NL9300314A

NL9300314A - WINDOW OR DOOR FRAME CONSTRUCTION.

Info

Publication number: NL9300314A
Application number: NL9300314A
Authority: NL
Original assignee: Bkl Extrusions Ltd
Priority date: 1992-02-27
Filing date: 1993-02-19
Publication date: 1993-09-16
Also published as: GB2264524B; GB9302728D0; GB2264524A; GB9204226D0; IE930108A1

Description

Korte aanduiding: Raam- of deurkozijnconstructie.Short designation: Window or door frame construction.

De uitvinding heeft betrekking op een raam- of deurkozijnconstructie van het type met een of meer dwarsbalken of vertikale stijlen die tegenover elkaar liggende elementen van het kozijn overspannen, en waarbij alle of een deel van de kozijnelementen en de dwarsbalken en/of vertikale stijlen bestaan uit kunststofmateriaal, metaal of een samengestelde structuur van kunststof en metaal, of vervaardigd zijn uit kunststof en metaal.The invention relates to a window or door frame construction of the type with one or more cross beams or vertical posts that span opposite elements of the frame, and wherein all or part of the frame elements and the cross beams and / or vertical posts consist of plastic material, metal or a composite structure of plastic and metal, or made of plastic and metal.

Raamkozijnen van kunststof, typisch PVCu, zijn bekend, en bestaan typisch uit vier kozijnelementen die zo zijn opgesteld dat een rechthoekige structuur ontstaat met hoeken in verstek. De hoekaansluitingen kunnen op bekende wijze vervaardigde lassen zijn, waarbij een paar naburige kozijnelementen met de te verenigen einden dicht bij elkaar worden opgesteld, een verhit blad tussen die einden wordt gestoken, de elementen naar elkaar toe worden gedrukt om het kunststof materiaal aan de einden, waar ze in kontakt zijn met het verwarmde blad, te doen smelten, het verwijderen van het verwarmde blad en het verder naar elkaar toe drukken van de elementen en het onder druk vasthouden ervan om de tegen elkaar liggende einden aan elkaar te hechten.Plastic window frames, typically PVCu, are known, and typically consist of four frame members arranged in a rectangular structure with mitered corners. The corner connections can be welds manufactured in a known manner, in which a pair of adjacent frame elements with the ends to be joined are arranged close together, a heated sheet is inserted between those ends, the elements are pressed together to form the plastic material at the ends, where they are in contact with the heated blade, to melt, removing the heated blade and further squeezing the elements together and holding them under pressure to bond the abutting ends together.

Beide kozijnelementen van zo'n kozijn kunnen worden vervaardigd als extrusieprodukt met een hol doosprofiel, dat dan kan worden voorzien van een metalen inzetstuk dat binnen het doosprofiel wordt vastgezet om het element, en düs het kozijn als geheel, te verstijven. Beide geëxtrudeerde elementen kunnen typisch ook zijn voorzien van een flens die een stootvlak vormt voor een zijde van een beglazingspaneel, en middelen voor het opnemen van een beglazingslijst waartegen de andere zijde van het beglazingspaneel stoot. Er kan typisch een afdichtingspakking van elastomeer aan de flens aangebracht zijn, welke pakking wordt samengeperst om de ene zijde van het beglazingspaneel af te dichten wanneer het paneel zich in het kozijn bevindt en op zijn plaats wordt gehouden door de beglazingslijst.Both frame elements of such a frame can be manufactured as an extrusion product with a hollow box profile, which can then be provided with a metal insert which is fixed within the box profile to stiffen the element, and thus the frame as a whole. Typically, both extruded elements may also include a flange that forms a collision face for one side of a glazing panel, and means for receiving a glazing strip against which the other side of the glazing panel abuts. Typically, an elastomeric sealing gasket may be provided on the flange, which gasket is compressed to seal one side of the glazing panel when the panel is in the frame and held in place by the glazing strip.

Tot nu toe was het de praktijk om zulke kozijnen in bouwwerken te installeren met de stootflenzen aan de binnenzijde van het kozijn, d.w.z. binnen het bouwwerk, en de beglazingslijsten aan de buitenzijde. Het is bekend dat deze opstelling een veiligheidsprobleem biedt, doordat bij afwezigheid van tegenmaatregelen een of meer van de beglazings-lijsten van buitenaf kunnen worden verwijderd, waardoor dan het beglazingspaneel uit het kozijn kan worden genomen. Er zijn verschillende veiligheidsmaatregelen voorgesteld om dit probleem te ondervangen, maar vele van deze maatregelen zijn te ingewikkeld en daardoor te duur om erin te worden opgenomen, of ze leden aan gebrek aan betrouwbaarheid. Een meer recente eis van de bouwnijverheid is dan ook geworden dat raamkozijnen geïnstalleerd dienen te worden met de stootflenzen aan de buitenzijde van het kozijn, d.w.z. buiten het gebouw en de beglazingslijsten aan de binnenzijde. Met zo'n opstelling is er niets toegankelijk voor verwijdering vanaf de buitenzijde van het gebouw, en zo wordt de veiligheid verhoogd.Until now it has been the practice to install such frames in structures with the impact flanges on the inside of the frame, i.e. inside the structure, and the glazing frames on the outside. It is known that this arrangement presents a safety problem in that, in the absence of countermeasures, one or more of the glazing frames can be removed from the outside, whereby the glazing panel can then be removed from the frame. Several security measures have been proposed to overcome this problem, but many of these measures are too complex and therefore too expensive to be included or lack reliability. A more recent requirement from the construction industry has therefore become that window frames must be installed with the impact flanges on the outside of the frame, i.e. outside the building and the glazing frames on the inside. With such an arrangement, nothing is accessible for removal from the outside of the building, thus increasing safety.

