<Desc/Clms Page number 1>
"Profielverbindingen met thermische onderbreking, machine om deze verbinding te realiseren, en uit dergelijke profielverbindingen samengestelde konstrukties.
EMI1.1
-------------------
De huidige uitvinding heeft betrekking tot, uit profielen samengestelde konstrukties, die vooral in de bouwnijverheid hun toepassingen vinden. Onder andere voor de vervaardiging van ramen, deuren, wandkonstructies, en dergelijke, wordt daarbij meer en meer beroep gedaan op lichte metalen, zoals bijvoorbeeld Aluminium.
Meestal wordt daarbij gebruik gemaakt van in serie gefabriceerde geprofileerde elementen, die nadien kunnen samengevoegd worden. Zo worden bijvoorbeeld voor ramen en deuren, de nodige konstructies samengesteld uit meerdere langwerpige profielen die met behulp van schroeven, borgpennen of andere mechanische verbindingsmiddelen, samengevoegd worden tot een kadervormige konstructie, waarbinnen dan bijvoorbeeld het glas wordt bevestigd. Het gebruik van lichte metalen, zoals Aluminium is daarbij bijzonder voordelig doordat het gemakkelijk te verwerken is, licht is, en een minimum aan onderhoud vereist. Verder zijn de goede weersbestendigheid - o. a. weerstand tegen corrosie-doorslaggevende voordelen.
Een nadeel van de hogergenoemde konstrukties uit lichte metalen is hun gebrekkige thermische isolatie, waardoor vanuit een ruimte, waar hogergenoemde konstrukties deel uitmaken van de afscheidende wanden, tussen deze ruimte en een koudere ruimte-of de buitenlucht, veel warmte verloren gaat doorheen deze konstrukties.
Om aan dit nadeel te verhelpen wordt-volgens een gekend principe-een thermische onderbreking voorzien in de konstrukties. Er wordt, met andere woorden, een scheiding gemaakt tussen de gedeelten van de konstruktie die zieh langs de ene kant van de afscheidende wand
<Desc/Clms Page number 2>
bevinden, en de gedeelten die zich langs de andere kant ervan bevinden, over de ganse oppervlakte van de doorsnede, door het voorzien van een laag uit een materiaal met een kleinere thermische geleidbaarheid. Praktisch gezien bestaat de konstruktie dan-bijvoorbeeld voor een raamuit twee kaders die zich langs weerszijden van een isolerend materiaal bevinden.
De verbinding tussen de beide kaders enerzijds en het isolerende materiaal anderzijds gebeurt bijvoorbeeld door in de kaders een geprofileerde gleuf te voorzien en het isolerend materiaal aan beide zijden te voorzien van een uitstekende rib die past in de gleuven van de twee kaders. Het isolerend materiaal kan dan, door het overwinnen van een mechanische weerstand, vastgeklipst worden in beide gleuven, tegen de twee kaders aansluitend. De uitstekende ribben van een isolerende strip hebben daarbij bijvoorbeeld in dwarsdoorsnede de vorm van een zwaluwstaart, terwijl de gleuven die in de kaders voorzien zijn, een binnenruimte met eenzelfde dwarsdoorsnede hebben.
Door de elasticiteit van het-bij voorkeur uit kunststof vervaardigde- isolerende materiaal-kan dit laatste nu met beide ribben in de respectievelijke gleuven van beide kaders gedrukt worden, na het overwinnen van een weerstand. Op die manier wordt een mechanische verbinding gemaakt tussen de isolerende strip en de beide kaders, waarbij de strip een thermisch isolerende scheiding vormt tussen beide kaders.
Deze gekende techniek voor het realiseren van een thermische onderbreking heeft echter een eerste nadeel die bestaat uit het feit dat de mechanische verbinding tussen de isolerende laag enerzijds en de twee gescheiden delen van de konstructie anderzijds geen weerstand biedt tegenvolgens de richting van de gleuf gelegenafschuifkrachten. Voor de sterkteberekeningen en in het bijzonder voor de berekeningen van de weerstand tegen buiging van twee op die manier verbonden profielen heeft
<Desc/Clms Page number 3>
dit als belangrijk gevolg dat de twee profielen en de ertussen gevoegde isolerende laag als drie afzonderlijke naast elkaar staande konstruktie-onderdelen moeten beschouwd worden, waardoor de dwarsdoorsneden van het materiaal zodanige afmetingen moeten hebben dat elk konstruktieonderdeel alleen de nodige weerstand tegen buiging heeft.
Een ander nadeel van de gekende technieken om een thermische onderbreking te bekomen ligt in het feit dat men voor het vervaardigen van de gleuven in de profielen zwakke punten bekomt in het materiaal doordat het bijvoorbeeldvoor het bekomen van een gleuf met een dwarsdoorsnede met de vorm van een zwaluwstaart-geplooid moet worden om de naar elkaar toe lopende wanden van de gleuf te bekomen.
Het doel van de uitvinding is te voorzien in een thermische onderbreking, tussen de twee zijden van een uit profielen samengestelde konstruktie, waarbij de hogergenoemde nadelen niet voorkomen.
Een voorwerp van de uitvinding is een verbinding van twee profielen door middel van twee thermisch isolerende strippen, met het kenmerk dat ze elk-met hun twee zijdelingse vleugels-een uitstekende rib van elk van de twee profielen omvatten, waarbij de ribben volgens de langsrichting van het profiel uitsteken, en de isolerende strippen-eveneens in die langsrichting-met hun lichaam tussen de profielen gelegen zijn, terwijl door het vastklipsen van de vleugels over de uitstekende ribben, de profielen met een vlak gedeelte tegen een vlakke zijde van het lichaam van de isolerende strippen worden gedrukt, en waarbij de twee profielen aan de twee isolerende strippen vastgelijmd zijn.
Een ander voorwerp van de uitvinding is een konstruktie voor ramen, deuren, of andere afsluitende bouwelementen, die uit samengevoegde profielen samengesteld zijn, en die voorzien zijn van een thermische onderbreking,
<Desc/Clms Page number 4>
waarbij deze thermische onderbreking bekomen wordt door het gebruik van door middel van isolerende strippen met elkaar verbonden profielen, waarbij de verbinding tussen twee profielen bekomen wordt-zoals hoger beschreven-door het vastklipsen, en tegelijkertijd vastlijmen van twee isolerende strippen die elk op twee verschillende plaatsen de twee profielen verbinden, volgens de uitvinding.
