<Desc/Clms Page number 1>
"Stri jkmachine".
Deze uitvinding heeft betrekking op een strijkmachine met een gestel, een op dit gestel om zijn langsas draaibaar gemonteerde strijkwals en een daarmee samenwerkend strijkbed dat de strijkwals gedeeltelijk omringt en dat verplaatsbaar is tussen een strijkstand, waarin het tegen de strijkwals gedrukt wordt en een ruststand, waarin het zieh op een afstand van de strijkwals bevindt, welk strijkbed in de strijkstand nagenoeg drie vierden van de strijkwals omsluit.
Een dergelijke strijkmachine is bekend uit het Franse octrooi nr 1. 113. 988. Het strijkbed van deze bekende strijkmachine wordt gevormd door twee opeenvolgende segmenten die rond eenzelfde as scharnierbaar zijn. Door rotatie rond deze as kunnen deze twee segmenten tegen de strijkwals aangedrukt en vervolgens van de strijkwals wegbewogen worden. Op deze manier is het mogelijk om de oppervlakte van de strijkwals die omsloten wordt door het strijkbed tot meer dan de helft van de oppervlakte van de strijkwals te vergroten. Hierdoor wordt dus de strijkcapaciteit van de strijkmachine verhoogd zonder dat de diameter van de strijkwals dient vergroot te worden.
Opgemerkt dient te worden dat de scharnieras van de twee segmenten uit het hierboven genoemde Franse octrooi een vaste as is die met andere woorden niet ten opzichte van de strijkwals verplaatsbaar is. De beide segmenten van het strijkbed zijn door middel van regelbare vingers draaibaar rond deze as bevestigd. Het zal duidelijk zijn dat om een gelijkmatige drukverdeling te verkrijgen de afstand tussen ieder segment en de vaste scharnieras nauwkeurig dient ingesteld te worden. Bij slijtage zal deze afstand dan ook steeds bijgeregeld dienen te worden. Verder zal het ook duidelijk zijn dat deze bekende strijkmachine enkel geschikt is voor bepaalde diktes van te strijken stoffen doordat bij afwijkende diktes met deze machine geen gelijkmatige drukverdeling kan verkregen worden, zelfs niet na bijstelling van de regelbare vingers.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft dan ook tot doel een strijkmachine van het hierboven bedoelde type met dus een verhoogde capaciteit te verschaffen die voor de hierboven aangegeven problemen met betrekking tot het realiseren van een homogene drukverdeling een oplossing biedt.
Tot dit doel heeft een strijkmachine volgens de uitvinding het kenmerk dat het strijkbed volgens de omtrek van de strijkwals gevormd wordt door drie opeenvolgende, met behulp van scharnieren aan elkaar bevestigde segmenten, welke scharnieren tesamen met de segmenten van en naar de strijkwals verplaatsbaar zijn.
Door de verplaatsbare opstelling van de scharnieren en door het feit dat ieder segment nagenoeg 90 van de omtrek van de strijkwals beslaat, kan onafhankelijk van de dikte van de te strijken stof en onafhankelijk van enige slijtage met slechts drie segmenten een homogene drukverdeling gerealiseerd worden.
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een strijkmachine volgens de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet ; de verwijzingscijfers hebben betrekking op de enige figuur.
Deze figuur geeft schematisch een zijaanzicht weer van een strijkmachine volgens de uitvinding.
De in de figuur weergegeven strijkmachine volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een schematisch weergegeven gestel l, een daarop draaibaar rond een horizontale as 2 gemonteerde cilindrische strijkwals 3, een verwarmd strijkbed 4 en een aanvoerinrichting voor het linnen 5.
De strijktrommel. 3 wordt via een reductiekast 6 door middel van een elektrische motor 7 aangedreven en draait hierdoor gezien op de figuur in uurwerkwijzerszin, weergegeven door pijl 8. Het manteloppervlak 9 van de cilindrische strijkwals 3 is voorzien van een bekleding.