Zo'n installatie met de flenzen aan de buitenzijde is uiterst bevredigend voor het installeren van een vaste beglazing, maar wanneer er een naar buiten openend venster moet worden aangebracht, moeten de aan elkaar grenzende flenzen worden aangebracht aan de binnenzijde van het kozijn, zodat het venster kan worden geopend en er stootflenzen aanwezig zijn waartegen het raam kan worden gesloten.Such an installation with the flanges on the outside is extremely satisfactory for installing fixed glazing, but when an outward opening window is to be fitted, the adjacent flanges must be fitted on the inside of the frame so that it window can be opened and there are impact flanges against which the window can be closed.

Zo kan er, bij een typische raamkozijnconstructie voor meerdere panelen, een eis zijn voor uitwendige flenzen aan het ene deel van het kozijnelement voor vaste begla2ingspa-nelen, en binnenflenzen aan het aangrenzende deel van dezelfde lengte van het kozijnelement voor het opnemen van openende beglazingspanelen. Een dwarsbalk of vertikale stijl strekt zich dan loodrecht uit vanaf het kozijnelement bij de overgang van de binnen- naar de buitenflens, waarbij de dwarsbalk of vertikale stijl een buitenflens heeft aan de ene zijde en een binnenflens aan de andere zijde. Om zo'n structuur te bereiken in een vensterkozijn met vensterele-menten van kunststof en dwarsbalken of vertikale stijlen van kunststof, is het tot nu toe de praktijk om, bij montage van het kozijn, een kozijnelement loodrecht op zijn lengte af te snijden, de ene af gesneden lengte om te keren ten opzichte van de andere, en dan de beide lengten aan elkaar te lassen zodat een kozijnelement ontstaat waarin het ene deel een flens zal hebben aan de buitenzijde van het gemonteerde kozijn, en het andere deel een flens aan de binnenzijde van het kozijn.For example, in a typical multi-panel window frame construction, there may be a requirement for external flanges on one portion of the frame member for fixed glazing panels, and inner flanges on the adjacent portion of the same length of the frame member to accommodate opening glazing panels. A crossbar or vertical post then extends perpendicularly from the frame member at the transition from the inner to the outer flange, the crossbar or vertical post having an outer flange on one side and an inner flange on the other side. In order to achieve such a structure in a window frame with window elements made of plastic and crossbars or vertical posts made of plastic, it has hitherto been the practice, when mounting the frame, to cut a frame element perpendicular to its length, invert one cut length from the other, and then weld the two lengths together to create a frame member in which one section will have a flange on the outside of the assembled frame, and the other section will have a flange on the inside of the frame.

Dan wordt een V-vormige insnijding gemaakt in de van flenzen voorziene vlakken van het kozijnelement, waarbij een snede van de V wordt gemaakt in elk van de twee genoemde delen en dan wordt een dwarsbalk of vertikale stijl in de V bevestigd. Het einde van de dwarsbalk of de vertikale stijl wordt geschikt afgesneden, zodat een profiel ontstaat dat past bij de corresponderende profielen van het kozijnelement bij de aansluiting tussen de twee delen. De dwarsbalk of de vertikale stijl wordt dan zelf in de V-vormige uitsnijding gelast, bij de gelaste aansluiting, waardoor zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van het kozijn een in hoofdzaak eivormige laslijn zichtbaar zal worden, bestaande uit een enkele laslijn tussen de tegen elkaar stuitende einden van de twee aan elkaar gelaste delen van het kozijnelement, en de twee laslijnen waar het einde van de dwarsbalk of de vertikale stijl in de V-vormige uitsnijding is gelast. Gebleken is dat het uiterlijk van zulke laslijnen niet altijd visueel aanvaardbaar is.Then a V-shaped cut is made in the flanged surfaces of the frame member, a cut of the V is made in each of the two mentioned parts and then a crossbar or vertical post is fixed in the V. The end of the crossbar or vertical post is cut appropriately to create a profile that matches the corresponding profiles of the frame element at the junction between the two parts. The crossbar or the vertical post is then itself welded in the V-shaped cutout, at the welded connection, so that a substantially ovoid welding line will be visible both on the inside and on the outside of the frame, consisting of a single welding line between the butting ends of the two welded parts of the frame member, and the two weld lines where the end of the crossbar or the vertical post is welded in the V-shaped cutout. It has been found that the appearance of such welding lines is not always visually acceptable.

Doel van de onderhavige uitvinding is een nieuwe en betere constructie te verschaffen voor een raam- of deurkozijn met een dwarsorgaan dat wordt gevormd dooreen dwarsbalk of een vertikale stijl, verbonden tussen tegenover elkaar staande kozijnelementen, en waarbij het dwarsorgaan en de de kozijnelementen elk bestaan uit kunststofmateriaal, of uit metaal of uit een samengestelde structuur van kunststof en metaal of een kunststof- en metaalprodukt.The object of the present invention is to provide a new and better construction for a window or door frame with a cross member formed by a cross beam or a vertical post, connected between opposite frame elements, wherein the cross member and the frame elements each consist of plastic material, whether of metal or of a composite structure of plastic and metal or a plastic and metal product.

