzigd.
Zoals weergegeven in figuur 1 kan tussen de aandrukelementen 3 en 4 een flexibele houder 6 worden aangebracht, zoals een bloedzak.
<Desc/Clms Page number 7>
Hiertoe zijn aan het freem 2 bevestigingsmiddelen zoals haakjes 7 aangebracht die toelaten dat de houder 6 tussen de aandrukelementen 3 en 4 kan worden omhoog gehangen. De houder 6 is hiertoe voorzien van de nodige openingen 8.
Door de houder 6 samen te drukken kunnen de hierin aanwezige vloeistoffen via een uitgang 9 naar buiten worden gedrukt.
Bij de behandeling van bloed is het bekend dat na het centrifugeren drie lagen vloeistof in de houder 6
EMI7.1
aanwezig zijn, respektievelijk c een laag 10 die een laag 10 diehoofdzakelijk bestaat uit rode bloedcellen, een laag 11 of de zogenaamde"Buffy Coat"en een laag 12 die hoofdzakelijk bestaat uit plasma. Door de houder 6 geleidelijk samen te drukken wordt eerst het plasma 12 en vervolgens de "Buffy Coat" 11 via de uitgang 9 naar buiten gedrukt.
Deze produkten worden hierbij via een gepaste kanalisatie 13 afzonderlijk in reservoirs 14 en 15 opgevangen, waarbij de leidingen van de kanalisatie 13 op de juiste ogenblikken op de juiste plaatsen worden afgesloten, bijvoorbeeld toegeknepen, zodanig dat elk
<Desc/Clms Page number 8>
produkt naar het gewenste reservoir 14, respektievelijk 15 wordt geleid.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de inrichting 1 de kenmerken dat, zoals weergegeven in figuren 1 tot 4, de voornoemde middelen 5 gevormd zijn uit een aandrijfinrichting 16 om de aandrukelementen 3 en 4 naar elkaar toe te verplaatsen en dat minstens één van de aandrukelementen, in dit geval het aandrukelement 4, vrij beweegbaar opgehangen is.
Bij voorkeur is het vrij beweegbaar aandrukelement 4 kantelbaar bevestigd. In het weergegeven voorbeeld kan het aandrukelement 4 kantelen rond minstens één draaias 17 die zieh evenwijdig aan de kontakvlakken 18 en 19 van de aandrukelementen 3 en 4 bevindt.
De draaias 17 is bij voorkeur horizontaal en bevindt zieh tussen de bovenzijde 20 en de onderzijde 21 van de kontaktvlakken 18 en 19. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat deze draaias 17 gelegen is tussen het midden 22 en één van de zijden 20 en 21 van de kontaktvlakken 18 en 19.
Het meest optimale effekt wordt bereikt wanneer de draaias 17 gelegen is tussen het midden 22 en de zijde
<Desc/Clms Page number 9>
20 of 21 waar zieh de uitgang 9 van de houder 6 bevindt. In het weergegeven voorbeeld bevindt de uitgang 9 zieh aan de bovenzijde 20 en is de draaias 17 dan ook boven het midden 22 gelegen. Daarentegen, in het geval dat de uitgang 9 zieh aan de onderzijde 21 zou bevinden, geniet het de voorkeur dat de draaias 17 onder het midden 22 is gelegen.
De voornoemde aandrijfinrichting 16 bestaat in het voorbeeld van figuren 1 tot 4 uit een wentelbaar gestel 23 dat door middel van een aandrijfelement 24 rond een as 25 kan worden verdraaid. De as 25 is bij voorkeur onder de aandrukelementen 3 en 4 gelegen.
Het gestel 23 kan van willekeurige vorm zijn. In het weergegeven voorbeeld bestaat dit uit twee L-vormige armen 26 en 27.
Het aandrukelement 4 bestaat uit een plaat die kantelbaar tussen de armen 26 en 27 is gemonteerd.