Nog een ander voorwerp van de uitvinding is een machine voor het samenvoegen van twee profielen en twee isolerende strippen waarbij de twee profielen en de isolerende strippen in een continue beweging tussen rollen doorheen de machine worden gevoerd om de twee strippen met hun vleugels over de uitstekende ribben van de profielen vast te klipsen, terwijl juist vóór deze samenvoeging de isolerende strippen op hun latere kontaktoppervlakken met de profielen voorzien worden van een doorlopende lijmstrook die opengebreid wordt door het samenklipsen van het geheel.
Het resultaat is een verbinding van twee profielen door middel van twee isolerende strippen volgens de uitvinding, waarmee dan bouwelementen (ramen, deuren, e. d ;) met een thermische onderbreking, volgens de uitvinding, kunnen vervaardigd worden door ze op maat te zagen, onderling te verbinden met gekende mechanische verbindingsmiddelen, en eventueel nog verder te behandelen.
Een voordeel van de uitvinding bestaat uit het feit dat de uitstekende ribben op de profielen, geen verzwakking van het profiel teweegbrengen.
Een ander voordeel van de uitvinding bestaat eruit dat de verbinding door vastklipsen èn lijmen maakt dat de samenvoeging van twee profielen en twee isolerende strippen, als één stevig mechanisch geheel kan beschouwd worden, doordat de verlijming tussen profielen en isolerende strippen in staat is de optredende schuifkrachten op te nemen. Daardoor mag men bij de bepaling van de nodige afmetingen van de constructiedelen-
<Desc/Clms Page number 5>
in functie van de sterkteberekeningen en in het bijzonder de berekening van de noodzakelijke weerstand tegen buiging - de afmetingen van de dwarsdoorsnede van het geheel in rekening brengen. Daardoor bekomt men een aanzienlijk kleinere noodzakelijke dwarsdoorsnede, van elke konstruktieonderdeel afzonderlijk, waardoor minder materiaal nodig is voor een gelijke sterkte van de constructie.
Verder kenmerken en voordelen van de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een aantal mogelijke profielverbindingen volgens de uitvinding, van een mogelijke uitvoeringsvorm van een machine voor de vervaardiging van deze profielverbindingen volgens de uitvinding en tenslotte van een aantal mogelijke toepassingen van deze profielverbindingen volgens de uitvinding, waarbij de uitvinding in geen geval beperkt wordt tot deze mogelijke uitvoeringsvormen en hun toepassingen. Deze gedetailleerde beschrijving wordt geillustreerd aan de hand van de hierbij gevoegde figuren, waarbij :
Figuren 1 t/m 9 een dwarsdoorsnede voorstellen van volgens de uitvinding uitgevoerde verbindingen van verschillende uitvoeringsvormen van profielen, door middel van strippen uit isolerend materiaal.
Figuur 10a in vooraanzicht een opendraaibaar raam voorstelt, samengesteld uit volgens de uitvinding bekomen profielverbindingen.
Figuur lOb een dwarsdoorsnede voorstelt van het bovenste horizontale gedeelte van het raam uit fig. 10a.
Figuur lOc een dwarsdoorsnede voorstelt van het onderste horizontale gedeelte van het raam uit fig. 10a.
Figuur 10d een dwarsdoorsnede voorstelt van het linker vertikale gedeelte van het raam uit fig. lofa.
Figuur 10e een dwarsdoorsnede voorstelt van het
<Desc/Clms Page number 6>
rechter vertikale gedeelte van het raam uit fig. lOa.
Figuur 11 schematisch in zijaanzicht de machine volgens de uitvinding voorstelt waarmee 2 profielen verbonden worden d. m. v. 2 isolerende strippen door vastklipsen en verlijmen.
Een voorbeeld van twee profielen, door twee thermisch isolerende strippen met elkaar verbonden wordt in figuur 1 in dwarsdoorsnede voorgesteld. De twee profielen (1) en (2) zijn langwerpig en hebben over de gehele lengte eenzelfde dwarsdoorsnede. Het zijn holle profielen met een dwarsdoorsnede die een rechthoekig vlak omsluit. Het materiaal van de profielen vormt bijgevolg de zijdelingsein langsrichting gelegen-wanden van een balkvorm. Ze worden gekenmerkt doordat zich loodrecht op de buitenzijde van de wanden verschillende-in langsrichting, evenwijdig met de lengteas van het profiel gelegen-uitstekende ribben bevinden over de ganse lengte van het profiel. Ook deze ribben hebben een gelijke dwarsdoorsnede over hun ganse lengte.
De ribben (3) die twee aan twee evenwijdig, vanaf de hoeken van het profiel (1) uitsteken op twee recht tegenover elkaar gelegen zijvlakken ervan, hebben hun nut voor een verdere samenstelling of uitbouw van de konstruktie, zoals bijvoorbeeld het inklemmen en/of vastlijmen van dichtingsmateriaal. De uiteinden van deze ribben (3) zijn daarvoor haakvormig uitgevoerd.
Het profiel (2) is van identiek gevormde en geplaatste ribben (3) voorzien, terwijl-als enige verschil tussen profiel (2) en profiel (leen van deze ribben (3) vervangen is door een rib (4), die op dezelfde plaats en op dezelfde manier opgesteld is ten opzichte van het profiel (2), als de rib (3) die ze vervangt, niet langer is en op haar uiteinde-op het naar binnen gerichte zijvlak-voorziet in een T-vormige gleuf. Kecht tegenover het haakvormig uiteinde van de rib (3) die zich evenwijdig met deze rib (4) uitstrekt, bevindt zich, op het
<Desc/Clms Page number 7>
tegenoverliggende zijvlak van rib (4) eveneens een haakvormig uitsteeksel.
Alle tot nu toe beschreven ribben (3) en (4) op de profielen (1) en (2) zijn voorzien vanuit het oogpunt van de later te verwezenlijken konstruktie, en dienen ofwel als bevestigingsrib voor dichtingsmaterialen ofwel als afscheidingswand-zoals rib (4)-die via een dichtingsmateriaal-bijvoorbeeld in de T-vormige gleuf van rib (4) vastzittend-moet aansluiten tegen andere profielen.
Op elk van de naar elkaar toe gerichte, evenwijdige zijvlakken van de profielen (1) en (2) staan nog twee identieke uitstekende ribben (5), evenwijdig met elkaar, in langsrichting van het profiel gelegen over de totale lengte ervan. Deze ribben (5) staan twee aan twee recht tegenover elkaar op de tegenover elkaar gelegen evenwijdige zijvlakken opgesteld en hebben over hun volledige lengte een T-vormige dwarsdoorsnede. De evenwijdig met de zijvlakken-waarop de ribben (5) staangelegen gedeelten van de T-vorm hebben iangs een kant-de kant die zieh verst van de op hetzelfde zijvlak gelegen rib (5), bevindt-een verbreding langs de zijde die naar het zijvlak waarop de rib (5) staat, gericht is.
