<Desc/Clms Page number 1>
Inrichting voor het bewerken van in een borstellichaam
EMI1.1
bevestigde vezelbundels. bevestigde Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van in een borstellichaam bevestigde vezelbundels, meer speciaal op een inrichting welke gedurende het uitvoeren van bewerkingen aan de vezels van een borstel, meer speciaal nog bewerkingen aan de vrije uiteinden van de vezels, instaat voor het steunen van de in de borstel bevestigde vezelbundels.
Meer speciaal zal zulke steuninrichting toegepast worden bij vezels die schuin bevestigd zijn op het borstellichaam en/of waarvan de vezels, meer speciaal in eenzelfde bundel een verschillende lengte vertonen.
Het is bijvoorbeeld bekend dat de vezels zoals deze aan een borstelvervaardigingsmachine worden toegevoerd scherpe
<Desc/Clms Page number 2>
uiteinden vertonen, verkregen door het voorafgaandelijk op lengte snijden van de vezels.
Het is eveneens bekend dat bij de fabrikage van bepaalde borstels, zoals o. a. tandenborstels, de vrije uiteinden van de vezels afgesneden en/of afgeschoren worden teneinde de ongelijkheden in lengte, die ontstaan zijn bij het bevestigen van de vezels, eg te werken.
Zowel door het afsnijden van de vezels als het afscheren van de vrije uiteinden van de vezels ontstaan aan de vezeluiteinden scherpe randen met als het ware kleine haakjes die, bijvoorbeeld voor tandenborstels, het tandvlees kunnen kwetsen en, bijvoorbeeld voor haarborstels, de hoofdharen kunnen uittrekken en/of de hoofdhuid kunnen kwetsen.
Het is dan ook, zoals bekend, noodzakelijk dat o. a. in het geval van tandenborstels en dergelijke de vrije uiteinden van de borstelvezels, na afscheren, afgerond worden.
Welnu, wanneer bijvoorbeeld bewerkingen dienen uitgevoerd te worden aan borstelvezels waarbij minstens een deel der vezelbundels schuin zijn aangebracht, kunnen gedurende het bewerken zoals daar zijn afscheren en/of afronden van de vezeluiteinden de schuin bevestigde vezelbundels ombuigen
<Desc/Clms Page number 3>
onder de druk van de bewerkingsinrichting, waardoor een slechte bewerking verkregen wordt.
Eveneens is het bekend dat bij de fabrikage van borstels de vrije uiteinden van de vezelbundels vaak volgens een welbepaald profiel worden afgeschoren, waardoor elke vezel van een vezelbundel een verschillende lengte verkrijgt. Indien gebruik wordt gemaakt van een reeds bekende inrichting voor het afronden van de volgens een welbepaald profiel afgeschoren vrije uiteinden van de vezelbundels, bekomt men echter als nadeel dat de kwaliteit van het afronden verschilt naargelang de lengte der afzonderlijke vezels.
De huidige uitvinding heeft dan ook een inrichting als doel waarmede de voornoemde nadelen worden uitgesloten en waarbij schuin bevestigde vezelbundels en vezelbundels die vezels van ongelijke lengte bevatten, gedurende het bewerken ervan, zoals afscheren en/of afronden, ondersteund worden, een en ander zodanig dat een optimale afschering en/of afronding verkregen wordt.
Zulke inrichting bestaat uit een aantal steunelementen die tussen de op het borstellichaam bevestigde vezelbundels kunnen geplaatst worden ten einde minstens deze vezelbundels
<Desc/Clms Page number 4>
te steunen tijdens het uitvoeren van bewerkingen aan de vezels.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen
EMI4.1
beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in zijaanzicht schematisch een borstel weergeeft van het type waarbij de vezelbundels schuin zijn bevestigd en waarbij de vezelbundels volgens de uitvinding gesteund worden ; figuur 2 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur l, tijdens het uitvoeren van een bewerking aan de vezeluiteinden ; figuur 3 schematisch een borstel met in V-vorm aangebrachte vezelbundels weergeeft, die volgens de uitvinding gesteund worden ; figuur 4 het volgens een profiel afsnijden van de vezeluiteinden van een borstel volgens figuur 3 weergeeft ;
figuren 5 en 6 in bovenaanzicht het gebruik van een inrichting en een ondersteuning volgens de uitvinding weergeven, in het geval van V-vormig bevestigde vezelbundels ;
<Desc/Clms Page number 5>
figuur 7 in doorsnede volgens lijn VII-VII in figuur
6 de bewerking van de vezeluiteinden van een borstel volgens figuur 3 weergeeft ; figuur 8 een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft, in het geval van borstels volgens figuur 1 ; figuur 9 een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft, in het geval van borstels volgens figuur 3 ; figuren 10 en 11 in twee standen een variante van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.