Hierbij kan gebruik worden gemaakt van tussenarmen 28 en 29, waardoor de plaat 4 niet alleen kantelbaar is rond de draaias 17, doch ook nog rond een tweede draaias 30.
Om te verhinderen dat het aandrukelement 4 in de geopende toestand van de inrichting naar beneden valt
<Desc/Clms Page number 10>
worden bij voorkeur elastische middelen voorzien om het aandrukelement 4 in een welbepaalde stand te houden. Zoals weergegeven in figuren 2 tot 4 kunnen hiertoe tussen de armen 26 en 27, enerzijds, en de tussenarmen 28 en 29, anderzijds, bladveren 31 worden gemonteerd. Deze bladveren 31 vertonen een zodanige elasticiteit dat zij vrijwel geen nadelige invloed uitoefenen op het gedrag van het aandrukelement 4 tijdens het samendrukken van een houder 6.
In de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 4 bestaat het aandrijfelement 24 uit een pneumatische of hydraulische aandrijfcylinder.
Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 is minstens één van de aandrukelementen 3 of 4, en in dit geval de beide aandrukelementen, voorzien van geleidingsmiddelen om te verhinderen dat bij het samendrukken van de houder 6 turbulenties in de vloeistoffen ontstaan. Deze middelen bestaan uit een aantal geprofileerde elementen 32 uit een samendrukbaar materiaal, zoals schuimkunststof of dergelijke, die tijdens het samendrukken van de aandrukelementen 3 en 4 als het ware een kanaal 33 vormen dat naar de uitgang 9 toe konvergeert waardoor turbulenties aan de bovenste rand 34 van de houder 6 worden uitgesloten.
<Desc/Clms Page number 11>
De werking van de inrichting 1 kan eenvoudig uit de figuren 2 tot 4 worden afgeleid.
Eerst wordt de houder 6, in dit geval een bloedzak, in de inrichting aangebracht. De bloedzak wordt hiertoe met de openingen 8 over de haakjes 7 geschoven.
Vervolgens wordt de voornoemde kanalisatie 13 op de uitgang 9 aangesloten.
Door de zuiger van het aandrijfelement 24 te laten uitgaan wordt het gestel 23 gewenteld en ontstaan achtereenvolgens de toestanden die zijn weergegeven in de figuren 2 tot 4.
In figuur 2 maakt het aandrukelement 4 juist kontakt met de houder 6. Bij het verder bewegen van het gestel 23 wordt de houder 6 aan zijn bovenzijde geklemd tussen de samendrukbare elementen 32 waardoor in de houder 6 als het ware een kanaal 33 voor het geleiden van de vloeistof wordt gevormd, één en ander zoals weergegeven in figuur 3. Bij het nog verder bewegen van het gestel 23 wordt de houder 6 samengedrukt zodat, zoals
EMI11.1
weergegeven in figuur 4, de lagen 10 en 11 één na een uit de houder 6 worden verwijderd.
<Desc/Clms Page number 12>
Uit de figuren is het duidelijk dat het aandrukelement 4 zieh steeds aanpast aan het volume van de houder 6, en wel zodanig dat de geleidingsmiddelen gevormd door de elementen 32 steeds met een geschikte kracht tegen elkaar gedrukt worden, dit onafhankelijk van het nog door de houder 6 ingenomen volume.
Het aandrukelement 4 voert hierbij twee gekombineerde bewegingen uit, respektievelijk een rotatie Rl rond de as 25 en een kantelende beweging R2 die het resultaat is van de verdraaiing rond de draaiassen 17 en 30.
In figuur 5 is een variante weergegeven waarbij het aandrukelement 4 bestaat uit een plaat die door middel van tussenarmen 35 aan de armen 26 en 27 van het wentelbaar gestel 23 is bevestigd. De tussenarmen 35 zijn vast op de voornoemde armen 26 en 27 gemonteerd, zodanig dat het aandrukelement 4 vrij kantelbaar is rond slechts één draaias 36.