Het strijkbed 4 sluit vanaf de top van de strijkwals 3 in de draairichting 8 over nagenoeg drie vierden van de omtrek
<Desc/Clms Page number 3>
van de strijktrommel 3 tegen deze laatste aan. Het op de top van de strijktrommel 3 gelegen uiteinde van het strijkbed 4 is schuin omhoog gericht en vormt tesamen met de strijkwals 3 een toevoerspleet 10, waarin de aanvoerinrichting 5 uitmondt.
De aanvoerrichting 5 wordt gevormd door een boven het strijkbed 4 schuin oplopende transportband 11 die bovenaan vanaf een gebogen plaat 12 verder schuin naar beneden loopt waar de transportband 11 door een gevormde plaat 13 met een afgerond uiteinde 14 ondersteund wordt.
Dit afgerond uiteinde 14 bevindt zich ter hoogte van de toevoerspleet 10 gevormd door het uiteinde van het strijkbed 4 en de strijkwals 3. De transportband 11 wordt rondom dit afgerond uiteinde 14 teruggeleid, verder aan de onderzijde ondersteund door een onder de gebogen plaat 12 gemonteerd geleidingswieltje 15 en door een spanwieltje 16 en wordt aan het onderste uiteinde rondom een wieltje 17 terug naar boven geleid. De draaizin van deze transportband 11 wordt in de figuur door pijlen 18 aangegeven.
Opdat het door de transportband 11 aangevoerd linnen zonder storingen in de toevoerspleet 10 zou terecht komen, is nog een invoerband 19 voorzien die tegen de bovenzijde van de gevormde plaat 13 en verder rondom het afgerond uiteinde 14 van deze plaat 13 gedrukt wordt. Hiertoe wordt deze invoerband 19 niet alleen rondom twee wieltjes geleid maar tevens rondom een wigvormig element 22 dat zieh praktisch tot in de toevoerspleet 10 uitstrekt.
De invoerband 19 draait met dezelfde snelheid doch in tegengestelde zin als de transportband 11 namelijk in de zin weergegeven door pijlen 23 in de figuur. Beide banden 11,19 draaien evenwel iets langzamer dan de strijktrommel 3 zodanig dat het linnen dat tussen deze twee banden 11,19 aangevoerd wordt, zieh in opgespannen toestand bevindt en zonder rimpels tussen de strijkwals 3 en het strijkbed 4 getrokken wordt.
Wanneer de omtrek van de strijktrommel 3 in graden wordt ingedeeld en dit te beginnen vanaf de top en dan zo verder in de draairichting 8 van de strijkwals 3, dan strekt het strijkbed 4 zieh uit vanaf nagenoeg 0 tot ongeveer 2700. In de strijkstand,
<Desc/Clms Page number 4>
zoals weergegeven in de figuur, is het strijkbed 4 over de ganse afstand tegen de strijkwals 3 gedrukt.
In de ruststand, dit wil zeggen wanneer er geen linnen gestreken wordt, dient het strijkbed 4 van de strijkwals 3 verwijderd te worden ten einde verbranding van de bekleding op het manteloppervlak 9 te vermijden. Om dit mogelijk te maken is het strijkbed 4 samengesteld uit drie op elkaar volgende segmenten die elk nagenoeg 90 van de omtrek van de strijkwals 3 bestrijken. Het eerste segment 24 is bij benadering gelegen tussen 0 en 90 , het tweede segment 25 tussen 90 en 1800 en het derde segment tussen 180 en 270 .
Onder segment wordt hier verstaan een rechthoekig, plaatvormig element dat volgens het oppervlak van een cilinder gebogen is, in dit geval volgens het manteloppervlak 9 van de strijkwals 3. leder segment 24, 25, 26 bestaat uit een glade metalen strijkschoen 27, een verwarmingselement 28 en een buitenste isolatielaag 29.
