<Desc/Clms Page number 1>
WERKWIJZE EN INRICHTING VCOR HET VERHANDELEN VAN TEKSTIELVELLEH.
De uitvinding betreft een werkwijze en inrichting voor het verhandelen van tekstielvellen. Meer bepaald betreft ze maatregelen en middelen voor het snel en bedrijfszeker een per een opnemen van relatief grote vellen van een stapel om deze vellen vervolgens stuk voor stuk te verhandelen, te behandelen of te vermerken.
Ult de Europese octroolen 8149 en 39969 van aanvrager (waarvan de inhoud hierbij ter referentie als ingesloten
EMI1.1
wordt en bekend, n het uiterst snel beschouwd) zijn opneem-en verhandelingssysteopnemen vanaf stapels en verhandelen van relatief kleine vellen zoals bijv. op te stikken broekzakken of op
EMI1.2
overhemden te stikken akes. t opoktnoi 8143 i een systeem bekend voor het abscheiden van vellen van een stapel door ze nabij e rand van een stapel op te lichten en ze vervolgens van de stapel af te rollen. Deze machines kunnen in principe ock gebruikt werden voor het verhandelen van grotere vellen, zoals bijv. stapels op patroon gesneden vellen voor brcekspijpen of mcuwen.
De afmetingen, en derhalve ack
EMI1.3
d= van de ngn: tDe, o. van de nodige ruimte en afstand het De uifvinding thans tot doel dee van afmetingen te verijdn. cr ze n prizeswordt volgens de uitvinding het afrolsysteem volgens EP 214) dus verlaten.
<Desc/Clms Page number 2>
Aan deze behoefte voor plaatsruimte en kostenbesparing komt nu de uitvinding tegemoet door een werkwijze en Inrichting te verschaffen voor het snel verhandelen, d. w. z. opnemen en afvoeren, van relatief grote vellen van stapels waarbij de afvoerorganen het veldeel, dat stroomcpwaarts ligt van de opgelichte velrand, over de Stapel heen wordt bewogen naar de opneemzone tce.
Tljdens deze beweging wordt dit veldeel dan van de cnderliggende stapel afgescheiden. De afscheidings- bewerking zeit kan gebeuren met behulp van een luchtstroom of dcor mechanische middelen. De inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze omvat derhalve, naast aangepaste af-joerorganen, afscheidingsmiddelen die tussen het stapelbovenvlak en de af te scheiden velonderkant kunnen gevoerd worden.
Aan de hand van bijgaande figuren zal thans een uitvoeringsvorm van de vinding beschreven worden, alsmede haar wijze van werken. ri uur l is een schets van de inrichting in zijzicht.
Figuren 2 en 3 tonen verdere stappen in het afscheidings- en afvoerproces volgens de vinding.
De inrichting geschetst in figuur 1 toont een raamwerk 10 waarin een op-en neer beweegbaar opneemelement 5 en ondersteuningstafel 11 voor de stapel 2 1s gemonteerd.
Voor mechanische details van deze montage wordt o. a. verwezennaar, bovengenoemdeEuropeseoctrooien.Tevens zijn in dit raamwerk afvoerorganen 6,7,8 aangebracht voor het vel. Deze cmvatten in wezen een of meer transportiddelen 7, bi : v. transportbanden en een daarmeesamenwerkendwegwentelbaartegendrukorgaan8,
<Desc/Clms Page number 3>
bijv. in de vorm van een rol, die zich over de breedte van de inrichting uitstrekken. De transportmiddelen 7 kunnen desgewenst deel uitmaken van een verwerkingseenheid 13, die los staat van het raamwerk 10 van de opneeminrichting. Ze fungeren dan als voeding- of invoerorgaan voor de vellen aan de verwerkingseenheid.
Deze eenheid 13 kan bijv. een stikmachine, een herstapelaar, een positioneerinrichting (bljv. zoals bekend uit U. S. octrooi 457 : 499) of een omkeerlnrichting zijn voor het toegevoerde vel. Deze eenheid 13 kan naar wens ingeschoven worden voor samenwerking met de opneeminrichting, die de vellen een per een afscheidt van de stapel 2 en voedt aan deze eenheid 13.