De hierboven beschreven profielen (1) en (2) zijn gekenmerkt doordat ze bij voorkeur geëxtrudeerde profielen uit een aluminium-legering zijn, bijvoorbeeld AlMgSi 0,5.
Deze profielen zijn geschikt voor de anodisatie of voor het procédé van lakken of moffelen als decoratieve afwerking. De verbinding van deze profielen met twee thermisch isolerende strippen, volgens de uitvinding wordt uitgevoerd na de oppervlaktebehandeling en laat toe dat het binnenkader en het buitenkader een verchillende afwerking krijgen, bijvoorbeeld twee kleuren of anodisatie en lakken.
De twee isolerende strippen (6) die gebruikt worden om de profielen (1) en (2) met elkaar te verbinden worden gekenmerkt doordat ze uit kunststof-bij voorkeur
<Desc/Clms Page number 8>
polyphenyleen oxide vervaardigd zijn-en worden bijvoorbeeld door extrusie vervaardigd. Deze strippen zijn langwerpig met een gelijke doorsnede over hun ganse lengte.
Hun dwarsdoorsnede (zie figuren 1 t/m 9) toont dat deze strippen (6) bestaan uit een balkvormig hol lichaam (7), waarvan twee evenwijdige zijvlakken verder dan de hoek doorlopen, en twee vlakke zijvlakken vormen met een breedte die minstens overeenkomt met de breedte van het dwarsliggende gedeelte van de T-vormige ribben (5) die op de profielen (1) en (2) uitsteken.
Verder zijn de strippen (6) nog gekenmerkt doordat het zijvlak van het balkvormig lichaam (7), dat loodrecht staat op hogergenoemde brede zijvlakken ervan, langs de kant waar deze zijvlakken niet verder doorlopen dan de hoek van de balkvorm, verbreedt wordt door twee identieke zijdelingse vleugels (8) die eerst in het vlak van dit zijvlak dat ze verbreden, uitlopen en op hun uiteinde onder een min of meer rechte hoek omgebogen zijn en een kort gedeelte vormen dat zich evenwijdig aan de hogergenoemde brede zijvlakken uitstrekt.
Dit gedeelte heeft tenslotte nog een eindigende rand die ongeveer volgens een rechte hoek ombuigt en in de richting van het lichaam (7) van de strip (6) uitloopt. De ruimte die omsloten wordt door elk van de brede zijvlakken, en een van de hoekvormende vleugels (8) met omgebogen eindigende randen, is daarbij komplementair aan het licht haakvormig gedeelte-met breder uiteinde-van het dwarsliggend gedeelte van de T-vormige ribben (5), zodanig dat de vleugels (8) dit gedeelte kunnen vastnemen en tegen een van de brede zijvlakken aandrukken.
De verbinding van de twee profielen (1) en (2) wordt gekenmerkt doordat elke thermisch isolerende strip (6) vastgeklipst wordt op, en vastgelijmd wordt aan twee recht tegenover elkaar gelegen T-vormige ribben (5), die elk tot een van de beide profielen (1) en (2) behoren.
De vleugels (8) van deze strippen (6) zitten
<Desc/Clms Page number 9>
daarbij vastgeklipst over het bredere gedeelte van het dwarsliggende deel van deze T-vormige ribben (5), zodanig dat deze gedeelten over gans hun lengte de ruimte opvullen die omsloten wordt door de vleugels (8) en de bredere zijvlakken van het lichaam (7) van deze strippen (6), terwijl het vlakke-naar het andere profiel (1) of (2) toe gerichte-zijvlak van het dwarsliggende deel van de Tvormige ribben (5) tegen de twee bredere zijvlakken van het lichaam (7) van de strippen (6) aangedrukt worden, over hun volledige breedte en lengte, waarbij deze kontaktoppervlakken van profiel (1) en (2) met de twee isolerende strippen (5) aan elkaar gelijmd zijn.
Deze verbindingslijm is bij voorkeur een ééncomponente cyaanacrylaat-lijm met snelle verlijming, en moet in elk geval trek en afschuif-krachten (in het verbindingsvlak gelegen krachten en loodrecht op dat vlak gelegen krachten) kunnen opnemen, zowel bij lage en bij hoge temperaturen, als in verouderde toestand.
Het principe van deze profielverbinding, als hoger beschreven voor het in figuur 1 voorgestelde voorbeeld, is identiek voor de voorbeelden voorgesteld in de figuren 2 t/m 9. Het voorbeeld uit figuur 1 verschilt enkel van dat uit figuur 1 door de verhouding tussen breedte en hoogte van de dwarsdoorsnede van de profielen (1') en (2'), en is voor de rest volledig identiek.
Bij het voorbeeld uit de figuren 3 en 4 wordt de verbinding voorgesteld tussen twee andere uitvoeringsvormen van profielen.
De profielen (9) en (10) worden met elkaar verbonden door dezelfde isolerende strippen (6). Enkel de vorm van die profielen (9) en (10) is verschillend. Beide profielen (9) en (10) zijn nog altijd hol en vormen de zijwanden van een min of meer balkvormige ruimte met identieke dwarsdoorsnede over de volledige lengte.
Het profiel (9) is voorzien van een rib (4) die
<Desc/Clms Page number 10>
niet in het verlengde van het zijvlak van het profiel (9) gelegen is maar evenwijdig met dat zijvlak loopt, eraan verbonden via een verbindingsgedeelte dat loodrecht op de rib (4) en dat zijvlak staat.
Verder heeft het profiel (9) geen ribben (3) en (5), maar wordt een van de zijvlakken over zijn gehele lengte verbreedt langs beide vertikale randen van dat zijvlak door middel van twee-in hetzelfde vlak gelegenidentieke vleugels (11), die op hun uiteinde breder uitgevoerd zijn, waarbij die verbreding zieh naast de balkvormige ruimte van het profiel (9) uitstrekt.
Deze vleugel (11) met bredere eindigende rand heeft dezelfde vorm als het breder eindigende gedeelte van het dwarsliggende deel van de T-vormige rib (5), en heeft dus een vorm die correspondeert met de ruimte die door de vleugels (8) en het lichaam (7) worden omsloten, zodat deze verbinding gekenmerkt wordt doordat deze rib (11) dienst doet als vastklipsrand voor de strippen (6), terwijl het zijvlak van het profiel (9) dat door de vle1Joels (11) verbreed werd, het kontaktoppervlak vormt met de bredere zijvlakken van het lichaam (7) van de strippen (6), waar de lijmverbinding gebeurt.
