BE1003867A3

BE1003867A3 - Inrichting voor het instellen van een ventilatierooster.

Info

Publication number: BE1003867A3
Application number: BE8900684A
Authority: BE
Original assignee: Aralco Nv
Priority date: 1989-06-22
Filing date: 1989-06-22
Publication date: 1992-06-30
Also published as: EP0404257A1; DE69001510T2; DE69001510D1; DK0404257T3; EP0404257B1

Abstract

Inrichting voor het instellen van een ventilatierooster, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit twee in de doorstroomopening S van het ventilatierooster geplaatste voelers (14, 15) waarvan de eerste voeler (14) de temperatuur van de doorstroomlucht meet en deze waarde doorgeeft aan een verwerkingseenheid (16), en waarvan de tweede voeler (15) op een temperatuur wordt gebracht en gehouden die hoger is dan de temperatuur van de eerste voeler (14) en waarbij het vermogen dat nodig is om de tweede voeler (15) op de hogere temperatuur te houden eveneens wordt medegedeeld aan de verwerkingseenheid (16) teneinde de stroomvoorziening van de opwarmingseeheid van de voeler (15) te regelen; en op het beweegbaar gedeelte (4) dat de doorstroomopening S bepaalt van het ventilatierooster, aandrijfmiddelen (13) voor dit beweegbaar gedeelte (4) waarvan de stroomvoorziening eveneens geregeld wordt door de voornoemde verwerkingseenheid (16).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Inrichting voor het instellen van een ventilatierooster. -------------------------------------------------------De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het instellen, respektievelijk regelen, van een ventilatierooster, meer speciaal een inrichting die toelaat een ventilatierooster automatisch in te stellen, met andere woorden automatisch de hoeveelheid doorstroomlucht in te stellen. 



  Men weet dat ventilatieroosters, zowel schuifventilatieroosters als draaiventilatieroosters tot op heden steeds manueel in een bepaalde stand dienen gebracht te worden, stand waarin zulke ventilatieroosters normalerwijze ingesteld blijven tot wanneer opnieuw manueel wordt ingegrepen. 



  Eveneens weet men dat een bepaalde instelling zeer gunstig kan zijn op een bepaald ogenblik doch op een later tijdstip, bijvoorbeeld wanneer de wind is opgestoken of wanneer de wind is gaan liggen, ongewenst of nadelig kan worden. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Inderdaad zal het doorstroomdebiet van een ventilatierooster steeds afhankelijk zijn van de grootte van de doorstroomopening waarbij het duidelijk is dat een gewenste doorstroming als gevolg van een instelling van de voornoemde doorstroomopening zal beinvloed worden door de windsnelheid. 



  Een bepaalde opstelling kan dus duidelijk onaangename gevolgen hebben o. a. voor de luchtverversing wanneer er zich ondertussen een wijziging voordoet. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op middelen die een automatische sturing toelaten van een ventilatierooster teneinde te bekomen dat de doorstroomopening van het ventilatierooster automatisch wordt ingesteld afhankelijk van de windsnelheid. 



  De inrichting volgens de uitvinding bestaat hiertoe uit twee in de doorstroomopening S van het ventilatierooster geplaatste voelers waarvan de eerste voeler de temperatuur van de doorstroomlucht meet en deze waarde doorgeeft aan een verwerkingseenheid en waarvan de tweede voeler op een temperatuur wordt gebracht en gehouden die hoger is dan de temperatuur van de eerste voeler en waarbij het vermogen dat nodig is om de tweede voeler op de hogere temperatuur te houden eveneens wordt medegedeeld aan de verwerkingseenheid teneinde de stroomvoorziening van de opwarmingseenheid van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 voeler te regelen en op het beweegbaar gedeelte dat de doorstroomopening S bepaalt van het ventilatierooster aandrijfmiddelen voor dit beweegbaar gedeelte waarvan de stroomvoorziening geregeld wordt door de voornoemde verwerkingseenheid. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 een schematische doorsnede weergeeft van een draaiventilatierooster dat is uitgerust met een in- richting volgens de uitvinding ; figuur 2 een schematisch zicht weergeeft volgens pijl
F2 in figuur   1 ;   figuur 3 een voorbeeld weergeeft van een aandrijfmotor die kan toegepast worden bij een inrichting volgens de uitvinding. 



