BE1000794A4 - Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. - Google Patents

Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. Download PDF

Info

Publication number
BE1000794A4
BE1000794A4 BE8700850A BE8700850A BE1000794A4 BE 1000794 A4 BE1000794 A4 BE 1000794A4 BE 8700850 A BE8700850 A BE 8700850A BE 8700850 A BE8700850 A BE 8700850A BE 1000794 A4 BE1000794 A4 BE 1000794A4
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
components
unit
porosity
material layer
porous
Prior art date
Application number
BE8700850A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Schelde Delta Bv Met Beperkte
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schelde Delta Bv Met Beperkte filed Critical Schelde Delta Bv Met Beperkte
Priority to BE8700850A priority Critical patent/BE1000794A4/nl
Priority to DE198888201572T priority patent/DE304105T1/de
Priority to AT88201572T priority patent/ATE58307T1/de
Priority to DE8888201572T priority patent/DE3861080D1/de
Priority to EP88201572A priority patent/EP0304105B1/en
Priority to ES88201572T priority patent/ES2009738B3/es
Application granted granted Critical
Publication of BE1000794A4 publication Critical patent/BE1000794A4/nl
Priority to GR89300140T priority patent/GR890300140T1/el
Priority to GR91400056T priority patent/GR3001348T3/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J8/00Chemical or physical processes in general, conducted in the presence of fluids and solid particles; Apparatus for such processes
    • B01J8/008Details of the reactor or of the particulate material; Processes to increase or to retard the rate of reaction
    • B01J8/0085Details of the reactor or of the particulate material; Processes to increase or to retard the rate of reaction promoting uninterrupted fluid flow, e.g. by filtering out particles in front of the catalyst layer
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J35/00Catalysts, in general, characterised by their form or physical properties
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J35/00Catalysts, in general, characterised by their form or physical properties
    • B01J35/30Catalysts, in general, characterised by their form or physical properties characterised by their physical properties

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Physical Or Chemical Processes And Apparatus (AREA)
  • Discharge Heating (AREA)
  • Paper (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het in de fluidumstroom (1) voorzien van een eenheid (2) uit poreus en/of permeable materiaal waarvan volgens de stromingszin de fijnheidsgraad van de porositeit en/of de struktuur toeneemt, en het in de eenheid (2) laten indringen van de vaste komponenten (3), waarbij het onderling verband tussen de porositeit en/of permeabiliteit van het materiaal van de voornoemde eenheid (2) en de omvang van de komponenten (3) zodanig is gekozen dat deze laatste zich omwille van de toenemende fijnheidsgraad van de porositeit en/of van de struktuur in de eenheid (2) immobiliseren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een   flufdumstroom,   en inrichtingen die deze 
 EMI1.1 
 werkwijze toepassen. werkwijze Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een   flu ! dumstroom, m. a. w.   een werkwijze om komponenten, in het bijzonder komponenten in de vaste aggregatietoestand, op een bepaalde plaats vast te houden in een   flutdumstroom.   Deze werkwijze is bedoeld om zeer universeel toegepast te worden. 



  In de eerste plaats wordt hierbij wel gedacht aan de aanwending ervan bij heterogene   katalysen,   waarbij de katalysator de voornoemde te immobiliseren komponent vormt, en waarbij deze komponenten zowel van anorganische, organische, biologische als biochemische aard kunnen zijn. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 



  Uit de katalysetechnieken zijn reeds verschillende werkwijzen bekend voor het immobiliseren van vaste komponenten in een   fluidumstroom.   Zo is bijvoorbeeld bekend om in de fluidumstroom een   fluïdumdoorlaatbaar membraan   te plaatsen, waartegen de katalysatordeeltjes   tegengehouden   worden. Deze techniek vertoont echter o. a. het nadeel dat door het stapelingseffekt van de katalysator het effektieve oppervlak waarmee de katalysator in kontakt met het te reageren fluidum komt, verkleind wordt. 