De segmenten 24, 25,26 zijn door middel van scharnieren aan elkaar bevestigd namelijk door middel van een scharnier 30 geplaatst tussen het eerste 24 en het tweede segment 25 en door middel van een scharnier 31 aangebracht tussen het tweede 25 en het derde segment 26.
De twee scharnieren 30,31 bevinden zich dus respectievelijk volgens de hierboven gedefinieerde indeling van de omtrek van de strijkwals 3, op ongeveer 90 en 180 .
Het tweede 25 en het derde segment 26 die samen de onderste helft van de strijkwals 3 bedekken, worden door middel van een stalen band 32 omvat en naar elkaar toe gedrukt. Deze stalen band 32 is enerzijds vast aan het derde segment 26 en kan anderzijds in een geleiding over het tweede segment 25 verschuiven.
Ter plaatse van de onderste scharnier 31 zijn blokkeermiddelen 33 voorzien die een rotatie van het strijkbed 4 rondom de strijkwals 3 verhinderen doch die een beweging van het strijkbed 4 loodrecht op het manteloppervlak van de strijkwals 3 toelaten.
<Desc/Clms Page number 5>
In de figuur worden deze blokkeermiddelen 33 gevormd door een nagenoeg horizontale trekstaaf 34 die aan een uiteinde door middel van een scharnier 35 aan de stalen band 32 gekoppeld is terwijl zijn andere uiteinde door tussenkomst van een scharnier 36 aan het gestel 1 vastgemaakt is. Op deze manier kan de stalen band 32 op en neer bewegen tussen de strijkstand weergegeven in de figuur en een ruststand waarin de stalen band 32 rust op een daaronder gelegen steun 37 van het gestel l.
Om de verplaatsing van het strijkbed 4 tussen de strijkpositie en de rustpositie mogelijk te maken zijn de segmenten 24, 25, 26 ieder voorzien van een verplaatsingsmechanisme, respectevelijk 38,39, 40 dat in de strijkstand op het respectievelijk segment 24, 25, 26 een kracht uitoefent, die opgesplitst kan worden in een tangentiële trekcomponent en een radiale drukcomponent.
Door deze drukcomponent wordt het segment 24,
EMI5.1
25, 26 ter plaatse van de aangrijpingsplaats van het verplaatsingsmechanisme 38, 39, 40 op het respectievelijke segment 24, 25, 26 tegen de strijkwals 3 gedrukt terwijl de trekcomponent het segment 24, 25, 26 van de blokkeermiddelen 33 wegtrekt zodanig dat op deze manier het gedeelte van het strijkbed 4, gelegen tussen de aangrijpingsplaats van het verplaatsingsmechanisme 38,39, 40 en de aangrijpingsplaats van de blokkeermiddelen 33, tegen de strijkwals 3 getrokken wordt.
Zoals weergegeven in de figuur worden de verplaatsingsmechanismen 38,39, 40 respectievelijk gevormd door dubbelwerkende cilinder-zuiger mechanismen 38,39, 40 die met een uiteinde scharnierend aan het gestel l bevestigd zijn en met het andere uiteinde scharnierend aan het respectievelijke segment 24, 25, 26.
Door middel van deze drie cilinderzuigermechanismen 38,39, 40 worden in de strijkstand de strijkschoenen 27 van de segmenten 24, 25, 26 over hun ganse oppervlak nagenoeg even sterk tegen de bekleding van het oppervlak 9 van de strijkwals 3 gedrukt, zelfs indien de strijkschoenen 27 na veelvuldig gebruik zouden uitgesleten zijn.
De werking van de hiervoor beschreven strijkmachine is nu zeer eenvoudig en als volgt.
