BE1004510A3 - Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten. - Google Patents

Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten. Download PDF

Info

Publication number
BE1004510A3
BE1004510A3 BE9100177A BE9100177A BE1004510A3 BE 1004510 A3 BE1004510 A3 BE 1004510A3 BE 9100177 A BE9100177 A BE 9100177A BE 9100177 A BE9100177 A BE 9100177A BE 1004510 A3 BE1004510 A3 BE 1004510A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
parts
spice
grinding
openings
shafts
Prior art date
Application number
BE9100177A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wardenier D
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wardenier D filed Critical Wardenier D
Priority to BE9100177A priority Critical patent/BE1004510A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1004510A3 publication Critical patent/BE1004510A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J42/00Coffee mills; Spice mills
    • A47J42/38Parts or details
    • A47J42/46Driving mechanisms; Coupling to drives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J42/00Coffee mills; Spice mills
    • A47J42/02Coffee mills; Spice mills having grinding cones
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J42/00Coffee mills; Spice mills
    • A47J42/38Parts or details
    • A47J42/50Supplying devices, e.g. funnels; Supply containers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Seasonings (AREA)
  • Food-Manufacturing Devices (AREA)

Abstract

Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten, waarmee men elk van deze kruidensoorten afzonderlijk, of alle mogelijke mengsels van een willekeurig aantal van die kruidensoorten terzelfdertijd, kan vermalen en verstrooien, doordat in de behuizing voor elke kruidensoort een vertikale ruimte voorzien is die uitmondt boven een maalinrichting (14), (14') die manueel of elketrische aangedreven wordt, waarbij men in een eerste uitvoeringesvorm een onderdeel (4) met afsluitbare openingen (5) voorziet, waarmee men naar keuze de toevoer van elke kruidensoort naar de respectievelijke maalinrichting (14), (14') kan doorlaten of tegenhouden, en waarbij in een tweede uitvoeringsvorm een afzonderlijke bediening voorzien is voor elk malend deel (14) die ingrijpt op de overbreningsmiddelen (11'') of (12'') en (12) tussen de aandrijfinrichting (11) of (9) en de malende delen (14) om de draaibeweging wel of niet op de respectivelijke malende delen over te brengen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  "Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten" ----------------- 
De uitvinding heeft betrekking tot een kruidenmolen, die verschillende kruiden, elk in een afzonderlijke ruimte, kan bevatten, en waarmee ofwel elk van die kruiden afzonderlijk kan gemalen en verstrooid worden, ofwel een willekeurig aantal van die kruiden, terzelfdertijd, kan gemalen en verstrooid worden, waarbij in het laatste geval alle mogelijke kombinaties van verschillende kruiden kunnen geselectioneerd worden om als mengsel te verstrooien, en waarbij de maalinrichting ofwel van manueel te bedienen aandrijfmiddelen voorzien is, ofwel voorzien is van een elektrische aandrijfinrichting. 



   De tot op heden algemeen gekende kruidenmolen, is in de meeste gevallen voorzien voor het vermalen van peperbollen en het verstrooien ervan. Deze molens hebben een bovenste draaibaar gedeelte dat met een as verbonden is met de maalinrichting, en dat met de ene hand dient verdraaid te worden, ten opzichte van het onderste gedeelte, dat men met de andere hand moet vasthouden. In dit onderste gedeelte is een ruimte voorzien, waarin een hoeveelheid kruiden wordt opgeslagen, en die in verbinding staat met de eronder gelegen maalinrichting. Langs openingen in de onderzijde vallen de vermalen kruiden uit de molen. De maalinrichting is slechts voor   een   bepaalde kruidensoort voorzien. 



   Het nadeel van deze bestaande kruidenmolen is dat men er slechts   een   kruidensoort mee kan vermalen en verstrooien. Indien men een andere kruidensoort moet vermalen moet men over een andere molen beschikken waarvan de maalinrichting specifiek voor die bepaalde kruidensoort voorzien is. Bijgevolg moet men evenveel kruidenmolens hebben als het aantal kruiden dat men moet vermalen en verstrooien, hetgeen onpraktisch en duur is, en moet men ook, - als een mengsel van twee of meer van die kruiden bij 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 een bepaalde bereiding moeten vermalen en verstrooid worden -, evenveel keer na elkaar een verschillende kruidenmolen ter hand nemen en bedienen, hetgeen erg omslachtig is en tijdrovend. 



   Het doel van de uitvinding is te verhelpen aan het hierboven genoemde nadeel van de bestaande kruidenmolen, door een kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten te voorzien, waarmee men elk van deze kruiden afzonderlijk, of alle mogelijke mengsels van een willekeurig aantal van deze kruiden terzelfdertijd, kan vermalen en verstrooien. 



   Het voorwerp van de uitvinding is een kruidenmolen, gekenmerkt doordat hij bestaat uit een holle behuizing met inwendig een aantal zieh in de hoogte uitstrekkende scheidingswanden, die twee of meer afzonderlijke ruimtes vormen. Deze ruimtes zijn langs boven toegankelijk door het afnemen van een deksel of van een afsluitend bovengedeelte van de kruidenmolen, voor het vullen met kruiden, waarbij het de bedoeling is om elke ruimte met een verschillende kruidensoort te vullen. De genoemde scheidingswanden van de ruimtes strekken zieh uit tot aan de   monden   van de maalinrichting, die lager in de behuizing van de kruidenmolen opgesteld zijn. De maalinrichting heeft onder elke ruimte een draaibaar mes of ander middel dat de kruiden die in die ruimte zitten, kan fijnmalen.

   Deze draaibare middelen kunnen aan het draaien gebracht worden om hun malende werking uit te voeren, door een ermee verbonden draaibaar gedeelte van de kruidenmolen manueel te verdraaien, of door het inschakelen van een electrische motor die zijn draaibeweging op die draaiende delen kan overbrengen. 



   De kruidenmolen volgens de uitvinding is in een eerste mogelijke uitvoeringsvorm verder nog gekenmerkt doordat horizontaal en juist boven de maalinrichting in elke ruimte een inrichting voorzien is die de neerwaartse 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 stroom van de kruiden uit de respectievelijke ruimtes naar de maalinrichting kan tegenhouden of doorlaten, naargelang men de, vanaf de buitenkant van de behuizing bedienbare inrichting in de ene of de andere stand plaatst. Deze inrichtingen zijn, voor elke ruimte, afzonderlijk bedienbaar. 