  Volgens een andere bekende werkwijze worden komponenten, hoofdzakelijk katalysatoren, in een   flutdumstroom   geimmobiliseerd door deze chemisch of door middel van andere technieken, zoals impregnatie, vast te, verbinden met een poreus membraan. Deze werkwijze heeft echter als nadeel dat speciale voorafgaandelijke technieken vereist zijn en dat de katalysator bij eventuele uitputting of vervuiling niet eenvoudig kan geregenereerd worden, daar het losmaken ervan uit de poreuze struktuur speciale technieken vereist. 



  Opgemerkt wordt nog dat het bij katalytische reakties ook bekend is om de katalysator vrij in het fluidum aan te brengen, om zodoende de reaktive in het fluidum te   befnvloeden,   hetzij te versnellen of hetzij te vertragen. Deze werkwijze heeft echter het nadeel dat de vrije beweging van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 katalysatordeeltjes een eroderende werking op deze deeltjes zelf veroorzaakt. 



   De huidige uitvinding heeft nu tot doel te voorzien in een werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een   fluidumstroom,   waarbij, bij de aanwending ervan bij katalytische reakties, de voornoemde nadelen systematisch worden uitgesloten. 



  Hiertoe bestaat deze werkwijze hoofdzakelijk in het in de fluidumstroom voorzien van een eenheid uit poreus en/of permeabel materiaal, waarvan volgens de stromingszin de fijnheidsgraad van de porositeit en/of struktuur toeneemt, en het in de eenheid laten indringen van de vaste komponenten, waarbij het onderling verband tussen de porositeit en/of permeabiliteit van het materiaal van de voornoemde eenheid en de omvang van de komponenten zodanig is gekozen dat de komponenten zieh omwille van de toenemende fijnheidsgraad van de porositeit   en/of   van de struktuur in de eenheid immobiliseren. 



  De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op inrichtingen die de   werkwijze-toepassen. Het is   duidelijk dat in de eerste plaats hiermee reaktoren bedoeld worden om katalytische reakties uit te voeren. In een bijzondere 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 uitvoering van deze inrichtingen zijn zij tevens geschikt om in de sterilisatie van het doorstromende flufdum te voorzien. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend   karakter,   enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van dergelijke inrichtingen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarbij gebruik gemaakt wordt van een als een membraan funktionerende poreuze materiaallaag met veranderlijke   porositeitsgradient ;    figuur 2 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarbij gebruik gemaakt wordt van twee als membranen funktionerende poreuze materiaallagen ; figuur 3 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarbij gebruik gemaakt wordt van een steunlaag ; figuur 4 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft waarbij in een serieschakeling van het immobilisatie- effekt wordt voorzien ;

   figuur 5 een variante weergeeft van de inrichting volgens figuur 4 ; figuur 6 nog een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 bestaan de inrichtingen die de werkwijze volgens de uitvinding toepassen hoofdzakelijk uit een in de fluidumstroom 1 te plaatsen eenheid 2 uit poreus materiaal, waarvan volgens de stromingszin D de fijnheidsgraad van de porositeit   toeneemt ;   en in de eenheid 2 geimmobiliseerde komponenten 3, waarbij het onderling verband tussen de fijnheidsgraad van de porositeit en de omvang van de komponenten 3 zodanig is dat deze komponenten 3 door de toenemende fijnheidsgraad van het materiaal van de eenheid 2 in deze laatste getmmobiliseerd blijven. 



  Volgens figuur 1 wordt het voornoemde bereikt door gebruik te maken van een eenheid 2 hoofdzakelijk bestaande uit een als een membraan funktionerende poreuze materiaallaag 4 met volgens de stromingszin D een   porositeitsgradient,   waarbij de fijnheidsgraad van de porositeit geleidelijk toeneemt. Dit is in figuur 1 schematisch aangeduid doordat de laag 4 volgens de stromingszin D met een groter wordende dichtheid gestippeld is. Door een juiste keuze van, enerzijds, de porositeit, en anderzijds, de grootte van'de komponenten 3, zullen deze komponenten 3 door toedoen van de   flufdumstroom   1 aan de intreezijde 5 wel in de poreuze materiaallaag 4 kunnen dringen, doch door de toenemende verfijning van de porositeit in deze laag 4 geblokkeerd raken.