Het profiel (10) is net zoals de profielen (1) en (2) voorzien van twee T-vormige ribben (5) voor het vastklipsen en verlijmen van de isolerende strippen (6) en verschilt in hoofdzaak van deze profielen (1) en (2) doordat de vorm van de omsloten ruimte niet meer zuiver balkvormig is maar een breder gedeelte heeft, en doordat andere haakvormige of van T-vormige gleuven voorziene ribben vanop de zijwanden uitsteken. Het nut van deze andere vorm en van deze andere ribben komt tot uiting als deze samengevoegde profielen (1) en (2) gebruikt worden voor het maken van constructies in kombinatie met andere of gelijkaardige profielverbindingen.
Daarbij vormen die ribben of uitspringende gedeelten vasthechtingsmiddelen
<Desc/Clms Page number 11>
voor afdichtingsmaterialen, of wanden die aansluiten tegen gedeelten van de andere profielen.
Het voorbeeld uit fig. 4 is een verbinding tussen profielen (9') en (10') met dezelfde vorm als in figuur 3, enkel de verhoudingen tussen breedte en hoogte van de dwarsdoorsnede zijn hier anders.
In het voorbeeld uit figuur 5 zijn terug twee andere profielen (12) en (13) verbonden. De profielen (12) en (13) zijn niet buisvormig maar bestaan uit een samenstelling van vlakke gedeelten die onderling volgens rechte hoeken in elkaar overgaan en voorzien zijn van gleuven en uitstekende ribben.
Het profiel (12) is voor het vastklipsen en verlijmen van de isolerende strippen (6) voorzien van twee uitstekende ribben (14) die de vorm hebben van een Lvormige haak die op het uiteinde van het dwarsliggende been breder uitloopt.
Het profiel (13) bestaat eveneens uit vlakke gedeelten die volgens rechte hoeken in elkaar overgaan en voorzien zijn van gleuven en ribben. Voor het vastklipsen en verlijmen van de strippen (6) is langs de ene kant van en vlakke wand van het profiel een verbredende vleugel (11) voorzien, terwijl langs de andere kant van die vlakke wand een uitstekende L-vormige rib (14) voorzien is.
Het vastklipsen en verlijmen gebeurt als hoger beschreven met de vleugels (8) van elke strip (6) die elk de uitstekende vleugel (11) of rib (14) van twee verschillende profielen (12) en (13) vastnemen, en vastgelijmd worden met het brede zijvlak van hun lichaam (7) aan de rib (14) of aan de in het verlengde van de vleugel (11) gelegen zijwand van het profiel.
De verbinding van de profielen (15) en (16), van de profielen (15') en (16'), van de profielen (15") en (16") en van de profielen (15) en (17) voorgesteld in dwarsdoorsnede in de figuren 6,7,8 en 9, wordt
<Desc/Clms Page number 12>
verwezenlijkt op de hoger beschreven manier, door middel van twee T-vormige uitstekende ribben (5) op elk van deze profielen.
In de figuren 10a t/m 10e wordt aan de hand van een vooraanzicht en vier dwarsdoorsneden van een opendraaibaar raam, een mogelijke toepassing van de profielverbindingen volgens de uitvinding verduidelijkt.
Het raam (22) bestaat uit een bovenste horizontale profielverbinding (23) een onderste horizontale profielverbinding (24), een linker vertikale profielverbinding (25) en een rechter vertikale profielverbinding (26).
Het raam bestaat uit een buitenste vast kader en een binnenste opendraaibaar kader. Elk van deze kaders bestaat uit een rechthoek waarvan de vier zijden bestaan uit twee volgens de uitvinding samengevoegde profielen. de vier zijden zijn volgens rechte hoeken met gekende middelen met elkaar verbonden. De figuur lOb stelt een dwarsdoorsnede voor van de profielverbinding (23).
Bovenaan bevindt zich een profiel (1) verbonden met een profiel (2) als deel van het vaste kader, met daaronder een profiel (9) met een profiel (10) verbonden, als deel van het opendraaibaar kader.
Tussen de muur (27) en het bovenste profiel (2) bevindt zich een voegband (28) en een siliconedichting (29).
Het profiel (2) heeft tussen de twee onderste ribben (3) een middendichting (30) in kunststof, bijvoorbeeld Neopreen, gevat en gelijmd die aansluit tegen de bovenste isolerende strip (6) die de profielen (9) en (10) verbindt. De rib (4) van profiel (10) sluit aan-via een kunststofdichting (30'), bijvoorbeeld uit neopreentegen het profiel (1), waarbij deze dichting in de Tvormige gleuf van rib (4) gevat zit.
Tussen de rib (4) van prof iel (9) en het dubbel
<Desc/Clms Page number 13>
glas (31) zit een voegband (28) met een tegen het glas (31) aansluitende en in de gleuf van deze rib (4) zittende siliconevoeg (29).
Tegen de binnenkant van het glas (31) sluit eveneens een voegband (28') aan, en een siliconevoeg (29) die tegen een glaslat (32) aansluit, die vastgeklipst zit tussen twee haakvormige ribben van het profiel (10). Bij het opendraaien van het raam blijven de profielen (1) en (2) vast bevestigd terwijl de profielen (9) en (10) zich verwijderen. De dichtingen (30) en (30') maken het dichtgedraaide raam (22) goed dicht.
Op de figuur lOc wordt een dwarsdoorsnede voorgesteld van een profielverbinding (24), die volledig identiek is aan de profielverbinding (23), met uitzondering van een steunelement (33) onder het glas (31) en een onderaan tegen de muur aansluitend hoekprofiel (34) die met een schroefverbinding aan de onderste horizontale wand van profiel (1) verbonden is met een horizontaal been.
Op de figuren 10d en 10e zijn de dwarsdoorsneden van de beide vertikale profielverbindingen vastgesteld. De gebruikte profielen (1), (2), (9), (10) en hun opstelling en afdichtingselementen zijn identiek. Ten opzichte van de linker profielverbinding (25) is een scharnier (35) bevestigd die opendraaien van het raam (22) toelaat door het verdraaien van het binnenkader-bestaande uit profielen (9) en (10)-ten opzichte van het buitenkaderbestaande uit profielen (1) en (2)..
Aan de rechter profielverbinding (27) (fig. 10e) is een handvat (36) verbonden.
Voor de vervaardiging van de hoger beschreven profielverbindingen door middel van twee isolerende strippen (6) volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een machine (37) die schematisch wordt voorgesteld in figuur 11.