<Desc/Clms Page number 6>
Voor het strijken van linnen wordt de strijkmachine in de strijkstand gebracht, zoals weergegeven in de figuur, namelijk door de drie cilinderzuiger mechanismen 38,39 en 40 te laten uitschuiven. Het te strijken linnen wordt dan op de transportband 11 uiteengespreid en door deze transportband 11 in samenwerking met de invoerband 19 in de aanvoerspleet 10 aangebracht.
De strijkwals 3, die met een kleinere snelheid draait dan de twee banden 11,19, trekt vervolgens het linnen mee waarbij tijdens het verder draaien het verwarmde strijkbed 4, over nagenoeg drie vierden van de omtrek van de strijkwals 3, het linnen rimpelloos strijkt. Bij het uiteinde van het strijkbed 4 kan nog een afschraper 42 voorzien worden om het linnen van de strijkwals 3 te verwijderen.
Na het strijken is het van groot belang dat het strijkbed 4 van de strijkwals 3 verwijderd wordt meer bepald door het terug samentrekken van de drie cilinder-zuiger mechanismen 38,39, 40. Hierdoor bewegen de segmenten 24,25, 26 van het strijkbed 4 volgens pijlen 43 van de strijkwals 3 weg totdat het strijkbed 4 aan de onderzijde op de steun 37 en aan de rechterkant tegen de steun 41 rust.
Een belangrijk voordeel van de hiervoor beschreven strijkmachine volgens de uitvinding bestaat erin dat het gezamelijk oppervlak van de strijkschoenen 27 bij eenzelfde strijkwalsdiameter aanzienlijk vergroot is aangezien dit oppervlak nagenoeg drie vierden van het manteloppervlak 9 van de strijkwals 3 bedraagt.
Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk, met behoud van dezelfde strijkcapaciteit, twee strijkwalsen 3 met een diameter van 1200 mm, die slechts over hun halve omtrek met een strijkbed 4 samenwerken, te vervangen door een enkele strijkwals 3 volgens de uitvinding. Deze strijkwals 3 dient dan slechts een weinig grotere diameter te bezitten, namelijk een diameter van 1600 mm, maar wordt over drie vierden van zijn omtrek door een strijkbed 4 omringt.
Voor de problemen die een dergelijk vergroot strijkoppervlak met zieh meebrengt zoals onder meer het probleem van een gelijkmatige drukverdeling en het probleem dat de verwarmde
<Desc/Clms Page number 7>
strijkschoenen 27 in de ruststand op een afstand van de strijkwals 3 moeten kunnen geplaatst worden, wordt in de strijkmachine volgens de uitvinding een eenvoudige, praktische, veilige en betrouwbare oplossing geboden.
Het is echter duidelijk dat gelijkwaardige resultaten kunnen verkregen worden met een aantal variante strijkmachines.
In een eerste variante zijn de blokkeermiddelen 33 ter plaatse van de scharnier 30, tussen het eerste 24 en het tweede segment 25, dus op ongeveer 90 aan het strijkbed 4 bevestigd zodanig dat het strijkbed 4 ter plaatse van deze scharnier 30 enkel horizontaal kan bewegen. Opdat het tweede segment 25 gelijkmatig. tegen de strijkwals 3 zou gedrukt worden, is het bijhorende cilinder-zuiger mechanisme 39 nagenoeg horizontaal opgesteld.
Om de beweging van de strijkstand naar de ruststand vlotter te laten verlopen, kunnen in deze variante veren voorzien worden, die ter plaatse van de blokkeermiddelen 33 het strijkbed 4 van de strijkwals 3 wegtrekken.
In een tweede mogelijke variante van de strijkmachine volgens de uitvinding zijn de blokkeermiddelen 33 ter plaatse van het midden van het tweede segment 25 aan het strijkbed 4 bevestigd.
Het cilinder-zuiger mechanisme 39 van het tweede segment wordt in deze variante weggelaten of eventueel vervangen door veren die dit segment 25 van de strijkwals 3 wegtrekken. De buitenste cilinder-zuiger mechanismen 38, 40 behouden hun positie zoals hiervoor beschreven en zorgen er in de strijkstand voor dat ook het middelste segment 25 gelijkmatig tegen de strijkwals 3 gedrukt wordt.