   Indien de komponenten 3 niet alle dezelfde grootte hebben zullen de kleinste komponenten 3A 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 uiteraard verder in de lang 4 dringen dan de grootste komponenten 3B. 



   Het is duidelijk dat met de voornoemde toenemende fijnheidsgraad van het materiaal van de eenheid niet uitsluitend een geleidelijke overgang van de porositeit bedoeld wordt zoals dit het geval is in de figuur 1. In figuur
2 wordt dan ook gebruik gemaakt van een eenheid 2 bestaande in de kombinatie van twee als een fysisch geheel op elkaar aansluitende en als membranen funktionerende poreuze materiaallagen 6 en 7 ; één en ander zodanig dat de komponenten
3 in de poreuze materiaallaag 6 kunnen indringen, doch weerhouden worden door de fijnere poreuze laag 7. 



  Het is duidelijk dat naast het feit dat de eenheid 2 op een bepaalde plaats ondoordringbaar wordt voor de komponenten 3, ook de aanwezigheid van de fluidumstroom 1 van belang is om het immobiliseren van de komponenten 3 te verwezenlijken. Door de druk van de   flufdumstroom   1 worden immers deze komponenten 3 in de eenheid 2 naar voor gedrukt. 



  Het inbrengen van de komponenten 3 in de eenheid 2, meer speciaal respektievelijk in de materiaallagen 4 en 6 kan eenvoudig gebeuren door de komponenten 3 voor de inrichting aan de fluidumstroom 1 toe te voegen, waarbij deze vanzelf in de eenheid 2 indringen tot zij zieh vastzetten. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 
Daar volgens de uitvinding de komponenten 3 in een poreuze drager, gevormd door respektievelijk de materiaallagen 4 en 6, geimmobiliseerd worden, ontstaat steeds een bepaalde spreiding van de komponenten 3, waardoor nadelige stapelingseffekten worden   uitgesloten. M. a. w.   wil dit zeggen dat door de goede   spreiding   van de komponenten 3 steeds een optimaal kontakt van hun oppervlak met de fluidumstroom 1 wordt geboden.

   Deze wijze van immobiliseren biedt tevens het voordeel dat door de aanwezigheid van de poreuze drager een laminaire stroming wordt bekomen waardoor de eroderende werking op de komponenten
3 wordt uitgesloten. 



  Het is duidelijk dat het fluidum onder een bepaalde druk moet gezet worden om door de poreuze lagen 4 of 6 te stromen. In de eenheid 2, en in het bijzonder in de zone 8 waar'de koncentratie van de komponenten 3 het grootst is zal een drukval ontstaan. Zoals schematisch aangeduid in figuur 3 kan hierdoor in bepaalde gevallen, afhankelijk van de stevigte van de drager van de komponenten 3, door een te grote druk een afscheuring 9 in de    eenheid 2   ontstaan. Om dit te voorkomen zal de inrichting, zoals weergegeven in figuur 3, bij voorkeur voorzien worden van een steunlaag 10, die voldoende poreus is om een goede doorgang van de   fluidumstroom   1 toe te laten, en   waartegen de overige materiaallagen, betzij materiaallaag   4, of   hetztj lagen 6 en 7, geplaatst worden.

   De steunlaag 10   

 <Desc/Clms Page number 8> 

 bestaat uit zulkdanig materiaal of is van zulkdanige dikte dat geen breuken of scheuren in de overige lagen kunnen ontstaan. 



   Vanzelfsprekend kunnen de verschillende lagen 4, 6, 7 en 10 uit verschillende soorten materiaal bestaan, die waar nodig fysisch   geintegreerd   zijn, met als enige vereisten dat zij poreus moeten zijn zodanig dat zij de flufdumstroom 1 doorlaten, dat zij aan de betreffende chemische produkten van de   fluidumstroom   1 en/of van de komponenten 3 moeten kunnen weerstaan en dat zij een geschikte porositeit vertonen in funktie van de te immobiliseren komponenten 3. In het geval dat de inrichting volgens de uitvinding aangewend wordt voor het immobiliseren van een katalysator kan in veel gevallen voor de lagen 4,6 en 10 een membraan op basis van siliciumcarbide, bij voorkeur uitsluitend bestaand uit poreus siliciumcarbide, aangewend worden. Andere belangrijke materialen hiervoor zijn bijvoorbeeld aluminosilikaten en boroncarbide.

   De materiaallaag 7 bestaat bij voorkeur uit aluminiumoxide. 



  Het is duidelijk dat de inrichting volgens de uitvinding volgens meerdere opstellingen kan geschieden. Naast het voornoemd    gebruik'von ggn., eenheid   2 kunnen uiteraard ook meerdere eenheden 2 in serie of parallel geschakeld worden. In figuur 4 wordt dan ook een uitvoeringsvorm van dergelijke inrichting weergegeven waarbij twee eenheden 2A en 2B volgens 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 figuur 2 in serie geschakeld zijn. Elke materiaallaag 6A en 6B funktioneert hierbij als drager voor komponenten, respektievelijk 3C en 3D, waarbij al dan niet dezelfde materiaallagen worden toegepast. 



   De serieopbouw van twee eenheden kan ook gebeuren zoals weergegeven in figuur 5, waarbij deze twee eenheden 2A en 2B een gemeenschappelijke materiaallaag 4 bezitten waarvan volgens de stromingszin D, op gelijkaardige wijze als in   figuur l,   de fijnheid van de porositeit gelijkmatig toeneemt. 



  De serieschakeling wordt bekomen door gebruik te maken van komponenten, respektievelijk 3C en 3D van verschillende grootte, eventueel bestaande uit twee verschillende materialen, die door hun indringing in de materiaallaag 4 zieh in twee in serie geschakelde zones 8A en 8B immobiliseren. Op deze wijze kan bijvoorbeeld bij een katalyse in een immobilisatie van twee katalysatoren in een flufdumstroom 1 voorzien worden, zonder dat zij eventueel met elkaar kontakt maken. 



  In figuur 6 wordt nog een inrichting volgens de uitvinding weergegeven waarbij deze voorzien is van een transversaal circuit 11 dat aan tegenovereenliggende zijden op de materiaallaag 6, die de drager voor de komponenten 3 vormt, is aangesloten. Door via het transversaal circuit in een transverale stroming 12 te voorzien verplaatsen de komponenten 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
3 zieh transversaal   t. o. v. de fluidumstroom 1   door de materiaallaag 6 om zieh vervolgens door het circuit 11 te bewegen. Door middel van deze inrichting kan bijvoorbeeld bij een katalyse de katalysator, bestaande uit komponenten 3, via het transversaal circuit 11 door middel van gepaste middelen
13 geregenereerd worden. Hierbij kan de flutdumstroom 1 al dan niet tijdelijk onderbroken worden.

   Om te vermijden dat door de transversale stroming 12 komponenten 3 in tegengestelde zin aan de fluidumstroom 1 uit de eenheid 2 zouden treden kan deze eenheid ook aan de intreezijde 5 met een materiaallaag 14 worden bekleed met een zulkdanige porositeit dat deze onderdringbaar is voor de vaste komponenten 3. 



  Het is duidelijk dat de aanwending van de voornoemde inrichtingen volgens    verscheidene   varianten kan   gebeuren.   



  Hierbij kan bijvoorbeeld het fluidum slechts eenmaal door de eenheid 2, respektievelijk eenheden, gestuurd worden, doch zoals door middel van pijl 15 aangegeven in figuur 6 kan, naargelang welke reaktie het betreft, het fluidum ook herhaaldelijk door   eenzelfde-eenheid   2 gestuurd worden. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de inrichting zodanig   uitgevoerd   dat zij niet uitsluitend in de immobilisatie van komponenten in een flufdumstroom kan voorzien, doch dat zij tevens geschikt is om in een permeat 16, of   m. a. w.   een uittredend produkt, te voorzien dat 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 gesteriliseerd is. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door in de eenheid 2 minstens in een laag of zone te voorzien waarvan de porositeit zodanig fijn is dat micro-organismen in de eenheid 2   getmmobiliseerd   worden. D. m. v. siliciumcarbide kan een dergelijke porositeit bereikt worden, welke het steriliseereffekt waarborgt. 



  Indien de inrichting bedoeld is om in een steriel milieu aangewend te worden, wordt voor de verschillende lagen 4, 6, 7,10 en 14 gebruik gemaakt van materialen die enerzijds de vereiste permeabiliteit bezitten en anderzijds fysisch en/of chemisch steriliseerbaar zijn. Ook voor deze toepassing zijn de reeds voornoemde keramische materialen bijzonder geschikt omdat zij hittebestendig zijn en zodoende geen probleem vormen bij een sterilisatie door verhitting. 



  Volgens nog een speciale uitvoeringsvorm zal voor de drager van de komponenten 3, m. a. w respektievelijk voor de materiaallagen 4 en 6 in de voorbeelden, gebruik gemaakt worden van een   lichtdoorlaatbare, voor het flutdum permeabele   en voor de komponenten 3 indringbare materie. Zulk lichtdoorlaatbaar materiaal biedt immers de mogelijkheid om plantencellen in een   flui'dumstroom te   immobiliseren, waarbij deze mits aanwezigheid van de nodige voedingsstoffen in de flutdumstroom en de toevoer van licht door het materiaal, fotosyntetisch aktief, danwel in leven kunnen blijven. De 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 inrichting kan zodoende aangewend worden bij katalyses waarbij plantencellen als katalysator of als   co-immobilisatie-agent   worden aangewend.

   De lichtdoorlatende materiaallaag kan bestaan uit poreus siliciumoxide, of m. a. w. glas. 



  Tenslotte wordt nog opgemerkt dat, in het geval dat de uitvinding aangewend wordt om een katalysator in een fluidumstroom te immobiliseren, de katalysatordistributie automatisch verkregen wordt en dat bij het ontstaan van een lokale ondoordringbaarheid, als gevolg van de hieruitvolgende wijziging van het stromingsprofiel, automatisch een optimalisatie van de werking wordt verkregen door de herschikking van de katalysatordeeltjes of komponenten 3. De 
 EMI12.1 
 uitvinding heeft ook het voordeel dat de bekomen inrichting of reaktor van het non-bleeding principe is, m. a. w. dat deeltjes die op zichzelf van de komponenten 3 vrijkomen niet in het permeaat belanden, doch zieh gewoon herschikken op een andere plaats in de eenheid 2. 



  De inrichting volgens de uitvinding biedt tevens een reaktor voor katalytische reakties met veel mogelijkheden. De werkwijze en inrichting laten immers niet alleen de eenvoudige belading met één of meerdere katalysatoren toe, doch bieden ook de mogelijkheid van herlading met een of meerdere nieuwe katalysatoren, waarbij de voordien gebruikte katalysatoren eenvoudig kunnen verwijderd worden   d. m. v.   een zogenaamde back- 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 wash, waarbij de komponenten 3-door in een omgekeerde   flufdumstroom l   te voorzien-eenvoudig uit hun drager, aldus respektievelijk de materiaallagen 4 of 6, gespoeld worden.

   Volgens nog een andere mogelijkheid kunnen stelselmatig komponenten 3 met de fluldumstroom 1 toegevoegd worden telkens de vorige komponenten 3 uitgereageerd zijn, zulks tot de betreffende materiaallaag, respektievelijk 4 of 6, met de komponenten 3 verzadigd is. 