In de hiernavolgende beschrijving zal steeds over het bewerken der vezeluiteinden gesproken worden. Alhoewel hierbij in hoofdzaak bedoeld wordt het afscheren en afronden, moet het woord bewerken in de meest algemene zin beschouwd worden zodat ook uitkuisen en zelfs kontroleren van de borstels, meer speciaal vezels hieronder vallen.
In figuur l is een bors. tel l weergegeven, van het type waarbij de vezelbundels 2 schuin bevestigd zijn in het borstellichaam 3.
Het is duidelijk dat gedurende het bewerken van de vezeluiteinden 4, elke vezelbundel 2 die onder een helling bevestigd is, onder de kracht van bijvoorbeeld een afscheer-
<Desc/Clms Page number 6>
of afrondinrichting 5, zal wegplooien, indien deze vezelbundels 2 niet op geschikte wijze gesteund worden.
Hierdoor wordt een zeer slechte afschering en/of afronding van de vezeluiteinden 4 verkregen.
Teneinde dit nadeel uit te sluiten en te voorzien in een optimale afschering en/of afronding of dergelijke van de vezeluiteinden 4, wordt volgens de uitvinding een aantal steunelementen 6 voorzien die tussen de vezelbundels 2 worden ingebracht teneinde deze vezelbundels 2 te steunen gedurende de verschillende bewerkingen.
Zulke ondersteuning is weergegeven in figuur 2 tijdens het uitvoeren van een bewerking door middel van een inrichting 5.
De voornoemde steunelementen 6 hebben, volgens de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren 1 en 2, een parallelvormige doorsnede, doch het is duidelijk dat deze steunelementen in doorsnede om het even welke vorm kunnen aannemen.
Zoals hierna zal blijken, zullen de steunelementen 6 zijwaarts tussen de bundel vezels 2 gebracht worden waarbij de vrije uiteinden van de steunelementen bij voorkeur een
<Desc/Clms Page number 7>
spitse top vertonen om het tussen de vezelbundels dringen te vergemakkelijken.
In figuur 3 is een borstel 1 met V-vormig bevestigde vezels weergegeven, namelijk een borstel 1 waarbij telkens twee nabijgelegen vezelbundels 2 schuin in het borstellichaam 3 bevestigd zijn en met hun vrije uiteinde 4 naar elkaar gericht zijn.
Het is bekend dat de vrije uiteinden 4 van de vezelbundels 2 van borstels volgens figuur 3 vaak met behulp van een profielfrees 7 worden afgeschoren, zoals is weergegeven in figuur 4.
Zoals blijkt uit figuur 4 worden de vezels hierbij niet allen even lang afgesneden zodat ook in zulk geval een bijkomend vezelbundelsteun gewenst is.
Volgens de uitvoeringsvorm zoals is weergegeven in de figuren 8 en 9, worden de verschillende steunelementen 6 bevestigd op een lat 8 welke op geschikte wijze verbonden is met de zuigerstang 9 van een drukcilinder 10, een en ander zodanig dat deo steunelementen 6 in een voorwaartse en achterwaartse zin bewogen kunnen worden.
<Desc/Clms Page number 8>
De steunelementen 6 worden geleidend aangebracht in een drager 11, waarop tevens de voornoemde cilinder 10 bevestigd
EMI8.1
is.
De voornoemde cilinder 10 kan zowel een pneumatische-als een hydraulische cilinder zijn. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat de steunelementen 6 in hun beweging bevolen worden door een mechanische aandrijving, een elektrische motor, of iedere andere al dan niet gekombineerde aandrijving.
De steunelementen 6 zullen op het geschikt ogenblik tussen de vezelbundels worden geplaatst en samen met de overeenstemmende borstel, die geschikt op een borstelhouder 15 is vastgehouden, het produktieproces overlopen. Deze steunelementen 6 kunnen ook op een vaste plaats in de machine worden aangebracht en, indien een borstel voorbij deze plaats komt, geaktiveerd worden ten einde met deze borstel samen te werken.
In de figuren 10 en 11 is een mogelijke uitvoering weergegeven, waarin de steunelementen 6 bijvoorbeeld dunner uitgevoerd zijn'dan in het geval van de figuren 5 en 6, een en ander zodanig dat deze steunelementen 6 ook tussen vrij dicht bij elkaar geplaatste vezelbundels 2 kunnen gebracht worden. Teneinde de bedoelde steun aan de vezelbundels te
<Desc/Clms Page number 9>
verlenen, worden volgens deze uitvoeringsvorm de steunelementen 6 over een geschikte af stand onhoog geduwd zoals in figuur 11 weergegeven.
In het geval dat de vezelbundels 2 niet op evenwijdige rechte rijen ingeplant zijn, worden de steunelementen in vorm en beweging zodanig aangepast dat zij tussen de vezelbundels kunnen doordringen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting voor het steunen van in borstellichamen bevestigde vezelbundels bij borstels kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlljkt.