<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het leveren van druk bii spuitbussen en spuitbussen die van zulke inrichting gebruik maken. Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het leveren van druk bii spuitbussen. alsmede op spuitbussen die van zulke inrichting gebruik maken. In het biizonder heeft zii betrekking op een inrichting van het type dat hoofdzakeliik bestaat uit een drukkapsule die bedoeld is in een spuitbus te worden gemonteerd. een en ander zodanig dat een konstante druk in het reservoir van de spuitbus dat het te verspreiden medium bevat. wordt gecreëerd.
Dergeliike drukkapsules bestaan zoals bekend hoofdzakeliik uit een drukreservoir dat bedoeld is gevuld te worden met
EMI1.1
een gas op zeer hoge druk en een drukregelaar die met ziin ingang OP het drukreservoir is aangesloten en met ziin uitgang bedoeld is in het reservoir van de spuitbus uit te
<Desc/Clms Page number 2>
geven. Deze drukreselaar bevat doorgaans een membraan en een hiermee samenwerkend ventiel zodanig dat wanneer een welbepaalde druk in de spuitbus is bereikt. het ventiel zieh sluit.
Dergeliike drukkapsules worden gevuld en vervolgens gestockeerd of getransporteerd en Pas in werking gesteld nadat zii in een spuitbus ziin gemonteerd en nadat het reservoir van deze spuitbus van een inhoud is voorzien. Om tiidens het opslaan en/of het transporteren de drukkapsule gesloten te houden, is het bekend om de drukreselaar in ziin gesloten toestand te vergrendelen met een verbreekbaar of wegneembaar element. Deze techniek is echter relatief kosteliik en de meeste van zulke vergrendelingen vertonen het risiko dat zii voorafgaandeliik ongewenst verbroken worden.
De huidige uitvinding heeft betrekking OP een inrichting die de voornoemde nadelen niet vertoont.
Tot dit doel bestaat de uitvinding in een inrichting voor het leveren van druk bii spuitbussen, bestaande uit een drukreservoir en een drukregelaar met een ingang die bedoeld is op het drukreservoir te worden aangesloten, een uitgang die aan de omgeving van de inrichting uitgeeft en een tussen de ingang en uitgang geplaatst ventiel,
<Desc/Clms Page number 3>
daardoor gekenmerkt dat zii een openmaakbare wand vertoont die in ziin gesloten toestand een afsluiting vormt tussen de door het drukreservoir ontsloten ruimte en de ingang van de drukregelaar.
Tiidens het opslaan en transporteren van de inrichting vormt de drukregelaar geen kritisch element daar hii in dit serval geen enkele funktie vervult.
Het openen van de openmaakbare wand kan. afhankeliik van de uitvoeringsvorm. met afzonderliik gereedschap worden verkregen, doch in de voorkeurdragende uitvoeringsvorm is
EMI3.1
de inrichtinjz van geïntegreerde middelen die toelaten de voornoemde wand te volizens de uitvindinz tevens voorzienopenen. Bii voorkeur wordt hiertoe een naaldvormig element aangewend waarmee de openmaakbare wand wordt doorboord. Andere mogeliikheden ziin echter niet uitgesloten.
Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen. ziin hierna. als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwiizinz naar de biigaande tekeningen, waarin : fizuur 1 een spuitbus volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft ; figuren 2 en 3 voor verschillende standen het gedeelte
<Desc/Clms Page number 4>
weergeven dat in figuur 1 met F2 is aangeduid : figuren 4 tot 9 varianten van de spuitbus van figuur
1. of van gedeelten hiervan, weergeven ; figuur 10 schematisch en in doorsnede nog een spuitbus volgens de uitvinding weergeeft ;
figuren 11 en 12 in doorsnede twee praktische uitvoeringsvormen weergeven van het gedeelte dat in figuur 10 met Fll is aangeduid ; figuur 13 op een grotere schaal een variante weergeeft van het zedeelte dat in figuur 1 met F13 is aangeduid ; figuur 14 het gedeelte uit figuur 13 voor een andere toestand weergeeft : figuur 15 nog een variante van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 16 de inrichting van fizuuur 15 in een andere toestand weergeeft ; figuren 17 tot 19 spuitbussen volgens de uitvinding weergeven waarbii gebruik wordt gemaakt van een afzon- derliik drukreservoir dat op elk ogenblik in de spuitbus kan worden gemonteerd.
In figuur 1 is in doorsnede een spuitbus 1 weergegeven die
EMI4.1
voorzien is van een inrichting 2 voor het leveren van een konstante druk in het reservoir 3. De spuitbus 1 vertoont zoals bekend een stiigbuis 4, een ventiel 5 en een drukknop 6. een en ander zodanig dat bii het indrukken van
<Desc/Clms Page number 5>
de drukknop 6 het ventiel 5 wordt geopend zodat het medium 7 uit de spuitbus wordt gedrukt via de stiigbuis 4, het geopende ventiel 5 en de sDroeiopening of uitgang 8.
EMI5.1
De inrichting 2 voor het leveren van een konstante druk bestaat hoofdzakeliik uit een drukreservoir 9 en een drukregelaar 10 met een in de ingang 11 hiervan geplaatst ventiel 12 en met een uitgang 13 die aan de omgeving van de inrichting 2 uitgeeft. meer speciaal in het reservoir 3, zulks bijvoorbeeld via een kamer 14 en in de wand hiervan aangebrachte openingen 15. Het ventiel 12 bestaat uit een kleplichaam 16, een zitting 17 en een met het
EMI5.2
kleplichaam 16 verbonden klepsteel 18 die op ziin beurt verbonden is met een verplaatsbare wand 19, biivoorbeeld in de vorm van een membraan dat in onbelaste toestand door ziin eigen elasticiteit het ventiel 12 geopend houdt.
Het biizondere van de huidige uitvinding bestaat erin dat de inrichting 2 een openmaakbare wand 20 vertoont die in gesloten toestand een afsluiting vormt tussen. enerziids. de door het drukreservoir 9 omsloten ruimte en. anderziids, de ingang 11 van de drukrezelaar 10.
De inrichting 2 bevat eveneens geintegreerde middelen die toelaten de voornoemde wand 20 te openen. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 bestaan deze
<Desc/Clms Page number 6>
geïntegreerde middelen uit, enerziids een relatief zwak en bijgevolg gemakkelijk doorprikbaar gedeelte 21 in de wand 20 en, anderziids, een naaldvormig element 22 dat vanaf de buitenziide van de inrichting doorheen het gedeelte 21 kan worden gedrukt. Het naaldvormige element 22 is hierbii gesitueerd tussen de zitting 17 en de wand 20 en is bovendien verbonden met het kleplichaam 16 of eendelig hiermee uitgevoerd.
De inrichting 2 is in deze uitvoeringsvorm zodanig in de spuitbus 1 gemonteerd dat de verplaatsbare wand 19 aan de buitenziide van de spuitbus 1 is gesitueerd en bijgevolg aan de ziide 23 door de atmosferische druk is belast.
De werking van de inrichting 2 kan eenvoudig uit figuren 2 en 3 worden af geleid. Om de spuitbus l in gebruik te nemen. wordt, bijvoorbeeld manueel de verplaatsbare wand 19 vanaf de buitenziide ingedrukt zodanig dat, zoals zichtbaar in figuur 2, het gedeelte 21 van de wand 20 door het naa1dvormige element 22 wordt doorboord. Na het lossen van de verplaatsbare wand 19 stroomt het drukmedium uit het drukreservoir 9 via de gemaakte opening 24 in de kamer 14 en in het reservoir 3.
Wanneer een welbepaalde druk bereikt is, wordt de verplaatsbare wand 19 zodanig elastisch vervormd dat het ventiel 12 sluit en pas terug
EMI6.1
zal openen 3 ten gevolge van het verstuiven van het medium 7.
<Desc/Clms Page number 7>
bii een drukdaling in het reservoirFiguur 4 toont een variante waarbii de verplaatsbare wand 19 is uitgevoerd in de vorm van een balg. De balg vertoont bii voorkeur een schroefvorm daar zulks het semakkeliik ontvormen toelaat.
De uitvoeringsvormen volgens figuren 1 tot 4 vertonen het voordeel dat zii zeer weinig komponenten bezitten zodanig dat de inrichting 2 op zeer ekonomische wiize kan worden gefabriceerd.
In figuur 5 is een variante weergegeven waarbii de verplaatsbare wand 19 wordt belast door middel van
EMI7.1
afzonderliike elastische middelen zoals een drukveer 25, en waarbii de referentiedruk van de drukreaelaar kan worden geregeld door de spankracht van de drukveer 25 te winzigen door middel van een inschroefbaar element 26 of enig ander regelbaar middel dat een aanslag voor de drukveer 25 vormt. De verplaatsbare wand 19 is bereikbaar via de opening 27.
In figuur 6 wordt een variante weersegeven waarbii de verplaatsbare wand 19 lanss weersziiden belast is door middel van drukveren 25 en 28 waardoor een zeer precieze druk kan worden ingesteld.
<Desc/Clms Page number 8>
In figuren 7 en 8 ziin twee uitvoerinasvormen weergegeven waarbii het naaldvormige element 22 in het drukreservoir 9 is gesitueerd. Het naaldvormige element 22 is verbonden met of eendelig uitgevoerd met een lichaam 29 dat dwars doorheen het drukreservoir 9 reikt.
Volgens figuur 7 bezit het drukreservoir 9 in ziin wand, tegenover liasend aan het ventiel 12, schroefmiddelen 30 of dergeliike waarmee het naaldvormige element 22 OP en neer kan worden verplaatst. Door het inschroeven van deze schroefmiddelen 30 doorboort het naaldvormise element 22 het gedeelte 21 van de afsluitwand 20, waarna door het terug uitschroeven van de schroefmiddelen 30 een opening 24 zoals voornoemd is gevormd. Deze uitvoeringsvorm vertoont het voordeel dat door het terug inschroeven van de schroefmiddelen 30 de gevormde openings 24 terug kan worden afgesloten, zulks door middel van het naaldvormige element 22.
In de uitvoeringsvorm van figuur 8 ziin het naaldvormige element 22 en het lichaam 29 verbonden met een mechanisch, al dan niet manueel in te drukken stootmechanisme 31.
Het is duideliik dat de inrichting 2 bii voorkeur zodanig in de spuitbus is gemonteerd dat de schroefmiddelen 30. in het geval van figuur 7 en het stootmechanisme 31. in het
<Desc/Clms Page number 9>
geval van figuur 8. aan de buitenziide van de spuitbus 1
EMI9.1
ziin zesitueerd. De drukreselaar 10 kan hierbii van klassieke aard ziin en vertoont biivoorbeeld een kamer 32 die lesen, de ziide 23 van de verplaatsbare wand 19 is gesitueerd. waarin een welbepaalde referentiedruk heerst.
Figuur 9 geeft een spuitbus 1 volgens de uitvinding weer met als biizonder kenmerk dat de geintesreerde middelen voor het openen van de voornoemde wand 20, in dit geval voor het doorprikken van het gedeelte 21. met het ventiel 5 samenwerken. zodanig dat de wand 20 door het indrukken van de drukknop 6 wordt geopend. Volgens figuur 9 wordt voor de geïntegreerde middelen een analoog mechanisme als in figuur 1 toesepast, waarbii evenwel längs de ziide 23 een kamer 32 is gesitueerd waarin een bepaalde referentiedruk heerst.
Het kleplichaam 33 van het ventiel 5 vertoont een stoter 34 die tot in de kamer 32 reikt. een en ander zodanig dat hii door het indrukken van de drukknop 6 de verplaatsbare wand 19 naar beneden drukt. waardoor het hiermee verbonden naaldvormige element 22 het gedeelte 21 doorboort.
Alhoewel in de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen de geintegreerde middelen voor het openen van de wand 20 steeds vanaf de buitenziide van de spuitbus 1 bereikbaar ziin, is dit niet noodzakeliik. Zoals schematisch in
<Desc/Clms Page number 10>
figuur 10 is weergegeven. kan de inrichting 2. althans voor bepaalde uitvoeringsvormen ook in een klassieke spuitbus worden gemonteerd, zonder dat hiertoe speciale voorzieningen moeten worden getroffen om de inrichting 2 bereikbaar te maken.
EMI10.1
De inrichting 2 kan hiertoe biivoorbeeld een opbouw t vertonen zoals weergegeven in figuur 11, dewelke overeenstemt met de inrichting 2 van figuur 8. Het drukreservoir 9 wordt bii de fabrikage gevuld op hoge druk. Vervolgens kan de inrichting 2 worden gestockeerd of getransporteerd in afwachting van de montage in een spuitbus. Bii het samenstellen van een spuitbus 1 wordt de geopende spuitbus eerst gevuld met het te verspreiden medium 7, vervolgens wordt de betreffende inrichting 2 in werking gesteld door het stootmechanisme 31 te bekrachtigen en wordt deze inrichting 2 onmiddelliik in het drukreservoir 9 aangebracht, waarna de spuitbus 1 wordt afgesloten.
Het drukmedium dat tussen het ogenblik van het openen van de wand 20 en het sluiten van de spuitbus 1 vrii aan de omgeving kan ontsnappen. is in dit geval een verwaarloosbare hoeveelheid.
In figuur 12 wordt een variante van de inrichting uit figuur 11 weergegeven, waarbil het stootmechanisme 31 is uitgerust met een in een kamer 35 verplaatsbare zuiger 36,
<Desc/Clms Page number 11>
die aan de bovenziide vrii in verbinding staat met de omgeving van de inrichting 2. Bii het samenstellen van de spuitbus 1 wordt, analoog als in het voorgaande geval, na het vullen van het reservoir 3 met het medium 7. de inrichting 2 volgens frisuur 12 in de spuitbus l aangebracht.
Vervolgens wordt de spuitbus afgesloten. waarna op bekende wiize hierop een testdruk wordt uitgeoefend. Als het gevolg van deze biizondere hoge testdruk stiigt de druk in het reservoir 3 zodanig dat de zuiger 36 wordt ingedrukt en het naaldvormige element 22 het gedeelte 21 van de wand 20 doorprikt. Nadat de testdruk in het reservoir 3 terug verminderd is, brengt de samengeperste lucht in de kamer 35 de zuiger 36 terug iets omhoog. zodanig dat de in het gedeelte 21 gevormde opening vrii wordt gemaakt. waarna de drukregelaar 10 in werking treedt.
Het is duideliik dat de openmaakbare wand niet noodzakelijk uit een doorprikbaar gedeelte hoeft te bestaan. In de variante volgens figuur 13 vertoont de openmaakbare wand 20 dan ook een uitscheurbaar gedeelte 37 dat, in dit serval, eendelis is uitgevoerd met het kleplichaam 16 en waarbii de klepsteel 18 als trekstang kan funktioneren.
Het uitscheurbare gedeelte 37 bestaat bii voorkeur uit een relatief zwak gedeelte in een afdichtelement 38 dat de ingang 11 van de drukregelaar 10
<Desc/Clms Page number 12>
af sluit. De werking kan eenvoudig uit figuur 14 worden afgeleid en bestaat er hoofdzakelijk in dat een kracht F op de trekstang 18 dient te worden uitgeoefend zodat het gedeelte 37 uit het afdichtelement 38 wordt gescheurd waardoor de voornoemde opening 24 ontstaat. Het is duideliik dat de trekstang 18 voorzien is van niet in de figuren weergegeven middelen om een trekkracht hierop uit te oefenen, bii voorbeeld een ringetie uit kunststof of dergeliike.
Volgens figuur 15 is in de openmaakbare wand 20 een eenmalig openmaakbare klep 39 aangebracht. Deze k1ep 39 bestaat hoofdzakeliik uit een kogel 40 die in een zitting in een verhoogde rand 41 plaats neemt. De geintegreerde middelen voor het openen van de wand 20 bestaan in dit geval uit een stoter die biivoorbeeld gevormd wordt door het ventiel 12 en de klepsteel 18. Nadat de met drukmedium sevulde inrichtins 2 in een spuitbus is gemonteerd. en deze spuitbus is afgesloten. kan de spuitbus 1 eenvoudig op druk worden gebracht door de stoter te bewegen zodat, zoals weergegeven in figuur 16, de kogel 40 uit ziin zitting wordt gedrukt.