In de geopende stand van de inrichting wordt het aandrukelement 4 in een initiële positie gehouden door middel van een bladveer 31.
In het voorbeeld van figuur 5 wordt het voornoemde aandrijfelement 24 gevormd door een veer die een kracht
<Desc/Clms Page number 13>
uitoefent op het gestel 23, waardoor de samendrukking van de aandrukelementen 3 en 4 kan worden bekomen. De inrichting kan hierbij in de geopende stand worden gehouden door middel van een hefboom 37 die achter een haak 38 kan worden vergrendeld.
Het aandrukelement 4 uit figuur 5 kan dus twee bewegingen uitvoeren, respektievelijk een rotatie Rl rond de as 25 en een rotatie R3 rond de draaias 36.
In figuur 6 is een variante weergegeven waarbij de aandrijfinrichting 16 voorziet in een translatie Tl, in de plaats van de voornoemde rotatie Rl. Hiertoe is het aandrukelement 4 scharnierbaar verbonden met een gestel 39 dat verbonden is met de zuigerstang 40 van een aandrijfcylinder 41.
In de uitvoeringsvorm van figuur 6 wordt hierbij, analoog als in de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 4, gebruik gemaakt van tussenarmen 28 en 29 die aan hun uiteinden scharnierbaar verbonden zijn met, enerzijds, het aandrukelement 4, en anderzijds, de aandrijfinrichting 16.
<Desc/Clms Page number 14>
Het aandrukelement 4 kan hierbij twee bewegingen uitvoeren, respektievelijk een translatie Tl en een kantelende beweging R4.
In figuur 7 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij het aandrukelement 4 rechtstreeks op het gestel 39 is gemonteerd, zonder gebruik te maken van de voornoemde tussenarmen 28 en 29.
Het aandrukelement 4 kan hierbij twee bewegingen uitvoeren, respektievelijk een translatie Tl die bekomen wordt door de verplaatsing van de zuigerstang 40 en een rotatie R5 rond de draaias 36.
Om de uitvinding te realiseren hoeft het aandrukelement 4 niet noodzakelijk vrij kantelbaar opgehangen te worden. Zoals weergegeven in figuur 8 kan immers ook gebruik gemaakt worden van aandrijfmiddelen 42 die toelaten dat het aandrukelement 3 en/of 4 op gekontroleerde wijze volgens minstens twee bewegingen wordt verplaatst.
In het voorbeeld van figuur 8 wordt hiertoe gebruik gemaakt van twee aandrijfcylinders 43 en 44 die respektievelijk met de bovenzijde 20 en de onderzijde 21 van het aandrukelement 4 zijn verbonden. Deze
<Desc/Clms Page number 15>
aandrijfcylinders 43 en 44 worden hierbij bevolen door middel van een stuureenheid 45, zodanig dat tijdens het samendrukken van een houder 6 de afstanden A en B zoals aangeduid in figuur 8 op elk ogenblik kunnen ingesteld en gewijzigd worden. Het aandrukelement 4 kan hierbij in hoofdzaak twee bewegingen uitvoeren, respektievelijk een translatie T2 waardoor de aandrukelementen 3 en 4 naar elkaar toe worden gebracht en een rotatie R6 waardoor de hoek tussen de aandrukelementen 3 en 4 kan worden gewijzigd.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het scheiden van vloeistoffen kan volgens verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Device for separating liquids.
This invention relates to a device for separating liquids, more particularly liquids contained as stacked layers in a flexible container.
In the first place, the invention is intended for the separation of the components of centrifuged blood.
Blood is known to collect in blood bags.
In general, this blood, while still present in the blood bags, is centrifuged in order to be able to separate the various components. After centrifugation, three liquid layers are obtained in the blood bags, a first layer mainly consisting of red blood cells, a second layer called the "Buffy Coat" and a third layer mainly consisting of plasma.
<Desc / Clms Page number 2>
It is also known that the different liquid layers can be separated from each other by compressing the blood bags between two pressing elements, each mainly consisting of a flat plate.
The different blood components are here pushed out of the blood bag one after the other via a line, all this in such a way that they can be collected in separate containers, provided that the use of a suitable channel is used.
Known devices for compressing blood bags are described in European Patent Applications No. 175,618, No. 342,404 and No. 348,682 and U.S. Patents No. 4,350,585, No. 4,354,116 and No. 4,663. 032.
All known devices have the feature that the pressing elements describe a specific path during the compression of the blood bags, irrespective of whether or not a blood bag is present and independent of the volume that the filled blood bag occupies. These devices therefore have the disadvantage that they only prove their optimal use with blood bags with a specific content or shape, while when compressing blood bags with a deviating content or shape there are various drawbacks.
<Desc / Clms Page number 3>
It is also known that when compressing the blood bags, any turbulence in the liquid should be avoided to avoid mixing of the components. Such turbulences usually arise at the edges of the blood bags.
In order to remedy this drawback, it is known to provide the pressing elements with profiled guiding elements of foamed plastic or the like, such that the liquid is pressed to the outlet of the blood bag according to the profile of these guiding elements.
However, the proper functioning of these guiding elements strongly depends on the filling of the blood bag. A common problem here is that either the guiding elements are insufficiently compressed, so that the desired effect is omitted, or these guiding elements are compressed with too great a force, so that too much force is required to be able to push the liquid out of the blood bag.
A number of the aforementioned known devices also have the drawback that the pressing elements shift during compression. o. v. perform each other, so that the walls of the blood bag t. o. v.
<Desc / Clms Page number 4>
shift each other and they become double, either on the top or bottom of the blood bag.
The present relates to an apparatus for separating liquids which does not have the aforementioned drawbacks.
To this end, the invention relates to a device for separating liquids, more particularly of liquids which are located as stacked layers in a flexible container, wherein this container has at least one outlet through which a number of the liquids can be discharged one after the other, characterized in that this device mainly consists of two pressing elements between which the holder can be fitted and subsequently can be compressed and means which allow the pressing elements to compress at least two movements during compression. o. v. being able to perform each other, respectively a movement which provides for the actual joining of the pressing elements and a movement whereby the mutual position of the pressing elements can be changed.
Because the pressing elements can perform two movements with each other, the advantage arises that their
<Desc / Clms Page number 5>
mutual position during the compression of the container, in this case a blood bag, can always be optimally adapted to the shape of the container, or automatically adapted to this.
According to a preferred embodiment, the device has the feature that the aforementioned means consist of a drive device for moving the pressing elements towards each other and that at least one of the pressing elements is freely movable. Preferably, this freely movable pressing elements can be tilted about a horizontal axis of rotation. This shaft is preferably located between the top and bottom of the contact surface of the pressing element, but is preferably placed from the center thereof.
The aforementioned drive device may be of any nature, but preferably consists of a revolving frame which can be rotated by means of a drive element, such as a spring, a drive cylinder or a motor.
With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some examples are given below without any limiting character
<Desc / Clms Page number 6>
described embodiments, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a device according to the invention in front view; figures 2 to 4 represent views according to arrow
F2 in figure 1, for different positions of the device; figures 5 to 8 show different variants of the device according to the invention.
As shown in Figures 1 to 4, the device 1 according to the invention mainly consists of a frame 2, two pressing elements 3 and 4 which can cooperate with each other and means 5 which allow the pressing elements 3 and 4 to have at least two movements. o. v. being able to perform each other, respectively a movement which provides for the actual joining of these pressing elements and a movement whereby the mutual position of the pressing elements can be changed at any time.
As shown in figure 1, a flexible holder 6, such as a blood bag, can be arranged between the pressing elements 3 and 4.