De afvoerorganen omvatten tevens zlch over de breedte van de inrichting uitstrekkende overbrengingsmiddelen 6 die horizontaal heen en weer kunnen. transleren via bijv. geschikt in het raairwerk opgestelde pneumatische cylinders (niet getoond). Deze middelen 6, bijv. onder de vorm van een lat, dienen om de opgelichte velrand 4 te onderscheppen vocraleer hij losgelate : : wcrdt van de opneemelementen 5 en ze vervolgens over te brengen op de transportmiddelen 7. Zoals geschetst in figuren 1 en 2 dwingt de lat 6 de velrand tegen band 7. De opneemelementen laten de velrand los en de lat keert de vrijgekomen rand 4 om fegen band 7.
Tegelijk wencelt de lat de tegendrukrol 8 iets omhcog en bij het terugkeren van de lat valt de losdraa1end rol 8 op de velrand 4 (figuren 2 en 3). Hierdoor wordt het vel stevig gegrepen op de band 7, die het dan verder afvoert.
Big het afvoeren wordt het vel, d. w. z. het veldeel 9 dat stroomopwaarts ligt van de velrand 4, bewogen naar de opneemzone toe. Cm te vermieden dat dit af te scheiden
<Desc/Clms Page number 4>
veldeel hierbij zou slepen over het stapelbovenvlak (met het risiko aldus de stapel overhoop te halen) worden middelen 12 voorzien die gevoerd worden tussen dit stapelbovenvlak en de af te scheiden velonderkant. Deze middelen kunnen bijv. een luchtstroom omvatten die intermitterend wordt geblazen door geschikte openingen in buis 12, geplaatst nabij stapelrand 3 en zoals geschetst in de figuren.
Van zodra de velrand 4 door de elementen wordt opgelicht blaast de luchtstroom 1 : tegen de velonderkant, die zich zodoende min of meer wapperend afscheidt van de stapel en als het ware over het aldus gevormde luchtkussen boven de stapel voortbeweegt naar de opneemmzone toe.
Vanelfsprekend kunnen ook op zichzelf bekende mechanische middelen gevoerd worden tussen veldeel 9 en de stapel 2. Cok kan men de afscheiding van de stapel bezorderendoorbovenhetveldeel9eenaanzuigwerking (aar boven toe) te realiseren.
Uit de bovenstaande beschrijving van deze ult'/oenngs'/orm en haar werking blickt duldelijk dat de inrichting volgens de vinding toelaat de opeenvolgende opneemcycli snel te laten verlopen. Immers, van zodra een vorige velrand op de band 7 geklemd ligt onder de rol e en de lat 5 is teruggekeerd kan een nieuwe opneemcyclus beginnen. Een doelmatige afscheiding met behulp van middelen 12 waarborgt overigens een snelle transportmogelijkheid docr de banden 7.
Snel transport zal belangrijk zijn voor relatief grote vellen teneinde de intervalstijd voor overbrenging van het gehele vel zo kor mogel1jk te houden en dus de opneemfrekwentie hoog te houden,
<Desc/Clms Page number 5>
Het aanbrenger. van verankeringsnaalden 14 in de stapelrand 3 zoals bekend uit EP 39969 begunstigt overigens additioneel een bedrijfszeker afscheidingsbewerking doordat de middelen 12 het stapelbovenvlak niet ongewenst kunnen verstoren.
De vinding laat ook toe binnen een zo beperkt mogelijke ruimte van uit meerdere richtingen vellen 9 en 14 aan te voeren die bijv. in de verwerkingseenheld 13 moeten samengevoegd (bijv. samengestikt worden. In figuur 3 is in stippellljn een symmetrisch opgestelde inrichting gesuggereeid met stapel 15.
Overigens kunnen de stapels op diverse wijzen in het raamwerk 10 toegevoegd worden, bijv. zoals beschreven in EP 39369 of in de Belgische octrooien 902564 en 888235 van aanvrager. Ze kunnen desgewenst ook horizontaal via de zijkanten var. de opneeinrichting tcegevoerd worden (d. i. loodrecht op de velafvoerrichting op de banden 7).
Als ondersteuningsmiddel voor de stapels kan ook een transportband aangewend worden. Wanneer als scheidingsmiddel voor lange vellen een luchtstroom 12 toega-past wordt kan het aangewezen zijn de stapel 2 op zijn ondersteuningsmiddelen 11 heen en water te bewegen tussen twee opeenvolgende opneembewerkingen volgens de pijlrichting 16. Zodoende is de afscheidingsbewerking voor het vel aanvankelijk een afrolbewerking. Slechts het laatst af te scheiden veldeel 9 moet dan door blazen opgelicht worden. Deze en andere voor de vakman toegankelijke'ultvoerings' arianten worden tevens beschouwd als behorende tot de vinding.