  Het is duidelijk dat het immobiliseren van de komponenten 3 ook het gevolg van een inokulatie van organismen kan zijn. 



  Teneinde het zeer brede toepassingsgebied van de uitvinding te verduidelijken worden hierna nog enkele praktische toepassingen beschreven, uitsluitend bij wijze van voorbeeld en zonder enig beperkend karakter. 



   Voorbeeld   l-Chemie :  
Hydrogeneren van glucose met nikkel-aluminium partikels als katalysator. 



   Voorbeeld   2-Biochemie :  
Fermentatie van wort door Saccharomyces Cerevisiae. 



   Voorbeeld   3 - Milieutechniek :  
Anaerobe of aerobe waterzuivering. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



   Voobeeld   4 - Mijntechniek :  
Metaalcaptatie uit ertsen met behulp van geimmobiliseerde micro-organismen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, alsook de inrichtingen die deze uitvinding toepassen, kunnen volgens verscheidene varianten worden verwezelijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies EMI15.1 ---------- 1. - Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het in de flutdumstroom (1) voorzien van een eenheid (2) uit poreus en/of permeabel materiaal waarvan volgens de stromingszin de fijnheidsgraad van de porositeit en/of de struktuur toeneemt, en het in de eenheid (2) laten indringen van de vaste komponenten (3), waarbij het onderling verband tussen de porositeit en/of permeabiliteit van het materiaal van de voornoemde eenheid (2) en de omvang van de komponenten (3) zodanig is gekozen dat deze laatste zieh omwille van de toenemende fijnheidsgraad van de porositeit en/of van de struktuur in de eenheid (2) immobiliseren.
    2. - Inrichting die de werkwijze volgens conclusie 1 toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit minstens een in de fluldumstroom te plaatsen eenheid (2) uit poreus en/of permeabel materiaal, waarvan volgens de stromingszin de fijnheidsgraad van de porositeit en/of de struktuur toeneemt, en in de eenheid (2) geimmobiliseerde komponenten (3), waarbij het onderling verband tussen de fijnheidsgraad van de voornoemde porositeit en/of struktuur en de omvang van de <Desc/Clms Page number 16> komponenten (3) zodanig is dat de komponenten (3) door de toenemende fijnheidsgraad van het materiaal van de eenheid (2) in deze laatste geimmobiliseerd zijn.
    3.-Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde eenheid (2) bestaat uit een als membraan funktionerende poreuze materiaallaag (4), waarvan het materiaal in stromingszin een porositeitgradiënt vertoont en waarbij de fijnheidsgraad van de porositeit geleidelijk toeneemt.
    4.-Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de eenheid (2) bestaat in de kombinatie van twee als een fysisch geheel op elkaar aansluitende en als membraan funktionerende poreuze materiaallagen (6, 7), waarbij het verband tussen de porositeit van deze lagen (6, 7) en de grootte van de komponenten (3) de indringing van de -komponenten (3) in de eerste laag (6) toelaat, terwijl de tweede laag (7) door zijn fijnere porositeit de komponenten (3) absoluut weerhoudt.
    5.-Inrichting volgens één der conclusies 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de materiaallaag (4, 6) die de komponenten (3) bevat bestaat uit siliciumcarbide. <Desc/Clms Page number 17> 6. - Inrichting volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de materiaallaag (4, 6) die de komponenten (3) bevat bestaat uit boroncarbide.
    7.- Inrichting volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de materiaallaag (4, 6) die de komponenten (3) bevat bestaat uit een aluminosilikaat.
    8,- Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de materiaallaag (7) die met de voor de komponenten (3) indringbare materiaallaag (6) één fysisch geheel vormt, bestaat uit aluminiumoxyde.
    9. - Inrichting volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de materiaallaag (4, 6) die de komponenten (3) bevat lichtdoorlatend is.
    10.-Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde materiaallaag (4, 6) bestaat uit poreus siliciumoxyde.
    11.- Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij voorzien is van een aan de uittreezijde van de eenheid (2) aangebrachte steunlang (10). <Desc/Clms Page number 18> EMI18.1
    12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de steunlaag (10) bestaat uit siliciumcarbide.
    13.-Inrichting volgens een der conclusies 2 tot en met 12, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de serieschakeling van meerdere van voornoemde eenheden (2).
    14.¯ richting volgens één der conclusies 2 tot en met 13, daardoor gekenmerkt dat de komponenten (3) bestaan uit een katalysator, en/of heterogene reaktiekomponent.
    15.-Inrichting volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat op de voornoemde eenheid (2) een transversaal circuit (11) voor een transversale stroming (12) van de komponenten (3) en het rondvoeren langs dit transversaal circuit (11), is voorzien.
    16.-Inrichting volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het transversaal circuit (11) van middelen (13) is voorzien voor de regeneratie van de komponenten (3).
    17.-Inrichting volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de eenheid (2) zowel aan de intree- als aan de uittreezijde een materiaallaag (7, 14) bevat met een porositeit die deze lagen ondoordringbaar voor de komponenten (3) maakt, zodanig dat deze laatste ingekapseld zijn. <Desc/Clms Page number 19>
    18.-Inrichting volgens en der conclusies 2 tot en met 17, daardoor gekenmerkt dat de eenheid (2) minstens een sektie EMI19.1 bezit met een porositeit dewelke in een steriliseereffekt van de fluïdumstroom (l) 19.-Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom en inrichtingen die deze werkwijze toepassen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in bijgaande figuren.
BE8700850A 1987-07-30 1987-07-30 Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. BE1000794A4 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700850A BE1000794A4 (nl) 1987-07-30 1987-07-30 Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.
DE198888201572T DE304105T1 (de) 1987-07-30 1988-07-20 Verfahren zur fixierung von materialien in einem fluessigkeitsstrom.
AT88201572T ATE58307T1 (de) 1987-07-30 1988-07-20 Verfahren und vorrichtung zur fixierung von materialien in einem fluessigkeitsstrom.
DE8888201572T DE3861080D1 (de) 1987-07-30 1988-07-20 Verfahren und vorrichtung zur fixierung von materialien in einem fluessigkeitsstrom.
EP88201572A EP0304105B1 (en) 1987-07-30 1988-07-20 Process and apparatus for fixing materials in a fluid stream
ES88201572T ES2009738B3 (es) 1987-07-30 1988-07-20 Procedimiento para fijar materiales en una corriente fluida.
GR89300140T GR890300140T1 (en) 1987-07-30 1990-03-14 Process for fixing materials in a fluid stream
GR91400056T GR3001348T3 (en) 1987-07-30 1991-01-21 Process and apparatus for fixing materials in a fluid stream