De machine (37) eveneens volgens de uitvinding
<Desc/Clms Page number 14>
bestaat uit een samenrolgedeelte en een verlijmingsgedeelte. Het samenrolgedeelte bestaat enerzijds uit vier centrale rollen (38) die twee aan twee naast elkaar met een tussenafstand boven elkaar opgesteld staan. De aandrijving gebeurt voor elke rol (38) door twee kleinere aandrijfrolletjes (39) die tegen het loopvlak van de rollen (38) aansluiten en zodoende hun draaibeweging overbrengen.
Voor de bovenste rollen (38) bevinden deze rolletjes (39) zich langs de bovenkant van deze rollen, voor de onderste rollen (38) langs de onderkant. Boven deze rolletjes (39) die de bovenste rollen (38) aandrijven, eveneens een bepaalde vertikale tussenafstand latend, staan nog twee inklemrollen (40), een weinig meer naar links dan de linker rol (38) en een we'iig meer naar rechts dan de rechter rol (38). Onder de rolletjes (39) die de onderste rollen (38) aandrijven, eveneens een vertikale tussenafstand latend, staan eveneens twee inklemrollen (40) opgesteld, vertikaal onder de bovenste inklemrollen (40). Twee geleidingsrollen (41) staan vertikaal onder elkaar, rechts van de twee naast rechtse inklemrollen (40) opgesteld, een weinig dichter bij elkaar dan deze inklemrollen (40).
Rechts van deze rollen (41) bevindt zich de samenklipsinrichting, die bestaat uit twee boven elkaar gelegen klemrollen (42) op een afstand boven elkaar die overeenkomt met de hoogte van de met de twee strippen (6) samen te voegen profielen, bijvoorbeeld profielen (1) en (2).
Alle hierboven genoemde rollen (38) t/m (42) zijn in eenzelfde vertikaal vlak opgesteld.
Links van de samenklipsinrichting bevinden zich twee spuitinrichtingen (43) voor de lijm, die ter hoogte van de daar voorbijgevoerde strippen (6) opgesteld zijn en een doorlopende strook lijm erop aanbrengen. Deze lijmstrook wordt opengespreid op het ogenblik van samenklipsen van het geheel.
De twee profielen-bijvoorbeeld (l) en (2)
<Desc/Clms Page number 15>
worden naast elkaar tussen de twee linkse rollen (38) geplaatst en worden erdoor meegenomen naar rechts. Een van de strippen (6) wordt bovenaan tussen de rollen (39) en (40) van links naar rechts meegenomen, terwijl de andere strip onderaan tussen de rollen (39) en (40) van links naar rechts wordt meegenomen.
Deze strippen komen allebei langs een spuitinrichting (43) waar ze voorzien worden van lijm.
Tenslotte worden ze volledig rechts in de machine tegen de twee naast elkaar liggende voortbewogen profielen (1) en (2) gedrukt door de rollen (42) en klipsen ze vast met hun vleugels (8) op de uitstekende ribben (5) van de twee profielen (1) en (2).
Aangezien de lijm in enkele seconden kleeft, is,
EMI15.1
op het ogenblik dat de profielverbinding-het geheel van profielen (1) en (2) en twee strippen (6)-de machine (37) verlaat, de verlijming reeds gedroogd en klemvast.
Juist vóór de rollen (42), waar de profielen en de strippen (6) samengeklipst en verlijmd worden, en juist nà de spuitinrichting (43) bevindt zich een detectiesysteem, bestaande uit een elektrisch oog (44) of een andere gekende inrichting, die detecteert of er op de strippen (6) wel degelijk een continue lijmstrook is aangebracht : Dit wordt mogelijk gemaakt doordat er een gekleurde lijmsoort gebruikt wordt, die door een elektrisch oog gemakkelijk kan gedetecteerd worden. Wanneer geen continu doorlopende lijmsoort voorkomt op de strippen (6) wordt een elektrisch of een electronisch circuit geaktiveerd, waardoor de rolaandrijvingen stil komen te liggen, en de verdere samenvoeging van profielen (1) en (2) met de twee strippen (6) wordt stopgezet.
Het voordeel van de volgens de uitvinding samengevoegde profielen ligt voornamelijk in de mogelijkheid om beide profielen en de verbindende strippen (6) als een stevig mechanisch geheel te beschouwen, dat
<Desc/Clms Page number 16>
bestand is tegen volgens elke richting optredende krachten, en bijgevolg ook volgens de lengterichting gelegen afschuifkrachten in het vlak van de verbinding kan opnemen.
Daardoor bekomt men profielkonstructies met een thermische onderbreking die aanzienlijk minder zwaar moeten uitgevoerd worden om voldoende sterk te zijn, omdat het samengevoegde geheel van de beide profielen en de strippen (6)-en niet de beide profielen afzonderlijk moet voldoen aan de, uit de sterkteberekeningen volgende minimumwaarden voor wat betreft de afmetingen.
Een ander voordeel ligt in het feit dat de profielen zelf, door de ribben die voor de verbinding met de strippen (6) zijn voorzien, niet verzwakt worden.
Een voordeel van de machine volgens de uitvinding ligt in het feit dat op een continue, automatische, manier profielverbindingen volgens de uitvinding kunnen vervaardigd worden.
Mogelijke toepassingen van de volgens de uitvinding samengevoegde profielen bestaan bij wijze van voorbeeld uit het samenstellen van konstrukties voor vaste ramen, samengestelde ramen, opendraaiende ramen, openvallende ramen, openduwende ramen, dubbele opendraaiende ramen, draai-val ramen, draaideuren, draaival deuren, pivoterende ramen om een horizontale of om een vertikale as, zowel enkele als dubbele opendraaiende deuren, en enkele en dubbele schuiframen.
<Desc / Clms Page number 1>
"Profile connections with thermal break, machine for realizing this connection, and constructions composed of such profile connections.
EMI1.1
-------------------
The present invention relates to structures composed of profiles, which find their applications mainly in the construction industry. For example, for the manufacture of windows, doors, wall structures, and the like, more and more use is made of light metals, such as, for example, aluminum.
Usually, serially manufactured profiled elements are used, which can be joined afterwards. For example, for windows and doors, the necessary constructions are composed of several elongated profiles that are joined together with screws, locking pins or other mechanical connection means into a frame-shaped construction, in which, for example, the glass is fixed. The use of light metals, such as aluminum, is particularly advantageous in that it is easy to process, light and requires a minimum of maintenance. Furthermore, the good weather resistance - among other things - resistance to corrosion are decisive advantages.
A drawback of the above-mentioned light-metal constructions is their inadequate thermal insulation, as a result of which a lot of heat is lost through these constructions from a space, where the above-mentioned constructions form part of the partition walls, between this space and a colder space or the outside air.
According to a known principle, a thermal break is provided in the constructions to remedy this drawback. In other words, a separation is made between the parts of the construction along one side of the partition wall
<Desc / Clms Page number 2>
and the parts located along its other side, over the entire cross-sectional area, by providing a layer of a material of less thermal conductivity. In practical terms, for example, the construction for a window consists of two frames which are located on either side of an insulating material.
The connection between the two frames on the one hand and the insulating material on the other hand is made, for example, by providing a profiled groove in the frames and by providing the insulating material on both sides with a protruding rib that fits into the grooves of the two frames. The insulating material can then, by overcoming a mechanical resistance, be clipped into both slots, adjoining the two frames. The protruding ribs of an insulating strip are, for example, in the form of a dovetail in cross section, while the slots provided in the frames have an inner space of the same cross section.
Due to the elasticity of the insulating material, which is preferably made of plastic, the latter can now be pressed with both ribs into the respective slots of both frames, after overcoming a resistance. In this way a mechanical connection is made between the insulating strip and the two frames, whereby the strip forms a thermally insulating separation between the two frames.
However, this known technique for realizing a thermal break has a first drawback, which consists in the fact that the mechanical connection between the insulating layer on the one hand and the two separate parts of the construction on the other hand does not resist shear forces situated in the direction of the slot. For the strength calculations and in particular for the calculations of the bending resistance of two profiles connected in this way has
<Desc / Clms Page number 3>
this as an important consequence that the two profiles and the insulating layer interposed between them must be considered as three separate adjacent construction parts, whereby the cross-sections of the material must have such dimensions that each construction part only has the necessary resistance to bending.
Another drawback of the known techniques for obtaining a thermal break lies in the fact that weaknesses are obtained in the material for manufacturing the slots in the profiles because, for example, for obtaining a slot with a cross-section in the form of a must be dovetail-pleated to obtain the converging walls of the slot.
The object of the invention is to provide a thermal break between the two sides of a construction composed of profiles, wherein the above-mentioned drawbacks do not occur.
An object of the invention is a connection of two profiles by means of two thermally insulating strips, characterized in that they each have - with their two lateral wings - a protruding rib of each of the two profiles, the ribs of which extend in the longitudinal direction of protrude the profile, and the insulating strips - also in that longitudinal direction - lie with their bodies between the profiles, while by clipping the wings over the protruding ribs, the profiles have a flat part against a flat side of the body of the insulating strips are pressed, and the two profiles are glued to the two insulating strips.
Another object of the invention is a construction for windows, doors, or other closing building elements, which are composed of joined profiles and which are provided with a thermal break,
<Desc / Clms Page number 4>
wherein this thermal interruption is obtained by the use of profiles connected by insulating strips, the connection between two profiles being obtained - as described above - by clipping, and at the same time gluing two insulating strips, each in two different places connecting the two profiles, according to the invention.
Yet another object of the invention is a machine for joining two profiles and two insulating strips in which the two profiles and the insulating strips are fed through the machine in a continuous movement between rollers to wrap the two strips with their wings over the protruding ribs of the profiles, while just prior to this joining the insulating strips on their later contact surfaces with the profiles are provided with a continuous adhesive strip which is knitted open by clipping the whole together.
The result is a connection of two profiles by means of two insulating strips according to the invention, with which building elements (windows, doors, etc.) with a thermal break, according to the invention, can then be manufactured by sawing them to size, to be mutually connected with known mechanical connecting means, and possibly to be further treated.
An advantage of the invention consists in the fact that the protruding ribs on the profiles do not cause weakening of the profile.
Another advantage of the invention consists in that the joining by gluing and gluing means that the joining of two profiles and two insulating strips can be regarded as one solid mechanical whole, because the bonding between profiles and insulating strips is capable of the shear forces that occur to record. As a result, when determining the necessary dimensions of the construction parts,
<Desc / Clms Page number 5>
depending on the strength calculations and in particular the calculation of the necessary resistance to bending - take into account the dimensions of the cross section of the whole. This results in a considerably smaller necessary cross-section, of each construction part separately, so that less material is required for an equal strength of the construction.
Further features and advantages of the invention are elucidated on the basis of the following detailed description of a number of possible profile connections according to the invention, of a possible embodiment of a machine for the production of these profile connections according to the invention and finally of a number of possible applications. of these profile compounds according to the invention, the invention in no way being limited to these possible embodiments and their applications. This detailed description is illustrated by the attached figures, where:
Figures 1 to 9 represent a cross-section of connections according to the invention of various embodiments of profiles, by means of strips of insulating material.
Figure 10a shows in front view an openable window, composed of profile connections obtained according to the invention.
Figure 10b represents a cross section of the top horizontal portion of the window of Figure 10a.
Figure 10c represents a cross-section of the lower horizontal part of the window of Figure 10a.
Figure 10d represents a cross-section of the left vertical section of the window of Figure 1f.
Figure 10e represents a cross section of the
<Desc / Clms Page number 6>
right vertical section of the window from fig. 10a.
Figure 11 schematically shows in side view the machine according to the invention with which 2 profiles are connected d. with 2 insulating strips by clipping and gluing.
An example of two profiles, joined together by two thermally insulating strips, is shown in cross section in Figure 1. The two profiles (1) and (2) are elongated and have the same cross section over the entire length. They are hollow profiles with a cross-section enclosing a rectangular surface. The material of the profiles thus forms the laterally longitudinal walls of a beam shape. They are characterized in that there are several protruding ribs perpendicular to the outside of the walls, extending in the longitudinal direction, parallel to the longitudinal axis of the profile, along the entire length of the profile. These ribs also have an equal cross-section over their entire length.
The ribs (3) which protrude two by two, parallel to the corners of the profile (1), on two directly opposite side surfaces thereof, are useful for further assembly or expansion of the construction, such as for instance clamping and / or gluing sealing material. The ends of these ribs (3) are therefore hook-shaped.
The profile (2) is provided with identically shaped and placed ribs (3), while the only difference between profile (2) and profile (one of these ribs (3) is replaced by a rib (4), which and is arranged in the same manner with respect to the profile (2), if the rib (3) that it replaces is no longer and has a T-shaped slot on its end - on the inwardly directed side surface. the hook-shaped end of the rib (3) which extends parallel to this rib (4) is located on the
<Desc / Clms Page number 7>
opposite side face of rib (4) also a hook-shaped projection.