De wand 20 kan ook een uitschroefbaar element of enig ander verwiiderbaar element in plaats van de kogel 40 bezitten.
<Desc/Clms Page number 13>
Bii voorkeur bestaan alle onderdelen van de voornoemde inrichtingen 2 uit kunststof.
Zoals weergegeven in figuren 17 tot 19 kan volgens de uitvinding ook gebruik worden gemaakt van afzonderliike, bii voorkeur vervangbare drukreservoirs 9. De inrichtinz 2 bestaat bijgevolg uit twee afzonderliike delen, nameliik de drukregelaar 10 die in de spuitbus 1 wordt ingebouwd en het drukreservoir 9. De voornoemde openmaakbare wand 20 maakt hierbii deel uit van het drukreservoir 9. Zoals hierna beschreven bezit de inrichting eveneens middelen die de openmaakbare wand openen van zodra het drukreservoir 9 met de drukregelaar 10 wordt gekoppeld.
In de uitvoerinssvorm volgens figuur 17 vertoont de openmaakbare wand 20 een doorboorbaar gedeelte 21. De middelen voor het openen van de wand 20 bestaan in een element. bii voorkeur een puntig gedeelte 42 dat minstens een doorgang 43 vertoont die in verbinding staat met de ingang 11 van de drukregelaar 10. De drukregelaar 10 is zodanig in de spuitbus 1 gemonteerd dat het gedeelte 42 naar buiten steekt. De spuitbus vertoont een zitting 44 voor het drukreservoir 9. Deze zitting 44 bevindt zieh bii voorkeur in de bodem van de spuitbus 1.
<Desc/Clms Page number 14>
Het scheel vertoont uiteraard bevestigingsmiddelen die toelaten dat het drukreservoir 9 aan de spuitbus 1 kan worden bevestigd. meer speciaal met de drukreselaar 10 kan worden gekoppeld. In de uitvoeringsvorm van figuur 17 wordt hiertoe schroefdraad 45 en 46 aangewend.
Figuur 18 geeft op grotere schaal het gedeelte uit figuur 17 weer dat is aangeduid met F18, zulks in de toestand waarbii het drukreservoir 9 op ziin plaats is gemonteerd.
De werking van de inrichting kan eenvoudig uit deze figuur worden afgeleid.
In de uitvoeringsvorm van figuur 19 is een drukreservoir 9 weergegeven dat vriiwel dezelfde diameter vertoont dan het reservoir 3 van de spuitbus 1, waarbii het drukreservoir 9 onder de spuitbus 1 is geschroefd en als het ware een verlengstuk vormt. De openmaakbare wand 20 bezit een teruaslaaklep, bii voorkeur bestaande uit een in een zitting 47 aangebrachte kogel 48, terwiil de middelen voor het openen van de wand 20 bestaan in een vaststaande stoter 49, voorzien van doorgangen 43, die de voornoemde terugslagklep opent bii het aanschroeven van het drukreservoir 9, zodat een verbinding wordt gemaakt tussen het drukreservoir 9 en de eingang 11.
<Desc/Clms Page number 15>
EMI15.1
Het gebruik van een terugslagklep op het drukreservoir 9 biedt 9 bii verwiideren het voordeel dat dit drukreservoirterugslagklep ook kan gekombineerd ziin met een ervoor geplaatste doorprikbare wand.
Om te beletten dat het medium 7 bii de afwezigheid van het drukreservoir 9 uit de spuitbus zou lopen is bii voorkeur ook in de uitgang van de drukregelaar 10 een terugslagelement aangebracht. zoals een elastisch ringetie 50 dat ter hoogte van de openingen 15 rond de drukregelaar is gespannen.
Het is duideliik dat de elastische kracht uit te oefenen op het ventiel 16 op willekeurige wiize kan worden verkregen, hetzij door door de elasticiteit van het membraan. de gasdruk in de kamer 32, een veerbelasting van de verplaatsbare wand al dan niet längs beide ziiden, de belasting van het membraan door middel van een gewicht of door middel van een kombinatie van twee of meer van deze mogeliikheden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergeliike inrichting voor het leveren van druk bii spuitbussen en spuitbussen die van
<Desc/Clms Page number 16>
zulke inrichting gebruik maken, kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenliikt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.