Het is verder duidelijk dat aan de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen nog vele veranderingen aangebracht kunnen worden onder meer wat betreft de vorm, het aantal en de schikking van de onderdelen die voor het realiseren van de uitvinding gebruikt worden en dit zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
"Striping machine".
This invention relates to an ironer with a frame, an iron roller rotatably mounted on this frame about its longitudinal axis and an ironing bed cooperating therewith, which partially surrounds the iron roller and which is movable between an ironing position, in which it is pressed against the iron roller and a rest position, in which it is at a distance from the ironing roller, which ironing bed encloses almost three quarters of the ironing roller in the ironing position.
Such an ironing machine is known from French patent no. 1,113,988. The ironing bed of this known ironing machine is formed by two successive segments which are pivotable about the same axis. By rotating around this axis, these two segments can be pressed against the iron roller and then moved away from the iron roller. In this way, it is possible to increase the area of the ironing roller enclosed by the ironing bed to more than half the area of the ironing roller. Thus, the ironing capacity of the ironing machine is increased without the diameter of the ironing roller having to be increased.
It should be noted that the pivot axis of the two segments of the above-mentioned French patent is a fixed axis, in other words, not movable relative to the iron roller. Both segments of the ironing bed are mounted rotatably around this axis by means of adjustable fingers. It will be clear that in order to obtain an even pressure distribution, the distance between each segment and the fixed pivot axis must be accurately adjusted. In case of wear, this distance will therefore always have to be adjusted. Furthermore, it will also be clear that this known ironing machine is only suitable for certain thicknesses of fabrics to be ironed, because with differing thicknesses it is not possible to obtain a uniform pressure distribution with this machine, even after adjustment of the adjustable fingers.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is therefore to provide an ironing machine of the type referred to above with thus an increased capacity which solves the above-mentioned problems with regard to the realization of a homogeneous pressure distribution.
For this purpose, an ironing machine according to the invention is characterized in that the ironing bed is formed according to the periphery of the ironing roller by three successive segments, which are hinged together, which hinges are movable together with the segments to and from the ironing roller.
Due to the movable arrangement of the hinges and the fact that each segment covers almost 90 of the circumference of the roller, a homogeneous pressure distribution can be achieved regardless of the thickness of the fabric to be ironed and regardless of any wear and tear with only three segments.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of an ironing machine according to the invention; this description is given by way of example only and does not limit the invention; the reference numbers refer to the single figure.
This figure schematically shows a side view of an ironing machine according to the invention.
The ironing machine according to the invention shown in the figure mainly consists of a schematically shown frame 1, a cylindrical ironing roller 3 rotatably mounted thereon about a horizontal axis 2, a heated ironing bed 4 and a linen supply device 5.
The ironer. 3 is driven via a reduction gearbox 6 by means of an electric motor 7 and, as a result, turns clockwise in the figure shown by arrow 8. The casing surface 9 of the cylindrical roller 3 is provided with a coating.
The ironing bed 4 closes about three-quarters of the circumference from the top of the ironing roller 3 in the direction of rotation 8
<Desc / Clms Page number 3>
of the ironing drum 3 against the latter. The end of the ironing bed 4 located on top of the ironing drum 3 is tilted upwards and, together with the ironing roller 3, forms a feed slit 10 into which the feed device 5 opens.
The feed direction 5 is formed by a conveyor belt 11 sloping upwards above the ironing bed 4, which slant further downwards at the top from a curved plate 12, where the conveyor belt 11 is supported by a shaped plate 13 with a rounded end 14.
This rounded end 14 is located at the level of the supply gap 10 formed by the end of the ironing bed 4 and the ironing roller 3. The conveyor belt 11 is guided around this rounded end 14, further supported at the bottom by a guide wheel mounted under the curved plate 12 15 and by a tensioning wheel 16 and is guided back upwards around a wheel 17 at the lower end. The sense of rotation of this conveyor belt 11 is indicated in the figure by arrows 18.
In order for the linen supplied by the conveyor belt 11 to enter the feed gap 10 without disturbances, an infeed belt 19 is provided which is pressed against the top of the formed plate 13 and further around the rounded end 14 of this plate 13. For this purpose, this infeed belt 19 is guided not only around two wheels, but also around a wedge-shaped element 22 which extends practically into the feed gap 10.
The infeed belt 19 rotates at the same speed, but in the opposite sense as the conveyor belt 11, namely in the sense shown by arrows 23 in the figure. However, both belts 11,19 rotate slightly slower than the ironing drum 3 such that the linen supplied between these two belts 11,19 is in a stretched condition and is drawn without wrinkles between the ironing roller 3 and the ironing bed 4.
When the perimeter of the ironer 3 is graded in degrees, starting from the top and then in the direction of rotation 8 of the ironer 3, the ironer bed 4 extends from almost 0 to about 2700. In the ironing position,
<Desc / Clms Page number 4>
as shown in the figure, the ironing bed 4 is pressed against the ironing roller 3 over the entire distance.
In the rest position, i.e. when no linen is being ironed, the ironing bed 4 must be removed from the ironing roller 3 in order to avoid burning of the coating on the mantle surface 9. To make this possible, the ironing bed 4 is composed of three successive segments, each covering substantially 90 of the circumference of the ironing roller 3. The first segment 24 is approximately between 0 and 90, the second segment 25 between 90 and 1800 and the third segment between 180 and 270.
Segment is here understood to mean a rectangular, plate-shaped element which is bent according to the surface of a cylinder, in this case according to the mantle surface 9 of the ironing roller 3. Each segment 24, 25, 26 consists of a smooth metal ironing shoe 27, a heating element 28 and an outer insulating layer 29.
The segments 24, 25, 26 are hinged together, namely by means of a hinge 30 placed between the first 24 and the second segment 25 and by means of a hinge 31 arranged between the second 25 and the third segment 26.
Thus, the two hinges 30, 31 are respectively approximately 90 and 180 according to the layout of the contour of the roller 3, as defined above.
The second 25 and the third segment 26, which together cover the lower half of the ironing roller 3, are enclosed by a steel strip 32 and pressed together. This steel strap 32 is on the one hand fixed to the third segment 26 and on the other hand can slide in a guide over the second segment 25.
Blocking means 33 are provided at the location of the lower hinge 31, which prevent the rotation of the ironing bed 4 around the ironing roller 3, but which allow a movement of the ironing bed 4 perpendicular to the jacket surface of the ironing roller 3.
<Desc / Clms Page number 5>
In the figure, these blocking means 33 are formed by a substantially horizontal pull rod 34 which is coupled at one end to the steel strap 32 by means of a hinge 35, while its other end is fixed to frame 1 by means of a hinge 36. In this way, the steel band 32 can move up and down between the ironing position shown in the figure and a rest position in which the steel band 32 rests on a support 37 of the frame 1 located below.
In order to enable the displacement of the ironing bed 4 between the ironing position and the rest position, the segments 24, 25, 26 are each provided with a displacement mechanism, respectively 38, 39, 40 which, in the ironing position on the respective segment 24, 25, 26, exerts force that can be split into a tangential tensile component and a radial pressure component.
Due to this pressure component, the segment 24,
EMI5.1
25, 26 at the point of engagement of the displacement mechanism 38, 39, 40 on the respective segment 24, 25, 26 pressed against the roller 3 while the pulling component pulls the segment 24, 25, 26 away from the blocking means 33 in such a way the part of the ironing bed 4, located between the point of engagement of the displacement mechanism 38, 39, 40 and the point of engagement of the blocking means 33, is pulled against the roller 3.
As shown in the figure, the displacement mechanisms 38,39,40 are respectively formed by double-acting cylinder-piston mechanisms 38,39,40 which are hinged on one end to the frame 1 and hinged on the other segment 24,25 with the other end. , 26.
By means of these three cylinder piston mechanisms 38, 39, 40, in the ironing position, the ironing shoes 27 of the segments 24, 25, 26 are pressed almost the same across their entire surface against the coating of the surface 9 of the ironing roller 3, even if the ironing shoes 27 would have worn out after frequent use.
The operation of the above-described ironing machine is now very simple and as follows.
<Desc / Clms Page number 6>
For ironing linen, the ironing machine is brought into the ironing position, as shown in the figure, namely by extending the three cylinder piston mechanisms 38, 39 and 40. The linen to be ironed is then spread on the conveyor belt 11 and placed in the feed slit 10 by this conveyor belt 11 in cooperation with the infeed belt 19.
The ironing roller 3, which rotates at a slower speed than the two belts 11, 19, then pulls the linen with it, while the heated ironing bed 4, during further turning, iron the linen wrinkle-free over almost three quarters of the circumference of the ironing roller 3. Another scraper 42 can be provided at the end of the ironing bed 4 to remove the linen from the ironing roller 3.
After ironing, it is of great importance that the ironing bed 4 is removed from the ironing roller 3, more particularly by the retraction of the three cylinder-piston mechanisms 38, 39, 40. This causes the segments 24, 25, 26 of the ironing bed 4 to move. in accordance with arrows 43 away from the ironing roller 3 until the ironing bed 4 rests on the support 37 at the bottom and against the support 41 on the right-hand side.
An important advantage of the above-described ironing machine according to the invention consists in that the common surface of the ironing shoes 27 with the same ironing roller diameter is considerably increased, since this surface amounts to almost three quarters of the jacket surface 9 of the ironing roller 3.
This makes it possible, for example, while retaining the same ironing capacity, to replace two ironing rollers 3 with a diameter of 1200 mm, which cooperate only with an ironing bed 4 over their half circumference, by a single ironing roller 3 according to the invention. This ironing roller 3 should then only have a slightly larger diameter, namely a diameter of 1600 mm, but is surrounded by an ironing bed 4 over three-quarters of its circumference.
For the problems associated with such an enlarged ironing surface, such as the problem of even pressure distribution and the problem that the heated
<Desc / Clms Page number 7>
ironing shoes 27 in the rest position must be able to be placed at a distance from the ironing roller 3, the ironing machine according to the invention provides a simple, practical, safe and reliable solution.
However, it is clear that equivalent results can be obtained with a number of variant ironing machines.
In a first variant, the blocking means 33 are attached to the ironing bed 4 at the location of the hinge 30, between the first 24 and the second segment 25, so that the ironing bed 4 can only move horizontally at the location of this hinge 30. So that the second segment 25 evenly. would be pressed against the ironing roller 3, the associated cylinder-piston mechanism 39 is arranged almost horizontally.
In order to make the movement from the ironing position to the rest position run more smoothly, these variant springs can be provided, which pull the ironing bed 4 away from the ironing roller 3 at the location of the blocking means 33.
In a second possible variant of the ironing machine according to the invention, the blocking means 33 are attached to the ironing bed 4 at the center of the second segment 25.
The cylinder-piston mechanism 39 of the second segment is omitted in this variant or optionally replaced by springs which pull this segment 25 away from the roller 3. The outer cylinder-piston mechanisms 38, 40 maintain their position as described above and, in the ironing position, also ensure that the middle segment 25 is pressed evenly against the roller 3.
It is furthermore clear that many changes can be made to the above-described embodiments, inter alia as regards the shape, the number and the arrangement of the parts used for realizing the invention, and this without going beyond the scope of the invention. steps.