All ribs (3) and (4) on profiles (1) and (2) described so far are provided from the point of view of the construction to be realized later, and serve either as a fixing rib for sealing materials or as a partition wall-like rib (4 ) - which must adhere to other profiles via a sealing material - for example, in the T-shaped groove of rib (4).
On each of the facing parallel side surfaces of the profiles (1) and (2) there are two more identical protruding ribs (5), parallel to each other, longitudinally of the profile along its entire length. These ribs (5) are arranged two by two directly opposite each other on the opposite parallel side surfaces and have a T-shaped cross section over their entire length. The parts of the T-shape parallel to the side surfaces on which the ribs (5) stand have a side which is furthest from the rib (5) located on the same side surface, and widens along the side facing the side surface on which the rib (5) rests.
The profiles (1) and (2) described above are characterized in that they are preferably extruded aluminum alloy profiles, for example AlMgSi 0.5.
These profiles are suitable for anodizing or for the process of painting or stoving as a decorative finish. The connection of these profiles with two thermally insulating strips, according to the invention, is carried out after the surface treatment and allows the inner frame and the outer frame to have a different finish, for example two colors or anodization and lacquering.
The two insulating strips (6) used to connect the profiles (1) and (2) are characterized in that they are made of plastic, preferably
<Desc / Clms Page number 8>
polyphenylene oxide - and are manufactured, for example, by extrusion. These strips are elongated with an equal diameter over their entire length.
Their cross-section (see figures 1 to 9) shows that these strips (6) consist of a beam-shaped hollow body (7), of which two parallel side surfaces extend further than the corner, and form two flat side surfaces with a width at least corresponding to the width of the transverse section of the T-shaped ribs (5) protruding on the profiles (1) and (2).
The strips (6) are further characterized in that the side surface of the beam-shaped body (7), which is perpendicular to the aforementioned wide side surfaces thereof, along the side where these side surfaces do not extend further than the angle of the beam shape, is widened by two identical lateral wings (8) which first extend in the plane of this side surface which they widen and are bent at their ends at a more or less right angle and form a short section which extends parallel to the aforementioned wide side surfaces.
Finally, this section has a terminating edge which bends at approximately a right angle and extends towards the body (7) of the strip (6). The space enclosed by each of the wide side faces, and one of the corner-forming wings (8) with bent end edges, is complementary to the slightly hook-shaped portion - with wider end - of the transverse portion of the T-shaped ribs ( 5) such that the wings (8) can grasp this section and press against one of the wide side surfaces.
The connection of the two profiles (1) and (2) is characterized in that each thermally insulating strip (6) is clipped on and glued to two directly opposite T-shaped ribs (5), each of which forms one of the both profiles (1) and (2) belong.
The wings (8) of these strips (6) are seated
<Desc / Clms Page number 9>
thereby clipped over the wider portion of the transverse portion of these T-shaped ribs (5) such that these portions fill the space enclosed throughout the wings by the wings (8) and the wider side surfaces of the body (7) of these strips (6), while the flat side face of the transverse part of the T-shaped ribs (5) facing the other profile (1) or (2) against the two wider side faces of the body (7) of the strips (6) are pressed over their full width and length, these contact surfaces of profiles (1) and (2) glued together with the two insulating strips (5).
This bonding adhesive is preferably a one-component cyanacrylate adhesive with rapid bonding, and must in any case be able to absorb tensile and shear forces (forces located in the bonding plane and forces perpendicular to that plane), both at low and high temperatures, and in an obsolete state.
The principle of this profile connection, as described above for the example presented in figure 1, is identical for the examples presented in figures 2 to 9. The example in figure 1 differs from that in figure 1 only by the ratio between width and height of the cross-section of the profiles (1 ') and (2'), and is otherwise identical.
In the example of Figures 3 and 4, the connection is represented between two other embodiments of profiles.
Profiles (9) and (10) are joined together by the same insulating strips (6). Only the shape of those profiles (9) and (10) is different. Both profiles (9) and (10) are still hollow and form the side walls of a more or less beam-shaped space with identical cross section over the entire length.
The profile (9) is provided with a rib (4) which
<Desc / Clms Page number 10>
is not in line with the side surface of the profile (9) but runs parallel to that side surface, connected to it via a connecting part which is perpendicular to the rib (4) and that side surface.
Furthermore, the profile (9) has no ribs (3) and (5), but one of the side surfaces is widened along its entire length along both vertical edges of that side surface by means of two identical wings (11) located in the same plane. have a wider design at their end, the widening extending next to the beam-shaped space of the profile (9).
This wider-ended edge wing (11) has the same shape as the wider-end portion of the transverse portion of the T-shaped rib (5), and thus has a shape corresponding to the space created by the wings (8) and the body (7) are enclosed, so that this connection is characterized in that this rib (11) serves as a clip edge for the strips (6), while the side surface of the profile (9) widened by the wings (11), the contact surface forms with the wider side surfaces of the body (7) of the strips (6) where the adhesive bond occurs.
Like the profiles (1) and (2), the profile (10) is provided with two T-shaped ribs (5) for clipping and gluing the insulating strips (6) and differs mainly from these profiles (1) and (2) because the shape of the enclosed space is no longer purely beam-shaped but has a wider part, and because other hook-shaped or T-shaped ribs protrude from the side walls. The usefulness of this other shape and of these other ribs is manifested when these joined profiles (1) and (2) are used for making constructions in combination with other or similar profile connections.
The ribs or projecting parts thereby form adhesion means
<Desc / Clms Page number 11>
for sealing materials, or walls that adjoin parts of the other profiles.
The example from fig. 4 is a connection between profiles (9 ') and (10') with the same shape as in figure 3, only the ratios between width and height of the cross-section are different here.
In the example from figure 5, two other profiles (12) and (13) are connected again. The profiles (12) and (13) are not tubular, but consist of a composition of flat parts that mutually converge at right angles and are provided with slots and protruding ribs.
The profile (12) is provided with two protruding ribs (14) in the form of an L-shaped hook that extends wider at the end of the transverse leg for clipping and gluing the insulating strips (6).
The profile (13) also consists of flat parts that merge at right angles and are provided with slots and ribs. For widening and gluing the strips (6), a widening wing (11) is provided on one side of a flat wall of the profile, while on the other side of that flat wall a protruding L-shaped rib (14) is provided. is.
Clipping and gluing is done as described above with the wings (8) of each strip (6) each holding the projecting wing (11) or rib (14) of two different profiles (12) and (13), and glued with the wide side surface of their body (7) on the rib (14) or on the side wall of the profile which is in line with the wing (11).