   De kruidenmolen volgens de uitvinding is in een tweede mogelijke uitvoeringsvorm verder nog gekenmerkt doordat elke door scheidingswanden afgescheiden ruimte rechtstreeks in verbinding staat met de eronder gelegen malende delen-waarbij de inrichting die de neerwaartse stroom van de desbetreffende kruiden naar de respectievelijke malende delen kan tegenhouden of doorlaten niet voorzien   is -,   en doordat de selectie van de kruiden, die men wenst te malen en te verstrooien gebeurt door middel van een inrichting die van buitenaf bedienbaar is en elk van de malende delen naar keuze kan laten aangedreven worden, of laten stilstaan, zodat de kruiden die in de ruimte boven elk malend deel zitten, naar keuze kunnen vermalen en verstrooid worden of niet. 



   Deze inrichting bevindt zieh bij voorkeur ter hoogte van de aandrijving van de verschillende malende delen en voorziet in de mogelijkheid om de overbrengingsmiddelen die de aandrijfinrichting (manueel of elektrich bediend) in verbinding brengen met de verschillende malende delen, en die enerzijds door de aandrijfmiddelen zelf, en anderzijds door de malende delen of hun onderdelen (bijv. assen) gedragen worden, hetzij met elkaar te laten samenwerken, hetzij niet met elkaar te laten samenwerken. 



   Verdere kenmerken en voordelen van de kruidenmolen volgens de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, geschikt voor het bevatten van drie kruidensoorten en het vermalen en 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 verstrooien van die kruidensoorten afzonderlijk, of van hun mengsels, zonder dat de uitvinding daardoor beperkt wordt tot deze mogelijke uitvoering, noch tot het aantal kruidensoorten, waarvoor deze uitvoering kan gebruikt worden. Deze beschrijving wordt geillustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuren, waarbij
Figuur 1 een vertikale langsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding. 



   Figuur 2 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens de as AA op figuur   1,   waarbij de aandrijftandwielen zichtbaar zijn. 



   Figuur 3 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens de as BB op figuur   1,   waarbij de scheidingswanden van de afzonderlijke ruimtes en de axiale en radiale steunen voor de assen van de maalinrichting zichtbaar zijn. 



   Figuur 4 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens de as   CC   op   figuur l,   waarbij de selectie-inrichtingen voor de verschillende kruidensoorten zichtbaar zijn. 



   Figuur 5 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens de as DD op figuur   1,   waarbij de axiale en radiale steunen voor de assen van de maalinrichting, zichtbaar zijn. 



   Figuur 6 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen, volgens de as EE op figuur   1,   waarbij de monden van de maalinrichting zichtbaar zijn alsook de tot daar komende scheidingswanden van de ruimtes. 



   Figuur 7 een horizontale dwarsdoorsnede toont van de kruidenmolen volgens de as FF op figuur   1,   waarbij de uitgang van de maalinrichting, en de ondersteuning van de roterende onderdelen zichtbaar is. 



   Figuren 8 en 9, een vertikale dwarsdoorsnede tonen van een kruidenmolen volgens de uitvinding, analoog 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 aan de voorgaande figuren, maar waarvan de maalinrichting voorzien is om manueel aangedreven te worden. 



   Figuur 10. een vertikale dwarsdoorsnede voorstelt van het bovenste gedeelte van een variante uitvoeringsvorm van de kruidenmolen volgens de uitvinding, waarbij het aandrijftandwiel op een vertikaal verschuifbaar gedeelte van de aandrijfas om naar keuze samen te werken met   een   van de tandwielen op de assen van de malende delen. 



   Figuur 11 een vertikale dwarsdoorsnede voorstelt van een andere variante uitvoeringsvorm van de kruidenmolen volgens de uitvinding, waarbij elk tandwiel op een vertikaal verschuifbaar gedeelte van de as van een malend deel zit, om naar keuze samen te werken met het aandrijftandwiel of niet. 



   Een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de kruidenmolen, volgens de uitvinding, bestaat uit een behuizing die langwerpig, en cylindrisch van vorm is, en in rechtopstaande positie gebruikt wordt (zie   fig. 1).   Deze behuizing bestaat zelf uit vijf onderdelen (1, 2, 3, 4, 7). 



   Het bovenste behuizingsonderdeel, is een deksel   (1)   in de vorm van een vlakke plaat, die de toegangsopening tot de holle ruimte van het cylindrische behuizingsonderdeel (2) langs boven afsluit. Het onderdeel (2) vormt het bovenste gedeelte van de kruidenmolen, en heeft inwendig een holle ruimte, waarin de elektrische motor (11) past. 



   De aandrijfas   (11')   van de motor (11) zit daarbij vertikaal naar beneden gericht centraal op de onderzijde (2") van de holle ruimte in onderdeel (2) steunend. In deze onderzijde (2") zijn verder nog drie openingen voorzien (zie fig. 2), zo geplaatst dat hun middelpunten de hoekpunten vormen van een gelijkzijdige driehoek met het steunpunt voor de aandrijfas (11'), als zwaartepunt. Door deze drie openingen zitten vertikale assen (13) die boven de onderzijde (2") voorzien zijn van tandwielen (12). Op 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 de motoras   (11')   zit een tandwieltje (11") dat zieh in het midden tussen de drie tandwielen (12) bevindt, en deze tandwielen (12) kan aandrijven. 



   Boven de motor (11) zit in de holle ruimte een horizontale tussenplaat (2') met een uitsparing langs de onderkant, die de bovenkant van de motor (11) kan omvatten, om deze op zijn plaats te houden. 



   Op de binnenwand van de holle ruimte van onderdeel (2) zijn zijdelingse steunribben voorzien voor de motor (11). 



   Bovenaan onderdeel (2) van de behuizing, onder het deksel   (1)   en boven de tussenplaat (2') is in dit onderdeel (2) een ruimte voorzien, waarin een batterij (10) kan geplaatst worden in elektrische verbinding met de motor (11), voor de voeding van deze motor (11), bij het aandrijven van de maalinrichting via de tandwielen (12) en de assen (13). 