Daartoe omvat de raam- of deurkozijnconstructie volgens de uitvinding: een aantal langwerpige kozijnelementen die onderling worden verbonden zodat een rechthoekige constructie ont-staat, waarbij elk kozijnelement een langwerpig basisdeel heeft dat een basisvlak bevat van het kozijnelement, en een langwerpige opstaande stootflens die een stootvlak loodrecht op het basisvlak bevat, en een dwarsorgaan dat wordt verbonden tussen een paar tegenover elkaar staande kozijnelementen, waarbij elk kozijnelement van een paar wordt gevormd door een eerste en een tweede kozijndeel, met de einde tegen elkaar verenigd, waarvan het eerste kozijndeel een genoemde flens heeft die zich bevindt aan een zijde van het kozijnelement, en het tweede kozijnelement de flens heeft aan de andere zijde van het kozijnelement, parallel met de flens aan het eerste, en waarbij het dwarsorgaan langwerpige, evenwijdige stootflenzen met onderlinge afstanden heeft, met het kenmerk dat de kozijndelen met elkaar verbonden zijn langs een aansluitvlak dat loodrecht staat op het basisvlak, waardoor een aansluitlijn ontstaat aan aangrenzende einden van elke flens aan de buitenzijde van het kozijnelement loodrecht op het basisvlak ervan, de flens aan de respectieve kozijnelementen zich ononderbroken daarlangs uitstrekken vanaf de aansluitlijn tot een uiteinde van het kozijnelement, en het dwarsorgaan aan zijn beide einden wordt bevestigd aan een kozijnelement bij de aansluiting daarin tussen twee kozijnelementen daarvan, waardoor de flens aan het dwarsorgaan stoot tegen een flens van een kozijndeel aan weerszijden van het aansluitvlak.To this end, the window or door frame construction according to the invention comprises: a number of elongated frame elements which are mutually connected so that a rectangular construction is formed, each frame element having an elongated base part containing a base surface of the frame element, and an elongate upright butt flange which has a butting surface perpendicular to the base plane, and includes a transverse member which is connected between a pair of opposed frame members, each frame member of a pair being formed by a first and a second frame member, the end joined together, the first frame member being a said flange located on one side of the frame member, and the second frame member has the flange on the other side of the frame member, parallel to the flange on the first, and the transverse member having elongated, parallel spaced impact flanges, characterized that the frame parts are connected to each other n along a connection face that is perpendicular to the base plane, creating a connection line at adjacent ends of each flange on the outside of the frame member perpendicular to its base plane, the flange on the respective frame members extend continuously along it from the connection line to one end of the frame member, and the transverse member at its two ends, is attached to a frame member at the connection therein between two frame members thereof, whereby the flange on the transverse member abuts a flange of a frame part on either side of the connection surface.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een raam- of deurkozijnconstructie bestaande uit een aantal langwerpige kozijnelementen die onderling worden verbonden zodat een rechthoekige construc- zodat een rechthoekige constructie ontstaat, waarbij elk kozijnelement een langwerpig basisdeel heeft dat een basisvlak bevat van het kozijnelement, en een langwerpige opstaande stootflens die een stootvlak loodrecht op het basisvlak bevat, en een dwarsorgaan met langwerpige, evenwijdige stootflenzen op onderlinge afstanden, verbonden tussen een paar tegenover elkaar staande kozijnelementen, gekenmerkt door de stappen van het vormen van elk kozijnelement van het paar door een eerste en een tweede kozijndeel te nemen, elk met een basisgedeelte en de genoemde stootflens, en het met de einden tegen elkaar verenigen van die delen langs een aansluitvlak zodanig dat, wanneer ze zo met elkaar verenigd zijn, het eerste kozijnelement de genoemde flens heeft liggend aan een zijde van het kozijnelement, en het tweede kozijnelement de flens heeft, liggend aan de andere zijde van het kozijnelement, evenwijdig aan de flens van het eerste kozijnelement, en het aansluitvlak loodrecht staat op het basisvlak, waardoor een aansluitlijn ontstaat aan een aangrenzend einde van beide flenzen aan de buitenzijde van het kozijnelement loodrecht op het basisvlak ervan, met de flens aan elk kozijnelement daarlangs doorlopend vanaf de genoemde aansluitlijn tot een uiteinde van het kozijnelement; en het bevestigen van het dwarsorgaan met zijn beide einden aan een respectief kozijnelement bij de aansluiting daarin tussen de twee kozijnelementen waaruit het bestaat, op zodanige wijze dat een flens aan het dwarsorgaan stoot tegen de flens van een kozijndeel aan bij de zijden van het aansluitvlak.The invention also relates to a method for the manufacture of a window or door frame construction consisting of a number of elongated frame elements which are interconnected so that a rectangular structure is obtained, so that each frame element has an elongated base part that contains a base surface of the frame member, and an elongated upright butt flange including a butt face perpendicular to the base face, and a transverse member having elongated parallel butt flanges spaced between a pair of opposed frame members, characterized by the steps of forming each frame member of the pair by taking a first and a second frame member, each with a base portion and said abutment flange, and joining those parts end-to-end along a mating surface such that, when so joined together, the first frame member flange has lying on one side of the frame member, and the second frame member has the flange, lying on the other side of the frame member, parallel to the flange of the first frame member, and the connection face is perpendicular to the base plane, creating a connection line at an adjacent end of both flanges on the outside of the frame element perpendicular to its base surface, with the flange on each frame element extending thereabove from said connecting line to one end of the frame element; and attaching the cross member with both ends to a respective frame member at the junction therein between the two frame members that make up it, such that a flange on the cross member abuts the flange of a frame member at the sides of the connection surface.

Bij voorkeur wordt de uitvindingsgedachte zo uitgevoerd dat het aansluitvlak staat onder een hoek van tussen 60° en 70° op het stootvlak, waardoor de flenzen aan de kozijnelementen elkaar overlappen in de lengterichting van het kozijnelement, in onderling evenwijdige relatie met onderlinge afstanden.The inventive idea is preferably carried out in such a way that the connecting surface is at an angle of between 60 ° and 70 ° to the impact surface, so that the flanges on the frame elements overlap in the longitudinal direction of the frame element, in parallel relationship with each other.

De constructie kan zo worden uitgevoerd dat het dwars-doorsnedeprofiel van de beide kozijndelen onderling identiek is, zodat de twee delen kunnen worden gesneden uit een enkele lengte kosijnmateriaal.The construction can be designed in such a way that the cross-sectional profile of the two frame parts is mutually identical, so that the two parts can be cut from a single length of cosine material.

De constructie kan ook zo worden uitgevoerd dat het dwarsdoorsnedeprofiel van de beide kozijndelen onderling verschillend is. De beide kozijnelementen kunnen met elkaar verenigd zijn, met de einden tegen elkaar, door lassen of door lijm of door een mechanische verbinding.The construction can also be designed in such a way that the cross-sectional profile of the two frame parts is mutually different. The two frame elements can be joined together, end to end, by welding or by glue or by a mechanical connection.

De beide kozijnelementen kunnen bestaan uit kunststof-materiaal, dat versterkt kan zijn door een metalen orgaan, of de beide kozijnelementen kunnen geheel of gedeeltelijk uit metaal bestaan, en met voordeel zijn ze gevormd als extrus ieprodukt.Both frame elements can consist of plastic material, which can be reinforced by a metal member, or both frame elements can consist wholly or partly of metal, and they are advantageously formed as an extrusion product.

Het dwarsorgaan kan ook bestaan uit kunststofmateriaal, of metaal, of gevormd worden door een samengestelde structuur van metaal en kunststof, of door een combinatie van beide. Het dwarsorgaan kan aan het kozijnelement bevestigd worden door mechanische bevestigingsmiddelen, zoals van draad voorziene bevestigingsorganen, beugels of dergelijke middelen, of het dwarsorgaan kan aan het kozijnelement worden bevestigd door lijmen.The cross member can also consist of plastic material, or metal, or be formed by a composite structure of metal and plastic, or by a combination of both. The cross member can be attached to the frame member by mechanical fasteners, such as threaded fasteners, brackets or the like, or the cross member can be attached to the frame member.

Andere maatregelen volgens de uitvinding zullen blijken uit de volgende, slechts bij wijze van voorbeeld gegeven beschrijving, met verwijzing naar de bijgaande tekening.Other features of the invention will appear from the following description given by way of example only, with reference to the accompanying drawings.

Fig. 1 toont met uiteengenomen onderdelen een vertikaal opgesteld kozijnelement en een horizontaal opgestelde dwarsbalk van een kozijnconstructie volgens de uitvinding, waarbij de voorstelling genomen is van wat in gebruik het uitwendige is van het gebouw waarin de constructie wordt geplaatst, zodat buitenflenzen ontstaan voor inwendige beglazing met een vast beglazingspaneel onder de dwarsbalk, en binnenflenzen boven de dwarsbalk voor het opnemen van een naar buiten zwaaiend of scharnierend raam;Fig. 1 shows with exploded parts a vertically arranged frame element and a horizontally arranged cross beam of a frame construction according to the invention, showing what is in use the exterior of the building in which the construction is placed, so that external flanges are created for internal glazing with a fixed glazing panel below the crossbeam, and inner flanges above the crossbeam to accommodate an outward swinging or hinged window;

Fig. 2 is een vooraanzicht van het uitwendige .van het andere einde van een dwarsbalk, op de plaats om te worden verbonden met een vertikaal opgesteld kozijnelement dat staat tegenover het in fig. l getekende kozijnelement;Fig. 2 is a front view of the exterior of the other end of a crossbar, in position to be joined to a vertically arranged frame member opposite the frame member shown in FIG. 1;

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede door het bovenste kozijnelement dat een deel is van het kozijnelement van fig. 2, waarbij de dwarsbalk in bovenaanzicht getekend is, enFig. 3 is a cross section through the top frame member which is part of the frame member of FIG. 2, with the cross beam drawn in top view, and

Fig. 4 is een dwarsdoorsnede door de dwarsbalk van fig. 2 waarin ook een klapraam in open stand getoond wordt.Fig. 4 is a cross section through the cross beam of FIG. 2, also showing a folding window in open position.

Een volgens de uitvinding geconstrueerde kozijncon-structie bestaat uit een aantal kozijnelementen die onderling zijn verbonden door verstekverbindingen aan de hoeken, zodat een rechthoekige structuur wordt gevormd met een of meer dwarselementen tussen een respectief paar of paren tegenover elkaar staande kozijnelementen; daarbij bestaat elk van de tegenover elkaar staande kozijnelementen uit twee kozijndelen die met elkaar verbonden worden op de plaats waar het dwarselement ermee wordt verbonden. In fig. 1 is slechts een zo'n vertikaal opgesteld kozijnelement 10 getekend, en in fig. 2, 3 en 4 een er tegenoverstaand kozijnelement 10 gevormd door twee vertikaal opgestelde delen 12 en 14, samen met een horizontaal opgesteld dwarselement of dwarsbalk 16 om te worden verbonden tussen twee tegenover elkaar staande kozijnelementen 10.A frame construction constructed in accordance with the invention consists of a plurality of frame members interconnected by miter joints at the corners to form a rectangular structure with one or more transverse members between a respective pair or pairs of opposing frame members; each of the opposing frame elements consists of two frame parts which are joined together at the place where the transverse element is connected to it. In Fig. 1 only such a vertically arranged frame element 10 is shown, and in Figs. 2, 3 and 4 an opposite frame element 10 formed by two vertically arranged parts 12 and 14, together with a horizontally arranged transverse element or cross beam 16. to be connected between two opposite frame elements 10.