The connection of the profiles (15) and (16), of the profiles (15 ') and (16'), of the profiles (15 ") and (16") and of the profiles (15) and (17) is proposed. in cross section in Figures 6,7,8 and 9
<Desc / Clms Page number 12>
accomplished in the manner described above, by means of two T-shaped projecting ribs (5) on each of these profiles.
Figures 10a to 10e illustrate a possible application of the profile connections according to the invention on the basis of a front view and four cross sections of an openable window.
The window (22) consists of an upper horizontal profile connection (23), a lower horizontal profile connection (24), a left vertical profile connection (25) and a right vertical profile connection (26).
The window consists of an outer fixed frame and an inner opening frame. Each of these frames consists of a rectangle, the four sides of which consist of two profiles joined according to the invention. the four sides are connected at right angles by known means. Figure 10b represents a cross section of the profile connection (23).
At the top there is a profile (1) connected to a profile (2) as part of the fixed frame, with underneath a profile (9) connected to a profile (10) as part of the opening frame.
Between the wall (27) and the top profile (2) there is a joint tape (28) and a silicone seal (29).
The profile (2) has between the two lower ribs (3) a center seal (30) in plastic, for example Neoprene, mounted and glued which connects to the top insulating strip (6) connecting the profiles (9) and (10). The rib (4) of profile (10) connects via a plastic seal (30 '), for example from neoprene against the profile (1), this seal being contained in the T-shaped groove of rib (4).
Between the rib (4) of profile (9) and the double
<Desc / Clms Page number 13>
glass (31) has a joint tape (28) with a silicone joint (29) which adjoins the glass (31) and which is seated in the groove of this rib (4).
Also affixed to the inside of the glass (31) is a joint tape (28 ') and a silicone joint (29) which connects to a glazing bead (32), which is clipped between two hook-shaped ribs of the profile (10). When opening the window, profiles (1) and (2) remain fixed while profiles (9) and (10) are removed. The seals (30) and (30 ') close the turned window (22) properly.
Figure 10c shows a cross-section of a profile connection (24), which is completely identical to the profile connection (23), with the exception of a support element (33) under the glass (31) and an angle profile (34) that adjoins the wall at the bottom ) which is connected to a horizontal leg with a screw connection on the lower horizontal wall of profile (1).
Figures 10d and 10e show the cross-sections of the two vertical profile connections. The profiles (1), (2), (9), (10) used and their arrangement and sealing elements are identical. A hinge (35) is mounted relative to the left profile connection (25), which allows opening of the window (22) by rotating the inner frame consisting of profiles (9) and (10) relative to the outer frame consisting of profiles (1) and (2) ..
A handle (36) is connected to the right profile connection (27) (fig. 10e).
For the production of the above-described profile connections by means of two insulating strips (6) according to the invention, use is made of a machine (37) which is schematically shown in figure 11.
The machine (37) also according to the invention
<Desc / Clms Page number 14>
consists of a roll-up section and a gluing section. The roll-up section consists on the one hand of four central rollers (38) which are arranged two by two next to each other at an intermediate distance above each other. The drive is for each roller (38) by two smaller drive rollers (39) which connect to the running surface of the rollers (38) and thus transmit their rotational movement.
For the top rollers (38) these rollers (39) are located along the top of these rollers, for the bottom rollers (38) along the bottom. Above these rollers (39) driving the upper rollers (38), also leaving a certain vertical distance, there are two more clamping rollers (40), a little more to the left than the left roller (38) and a little more to the right then the right roll (38). Under the rollers (39) driving the lower rollers (38), also leaving a vertical distance, two clamping rollers (40) are also arranged vertically below the upper clamping rollers (40). Two guide rollers (41) are arranged vertically one below the other, to the right of the two adjacent right clamping rollers (40), a little closer together than these clamping rollers (40).
To the right of these rollers (41) is the clamping device, which consists of two clamping rollers (42) located one above the other at a distance above each other corresponding to the height of the profiles to be joined with the two strips (6), for example profiles ( 1) and (2).
All the above mentioned rollers (38) to (42) are arranged in the same vertical plane.
To the left of the clipping device are two adhesive spraying devices (43) disposed at the level of the strips (6) passed there and applying a continuous strip of adhesive thereto. This adhesive strip is spread open at the time of clipping of the whole.
The two profiles - for example (l) and (2)
<Desc / Clms Page number 15>
are placed side by side between the two left rollers (38) and are carried to the right by them. One of the strips (6) is carried from left to right at the top between the rollers (39) and (40), while the other strip is carried from left to right between the rollers (39) and (40).
These strips both pass a spraying device (43) where they are provided with glue.
Finally, they are pressed to the right of the machine against the two adjacent moving profiles (1) and (2) by the rollers (42) and clip them with their wings (8) onto the projecting ribs (5) of the two profiles (1) and (2).
Since the adhesive sticks in seconds,
EMI15.1
the moment the profile connection - the whole of profiles (1) and (2) and two strips (6) - leaves the machine (37), the gluing is already dried and clamp-proof.
Just before the rollers (42), where the profiles and the strips (6) are clipped and glued, and just after the spraying device (43) there is a detection system, consisting of an electric eye (44) or another known device, which detects whether a continuous adhesive strip has been applied to the strips (6): This is made possible by the use of a colored adhesive that can be easily detected by an electric eye. If a continuous type of adhesive does not occur on the strips (6), an electrical or an electronic circuit is activated, as a result of which the roller drives come to a standstill, and the further joining of profiles (1) and (2) with the two strips (6) discontinued.
The advantage of the profiles joined according to the invention lies mainly in the possibility of considering both profiles and the connecting strips (6) as a sturdy mechanical whole, which
<Desc / Clms Page number 16>
withstands forces acting in any direction, and can therefore absorb longitudinal shear forces in the plane of the joint.
This results in profile constructions with a thermal break that have to be made considerably less heavy in order to be sufficiently strong, because the combined whole of the two profiles and the strips (6) and not the two profiles separately must meet the strength calculations. following minimum values for dimensions.
Another advantage lies in the fact that the profiles themselves are not weakened by the ribs provided for the connection to the strips (6).
An advantage of the machine according to the invention lies in the fact that profile connections according to the invention can be produced in a continuous, automatic manner.
Possible applications of the profiles joined according to the invention consist, for example, of assembling constructions for fixed windows, composite windows, opening windows, open windows, opening windows, double opening windows, revolving windows, revolving doors, revolving doors, pivoting windows on a horizontal or vertical axis, both single and double opening doors, and single and double sliding windows.