  In de figuren is schematisch een draaiventilatierooster 1 weergegeven dat, zoals bekend, in hoofdzaak bestaat uit profielen 2, 3 waarin een trommel 4 verdraaibaar is opgesteld. 



  De trommel 4 wordt, door middel van borstels 5 luchtdicht afgesloten aangebracht in de profielen 2 en 3 en bestaat uit schelpen 6, 7 die bijvoorbeeld aan hun vrije uiteinden met 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 elkaar zijn verbonden door middel van schijven 8, 9, waarbij tussen de schelpen 6, 7 bijvoorkeur een gaas 10 is aangebracht. 



  In de stand zoals getekend in figuur 1 bevindt het draaiventilatierooster zieh in de open stand, waarbij het volstaat de trommel 4 te verdraaien om de bekomen opening gedeeltelijk of volledig te sluiten. 



  De maximale doorstroomopening S is in dit geval gelijk aan B x L. 



  De schijven 8 en 9 kunnen bevestigd zijn op een as, respektievelijk 11 en 12, die in de voornoemde profielen 2 en 3 zijn gelagerd en waarbij in dit geval, volgens de uitvinding, met   een   van deze assen een aandrijfmotor 13 is gekoppeld. 



  Volgens de uitvinding is verder in de doorstroomopening S een eerste voeler 14 aangebracht waarvan het de bedoeling is de temperatuur te meten van de doorheen de doorstroomopening S stromende lucht en is in deze doorstroomopening een tweede voeler 15 voorzien die, bijvoorbeeld via een ingebouwde elektrische weerstand 15A kan verwarmd worden tot op een temperatuur die hoger ligt dan deze van de omgevingstemperatuur, bijvoorbeeld tot op een temperatuur die 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 20 à 25 graden hoger ligt dan de temperatuur die wordt opgemeten door de eerste voeler 14. 



  Het signaal afkomstig van de voeler 14 zal hiertoe worden toegevoerd aan een verwerkingseenheid 16 die inwerkt op een schakelaar 17 via dewelke de elektrische weerstand 15A op de gewenste temperatuur wordt gehouden. 



  De voeler 15 zal door de langsstromende lucht afgekoeld worden, waarbij het vermogen dat nodig is om de voeler 15 op deze gewenste temperatuur te houden vervolgens zal geregistreerd worden door de verwerkingseenheid 16 die dit gegeven zal omvormen in een signaal waaruit de snelheid zal afgeleid worden van de lucht die doorheen de doorstroomopening S passeert. 



  Opgemerkt wordt dat het rooster voorafgaand kan ingesteld zijn op bijvoorbeel een luchtsnelheid van ongeveer   1, 7 m/s   wat overeenstemt met bijvoorbeeld 150 m3/u. 



  De gewenste doorstroomopening S, wordt vervolgens door de 
 EMI5.1 
 verwerkingseenheid 16 berekent met de formule cp Q (gewenste luchtverversing of luchtdebiet) S = V (lucht-of 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 waarbij de luchtverversing in m3/u en de windsnelheid in m/u wordt aangeduid. 



  De aldus bekomen signalen worden door de verwerkingseenheid 16 doorgestuurd aan een geschikte schakelaar 18 die de motor 13 beveelt. 



  De motor 13 kan gevormd worden door om het even welke stappenmotor, bijvoorbeeld een gelijkstroomagregaat dat volgens het stappenprincipe werkt en dat schematisch is weergegeven in figuur 3 waardoor, naargelang de windsnelheid, de stand van de trommel 4 geschikt wordt gewijzigd en dit, bijvoorkeur met een zekere vertraging, waardoor een gemiddelde wordt genomen van de metingen die tijdens de laatste   10 à 1S   seconden werden uitgevoerd. 



  Het is duidelijk dat de verwerkingseenheid 16 op zodanige wijze kan geprogrammeerd zijn dat vanaf een bepaalde temperatuur van de luchtstroom die passeert doorheen de opening S het rooster in de volledig geopende stand van figuur 1 wordt geplaatst. Deze temperatuur zou bijvoorbeeld kunnen vastgestelt worden op 30 graden Celsius. 