   Op de buitenwand van onderdeel (2) zijn middelen voorzien voor de elektrische verbinding van een uitwendige elektrische voeding, waarbij deze middelen elektrisch verbonden zijn met de batterijklemmen, opdat, bij gebruik van een oplaadbare batterij (10), deze batterij zou kunnen opgeladen worden door de aangesloten voeding. Verder is op de buitenwand van onderdeel   (1)   een schakelaar voorzienal of niet met controlelampje-voor het aan-en uitschakelen van de motor (11). 



   Aan de onderkant van het onderdeel (2) zit een volgend onderdeel (3) vastgehecht, zodanig van vorm en afmetingen dat de buitenwanden van de onderdelen (2) en (3) in elkaars verlengde liggen. Het onderdeel (3) (zie fig. 



  3) is over zijn volledige hoogte voorzien van drie vertikale vlakke binnenwanden (3') die samenkomen op de aslijn van het onderdeel (3), en zieh radiaal uitstrekken tot tegen de binnenkant van de mantel van onderdeel (3), waarbij elke wand (3') een hoek van 1200 vormt met de twee 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 andere wanden   (3'),   zodat de vertikale cylindrische ruimte van onderdeel (3) over de volledige hoogte onderverdeeld wordt in drie vertikale, identieke ruimten waarvan de sectie een cirkelsector met een openingshoek van 1200 is. 



  Deze ruimten vormen de drie voorraadruimten voor de kruiden. 



   In elk van deze ruimten zit verder nog, een horizontale, zieh radiaal uitstrekkende arm (3"), die vertrekt vanaf het hoekpunt van de op de   vislijn   samenkomende wanden   (3')   en zieh uitstrekt tot tegen de binnenkant van de mantel van onderdeel (3), volgens een bissectrice van de hoek die door de aan weerszijden ervan gelegen samenkomende wanden (3') wordt gevormd. 



   In deze armen (3") zijn openingen voorzien, zodanig geplaatst, dat ze elk   een   van die assen (13), die vertikaal de ruimten dwarsen, kunnen doorlaten. 



   De binnenwanden   (3')   eindigen onderaan het onderdeel (3) dat langs onder open is. Tegen deze open onderzijde wordt een onderdeel (4) geplaatst (zie fig. 4). 



  Dit onderdeel (4) bestaat uit een vlakke cirkelvormige plaat (4') met zelfde diameter als het onderdeel (3). In deze plaat   (4')   zijn openingen met vertikale wanden voorzien op de plaatsen waar de vertikale assen (13) door deze plaat   (4')   moeten steken. Aan de onderzijde van deze plaat (4') zijn over een kleine hoogte, vertikale wanden (4") voorzien die in het verlengde liggen van de wanden (3') in het gedeelte (3). Deze plaat (4') wordt door de erop aansluitende wanden (3) onderverdeeld in drie cirkelsektoren. In elk van deze sektoren zijn twee identieke openingen (5) voorzien. Elke opening (5) heeft twee zijden die radiaal naar het middelpunt van de cirkelvormige plaat   (4')   zijn gericht, en twee andere zijden die op cirkelbogen met hetzelfde middelpunt en verschillende straal liggen.

   Voor elke sector zijn die openingen bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, identiek, 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 en op dezelfde plaats binnen die sector gelegen. Het onderdeel (4) bestaat verder nog uit drie beweegbare gedeelten (6) die de vorm hebben van de cirkelsektoren, met zelfde straal maar met een openingshoek van 90 . Elk van deze beweegbare gedeelten (6) komt op een door de wanden (3') bepaalde sektor van plaat (4') te liggen en kan door zijn kleinere openingshoek   (90 )   op de sektoren van plaat (4') (openingshoek 1200) roteren ten opzichte van zijn centraal gelegen hoekpunt van de rechte hoek. In elk beweegbare gedeelte (6) is een gebogen gleuf (6') voorzien die de as (13) doorlaat in elke mogelijke positie van het gedeelte (6) op de sektor van plaat (4').

   De volgens de lengte van deze gleuven (6') gelegen zijden liggen op cirkelbogen met het hoekpunt van de rechte hoek van het betrokken deel (6) als middelpunt, en hebben een verschillende straal, waarbij de ene kleiner is dan de   afstand   van het dichtste punt van de as (13) tot de rechte hoek van deel (6) en de andere groter is dan de afstand van het'verste punt van de as (13) tot de rechte hoek van deel (6). De korte zijden van deze gleuven (6') hebben de vorm van halve cirkels.

   Deze gleuven (6') liggen symmetrisch ten opzichte van de bissectrice van het deel (6) en hebben een lengte, waarbij de langste randen cirkelbogen zijn die een sektor bepalen met als middelpunt het hoekpunt van de rechte hoek, en met een openingshoek die groter is dan de hoek waarover het deel (6) kan roteren over de plaat (4'), dewelke in deze uitvoeringsvorm 300 bedraagt (120 -90 ). 



  In elk van de beweegbare delen (6) zijn twee openingen (5') voorzien die dezelfde vorm hebben als de openingen (5) in elke sector van de plaat (4') en die zodanig geplaatst zijn dat ze, in   n uiterste stand van het beweegbaar deel (6) (geroteerd tot tegen     n   van de wanden (3')), precies boven de openingen (5) in de plaat (4') komen te liggen, terwijl ze in de andere uiterste stand van deel (6)-geroteerd tot tegen de andere wand (3') die de sector bepaalt-volledig 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 naast de openingen (5) in de plaat (4') komen te liggen, en bijgevolg deze openingen (5) afsluiten. 



   De afmetingen van deze openingen (5) en   (5') -   zowel in gedeelte (4') als in gedeelte (6)-worden bijgevolg bepaald door cirkelsectoren die een kleinere openingshoek hebben dan de maximale rotatiehoek (300) van de gedeelten (6). 



   Het onderdeel (4) laat dus toe, door het verschuiven van de beweegbare delen (6), de openingen (5) in de plaat   (4')   enerzijds af te sluiten en anderzijds volledig open te laten, of gedeeltelijk open te laten in een willekeurige tussenstand. 



   De rotatie van de drie delen (6) is van buiten de behuizing van de kruidenmolen mogelijk gemaakt doordat elk deel (6) een naar buiten stekende lip (6") heeft, die in een horizontale uitsparing van de zijwand kan verschuiven. 



  De lengte en de plaats van deze gleuf wordt bepaald door de weg die deze lip (6") aflegt bij een rotatie van de ene uiterste stand naar de andere uiterste stand van het deel (6). 