<Desc / Clms Page number 7>
For this purpose fastening means, such as hooks 7, are arranged on the frame 2, which allow the holder 6 to be hung up between the pressing elements 3 and 4. The holder 6 is provided for this purpose with the necessary openings 8.
By pressing the container 6 together, the liquids contained therein can be pressed out via an outlet 9.
In the treatment of blood, it is known that after centrifugation three layers of liquid in the container 6
EMI7.1
are present, respectively a layer 10 which consists of a layer 10 mainly consisting of red blood cells, a layer 11 or the so-called "Buffy Coat" and a layer 12 mainly consisting of plasma. By gradually compressing the holder 6, first the plasma 12 and then the "Buffy Coat" 11 is pressed out via the outlet 9.
These products are hereby collected separately in reservoirs 14 and 15 via an appropriate channel 13, whereby the pipes of the channel 13 are closed at the right moments in the right places, for example pinched, such that each
<Desc / Clms Page number 8>
product is led to the desired reservoir 14 and 15, respectively.
In the most preferred embodiment, the device 1 has the features that, as shown in Figures 1 to 4, the aforementioned means 5 are formed from a driving device 16 to move the pressing elements 3 and 4 towards each other and that at least one of the pressing elements, in this case the pressing element 4 is freely movable.
Preferably, the freely movable pressing element 4 is mounted tiltably. In the example shown, the pressing element 4 can tilt around at least one pivot axis 17 which is parallel to the contact surfaces 18 and 19 of the pressing elements 3 and 4.
The rotary axis 17 is preferably horizontal and is located between the top 20 and the bottom 21 of the contact surfaces 18 and 19. More particularly, it is preferred that this rotary axis 17 is located between the center 22 and one of the sides 20 and 21. of the contact surfaces 18 and 19.
The most optimal effect is achieved when the axis of rotation 17 is located between the center 22 and the side
<Desc / Clms Page number 9>
20 or 21 where the outlet 9 of the holder 6 is located. In the example shown, the output 9 is at the top 20 and the axis of rotation 17 is therefore located above the center 22. On the other hand, in the case that the exit 9 should be at the bottom 21, it is preferred that the axis of rotation 17 is located below the center 22.
In the example of Figures 1 to 4, the aforementioned drive device 16 consists of a revolving frame 23 which can be rotated around a shaft 25 by means of a drive element 24. The shaft 25 is preferably located under the pressing elements 3 and 4.
The frame 23 can be of any shape. In the example shown, this consists of two L-shaped arms 26 and 27.
The pressing element 4 consists of a plate which is mounted tiltably between the arms 26 and 27.
Here, use can be made of intermediate arms 28 and 29, whereby the plate 4 cannot only be tilted about the rotary axis 17, but also around a second rotary axis 30.
To prevent the pressing element 4 from falling down in the opened state of the device
<Desc / Clms Page number 10>
elastic means are preferably provided to keep the pressing element 4 in a specific position. As shown in Figures 2 to 4, leaf springs 31 can be mounted for this purpose between arms 26 and 27 on the one hand and intermediate arms 28 and 29 on the other. These leaf springs 31 have such elasticity that they have virtually no adverse influence on the behavior of the pressing element 4 during the compression of a holder 6.
In the embodiment of Figures 1 to 4, the drive element 24 consists of a pneumatic or hydraulic drive cylinder.
As shown in Figures 1 to 4, at least one of the pressure elements 3 or 4, and in this case both pressure elements, is provided with guiding means to prevent turbulences in the liquids when the container is compressed. These means consist of a number of profiled elements 32 of a compressible material, such as foamed plastic or the like, which, as it were, form a channel 33 during compression of the pressing elements 3 and 4, which converges towards the outlet 9, causing turbulences at the top edge 34 from the holder 6.
<Desc / Clms Page number 11>
The operation of the device 1 can be easily deduced from Figures 2 to 4.