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8700850A BE1000794A4 (nl) 1987-07-30 1987-07-30 Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000794A4 true BE1000794A4 (nl) 1989-04-04

Family

ID=3882794

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8700850A BE1000794A4 (nl) 1987-07-30 1987-07-30 Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0304105B1 (nl)
AT (1) ATE58307T1 (nl)
BE (1) BE1000794A4 (nl)
DE (2) DE304105T1 (nl)
ES (1) ES2009738B3 (nl)
GR (2) GR890300140T1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1001858A3 (nl) * 1988-06-29 1990-03-20 Schelde Delta Bv Ba Werkwijze voor het raffineren van olien.
KR100221695B1 (ko) * 1991-08-12 1999-09-15 그린 마틴, 브라이언 쥐 테슬리 약학적 구상 제형

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1087380A (fr) * 1953-07-25 1955-02-23 Derives De L Acetylene Soc Ind Perfectionnement au mode de support des catalyseurs à base de métaux précieux
FR2086034A1 (nl) * 1970-04-13 1971-12-31 Varta Ag
US4027476A (en) * 1973-10-15 1977-06-07 Rocket Research Corporation Composite catalyst bed and method for making the same
US4201827A (en) * 1976-11-25 1980-05-06 Kernforschungsanlage Julich Gesellschaft Mit Beschrankter Haftung Magnetically supported particle matrix for accumulating or affecting substances dissolved or finely dispersed in a liquid or gas
EP0228885A2 (en) * 1985-12-28 1987-07-15 Ngk Insulators, Ltd. Use of porous membrane in reaction process

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1087380A (fr) * 1953-07-25 1955-02-23 Derives De L Acetylene Soc Ind Perfectionnement au mode de support des catalyseurs à base de métaux précieux
FR2086034A1 (nl) * 1970-04-13 1971-12-31 Varta Ag
US4027476A (en) * 1973-10-15 1977-06-07 Rocket Research Corporation Composite catalyst bed and method for making the same
US4201827A (en) * 1976-11-25 1980-05-06 Kernforschungsanlage Julich Gesellschaft Mit Beschrankter Haftung Magnetically supported particle matrix for accumulating or affecting substances dissolved or finely dispersed in a liquid or gas
EP0228885A2 (en) * 1985-12-28 1987-07-15 Ngk Insulators, Ltd. Use of porous membrane in reaction process

Also Published As

Publication number Publication date
GR3001348T3 (en) 1992-08-31
DE304105T1 (de) 1989-10-26
EP0304105B1 (en) 1990-11-14
ES2009738B3 (es) 1991-06-01
ES2009738A4 (es) 1989-10-16
EP0304105A1 (en) 1989-02-22
GR890300140T1 (en) 1990-03-14
ATE58307T1 (de) 1990-11-15
DE3861080D1 (de) 1990-12-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Liu et al. Hydrogel‐immobilized coacervate droplets as modular microreactor assemblies
EA200600232A1 (ru) Носитель с иммобилизованными каталитически активными единицами
TR199900519A2 (xx) Petek formundaki bir katalitik konverter ta��y�c�n�n ak�� kanallar�n�n bir dispersiyon kaplamas� ile kaplanmas� i�in bir i�lem.
BE1000794A4 (nl) Werkwijze voor het bij chemische processen immobiliseren van komponenten in een fluidumstroom, en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.
ES2073485T3 (es) Catalizador para la eliminacion de oxidos de nitrogeno y metodo de eliminacion de oxidos de nitrogeno por utilizacion del catalizador.
CN114797760A (zh) 一种催化氧化与吸附双重功能的过滤膜及其制备方法
JP2007506421A5 (nl)
US20200346212A1 (en) Microfabricated device with hydrophilic microwells and hydrophobic interstitial space
BE1000795A4 (nl) Drager voor katalysatoren, reaktiekomponenten en dergelijke; en inrichting die zulke drager toepast.
Smolin et al. Chemical regeneration of biological activated carbon in removing nitrophenol
CN106938861B (zh) 一种磁微粒、制备方法及其应用
JP2004025092A (ja) 難分解性物質処理装置
JPH02273594A (ja) 微生物固定化用担体
JPS62201693A (ja) 液処理方法
JPH0720593B2 (ja) 固液分離一体型の生物処理方法及び生物処理装置
JPS6328498A (ja) 液処理装置用モジユ−ル
JPH02135196A (ja) 下廃水処理装置
JPH0768282A (ja) 汚水処理装置
JPS63302995A (ja) 固定床型廃水処理装置の運転方法
JPH08164397A (ja) バイオリアクタ
JPH0418399Y2 (nl)
JPS63278595A (ja) 排水処理方法
JPH01210099A (ja) 有機性廃水の処理方法
JPS61220790A (ja) 廃水処理装置用の微生物固定化担体
JPH0634986B2 (ja) 廃水の生物処理装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: SCHELDE-DELTA B.V.B.A.

Effective date: 20000731