   Onderaan aan het onderdeel (4) wordt het onderdeel (7) bevestigd dat de malende delen van de maalinrichting bevat (zie fig. 6). Op elk van de assen (13) zit een mes (14) vast bevestigd, dat met de as (13) kan verdraaien, ten opzichte van naast de mesflanken geplaatste vaste maalonderdelen (14'). Elk van de messen (14) met zijn respectievelijke vaste maalonderdelen (14') is zodanig gedimensioneerd en geplaatst dat de kruiden die zieh in de ruimte boven het mes (14) in kwestie zullen bevinden, erdoor kunnen vermalen worden in optimale omstandigheden   (o. a.   minimale energie in functie van de korrelgrootte). 



   De scheidingswanden (4") die op de onderzijde van onderdeel (4) voorzien   zijn-overeenstemmend   met de scheidingswanden   (3') - komen   tot juist boven de messen 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 (14), en zorgen er op die manier voor dat een scheiding van de verschillende kruidensoorten bekomen wordt, tot in de maalinrichting. 



   Op de onderkant van het onderdeel (7) wordt het onderdeel (15) bevestigd met vijzen (zie fig. 7). Dit onderdeel (15) bestaat uit een centraal op de aslijn van de kruidenmolen samenkomend stel van drie armen (15'), die onderling een hoek van 1200 vormen en die radiaal uitlopen tot onder de messen (14). Onder elk van de messen (14) beschrijven de respectievelijke armen (15') een rechte hoek - voor elke arm (15') in wijzerzin of voor elke arm (15') in   tegenwijzerzin - en   lopen verder tot onder de rand van het onderdeel (7) waar de bevestiging van onderdeel (15) op onderdeel (7) voorzien is. Het onderdeel (15) dient ter ondersteuning van de messen (14). 



   Voor het vullen van de ruimten in onderdeel (3) met drie verschillende kruidensoorten, moet onderdeel (2) gemakkelijk afneembaar zijn. Daarom kunnen de tandwielen   (12) - die   boven de onderzijde (2") gelegen zijn-van de assen (13) afschuiven bij het afnemen van onderdeel (2). 



  De onderdelen (2) en (3) zijn zodanig uitgevoerd dat ze slechts in die bepaalde posities ten opzichte van elkaar, op elkaar kunnen bevestigd worden, waarbij de tandwielen (12) perfekt op de assen (13) schuiven. 



   De montage van de verschillende onderdelen gebeurt als volgt : eerst wordt het onderdeel (4) op het onderdeel (3) geplaatst. Vervolgens worden de messen (14) op de assen (13) in onderdelen (4) en (7) geplaatst, waarna onderdeel (7) onderaan onderdeel (4) wordt bevestigd. Dan plaatst men de vaste maalonderdelen (14') in onderdeel (7) en men bevestigt onderdeel (15) op de onderkant van onderdeel (7). De vijzen waarmee onderdeel (15) bevestigd wordt verzekeren tevens de stabiele bevestiging van de onderdelen (3), (4), (7) en (15) op elkaar. Vervolgens plaatst men onderdeel (2) op onderdeel (3). Dan plaatst men 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 de motor (11) met zijn as (11') vertikaal naar beneden gericht in de holle ruimte van onderdeel (2), zodat het   aandrijftandwiel (II")   tussen de tandwielen (12) komt te 
 EMI11.1 
 zitten.

   Na het plaatsen van de tussenplaat (2'), en de batterij (10) in de boven deze tussenplaat (2') voorziene ruimte kan men tenslotte het onderdeel (2) bovenaan afsluiten met zijn deksel (1). 



   In een andere uitvoeringsvorm van een kruidenmolen volgens de uitvinding, voorziet men de manuele bediening van de maalinrichting (fig. 8 en fig. 9). Een cylindrisch onderdeel (8) vervangt daarbij het onderdeel (2). Het onderdeel (8) is onderaan identiek aan onderdeel (2), met een onderzijde (8') met openingen voor de assen (13). In het onderdeel (8) boven de onderzijde (8') zitten eveneens de tandwielen (12) afschuifbaar op de assen (13). 



   In de bovenkant van het onderdeel (8) past een cylindrische kop (9) die met zijn onderste randen binnen de wanden van onderdeel (8) zit, en ten opzichte van onderdeel (8) verdraaib ar is. Tussen de drie tandwielen (12) zit, op analoge wijze als de aandrijfas (11') van de motor (11), een vertikale as (12') voorzien van een tandwieltje (12") dat de drie tandwielen (12) kan aandrijven bij het verdraaien van de as (12'). 



   Deze as (12') zit doorheen de gesloten bovenwand van de kop (9). Het bovenuiteinde van de as (12') is voorzien van schroefdraad. De kop (9) zit in vertikale richting onbeweeglijk op de as (12'), doordat een moer (9') voorzien is die onder de bovenwand van de kop (9) op de as (12') geschroefd is, en een moer (9") die boven deze bovenwand op de as (12') geschroefd is, waarbij deze wand tussen beide moeren (9') en (9") geklemd zit. Bij het verdraaien van de kop (9) wordt, met gekende middelen, (bijvoorbeeld doordat het gedeelte van de as (12') dat zieh in de opening in de kop (9) bevindt een vierkante sectie heeft, precies passend in die opening, die eveneens 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 vierkant is uitgevoerd) ervoor gezorgd dat de erdoor stekende as (12') wordt meegenomen.

   Door het verdraaien van de as (12') wordt via de tandwielen (12") en (12) en de assen (13), de maalinrichting bediend. 



   De kruidenmolen volgens de uitvinding wordt als volgt gebruikt. Eerst moet men het onderdeel (2), of (8) van het onderdeel (3) wegnemen om de verschillende ruimtes in het onderdeel (3) te kunnen vullen met verschillende kruidensoorten. Nadat onderdeel   (2),   of (8) teruggeplaatst is, kan de kruidenmolen gebruikt worden om een van de kruidensoorten afzonderlijk, of een van de mogelijke kombinaties van twee of meer kruidensoorten, te vermalen en te verstrooien. 



   De selectie van de kruidensoorten wordt gemaakt door de beweegbare onderdelen (6) van elk onderdeel (4) zodanig te plaatsen-door het verschuiven van de lip (6") in de horizontale gleuf in de zijwand-dat de openingen (5) in het gedeelte (4'), naar keuze, open of dicht zijn. 