Elk van de delen 12 en 14 van het kozijnelement wordt met voordeel gevormd door een identiek of soortgelijk geprofileerd kunststofextrusie-profiel, typisch PVCu van in het algemeen conventionele dwarsdoorsnede, gevormd door een holle doos als profiellijf 18 resp. 20 van in het algemeen rechthoekig profiel, en twee tegenover elkaar staande zijden waarvan er een zich loodrecht uitstrekt op het lijf 18, 20, zodat respectieve stootflenzen 22 en 24 ontstaan. Elk lijf 18, 20 wordt gevormd door een basisgedeelte van een kozijn-elementdeel 12 en 14 dat een basisvlak bevat loodrecht op een stootvlak dat zich bevindt in elk van de respectieve flenzen 22 en 24. Die zijde van elk lijf die grenst aan de flens 22 of 24 vormt een basisgedeelte 26 en een gegroefd gedeelte 28 voor het opnemen van een conventionele (niet-weergegeven) inklemmende beglazingslijst. Elke stootflens 22, 24 is voorzien van een in lengterichting lopende groef 30 voor het opnemen van een (niet weergegeven) afdichtstrip van elastomeer. Zoals duidelijk blijkt uit de tekening worden de twee delen 12, 14 van het kozijnelement in onder ling spiegelbeeldige relatie ten opzichte van elkaar gemonteerd, zodat de flens 22 aan het bovenste deel 12 van het kozijnelement 10 uitsteekt aan de ene zijde en de flens 24 aan het onderste deel 14 van het kozijnelement 10 uitsteekt aan de andere zijde ervan. De beide aan elkaar grenzende einden van de twee delen van het kozijnelement liggen in een gemeenschappelijk vlak 32 loodrecht op het basisvlak, maar onder een hoek tussen 60° en 70° op het stootvlak, waardoor, wanneer die twee einden tegen elkaar stotend worden verbonden, de flenzen 22 en 24 elkaar in axiale richting overlappen en evenwijdig op onderlinge afstand ten opzichte van elkaar terechtkomen aan weerszijden van het kozijnelement 10.Each of the parts 12 and 14 of the frame element is advantageously formed by an identical or similar profiled plastic extrusion profile, typically PVCu of generally conventional cross-section, formed by a hollow box as profile web 18, respectively. 20 of a generally rectangular profile, and two opposite sides, one of which extends perpendicular to the body 18, 20 to form respective impact flanges 22 and 24. Each web 18, 20 is formed by a base portion of a frame member 12 and 14 that includes a base plane perpendicular to an impact plane located in each of the respective flanges 22 and 24. That side of each web adjacent to the flange 22 or 24 forms a base portion 26 and a grooved portion 28 to receive a conventional (not shown) clamping glazing bead. Each butt flange 22, 24 is provided with a longitudinal groove 30 for receiving an elastomer sealing strip (not shown). As is clear from the drawing, the two parts 12, 14 of the frame element are mounted in mutually mirror-image relation to each other, so that the flange 22 protrudes on the upper part 12 of the frame element 10 on one side and the flange 24 on the lower part 14 of the frame element 10 protrudes on the other side thereof. The two adjacent ends of the two parts of the frame element lie in a common plane 32 perpendicular to the base surface, but at an angle between 60 ° and 70 ° to the impact surface, so that when these two ends are butted together, the flanges 22 and 24 overlap in an axial direction and end up parallel to one another on either side of the frame element 10.

Het zal duidelijk zijn dat beide delen 12 en 14 van het kozijnelement 10 kunnen worden vervaardigd uit dezelfde lengte van het extrusie-kozijnelement door dit dwars af te snijden onder een hoek tussen 60° en 70° ten opzichte van de lengteas ervan. De twee afgesneden lengten, d.w.z. de twee delen 12 en 14, worden dan in spiegelbeeldige relatie gemonteerd om verbonden te worden in de in de tekening getoonde oriëntatie. De twee delen 12 en 14 kunnen met alle geschikte middelen onderling worden verbonden, bijvoorbeeld door lassen, door lijmen of door een mechanische verbinding. Een mechanische verbinding tussen de twee delen 12 en 14 geeft een grotere dimensionele reproduceerbaarheid aan het kozijn als geheel, en dit is dan ook de werkwijze die de voorkeur heeft boven lassen of lijmen als verbindingstechniek. Hoewel in de tekening niet getoond, kunnen de beide delen 12 en 14 van het kozijnelement 10 worden voorzien van een inwendige metalen versterking binnen de holle doosvormige lijven 18 en 20, waarbij een enkele lengte van zo'n versterking de twee delen 12 en 14 van het kozijnelement overbrugt. Geschikte (niet getekende) schroefbevestigingen worden toegepast om de delen 12 en 14 van het kozijnelement te verbinden met de inwendige metalen versterking, waardoor de twee delen 12 en 14 in stotend onderling verband kunnen worden vasthouden, zoals getekend.It will be clear that both parts 12 and 14 of the frame element 10 can be manufactured from the same length of the extrusion frame element by cutting it transversely at an angle between 60 ° and 70 ° with respect to its longitudinal axis. The two cut lengths, i.e. the two parts 12 and 14, are then mounted in mirror image relationship to be joined in the orientation shown in the drawing. The two parts 12 and 14 can be joined together by any suitable means, for example by welding, by gluing or by a mechanical connection. A mechanical connection between the two parts 12 and 14 gives greater dimensional reproducibility to the frame as a whole, and this is the preferred method over welding or gluing as the joining technique. Although not shown in the drawing, the two parts 12 and 14 of the frame element 10 may be provided with an internal metal reinforcement within the hollow box-shaped webs 18 and 20, a single length of such reinforcement being the two parts 12 and 14 of bridges the frame element. Suitable screw fasteners (not shown) are used to connect the parts 12 and 14 of the frame member to the internal metal reinforcement, whereby the two parts 12 and 14 can be held in butt-to-joint relationship, as shown.