First, the holder 6, in this case a blood bag, is placed in the device. The blood bag is slid over the hooks 7 with the openings 8 for this purpose.
Subsequently, the aforementioned channelization 13 is connected to the output 9.
By releasing the piston of the drive element 24, the frame 23 is rotated and successively the states shown in Figures 2 to 4 arise.
In figure 2, the pressing element 4 makes correct contact with the holder 6. When the frame 23 is moved further, the holder 6 is clamped at its top side between the compressible elements 32, so that in the holder 6 a channel 33, as it were, for guiding the liquid is formed, all as shown in figure 3. As the frame 23 moves even further, the holder 6 is compressed such that, as
EMI11.1
shown in Figure 4, the layers 10 and 11 are removed one after the other from the holder 6.
<Desc / Clms Page number 12>
From the figures it is clear that the pressing element 4 always adapts to the volume of the holder 6, such that the guide means formed by the elements 32 are always pressed against each other with a suitable force, irrespective of whether the holder 6 ingested volume.
The pressing element 4 hereby performs two combined movements, respectively a rotation R1 about the axis 25 and a tilting movement R2 which is the result of the rotation around the rotary axes 17 and 30.
Figure 5 shows a variant in which the pressing element 4 consists of a plate which is attached to the arms 26 and 27 of the revolving frame 23 by means of intermediate arms 35. The intermediate arms 35 are fixedly mounted on the aforementioned arms 26 and 27, such that the pressing element 4 is freely tiltable around only one axis of rotation 36.
In the opened position of the device, the pressing element 4 is held in an initial position by means of a leaf spring 31.
In the example of Figure 5, the aforementioned drive element 24 is formed by a spring that produces a force
<Desc / Clms Page number 13>
exerts on the frame 23, whereby the compression of the pressing elements 3 and 4 can be obtained. The device can be held in the open position by means of a lever 37 which can be locked behind a hook 38.
Thus, the pressing element 4 of Figure 5 can perform two movements, a rotation R1 about the axis 25 and a rotation R3 about the axis of rotation 36, respectively.
Figure 6 shows a variant in which the drive device 16 provides a translation T1, instead of the aforementioned rotation R1. For this purpose, the pressing element 4 is hingedly connected to a frame 39 which is connected to the piston rod 40 of a drive cylinder 41.
In the embodiment of figure 6, analogous to the embodiment of figures 1 to 4, use is made of intermediate arms 28 and 29 which are hingedly connected at their ends to, on the one hand, the pressing element 4 and, on the other hand, the drive device 16.
<Desc / Clms Page number 14>
The pressing element 4 can then perform two movements, respectively a translation T1 and a tilting movement R4.
Figure 7 shows an embodiment in which the pressing element 4 is mounted directly on the frame 39, without using the aforementioned intermediate arms 28 and 29.
The pressing element 4 can then perform two movements, respectively a translation T1 which is obtained by the displacement of the piston rod 40 and a rotation R5 around the rotation axis 36.
In order to realize the invention, the pressing element 4 does not necessarily have to be hung freely tiltable. After all, as shown in figure 8, use can also be made of drive means 42 which allow the pressing element 3 and / or 4 to be moved in a controlled manner in at least two movements.
In the example of Figure 8, use is made for this purpose of two drive cylinders 43 and 44, which are respectively connected to the top 20 and the bottom 21 of the pressing element 4. This one
<Desc / Clms Page number 15>
drive cylinders 43 and 44 are hereby ordered by means of a control unit 45, such that during compression of a holder 6 the distances A and B as indicated in figure 8 can be set and changed at any time. The pressing element 4 can herein perform essentially two movements, respectively a translation T2, whereby the pressing elements 3 and 4 are brought together and a rotation R6, whereby the angle between the pressing elements 3 and 4 can be changed.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such device for separating liquids can be realized according to different shapes and sizes without departing from the scope of the invention.