  Als de opening (5) die voor een bepaalde kruidensoort, toegang geeft tot de messen (14), open staat wordt deze kruidensoort gemalen en verstrooid. Als slechts   een   opening (5) open gezet wordt, wordt slechts   een   kruidensoort gemalen en verstrooid. Plaatst men twee of meer onderdelen (6) in een zodanige stand dat de respectievelijke openingen (5) open zijn, dan worden de verschillende kruidensoorten, die toegang krijgen tot de messen (14), gemalen en wordt hun mengsel door de kruidenmolen verstrooid. 



   In nog een andere uitvoeringsvorm (zie fig. 10) van een kruidenmolen, volgens de uitvinding is het onderdeel (4) waarmee men de doorgang van de verschillende kruiden afzonderlijk naar de respectievelijke malende delen (14) en (14'), kan openlaten of afsluiten, niet voorzien. De in onderdeel (3) voorziene ruimten staan bijgevolg 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 rechtstreeks in verbinding met de malende delen (14) en (14') in onderdeel (7). 



   Onderaan onderdeel (3) wordt dan, in plaats van onderdeel (4), en onderdeel (16) bevestigd. Het onderdeel (16) bestaat uit een cirkelvormige rand van waarop evenwel radiale armen (16') als er ann (13) zijn naar elkaar toelopen, samenkomend op de aslijn. In deze armen (15') zijn openingen voorzien voor de assen (13). Deze armen (16') en de openingen erin zijn zodanig geplaatst dat de assen (13) vertikaal naar beneden door deze openingen (16') zitten. Langs de onderkant van onderdeel (16) worden de assen (13) nog omgeven door een, vanaf de rand van de opening, vertrekkende cylindrische wand. 



   De selectie van de kruidensoort (en) die men wenst te vermalen en te verstrooien gebeurt bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding door het wel of niet aandrijven van de malende delen (14), via de assen (13) met tandwielen (12). Deze selectiemogelijkheid wordt bekomen door voorzieningen die mogelijk malen naar keuze een van de verschillende tandwielen (12), met het aandrijftandwiel (11") of (12") te laten samenwerken, doordat het tandwiel (11") of (12") zelf volgens de lengterichting van de as   (11')   of (12') instelbvaar is in de hoogte, terwijl de tandwielen (12) elk op een verschillende hoogte opgesteld zijn op de assen (13).

   De assen (13) hebben daarbij een verschillende lengte of hebben een uit elkaar schuifbaar gedeelte, zodat de tandwielen (12) telkens op het uiteinde ervan bevestigd zijn, terwijl de malende delen (14) op de onderste uiteinde ervan toch op dezelfde hoogte zitten. De bovenuiteinden van de assen (13) steken in het ondereel (2) of (8) uit en zijn elk, over een verschillende hoogte door een cylindrische wand omgeven, zodanig dat de tandwielen (12) steunen op deze wanden als ze bevestigd zijn op de asuiteinden. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



   Door de verbinding van tandwiel   (il")   of (12") of van de as   (11')   of (12') met een door de zijwand van de kruidenmolen uitstekende bedieningsmiddel, zoals een staafje, dat het tandwiel (11") of   (12"),   kan meenemen terwijl dit bedieningsmiddel in een gleuf in de hoogte verschuifbaar is, kan men op de zijwand van de kruidenmolen het tandwiel (11") of (12") in de hoogte verschuiven en vaststellen, om te bepalen welke as (13) men wil aandrijven om de respectievelijk kruiden te malen.

   Immers het bedieningsmiddel kan op verschillende hoogtes bijvoorbeeld door middel van horizontale gedeelten van de gleuf-vastgezet worden, waarbij elk instelbare hoogte van het bedieningsmiddel, overeenstemt met de opstelling van het tandwiel (11") of (12") ter hoogte van   een   van de tandwielen (12), om met dat tandwiel (12) samen te werken. 



   In een andere uitvoeringsvorm (fig. 11) is eveneens een onderdeel (16) bevestigd in plaats van het onderdeel (4) en zijn de tandwielen (12) of de assen (13) op dezelfde hoogte in de onderdelen (2) of (8) opgesteld. 



  Het aandrijftandwieltje (11") of (12") op de aandrijfas (11') of (12') bevindt zieh in een horizontaal vlak dat hoger ligt dan het horizontaal vlak waarin de tandwielen (12) opgesteld zijn. De tandwielen (12) zijn elk afzonderlijk in de hoogte verschuifbaar, en instelbaar in hetzelfde vlak waarin het aandrijftandwiel (11") of (12") opgesteld is, om ermee samen te werken. Het verschuiven en instellen van de tandwielen (12) is mogelijk doordat, elke as (13) uit twee gedeelten bestaat, waarbij deze delen ten opzichte van elkaar, volgens de lengterichting uitschuifbaar zijn, waarbij echter het overbrengbaar van de draaibeweging van het ene deel naar het andere mogelijk   blijft.

   Vorder is   eveneens elk tandwiel (12), of elk bovenste deel van een as (13) voorzien van een door de zijwand uitstekend bedieningsmiddel, zoals een staafje, dat in een gleuf in de hoogte verschuifbaar is, en dat elk 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 tandwiel (12) kan meenemen. Door de vorm van de gleuf, kan het bedieningsmiddel op twee verschillende hoogtes ingesteld worden. 



   Die vorm van de gleuf is bijvoorbeeld zodanig dat naast een zieh vertikaal of schuin naar boven uitstrekkend gedeelte - waarin het bedieningsmiddel verschuift om zijn hoogte te wijzigen-op twee verschillende hoogtes een horizontaal gedeelte heeft waarin het bedieningsmiddel kan rusten en op die hoogte ingesteld blijft. Deze mogelijke vorm van de gleuf is ook van toepassing voor de hierboven beschreven uitvoeringsvorm van de kruidenmolen volgens de uitvinding. 



   Elke instelbare hoogte van het bedieningsmiddeldat het tandwiel   (lI")   of (12")   meeneemt - komt   enerzijds overeen met een stand waarbij het tandwiel (12) niet kan samenwerken met het aandrijftandwiel   (lI")   of (12") doordat het zieh op een andere hoogte bevindt in het onderdeel (2) of (8) en komt anderzijds overeen met een stand waarbij het tandwiel (12) wel op dezelfde hoogte staat en kan samenwerken met het aandrijftandwiel (11") of (12"). 



   Met deze uitvoeringsvorm kunnen, naar keuze   een   of meerdere van de tandwielen (12) aangedreven worden, terwijl de andere tandwielen (12) nietaangedreven worden. Bijgevolg kan men elk van de kruiden afzonderlijk, alsook elke konbinatie van twee of meer kruiden die in de kruidenmolen opgeslagen zijn, vermalen en verstrooien. 



   De bediening van de kruidenmolen gebeurt door het in werking stellen van de maalinrichting, hetzij via de motor (11) die men met een schakelaar kan inschakelen en uitschakelen, hetzij manueel door met de ene hand onderdeel (3) van de kruidenmolen vast te nemen, terwijl men de kop (9) ten opzichte van onderdeel (3) verdraait, met de andere hand. 



   Het voordeel van de uitvinding ligt vooral in het feit dat men, voor het vermalen en verstrooien van meerdere 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 kruidensoorten, slechts over een apparaat dient te beschikken, en dat men, voor het vermalen en verstrooien van twee of meer verschillende kruidensoorten op eenzelfde plaats, men slechts eenmaal een kruidenmolen moet bedienen, terwijl elke mogelijke kombinatie van twee of meer kruidensoorten die in de kruidenmolen zitten, mogelijk is. 



   Bij de uitvoeringsvorm waarbij de selectie gebeurt door het wel of niet laten samenwerken van de tandwielen (12) met het aandrijftandwiel (11") of (12"), bestaat het voordeel ten opzichte van de andere uitvoeringsvorm uit het feit dat men bij het uitschakelen van   een   of meerdere van de maalinrichtingen onmiddellijk bekomt dat er geen of meerdere kruiden meer uit de molen neervallen, hetgeen wel het geval was in het geval waarbij de selectie gebeurt door het afsluiten van de toevoer van de kruiden met onderdeel (4). 



   De kruidenmolen volgens de uitvinding maakt dat het malen en verstrooien van verschillende kruidensoorten gemakkelijker en vlugger kan gebeuren, waarbij de aankoop van een kruidenmolen per kruidensoort overbodig wordt.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES 1. Kruidenmolen, met het kenmerk dat hij twee of meer over dezelfde hoogte, naast elkaar gelegen, afzonderlijke inwendige ruimtes heeft voor het bevatten van elk een verschillende kruidensoort, dat deze ruimtes langs boven afgesloten zijn door een afneembaar gedeelte (2) of (8) van de kruidenmolen, en langs onder elk uitmonden boven, specifiek voor een bepaalde kruidensoort voorziene malende gedeelten (14), (14') van een maalinrichting, terwijl alle verdraaibare delen (14) van deze maalinrichting, hetzij met een manueel verdraaibaar gedeelte (9), hetzij met een elektrische motor (11), aan het draaien kunnen gebracht worden om elk de kruidensoort, die vanuit de erboven gelegen inwendige ruimte neervalt, fijn te malen, en dat zieh in elke inwendige ruimte, juist boven de malende delen (14), (14') een opening (5)
    in een deze ruimte horizontaal dwarsende plaat (4') of gelijkaardig onderdeel, bevindt, en dat elke opening (5) de enige doorgang vormt vanuit elke inwendige ruimte naar de respectievelijke malende delen (14), en met een, vanaf de buitenzijde van de kruidenmolen bedienbare inrichting (6) kan afgesloten worden of opengelaten worden.
  2. 2. Kruidenmolen, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hij samengesteld is uit twee holle gedeelten (2) en (3), die met aansluitende zijwanden op elkaar bevestigd zijn, dat het onderste gedeelte (3) over zijn volledige hoogte voorzien is van inwendige scheidingswanden die de verdeling van de verschillende inwendige ruimtes vormen, en dat in het bovenste gedeelte (2) een batterij (10) en een erop aangesloten motor (11') zit, die via overbrengingsmiddelen (11"), (12) evenveel vertikale assen (13) kan aandrijven als er inwendige ruimtes in het onderdeel (3) voorzien zijn, terwijl die vertikale <Desc/Clms Page number 18> assen (13) zieh elk vanuit het onderdeel (2) naar beneden uitstrekken doorheen een van de ruimtes in het onderdeel (3), en onderaan, juist onder het onderdeel (3) een malend deel (14) van de maalinrichting dragen.
  3. 3. Kruidenmolen, volgens de conclusies 1 of 2 met het kenmerk dat het bovenste gedeelte (2) in de bovenwand een deksel (1) heeft, dat een horizontale tussenplaat (2") een bovenste ruimte afscheidt voor het plaatsen van de batterij (10), en dat de motor (11) in de ruimte onder deze tussenplaat (2") zit met de motoras (11') vertikaal naar beneden gericht en op het onderste uiteinde voorzien van een tandwieltje (11") dat centraal tussen twee of meer horizontale tandwielen (12) zit, erop aangrijpend om de draaibeweging over te brengen op de assen (13) die elk vertikaal naar beneden gericht en door de onderwand van het gedeelte (2) zittend, een van de genoemde tandwielen (12) dragen.
  4. 4. Kruidenmolen, volgens conclusies 2 of 3, met het kenmerk dat elke as (13) vertikaal een van de inwendige ruimtes in onderdeel (3) dwarst, en in die ruimte doorheen een opening in een horizontale arm (3") zit die deze ruimte dwarst.
  5. 5. Kruidenmolen, volgens een of meerdere van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat de onderkant van onderdeel (3) open is, en dat tegen die onderzijde een onderdeel (4) wordt bevestigd bestaande uit een plaatvormig onderdeel (4') dat door de tegen de bovenzijde ervan aansluitende scheidingswanden (3') wordt onderverdeeld in verschillende zones, terwijl elke zone voorzien is van minstens een opening (5), die door middel van een beweegbaar gedeelte (6) kan afgesloten worden of opengelaten worden, terwijl de delen (6), per zone, vanaf de zijkant van het onderdeel (4') kunnen bewogen worden voor het openen of sluiten van de openingen (5), en dat het plaatvormig onderdeel (4') aan <Desc/Clms Page number 19> de onderkant voorzien is van er loodrecht op staande scheidingswanden (4")
    die in het verlengde liggen van de langs boven op het plaatvormig onderdeel (4') eindigende wanden (3'), en dat de vertikale assen (13) door openingen in de onderdelen (4') en/of (6) steken.
  6. 6. Kruidenmolen, volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk dat elke as (13), tot juist onder de wanden (4") komt en op zijn uiteinde een mes (14) of een ander malend onderdeel draagt, dat aan de onderkant van het onderdeel (4') een onderdeel (7) bevestigd is met deze messen (14) omsluitende zijwanden en open boven-en onderzijde, dat ten opzichte van de messen (14) vaste maalonderdelen (14') in het onderdeel (7) bevestigd zitten, zodanig geplaatst en gedimensioneerd dat de kruidensoort die zieh in de inwendige ruimte boven een bepaald mes (14) bevindt, tussen dit mes (14) en zijn ernaast staande vaste maalonderdelen (14') in optimale omstandigheden kan fijngemalen worden, en dat de messen (14') met hun onderkant steunen op een tegen de open onderzijde van onderdeel (7) bevestigd onderdeel (15), dat naast de gedeelten (15')
    die de messen (14) ondersteunen, de onderzijde van onderdeel (7) voldoende open laat om het neervallen van de gemalen kruiden uit de kruidenmolen toe te laten.
  7. 7. Kruidenmolen, volgens een of meerdere van de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk dat de zijwanden van de verschillende onderdelen (2), (3), (4) en (5) die de zijwanden van de kruidenmolen vormen, cylindervormig zijn, en dat de vertikale scheidingswanden (3'), (4") vlak zijn en vanop de aslijn van de cylindervorm vertrekken, waar ze gemeenschappelijke delen hebben en zieh radiaal uitstrekken tot tegen de zijwand van de cylindrische ruimte.
  8. 8. Kruidenmolen, volgens een of meerdere van de conclusies <Desc/Clms Page number 20> 1 t/m 7 met het kenmerk dat het plaatvormig onderdeel (4') cirkelvormig is en door de scheidingswanden (3') in cirkelsektoren wordt ingedeeld, waarbij in elke sector een opening voor een van de assen (13) voorzien is en twee identieke openingen (5) voorzien zijn, waarbij elke opening twee radiaal naar het centrum van plaat (4') gerichte randen heeft, die met elkaar verbonden zijn door randen die zieh volgens twee cirkelbogen met verschillende straal en middelpunt in het centrum van de cirkelvormige plaat (4') uitstrekken, terwijl die openingen (5) in elke cirkelsector identiek zijn en op dezelfde plaats binnen die sektor gelegen zijn, dat op deze plaat (4') binnen elke cirkelsektor een verschuifbaar plaatvormig gedeelte (6)
    ligt met de vorm van een cirkelsektor met zelfde straal maar kleinere openingshoek zodat deze delen (6) tussen de wanden (3) op hun respectievelijke sector van de plaat (4') kunnen geroteerd worden om een vertikale as door hun centraal gelegen hoekpunt, terwijl elk deel (6) twee openingen (5') heeft, identiek aan de openingen (5) waarbij in een bepaae positie van dat deel (6) de openingen (5) en (5') boven elkaar komen te liggen en in een andere positie van dat deel (6) de openingen (5') naast de openingen (5) komen te liggen, zodat deze openingen (5) worden afgesloten, waarbij het roteren van elk deel (6) vanaf de zijwand van de kruidenmolen mogelijk is door het verschuiven van een in een horizontale gleuf in de zijwand naar buiten stekende lip (6") van elk deel (6), en waarbij de assen (13) door de delen (6) steken,
    door langwerpige door cirkelbogen bepaalde openingen (6') die de rotatie van de delen (6) over de volledige sektor van de plaat (4') mogelijk maken.
  9. 9. Kruidenmolen, volgens een of meerdere van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk dat het onderdeel (2) vervangen is door een hol onderdeel (8), waarin de assen <Desc/Clms Page number 21> (13) doorheen een onderzijde (8'), uitsteken en boven die onderzijde (8') voorzien zijn van tandwielen (12) die door een tandwiel (12") op een vertikaal naar boven gerichte as (12'), kunnen aangedreven worden, waarbij die as (12') bovenaan verbonden is met een boven op onderdeel (8) verdraaibaar opgestelde kop (9), op een wijze die maakt dat, bij het verdraaien van de kop (9) ten opzichte van het onderdeel (8), de as (12') meedraait en via de tandwieloverbrenging (12"), (12), ook de assen (13) worden aangedreven.
  10. 10. Kruidenmolen volgens een of meerdere van de conclusies 1 t/m 9 met het kenmerk dat het onderdeel (2) of (8) van het onderdeel (3) kan afgenomen worden voor het vullen van de inwendige ruimtes in onderdeel (3), waarbij de tandwielen (12) die op de door de onderste wand (2') of (8') stekende assen (13) zitten van deze assen (13) afschuiven, waarbij de onderdelen (2) en (3) of (8) en (3) voorzien zijn van middelen die het samenvoegen van deze onderdelen (2) en (3) of (8) en (3) enkel toelaten in die posities waarbij de tandwielen (12) terug op hun respectievelijke assen (13) schuiven.
  11. 11. Kruidenmolen volgens één of meerdere van de conclusies 1 t/m 10 met het kenmerk dat onderdeel (4) met afsluitbare openingen (5) niet voorzien wordt en vervangen wordt door een onderdeel (16) met radiale armen (16') met openingen waardoor de assen (13) zitten en dat, vanaf de zijwand bedienbare bedieningsmiddelen, voorzien zijn, die elk afzonderlijk kunnen inwerken op de overbrengsmiddelen tussen gedeelte (9) of motor (11) enerzijds en één van de draaibare malende gedeelten (14) anderzijds om voor de overbrengsmiddelen die zorgen voor de aandrijving van elk draaibaar malend gedeelte (14) door het in een ene stand plaatsen van het respectievelijk bedieningsmiddel te bewerkstellingen dat de draaibeweging van motor (11) of gedeelte (9) op dat <Desc/Clms Page number 22> malend gedeelte (14)
    overgebracht wordt en om door het in een andere stand plaatsen van dat bedieningsmiddel, deze overbrengingsmiddelen of delen ervan zodanig ten opzichte van elkaar te verplaatsen dat de overbrenging van die draaibeweging niet meer gebeurt, zodat voor elk malend gedeelte (14) afzonderlijk kan gekozen worden om het al dan niet aan te drijven.
  12. 12. Kruidenmolen volgens conclusie (11) met het kenmerk dat de tandwielen (12) elk op een verschillende hoogte opgesteld zijn in de onderdelen (2) of (8), en dat het aandrijftandwiel (1111) of (12") of het gedeelte van de aandrijfas (11') of (12') waarop dat aandrijftandwiel (il") of (12") vastzit volgens de lengterichting van de aandrijfas (11') of (12') kan verschoven worden door middel van een door de zijwand van de kruidenmolen uitstekend bedieningsmiddel dat in verschillende standen vast kan ingesteld worden bij het verplaatsen, het aandrijftandwiel (11") of (12") meenemend, en waarbij de overbrenging van de draaibeweging van de motor (11) of gedeelte (9) op het aandrijftandwiel (11") of (12") verzekert blijft, en waarbij de instelling van het aandrijftandwiel (11") of (12") ter hoogte van elk van de tandwielen (12)
    - om ermee samen te werken - respectievelijk overeenstemt met minstens een van de vast instelbare standen van het bedieningsmiddel, waardoor ook het aandrijftandwiel (lI") of (12") op een van die hoogtes instelbaar is om naar keuze, een van de tandwielen (12) - en de malende delen (14) die ermee verbonden zijn-aan te drijven.
  13. 13. Kruidenmolen volgens conclusie 11 met het kenmerk dat elk tandwiel (12) of het gedeelte van de as (13) waarop elk tandwiel (12) vastzit, volgens lengterichting, van de respectievelijke assen (13), kan verschoven worden door middel van een door de zijwand van de kruidenmolen uitstekende bedieningsmiddel, dat in verschillende <Desc/Clms Page number 23> standen vast kan ingesteld worden-bij het verplaatsen het respectievelijke tandwiel (12) meenemend-waarbij de overbrenging van de draaibeweging van de tandwielen (12) op de malende delen (14) verzekert blijft, en waarbij in minstens één van de vast instelbare standen van elk bedieningsmiddel, het bijhorende tandwiel (12) in he onderdeel (2) of (8) zit, op een andere hoogte dan het aandrijftandwiel (11") of (12"), zodanig dat het niet ermee kan samenwerken,
    en waarbij in minstens een van de vast instelbare standen van elk bedieningsmiddel, het bijhorende tandwiel (12) in het onderdeel (2) of (8) zit op dezelfde hoogte van het aandrijftandwiel (lI") of (12") zodanig dat het ermee kan samnwerken, waardoor ook elk tandwiel (12) afzonderlijk naar keuze vast kan ingesteld worden om al dan niet samen te werken met het aandrijftandwiel (11") of (12"), zodat de respectievelijk malende delen (14) wel of niet aangedreven worden.
  14. 14. Kruidenmolen volgens een of meerdere van de conclusies 11 t/m 13 met het kenmerk dat elk bedieningsmiddel bestaat uit een staafvormig door een gleuf uitstekend gedeelte dat vast verbonden is met een van de in de hoogte verschuifbare tandwielen (11"), (12") of (12), of met onderdelen die dit tandwiel meenemen, waarbij deze gleuf, naast een vertikaal of schuin naar boven gericht gedeelte waarin het bedieningsmiddel kan verschuiven, een horizontaal gedeelte heeft of een zijdelingse inkeping op elke hoogte waarop het bedieningsmiddel vast moet kunnen ingesteld worden, zodat het bedieningsmiddel in dit horizontaal gedeelte of inkeping geschoven zijnde, niet meer vanzelf naar een andere hoogte instelling kan verschuiven in de gleuf.
BE9100177A 1991-02-25 1991-02-25 Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten. BE1004510A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100177A BE1004510A3 (nl) 1991-02-25 1991-02-25 Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100177A BE1004510A3 (nl) 1991-02-25 1991-02-25 Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004510A3 true BE1004510A3 (nl) 1992-12-01