Hoewel het kozijnelement 10 hier wordt beschreven als bestaande uit twee kozijnelementen 12 en 14 van kunststof met in hoofdzaak hetzelfde profiel, kunnen die delen uiteraard van metaal zijn, of kan het gaan om een samengestelde structuur van metaal en kunststof, of een samenstelling van metaal en kunststofmateriaal, en kunnen ook de profielen onderling verschillend zijn.Although the frame element 10 is described here as consisting of two plastic frame elements 12 and 14 with substantially the same profile, those parts can of course be made of metal, or it may be a composite structure of metal and plastic, or a composition of metal and plastic material, and the profiles can also be mutually different.

Een dwarsorgaan 16 voor het met elkaar verbinden van de onderling verbonden delen 12 en 14 van het kozijnelement 10 wordt gevormd door een kunststofexrrusieprodukt dat ofwel als dwarsbalk, of als vertikale stijl wordt toegepast. In de tekeningen is het kozijnelement 10 zo getekend dat het zich in vertikale richting uitstrekt, terwijl het dwarsorgaan 16 een dwarsbalk vormt, hoewel het duidelijk zal zijn dat een soortgelijke verbinding kan worden gemaakt tussen een vertikale stijl en een zich horizontaal uitstrekkend kozijnelement. Zo'n dwarsbalk of vertikale stijl kan worden vervaardigd uit metaal of kan worden gevormd door een samengestelde struktuur van metaal en kunststofmateriaal.A transverse member 16 for connecting the interconnected parts 12 and 14 of the frame element 10 to each other is formed by a plastic extrusion product which is used either as a cross beam or as a vertical post. In the drawings, the frame member 10 is drawn to extend in the vertical direction, while the cross member 16 forms a crossbar, although it will be appreciated that a similar connection can be made between a vertical post and a horizontally extending frame member. Such a crossbar or vertical post can be made of metal or it can be formed by a composite structure of metal and plastic material.

Het extrusiestuk als dwarsorgaan wordt gevormd door een middelste gedeelte 34 met een hol doosprofiel, waardoor tegenover elkaar liggende basisvlakken ontstaan, en met twee zijvlakken 36, 38 elk met uitstekend een stootflens 40 resp. 42, waarbij de twee flenzen 40 en 42 zich in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar uitstrekken vanaf het middelste gedeelte 34. Elk van de flenzen 40 en 42 is voorzien van een in lengterichting lopende groef 44 voor het opnemen van een (niet weergegeven) afdichtingspakking van elastomeer, en elk basisvlak van het gedeelte 34 met doosprofiel is voorzien van een in lengterichting lopende groef 46 voor een (niet weergegeven) klemmende beglazingslijst. Zoals uit fig. 1 duidelijk zal zijn, bevindt zich binnen het holle doosprofiel 34 een metalen vrsterking 48, welke metalen versterking in lengterichting lopende gleuven 50 heeft, waardoor een bevestigingsschroef 52 kan worden vastgezet in een open einde van elke gleuf. Dat einde van het dwarsorgaan 16 dat vastgezet moet worden aan de onderling verbonden delen 12 en 14 van het kozijnelement 10 wordt afgesneden, zodat een profiel ontstaat dat passend is bij het profiel van het kozijnelement, zoals blijkt uit alle figuren. Het dwarsorgaan wordt aan de onderling verbonden delen 12 en 14 van het kozijnelement gemonteerd bij de aanslpiting, in een zodanige stand dat de achterrand 54 van het vlak 36 waar de flens 40 begint, gericht ligt met het einde 56 van de naburige flens 32 aan het ene deel 12 van het kozijnelement. De achterste rand 58 van de andere zijde 38 van het dwarsorgaan ligt gericht met het einde 60 van de andere flens 34 aan het andere deel 14 van het kozijnelement, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 1 en 2; deze onderlinge gerichtheid is mogelijk dank zij de 60° of 70° aansluiting tussen de twee delen 12 en 14 van het kozijnelement waardoor in lengterichting een overlapping ontstaat tussen de twee flenzen 22 en 24.The cross-member extrusion piece is formed by a central section 34 with a hollow box profile, whereby opposing base surfaces are created, and with two side surfaces 36, 38, each with a projecting flange 40 and 40 respectively. 42, the two flanges 40 and 42 extending in opposite directions from each other from the center portion 34. Each of the flanges 40 and 42 includes a longitudinal groove 44 for receiving a sealing gasket (not shown) of elastomer, and each base surface of the box section portion 34 includes a longitudinal groove 46 for a clamping glazing strip (not shown). As will be apparent from Fig. 1, inside the hollow box profile 34 is a metal reinforcement 48, which has metal reinforcement longitudinally extending slots 50 through which a fastening screw 52 can be secured in an open end of each slot. That end of the transverse member 16 to be secured to the mutually connected parts 12 and 14 of the frame element 10 is cut off, so that a profile is created which matches the profile of the frame element, as can be seen from all figures. The transverse member is mounted on the interconnected parts 12 and 14 of the frame member at the junction, in such a position that the trailing edge 54 of the face 36 where the flange 40 begins is aligned with the end 56 of the adjacent flange 32 at the one part 12 of the frame element. The rear edge 58 of the other side 38 of the cross member is aligned with the end 60 of the other flange 34 on the other part 14 of the frame element, as can be seen in particular from Figures 1 and 2; this mutual orientation is possible thanks to the 60 ° or 70 ° connection between the two parts 12 and 14 of the frame element, which creates an longitudinal overlap between the two flanges 22 and 24.