  Als energiebron voor het sturen van de motor 13, enerzijds, en/of het verwarmen van de weerstand 16, anderzijds, kan zowel 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gebruik worden gemaakt van netstroom als van een batterij alsook nog van zonnecellen of dergelijke. 



  In deze uitvoering zijn de voelers 14 en 15 diagonaal aangebracht in de trommel 4 doorheen de schijf 9 teneinde aldus een verdraaiing onder een hoek van 90 graden van de trommel 4 mogelijk te maken. 



  Alhoewel in de voorgaande beschrijving als voorbeeld een draaiventilatierooster is beschreven is het duidelijk dat de inrichting volgens de uitvinding op identiek dezelfde wijze kan toegepast worden door in de doorstroomopening van een schuifrooster de voornoemde voelers 14 en 15 aan te brengen en op geschikte wijze het beweegbaar gedeelte van het schuifrooster, door middel van een stappenmotor en via een tandheugel-tandlat mechanisme, aan te drijven om de doorstroomopening geschikt te regelen afhankelijk van de snelheid van de lucht die er doorheen passeert.

Claims

Konklusies. EMI8.1 ----------- 1. - Inrichting voor het instellen van een ventilatierooster, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit twee in de doorstroomopening S van het ventilatierooster geplaatste voelers (14, 15) waarvan de eerste voeler (14) de temperatuur van de doorstroomlucht meet en deze waarde doorgeeft aan een verwerkingseenheid (16), en waarvan de tweede voeler (15) op een temperatuur wordt gebracht en gehouden die hoger is dan de temperatuur van de eerste voeler (14) en waarbij het vermogen dat nodig is om de tweede voeler (15) op de hogere temperatuur te houden eveneens wordt medegedeeld aan de verwerkingseenheid (16) teneinde de stroomvoorziening van de opwarmingseenheid van de voeler (15) te regelen ;

en op het beweegbaar gedeelte (4) dat de doorstroomopening S bepaalt van het ventilatierooster, aandrijfmiddelen (13) voor dit beweegbaar gedeelte (4) waarvan de stroomvoorziening eveneens geregeld wordt door de voornoemde verwerkingseenheid (16).
2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat in het geval van een draaiventilatierooster het beweegbaar gedeelte (4) gevormd wordt door een trommel waarvan de aandrijfas gekoppeld is met de aandrijfmiddelen (13). <Desc/Clms Page number 9>
3.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat in het geval van een schuifventilatierooster het beweegbaar gedeelte (4) gevormd wordt door een van openingen voorziene schuif die via een tandheugel-tandlat mechanisme gekoppeld is met de aandrijfmiddelen (13).
4.-Inrichting volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (13) gevormd worden door een stappenmotor.
5.-Inrichting volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (13) gevormd worden door een gelijkstroomaandrijfagregaat dat gebaseerd is op het stappenprincipe.
6.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de EMI9.1 voeler (15) voorzien is van een elektrische weerstand (15A).
7.-Inrichting volgens een der konklusies 1, 2, 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de weerstand (15A) van de voeler (15) via een schakelaar of dergelijke (17) verbonden is met een stroombron, waarbij deze schakelaar (17) zijn bevelen ontvangt van de verwerkingseenheid (16). EMI9.2
8.-Inrichting volgens een der konklusies 1, 2, 4, 5, 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (13) via een <Desc/Clms Page number 10> schakelaar of dergelijke (18) verbonden zijn met een stroombron, waarbij deze schakelaar (18) zijn bevelen ontvangt van de verwerkingseenheid (16). EMI10.1
9.-Inrichting volgens een der konklusies 1, 2, 4, 5, 6, 7 of 8 daardoor gekenmerkt dat de voelers (14) en (15) bevestigd zijn in een eindschijf (9) van de trommel (4).
10.-Inrichting volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voelers (14) en (15) in de gesloten, respektievelijk open stand van het ventilatierooster onder hoek van 45 graden zijn geplaatst met de horizontale.