Family

ID=3885355

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9100177A BE1004510A3 (nl) 1991-02-25 1991-02-25 Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1004510A3 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000028870A3 (en) * 1998-11-16 2000-08-10 Xanthos Menelaou Multi-compartment mill
US7708220B1 (en) 2008-12-16 2010-05-04 Samson Bright Industrial Company Limited Electric dual condiment grinder
GB2465348A (en) * 2008-11-12 2010-05-19 Samson Bright Ind Co Ltd Electric dual condiment grinder

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000028870A3 (en) * 1998-11-16 2000-08-10 Xanthos Menelaou Multi-compartment mill
GB2465348A (en) * 2008-11-12 2010-05-19 Samson Bright Ind Co Ltd Electric dual condiment grinder
GB2465348B (en) * 2008-11-12 2010-11-17 Samson Bright Ind Co Ltd Electric dual condiment grinder
US7708220B1 (en) 2008-12-16 2010-05-04 Samson Bright Industrial Company Limited Electric dual condiment grinder

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7604191B2 (en) Grinder
US7793874B2 (en) Grinder and automatic open/close control device thereof
EP1964498B1 (en) Grinder
US7604190B2 (en) Discharge opening and power control structure of a grinder
US4967649A (en) Coffee grinder
US4530470A (en) Condiment dispenser
JP2020519338A (ja) 豆粉砕器具
US7954744B2 (en) Rolling food processor
BE1004510A3 (nl) Kruidenmolen voor verschillende kruidensoorten.
US6513739B2 (en) Powered four sifter assembly
JP2002263012A (ja) 電動式薬味類碾砕器
KR102210754B1 (ko) 양념 분쇄용기
US3482790A (en) Coffee mill
JP2022553925A (ja) コーヒー豆を節約するための下部閉鎖装置を有するコーヒー粉砕機用のホッパー、及び該ホッパーを有するコーヒー粉砕機
KR200493831Y1 (ko) 드립퍼 장착이 가능한 핸드밀
CN215738592U (zh) 一种组合式定量调料添加机
CN106983349A (zh) 一种电动投料系统和电动烹饪系统
JP3185134B2 (ja) 精米機のための横型精穀装置
KR100451607B1 (ko) 커피자동판매기의 커피원두 분쇄 공급 장치
JPH0415147Y2 (nl)
KR101414274B1 (ko) 도정 기능이 구비된 쌀 보관장치
EP4302663A1 (en) Compact manual coffee grinder machine, for domestic use
JPH0432679A (ja) アイスクラッシャー
KR102162080B1 (ko) 순환식 믹서기
JP2005052513A (ja) ハンドミキサーのスタンド

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: WARDENIER D.

Effective date: 19930228