Zoals ook blijkt uit fig. 1, wordt het dwarsorgaan mechanisch, bij de aansluiting, verbonden door de schroeven 52 die elk gaan door een doosvormig lijf 18, 20 van de beide delen 12, 14 van het kozijnelement, tot ingrijping met een corresponderende gleuf 50 in het versterkingsorgaan 48 van het dwarsorgaan 16, terwijl het dwarsorgaan zelf door (niet getekende) schroeven met onderlinge afstanden wordt verbonden met het versterkingsorgaan 48. Zoals blijkt uit fig. l, wordt elk deel 12 en 14 van het kozijnelement onafhankelijk vastgezet aan een respectieve gleuf 50 van het versterkingsorgaan 48 in het dwarsorgaan 16. Het dwarsorgaan kan worden gehecht aan de delen van het kozijnelement bij de onderlinge aansluiting ervan, bijvoorbeeld door lijmen.As also appears from Fig. 1, the transverse member is mechanically connected, at the connection, by the screws 52 each passing through a box-shaped body 18, 20 of the two parts 12, 14 of the frame element, to engage with a corresponding slot 50 in the reinforcing member 48 of the transverse member 16, while the transverse member itself is intermittently connected to the reinforcing member 48 by screws (not shown). As shown in Fig. 1, each part 12 and 14 of the frame member is independently secured to a respective slot 50 of the reinforcing member 48 in the transverse member 16. The transverse member can be adhered to the parts of the frame element at their mutual connection, for instance by gluing.

Wanneer het dwarsorgaan verbonden is met de onderling verbonden delen 12 en 14, zullen de voornaamste zichtbare aansluitlijnen worden gevormd allereerst door een enkele aansluitlijn dwars over de tegenover elkaar liggende vlakken van het kozijnelement aan de beide einden van de verbinding (d.w.z. langs de lijnen van de einden 56 en 60 loodrecht op de basisvlakken van de delenn 12 en 14), en op de tweede plaats door een enkele overlappingslijn waar de beide flenzen 40, 42 van het dwarsorgaan 16 aansluiten op een flens 22 resp. 24 van het kozijnelement (d.w.z. bij de basislijnen 62 van de flensafschuiningen). Verder zal nog een korte ver-stekverbindingslijn zichtbaar zijn waar de beide flenzen 40 en 42 van het dwarsorgaan 16 zijn afgeschuind (zoals getekend bij 64 in fig. 2) om te komen liggen boven de afschui-ning aan een flens 22 resp. 24 van het kozijnelement. Zo zullen er, van binnen of van buiten ten opzichte van de kozijnconstructie, slechts twee onderling loodrechte hoofdverbindingslijnen en een verstekverbindingslijn zichtbaar zijn bij elke verbinding van een dwarsorgaan met de onderling verbonden delen van een kozijnelement. Als de respectieve flenzen niet worden voorzien van afschuiningen, zullen de enige zichtbare verbindingslijnen worden gevormd door de twee onderling loodrechte lijnen die hierboven zijn genoemd, maar in beide gevallen lopen de beide flenzen 22 en 24 continu over het kozijnelement 12 en 14 door vanaf de respectieve verbindingslijn 60 of 56 tot een uiteinde van het kozijnelement waar het is verbonden met andere elementen van de kozijnconstructie.When the transverse member is connected to the interconnected parts 12 and 14, the main visible connection lines will be formed, first of all, by a single connection line across the opposite faces of the frame element at both ends of the connection (ie along the lines of the ends 56 and 60 perpendicular to the base faces of parts 12 and 14), and secondly through a single overlapping line where the two flanges 40, 42 of the transverse member 16 connect to a flange 22, respectively. 24 of the frame member (i.e. at the base lines 62 of the flange chamfers). Furthermore, a short miter joint line will be visible where the two flanges 40 and 42 of the transverse member 16 are chamfered (as shown at 64 in FIG. 2) to overlie the chamfer on a flange 22 and 16, respectively. 24 of the frame element. For example, from the inside or from the outside of the frame construction, only two mutually perpendicular main connecting lines and a miter connecting line will be visible at each connection of a transverse member to the interconnected parts of a frame element. If the respective flanges are not provided with chamfers, the only visible connecting lines will be formed by the two mutually perpendicular lines mentioned above, but in both cases both flanges 22 and 24 run continuously over the frame element 12 and 14 from the respective connecting line 60 or 56 to one end of the frame element where it is connected to other elements of the frame construction.

Met verwijzing naar de in de tekening getoonde oriëntatie wordt een volledige kozijnconstructie samengesteld met de flenzen 22 en 40 aan de binnenzijde van het kozijn en de flenzen 24 en 42 aan de buitenzijde. Een vast enkelvoudig, dubbel of drievoudig beglazingspaneel 66 wordt vastgehouden tegen de flenzen 24 en 42 door middel van een in de groeven 28 en 46 grijpende beglazingslijst. Een naar buiten openend raam kan scharnierend worden bevestigd, zodat het kozijn 68 ervan kan sluiten tegen de binnenste stootflenzen 22 en 40.With reference to the orientation shown in the drawing, a complete frame construction is assembled with the flanges 22 and 40 on the inside of the frame and the flanges 24 and 42 on the outside. A fixed single, double or triple glazing panel 66 is held against the flanges 24 and 42 by a glazing strip engaging grooves 28 and 46. An outwardly opening window can be hinged so that its frame 68 can close against the inner impact flanges 22 and 40.

Claims

Window or door frame construction, comprising a number of elongated frame members (.10) interconnected to form a rectangular structure, each frame member having an elongated base member containing a base face of the frame member, and an elongated upstanding flange perpendicular to a butt face on the base surface, and a transverse member (16) which is connected between a pair of opposing frame members, each frame member of a pair being formed by a first and a second frame member (12, 14 respectively), end to end unified, the first frame member having a said flange (22) located on one side of the frame member, and the second frame member having the flange (24) on the other side of the frame member, parallel to the flange on the first, and the transverse member having elongated parallel impact flanges (40, 42) spaced, characterized in that the frame parts m and are joined together along a connection face (32) which is perpendicular to the base face, creating a connection line at adjacent ends of each flange on the outside of the frame member perpendicular to its base face, the flange (22, 24) on the respective frame members extend uninterruptedly therefrom from the connecting line to one end of the frame member, and the transverse member at its both ends is attached to a frame member at the junction therein between two frame members thereof, whereby the flange (40, respectively. 42) the transverse member bumps against a flange (22 and 24, respectively). of a frame part on either side of the connection surface (32).

Frame construction according to claim 1, characterized in that the connecting surface (32) is at an angle to the impact surface of the flanges.

Frame construction according to claim 2, characterized in that the connecting surface 32 is at an angle of between 60 ° and 70 ° to the impact surface.

Frame construction according to any one of claims 1-3, characterized in that the cross-sectional profile of the two frame parts 12 and 14 is mutually identical.

Frame construction according to one of claims 1 to 3, characterized in that the cross-sectional profile of the two frame parts (12 and 14) is different from one another.

Frame construction according to any one of claims 1 to 5, characterized in that both frame parts (12, 14) are formed by an extrusion product of plastic.

Frame construction according to any one of claims 1 to 5, characterized in that both frame parts (12, 14) are formed by a metal extrusion product.

Frame construction according to any one of claims 1 to 5, characterized in that both frame parts (12, 14) are formed by a composite structure of metal and plastic material.

Frame construction according to any one of the preceding claims, characterized in that the cross member (16) is formed by an extrusion product of plastic.

Frame construction according to any one of claims 1-8, characterized in that the cross member (16) is formed by an extrusion product of metal.

Frame construction according to any one of claims 1-8, characterized in that the cross member (16) is formed by a composite structure of metal and plastic material.

Frame construction according to claim 9, characterized in that the cross member (16) is reinforced by a metal member (48).

Frame construction according to any one of the preceding claims, characterized in that the transverse member (16) is connected to the frame element (10) by mechanical fasteners (52).

Frame construction according to any one of claims 1-12, characterized in that the cross member (16) is glued to the frame element (10).

Method for the manufacture of a window or door frame construction consisting of a number of elongated frame elements (10) which are interconnected to form a rectangular construction, each frame element having an elongated base part containing a base surface of the frame element, and a elongated upright butt flange including a butt face perpendicular to the base face, and a transverse member (16) with elongated / parallel butt flanges (40/42) spaced between a pair of opposed frame members, characterized by the steps of forming each frame member of the pair by taking a first and a second frame member (12, 14), each with a base portion and said butt flange, and joining those parts end to end along a connection surface (32) such that when they so joined together, the first frame element (12) has said flange (22) lying on one side of the frame element, and the second frame member (14) has the flange (24), lying on the other side of the frame member, parallel to the flange of the first frame member, and the connection face (32) is perpendicular to the base plane, thereby creating a connection line at an adjacent end of both flanges on the outside of the frame member perpendicular to its base face, with the flange on each frame member extending therefrom from said connecting line to one end of the frame member; and attaching the cross member with both ends to a respective frame member at the connection therein between the two frame members that make up it, such that a flange (40 and 42, respectively) abuts the cross member against the flange (22, 24) of a frame part on the sides of the connection surface.

Method according to claim 15, characterized in that the two frame parts have an identical cross-sectional profile and are cut from a single length of frame material.

Method according to one of claims 15 or 16, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are joined together by ends by welding.

Method according to any one of claims 15 or 16, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are joined together by ends by gluing.

Method according to either of Claims 15 or 16, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are joined together by ends by mechanical connection.

Method according to either of Claims 17 or 18, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are formed from plastic material.

Method according to claim 19, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are formed from metal.

Method according to claim 19, characterized in that the two frame parts (12 and 14) are formed from plastic material reinforced by a metal member.

Method according to any one of claims 15-22, characterized by the step of attaching the cross member (16) to the joined frame elements (12 and 14) by a mechanical connection.

Method according to any one of claims 15-22, characterized by the step of attaching the cross member (16) to the joined frame elements (12 and 14) by gluing.

Method according to claim 23, characterized in that the cross member (16) consists of metal and is attached to the joined frame parts (12 and 14) by threaded fasteners (52).

Method according to claim 23, characterized in that the cross member (16) consists of plastic material, reinforced by a metal member (48), and that the metal member is attached to the joined frame elements by threaded fasteners.